Met oude drukken worden de boekbanden bedoeld die gemaakt zijn volgens het pre-industriële procédé. Dit wil zeggen dat ze grotendeels via handwerk tot stand zijn gekomen. Het zetten van de letters, het scheppen van het papier, de bediening van de drukpers en het inbinden van de papieren in een boekband gebeurde allemaal met de hand. Daarom vertonen alle exemplaren unieke eigenschappen. Zelfs bij boeken die van dezelfde drukgang stammen zijn er verschillen op te merken tussen de exemplaren. Soms is de inkt dikker gedrukt, soms is de boekband of de volgorde van inbinding anders. Dat maakt hen net zo interessant.
Daarnaast maakt men bij deze oude drukken een onderscheid tussen verschillende periodes. Zo worden de boeken die gedrukt zijn voor 1 januari 1501 incunabelen of wiegedrukken genoemd, omdat de boekdrukkunst voorzichtig loskwam van de handgeschreven traditie, maar wel nog in haar kinderschoenen stond. Deze zijn zeer zeldzaam. Boeken van tussen 1501 en 1540 worden postincunabelen genoemd. Daarna stond het drukprocédé op punt en spreken we algemeen van oude drukken.
Ruwweg werd tussen 1800 en 1840 de omschakeling naar een industriële manier van drukken gemaakt. Het papier werd machinaal gemaakt en de boeken rolden van de band. Dit ging gepaard met een zeker verlies van kwaliteit van de gedrukte werken, maar hier tegenover stond een veel grotere productie en verspreiding van het boekmateriaal.
De kern van de collectie gaat terug tot de bibliotheekcollectie van de vroegere Sint-Ignatius Handelshogeschool, opgericht door de jezuïeten in 1852 en voorloper van de huidige universiteit. In de loop der jaren werd deze verzameling via diverse schenkingen en aankopen verder aangevuld en verrijkt. Ons aankoopbeleid bij veilingen is steeds gericht op het huidige en toekomstige collectieprofiel dat in belangrijke mate bepaald wordt door de onderzoeksactiviteiten en onderwijsprogramma’s van de verschillende faculteiten.
Duik in onze collectie
Bekijk onze verschillende zwaartepunten