Kara Verboven studeerde Historische Taal- en Letterkunde en is bibliothecaris van de bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap.
Ik heb altijd een voorliefde voor de underdog gehad. Van de verlepte komkommer tot het scheve en kalige kerstboompje, ze gaan steevast met mij mee naar huis. Ook in mijn studiekeuze werkte deze sympathie door. Zo koos ik voor het ‘harde’ en impopulaire Duits (niets is minder waar!) in plaats van voor het romantische Frans of het passionele Italiaans. In mijn masterjaar voor mij geen rijkelijk verlucht handschrift om te bestuderen, wel een stoffig rapiarium, met snelle en slordig op schrift gezette aantekeningen en spreuken. Het soort handschrift dat vaker niet dan wel bewaard werd.
Wanneer de Bijzondere Collecties in 2018 en 2019 enkele mooie aanwinsten kon verwerven, was ik de verknipte stukken perkament meteen het meest genegen. Perkament, waaruit de meeste handschriften in de middeleeuwen vervaardigd werden, is een uitermate sterk en duurzaam materiaal. Wanneer teksten nutteloos werden of uit de mode raakten, werden deze codices versneden om zo het perkament te kunnen recycleren. Zulke versneden fragmenten, ook wel gekend als maculatuur, werden voor allerlei toepassingen gebruikt, maar toch vooral als versteviging in de platten, ruggen of katernen van nieuwere boekbanden.
Lange tijd werden zulke snippers eerder stiefmoederlijk behandeld. Ze zijn vaak vuil of beschadigd en daardoor lang niet zo aantrekkelijk als volledige en verluchte handschriften. De conservator of bibliothecaris die ze tegenkwam bewaarde ze vaak gewoon los en ongesorteerd in een doos. Als ze al een beschrijving meekregen, was het vaak enkel een summiere. Gelukkig komt daar de laatste jaren verandering in. Net omdat ze zo slecht gedocumenteerd zijn, valt er op dit gebied nog veel te winst te rapen voor de mediëvistiek. Ook onder impuls van projecten zoals Fragmentarium: laboratory for Medieval Manuscript Fragments en Comites Latentes: Verborgen handschriften aan het licht gebracht zwengelt de interesse voor deze stukken aan. En gelukkig maar, want regelmatig duiken er nog echte vondsten op.
Ook tussen onze aanwinsten van 2018-2019 bleken enkele verborgen schatten te zitten. Zo is er het Alexanderfragment, een fragment uit een tot dan toe onbekende Middelnederlandse roman over Alexander De Grote. Daarnaast dook ook een nieuwe tekstgetuige van Wapene Martijn op, het eerste Martijngedicht van de 13de-eeuwse dichter Jacob van Maerlant. Beide stroken (en andere uit deze aanwinsten) zijn nu het onderwerp van nieuw onderzoek, wat het belang van deze snippers eens te meer onderstreept. Het is mijn hoop dat wij als afdeling deze nieuwe onderzoekstraditie kunnen blijven ondersteunen, want wie het kleine niet eert…
Meer lezen?
- K. Verboven, ‘‘Membra disiecta’. Handschriftfragmenten in de Bijzondere Collecties van de Universiteit Antwerpen’, in: De Gulden Passer. Tijdschrift voor boekwetenschap, 99 (2021), 2, 315–320.
- R. Sleiderink, S. Moors, M. de Schepper, ‘Bandwerk. Een nieuw fragment van Wapene Martijn van Jacob van Maerlant (Antwerpen, Universiteitsbibliotheek, Bijzondere Collecties, MAG-P 64.20)’, in: Queeste: tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden, 27 (2020) 1, 43–62.
- D. Schoenaers, L. Breeus-Loos, F.P. Katz, R. Sleiderink, ‘Reconstructing a Middle Dutch Alexander Compilation’, in: Fragmentology, 4 (2021), 29–54.