Competenties

De stagemeester speelt een belangrijke rol in de praktische opleiding van de stagiair. Dit omvat verschillende aspecten van het beroep van apotheker en het ontwikkelen van de vereiste attitude en kritische ingesteldheid. De stagemeester geeft aan de stagiair de mogelijkheid om ruime beroepservaring op te doen en begeleidt hem/haar hierbij , zowel praktisch als wetenschappelijk.

Vóór begin van de apotheekstage wordt een uitgebreid kennismakingsgesprek gevoerd met de kandidaat-stagiair. De kandidaat-stagiair brengt zijn/haar CV mee.

De kernpunten in dit gesprek zijn:

  • Werkzaamheden van de stagiair, op basis van de leerdoelen, de interesses van de student en de mogelijkheden van de apotheek;
  • Wederzijdse verantwoordelijkheden van de stagiair en de stagemeester;
  • Wie is aanspreekpunt voor de stagiair op de werkvloer;
  • Afspraken over regelmatig overleg tussen stagiair en stagemeester;
  • Afspraken over werktijden, uiterlijke verzorging, omgangsvormen en overige gedragsregels in de apotheek;
  • Dagen dat de student afwezig zal zijn wegens universitaire bijeenkomsten en bijeenkomsten van de beroepsvereniging;
  • Bijzonderheden die van invloed kunnen zijn op de stage: ziekte, handicap, andere omstandigheden.

Tijdens de apotheekstage

  • Geeft de stagemeester tijdig feedback aan de stagiair en vice versa;
  • Organiseert de stagemeester op geregelde tijdstippen een evaluatiegesprek;
  • Ondersteunt de stagemeester de stagiair bij het maken van de stageopdracht (bespreking van een medicatiehistoriek);
  • Is de stagemeester aanwezig op minimum twee van de zes medicatiehistoriek-besprekingen (of volgt deze via streaming);
  • Toont de stagemeester interesse voor de masterproef en ondersteunt deze waar mogelijk/nodig.

Op het einde van de apotheekstage stelt de stagemeester een eindevaluatie op en ondertekend een stagegetuigschrift. Het ingevuld formulier wordt samen met het stagegetuigschrift opgestuurd naar het secretariaat.