Wat is Anorexia Nervosa?
Anorexia nervosa is een ernstige eetstoornis die wordt gekenmerkt door
een beperkte voedselinname
een verstoord lichaamsbeeld
intense angst voor gewichtstoename
onevenredig grote invloed van gewicht/figuur op zelfwaardering
bij vrouwen amenorroe of het uitblijven van minstens drie menstruele periodes in de vruchtbare leeftijd
Deze stoornis kan ernstige lichamelijke en psychologische gevolgen hebben, en daarom is het belangrijk om een doordacht behandelingsplan te volgen. Op medisch niveau is het doel de lichamelijke conditie te herstellen en het eetgedrag te normaliseren. Daarbij moeten steeds psychologische interventies en behandelingen opgestart worden / verder gezet worden.
Andere eetstoornissen zijn:
Boulemia nervosa: wordt gekenmerkt door objectieve eetbuien en controleverlies met eten van grote hoeveelheden enerzijds en anderzijds terugkerend compensatiegedrag.
ARFID (avoidant/restrictive food intake disorder): te weinig, te eenzijdige voedselinname, zonder een verstoord lichaamsbeeld.
Het is belangrijk de volgende nuance te maken: een eetstoornis is NIET gelijk aan een gewichtsprobleem.
Deze pagina biedt een richtlijn voor de lichamelijke behandeling van ondervoeding ten gevolge van (verdenking) eetstoornissen in zowel de fase van acute (levens)bedreiging als in de chronische herstelfase. Raadpleeg steeds de webpagina van eetexpert voor uitgebreidere en actuelere info.
Eerste Consult
Het eerste gesprek richt zich op de medische voorgeschiedenis van de patiënt en de reden van doorverwijzing om de ernst van de toestand vast te stellen. We onderzoeken hoe lang de eetproblemen al bestaan en wat de lichamelijke klachten zijn (bv. duizeligheid, vermoeidheid, of het uitblijven van menstruatie). Ook wordt gekeken naar de sociale context, zoals de situatie thuis en op school, en eventuele mentale gezondheidsproblemen, zoals depressie of zelfbeschadiging.
Het lichamelijk onderzoek dient vervolgens om de fysieke impact van ondervoeding te beoordelen.
Afhankelijk van de bevraging en het lichamelijk onderzoek kunnen bij het eerste consult aanvullende onderzoeken gevoerd worden om de ernst nauwkeuriger in te schatten. Hieronder een overzicht:
Labo
Urineonderzoek naar waarden alfa 1 microglobuline
Echo van nieren/blaas (nierstenen, cystes)
ECG + echo cor
Botleeftijd
Botdensitometrie
Het labo-onderzoek kan afwijkingen vertonen in:
Bloedbeeld
Bloedgas
Elektrolyten
Nierfunctie
Leverfunctie
Schildklier
Geslachtshormonen
Vitaminestatus
Tweede Consult
In een vervolgconsult worden de resultaten van het eerste onderzoek besproken. Op basis van het gewichtsverlies en andere gezondheidsfactoren wordt beoordeeld of een opname nodig is. We bepalen het minimaal gezond gewicht en maken afspraken rond beweging, zoals het beperken of zelfs verbieden van sporten en zo nodig gebruik van een rolstoel bij ernstig ondergewicht. We bespreken hoe we de patiënt het beste kunnen ondersteunen in het dagelijks leven, bijvoorbeeld op school of bij hobby's. Het kan nodig zijn deze volledig of halftijds on hold te zetten. Daarnaast stellen we een ambulant netwerk op en worden signalen meegegeven waarbij ingegrepen moet worden. Tot slot plannen we zowel een nieuwe afspraak in als intakegesprekken bij de psychiatrische afdeling indien er een kans is dat een opname op een afdeling eetstoornissen nodig zal zijn.
Opname
Doel van de opname
Tijdens de opname richten we ons op het stabiliseren van de medische toestand van de patiënt en het voorkomen van verder gewichtsverlies. We werken aan het uitbreiden van het eetpatroon en beginnen met bewustwording van de ziekte. Daarnaast bieden we handvatten voor de periode na ontslag en zorgen we ervoor dat er ambulante hulpverlening beschikbaar is evenals een psychiatrische inschatting.
De opname biedt geen ‘genezing’.
Criteria voor opname
Een patiënt moet dringend worden opgenomen als er levensbedreigende symptomen zijn, zoals:
extreem lage bloeddruk: systolische bloeddruk <70mmHg of bloeddrukval van 20mmHG posturaal
te traag of te snel hartritme: <50/minuut of > 120/minuut
gevaarlijk lage waarden van glucose of elektrolyten:
glucose <60mg/dl
Natrium <125mmol/l
Kalium<3mmol/l
hypofosfatemie, hypomagnesiemie
albumine <30g/l
fors gestegen transaminasen
Bij een naderende levensbedreigende situatie wordt de opname ingepland. De toestand van de patiënt nadert een levensbedreigende situatie bij volgende symptomen:
snel gewichtsverlies (meer dan 1 kg per week gedurende twee weken)
calorie-inname van minder dan 1000 kcal per dag
BMI <70% van BMI bij MGG, BMI < 12-14
Onhoudbare psychosociale situatie
Op individuele basis (combinatie van factoren, andere medische problemen, …)
Ontslag en opvolging
Ontslag
Een patiënt kan worden ontslagen als het refeeding-risico (het risico op ernstige complicaties door herintroductie van voeding) voorbij is en de medische situatie stabiel is. Ook moet er een ondersteunend netwerk zijn opgezet voor verdere behandeling thuis.
Opvolging
Na ontslag blijft de patiënt onder controle van de eigen kinderarts of huisarts en van de ambulante diëtiste en psycholoog. Regelmatige afspraken helpen om de voortgang te volgen en complicaties te voorkomen. Dit zorgplan zorgt voor een stabiele basis voor herstel, zowel fysiek als mentaal.