De Bijzondere Collecties kan bogen op een lange traditie, nauw verbonden met de geschiedenis van de universiteit en de toen aangelegde bibliotheekcollectie. Naast die historische collectie zijn er ook recentere acquisities.
Lees hier meer over de geschiedenis van de collectie
De geschiedenis van de universiteit
De Antwerpse jezuïeten hadden sinds 1840 een college in Antwerpen, aanvankelijk in de Keizerstraat, sinds 1875 in een nieuwgebouwde vestiging tussen de Frankrijklei en het Stadspark. Omstreeks 1850 werd bij de jezuïeten echter aangedrongen op de oprichting van een tweede onderwijsinrichting, namelijk een beroepsschool voor handelsonderwijs, naast het college voor humaniora. Op 15 oktober 1852 ging dan ook het Institut Saint-Ignace (‘Sint-Ignatiusinstituut’; soms ‘Sint-Ignatiushandelsschool’) van start in de Korte Nieuwstraat (waar vandaag de Lessius Hogeschool gevestigd is), dat vanaf 1855 de naam École Spéciale de Commerce et d’Industrie droeg.
In 1902 startte men vervolgens naast deze middelbare school ook een hogeschool, de École Supérieure de Commerce (‘Sint-Ignatius Handelshogeschool’), die goed onderscheiden moet worden van het Institut Supérieur de Commerce de l’État (‘Rijkshandelshogeschool’), die gelijktijdig met het Institut Saint-Ignace in 1852 werd opgestart. Na een geleidelijke afbouw van de middelbare cursussen werd er in 1927 definitief een punt achter het middelbaar onderwijs en gingen de Jezuïeten enkel verder met de Handelshogeschool die zich steeds verder uitbreidde. In 1929 barstte het gebouw van in de Korte Nieuwstraat uit zijn voegen, zodat de Jezuïeten op zoek moesten naar een nieuw onderkomen. Dat vonden ze in het Hof van Liere. Zij restaureerden het zwaar gehavende gebouw en pasten het aan de moderne onderwijs- en onderzoekseisen aan.
In 1959 namen de jezuïeten het initiatief om naast de Sint-Ignatius Handelshogeschool ook de kandidaturen in de Faculteiten Wijsbegeerte en Letteren (inclusief Rechten) en Politieke en Sociale Wetenschappen te organiseren, en – na de erkenning van die richtingen in 1965 – werd de school dan omgevormd tot de universiteit UFSIA (Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius Antwerpen).
In 1965 ontstond naast UFSIA het RUCA (Rijksuniversitair Centrum Antwerpen). Het RUCA werd ondergebracht in de gebouwen van de voormalige Koloniale Hogeschool nabij het Middelheimpark. De UIA (Universitaire Instelling Antwerpen), ten slotte, ontstond in 1971 en bood doctoraats- en licentiaatsonderwijs aan voor de meeste studierichtingen aan de UFSIA en het RUCA. Tegelijk werd ook het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) opgericht. Deze drie instellingen – UFSIA, RUCA en UIA – werkten vanaf 1973 samen in een confederatie. Sinds oktober 2003 is deze confederatie omgevormd tot één Universiteit Antwerpen (eerst afgekort als ‘UA’, later als ‘UAntwerpen’).
De bibliotheek van de Universiteit Antwerpen
Naast de bibliotheek van het Institut Saint-Ignace (1852) en die van de Sint-Ignatius Handelshogeschool (1902), werd er in 1959 naar aanleiding van de nieuwe kandidaturen een aparte ‘Faculteitsbibliotheek’ opgericht, met een eigen hoofdbibliothecaris. Na de omvorming tot UFSIA werden dan in 1966 de bibliotheek van de Handelshogeschool en de Faculteitsbibliotheek verenigd onder een nieuwe hoofdbibliothecaris, pater Jo van Brabant. In 1973 werd ook het Ruusbroecgenootschap met zijn bibliotheek contractueel geïntegreerd in UFSIA en zijn bibliotheek (i.e. de Centrale Bibliotheek en de seminariebibliotheken). Ten slotte werden bij de fusie van UFSIA , UIA en RUCA (2003) de vroegere seminariebibliotheken en vakbibliotheken geïntegreerd in grotere bibliotheken op de vier campussen, namelijk de campus Drie Eiken voor de Biomedische Bibliotheek, de campus Groenenborger voor de Bibliotheek Exacte Wetenschappen, de campus Middelheim voor de Bibliotheek Wiskunde/Informatica, en de Stadscampus voor de Bibliotheek Humane en Sociale Wetenschappen, met daarbinnen de afdeling Bijzondere Collecties.
Herkomst en verzamelgeschiedenis van de collectie
De kern van de huidige afdeling Bijzondere Collecties bestaat uit de preciosa van de UFSIA, die teruggaat op het boekenbestand van de Sint-Ignatius Handelshogeschool. Later werd deze verzameling uitgebreid met diverse schenkingen, bulkaankopen en aankopen op veilingen en in antiquariaten. Zo werd in 1993 de collectie verrijkt met zestiende- en zeventiende-eeuwse toneeldrukken van het Centrum voor Renaissancedrama en in 1995 met de preciosa van het Centrum voor Rechtsgeschiedenis (UFSIA), die op dat moment 764 volumes telden.
De zwaartepunten in de huidige collectie worden enerzijds nog steeds bepaald door de geschiedenis van de collectie, anderzijds speelt ze in op de onderzoeksactiviteiten en het onderwijsprogramma van de universiteit.