Merel Naudts studeert Taal- en Letterkunde (Nederlands-Engels) aan de UAntwerpen. Ze volgde de module ‘Vroegmoderne literatuur in woord en beeld’, onderdeel van het vak Neerlandistiek in de praktijk. Hiervoor verdiepte ze zich in een specifiek literair genre aan de hand van een welbepaald voorbeeldboek.

In het voorwerk van het boek Amoris divini emblemata uit 1615 prijkt bovenaan in vetgedrukte letters de naam Isabella Clara Eugenia – een naam als een klok in het hoofd van contemporaine lezers. Het gaat immers om niemand minder dan Isabella van Spanje (1566-1633), de toenmalige aartshertogin van de Spaanse Nederlanden. Otto Vaenius, auteur van het werk, droeg deze rijk geïllustreerde embleembundel aan haar op omwille van de grote invloed die ze had op de totstandkoming ervan.

Aartshertogen Isabella van Spanje en Albrecht van Oostenrijk bestuurden gezamenlijk van 1598 tot 1621 de Spaanse Nederlanden en stonden bekend als ware kunstliefhebbers. Niet alleen waren ze fervente verzamelaars, ze stimuleerden ook de productie van kunst en literatuur als opdrachtgevers en mecenassen. Zo benoemden ze Peter Paul Rubens tot hofschilder, wat zijn status als Europees grootmeester bevorderde. Omdat de aartshertogen door en door katholiek waren, stond de kunstproductie in de Spaanse Nederlanden onder hun invloed steeds meer in het teken van het geloof.

Die evolutie is ook duidelijk te merken aan de liefdesembleembundels van Otto Vaenius. Vaenius (1556-1629) was een bekende naam aan het Brusselse hof van Isabella en Albrecht. Hij genoot er faam als gerenommeerd schilder en portrettist, en hij was bovendien leermeester van Rubens. Vanaf 1607 waagde hij zich ook aan de embleemliteratuur, op dat moment een populair genre in de Nederlanden. In een embleem komen woord en beeld samen: een afbeelding of pictura wordt vergezeld met een bijpassend motto en een bijschrift. Een ideaal genre voor Vaenius dus, die zijn expertise als kunstenaar benutte om zélf de picturae te ontwerpen.

In Vaenius’ eerste liefdesembleembundel, Amorum emblemata (1608), staat de wereldlijke liefde centraal. Aan de hand van 124 Cupidoprenten geeft hij advies over de liefde en het huwelijk tussen man en vrouw. Die focus verschuift wanneer hij zijn tweede liefdesembleembundel publiceert, Amoris divini emblemata. In de proloog beweert Vaenius dat het werk tot stand kwam na een suggestie van aartshertogin Isabella. Na het lezen van de Amorum emblemata zou zij hebben gevraagd of Vaenius’ liefdesemblemen als medium niet even geschikt waren om de liefde van God te bezingen. Geïnspireerd door de tip van de aartshertogin ging Vaenius aan de slag. Het hoofdpersonage Cupido maakte plaats voor de personages Goddelijke Liefde en De Ziel (gepersonifieerd als respectievelijk een jongetje en meisje) en de enige boodschap van het werk luidde dat de menselijke ziel zich ten volle moest overgeven aan de liefde van God. De bundel werd succesvol onthaald, zowel in de Spaanse Nederlanden als in de rest van Europa.

Amoris divini emblemata is één van de talrijke voorbeelden die aantonen hoe de aartshertogen de culturele innovatie in de Spaanse Nederlanden stuurden. We zitten volop in de periode van de Contrareformatie en door de kunsten te laten vergeestelijken kon langs die weg het katholieke geloof verder verspreid worden. Maar Amoris divini emblemata is ook op andere vlakken een bijzonder literair werk. De embleembundel getuigt namelijk van de meertalige context in de Spaanse Nederlanden. Vaenius koos ervoor om de bijschriften in maar liefst vier talen weer te geven: Latijn, Nederlands, Frans en Spaans. Dankzij de Spaanse bijschriften, geschreven door Alphonsus de Ledesma, kon ook de aartshertogin van de bundel genieten.

Benieuwd naar meer? Luister ook zeker eens naar de podcast die ik hierover maakte met mijn medestudenten Olivia Schuermans en Elena Ceuppens. De link naar de podcast vind je onderaan deze pagina.

Bron

Otto van Veen, Amoris divini emblemata. Antwerpen: ex officina Martinus II Nutius & Joannes Meursius, 1615.
Universiteitsbibliotheek Antwerpen, Bijzondere Collecties, MAG-P 12.665.

Meer lezen?

  • J. Bloemendal, ‘Een emblematicus en zijn inspiratie: de bronnen van Otho Vaenius’ Amoris divini emblemata’, in: Tijdschrift Voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, jaargang 118, 2002, 273–287.
  • S. McKeown [ed.], Otto Vaenius and his Emblem Books. Glasgow: Stirling Maxwell Centre for the Study of Word/Image Cultures, 2012.
  • K. Porteman. Inleiding tot de Nederlandse emblemataliteratuur. Groningen: Wolters-Noordhoff, 1977.

Zin om te luisteren?

Merel maakte ook een podcast over embleemboeken, waarin de Amoris divini emblemata ruim aan bod komt. Beluister deze podcast door hieronder te klikken.

Luister op Spotify!