“Trage wegen kunnen groene buffer zijn”
397 wandelaars gingen op pad voor CLAIRE, citizenscienceproject van UAntwerpen
Heb jij ze gespot? Van januari tot en met november 2021 konden vrijwilligers gaan wandelen met de poppen Claire en Gilbair. Vanuit hun buggy maten zij de concentratie aan fijn stof, ultrafijn stof, zwarte koolstof, de temperatuur en de luchtvochtigheid. 397 enthousiastelingen wandelden verschillende routes in Mortsel, Berchem en Wilrijk. De resultaten van die metingen tonen aan dat de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voor fijn stof overal overschreden worden, maar dat de algemene luchtkwaliteit veel beter is op zogeheten trage wegen.
Het verkeer is een belangrijke oorzaak van slechte luchtkwaliteit, zeker in het verstedelijkte Vlaanderen. Slechte lucht leidt tot gezondheidsproblemen, zoals astma en chronische hart- en vaatziekten. Eerder onderzoek toonde reeds aan dat jonge kinderen een zeer kwetsbare groep voor verkeersgerelateerde vervuiling zijn. Zij bevinden zich het dichtst bij de uitlaatpijpen van wagens. Daarom startte het Departement Bio-Ingenieurswetenschappen van UAntwerpen, samen met de Provincie Antwerpen en streekvereniging De Zuidrand, het burgerwetenschappelijk project CLAIRE. Het doel? Het effect van trage wegen op de luchtkwaliteit in kaart brengen.
CLAIRE staat voor ‘Clean AIR for Everyone’. Het project kadert in de overkoepelende studie Nature Smart Cities (NSC). Dat is een internationale onderzoeksgroep die lokale beleidsmakers ondersteunt bij de aanleg en het onderhoud van groene infrastructuren. CLAIRE kijkt in het bijzonder naar trage wegen die niet bestemd zijn voor gemotoriseerd verkeer, en voornamelijk gebruikt worden door voetgangers, fietsers of ruiters.
Poppen Claire en Gilbair
Om een vergelijking te kunnen maken van de luchtkwaliteit tussen trage en snelle wegen (bestemd voor gemotoriseerd verkeer) konden vrijwilligers tussen januari en november 2021 met uk Claire gaan wandelen. De pop vertegenwoordigde de meest kwetsbare groep voor verkeersgerelateerde vervuiling, namelijk kleuters. Ze was uitgerust met meetapparatuur en vanuit haar buggy mat Claire om de tien seconden de hoeveelheid luchtvervuiling, zoals roet, fijn stof en ultrafijn stof. Ook andere parameters, zoals de temperatuur en het moment van de dag (piekuur of niet), werden door de meetapparatuur in kaart gebracht.
Wegens succes kreeg Claire er later nog een broertje Gilbair bij. In totaal werd er 3680,5 kilometer gewandeld. Claire en Gilbair waren heuse beroemdheden in Mortsel en omstreken.
Van januari tot en met november 2021 wandelden 397 enthousiastelingen met poppen Claire en Gilbair om de concentratie aan (ultra)fijn stof, zwarte koolstof, de temperatuur en de luchtvochtigheid te meten.
Te veel fijn stof, meer groene buffers
Uit de analyse van de resultaten blijkt dat de WHO-richtlijnen voor het jaargemiddelde aan fijn stof zowel op de trage als op de snelle wegen worden overschreden. In Mortsel bijvoorbeeld lag de concentratie meer dan dubbel zo hoog dan de WHO-richtlijnen, zowel op de trage als de snelle wegen.
“Fijn stof ontstaat in Vlaanderen voornamelijk door menselijke activiteit, zoals de verbranding van benzine en hout, waardoor het niet vreemd is dat de concentraties hoog zijn in een stad als Mortsel, waar de verkeersdruk hoog is”, legt prof. Roeland Samson uit.
De luchtkwaliteit in het algemeen is op trage wegen wel beter dan op de snellere alternatieven. De concentratie aan zwarte koolstof en ultrafijne luchtpartikels ligt veel lager in gebieden met meer wegen voor niet-gemotoriseerde voertuigen. Trage wegen kunnen dus een groene buffer vormen voor de omliggende snelle wegen. Ze kunnen de lucht zuiveren en hebben eveneens een verkoelend effect, als ze voldoende groen bevatten.
Niet alleen het type weg, maar ook het moment van de dag doet er toe. Zo werd er slechtere luchtkwaliteit vastgesteld in de voormiddag, allicht gerelateerd aan de ochtendspits.
Samson: “Met dit burgerwetenschappelijk onderzoek zorgden we voor sensibilisering bij voornamelijk de inwoners van Berchem, Mortsel en Wilrijk. Zij zijn zich nu niet alleen meer bewust van de lokale luchtkwaliteit en de factoren die daar een invloed op hebben, maar worden ook getriggerd om het probleem rond vervuilende lucht aan te pakken.”
En nu?
In eerste instantie benadrukken de onderzoekers van het CLAIRE-project dat ieder van ons moet proberen om zoveel mogelijk verplaatsingen met de fiets, het openbaar vervoer of te voet te doen. Kies daarbij (indien mogelijk) voor rustige en groene fiets- of wandelroutes. Beleidsmakers moeten voornamelijk de verkeersgerelateerde luchtvervuiling op grote schaal aanpakken. Lokaal en regionaal door zoveel mogelijk stedelijk groen in te zetten als buffer tegen luchtvervuiling. Nationaal en supranationaal door richtlijnen op te stellen voor maximum concentraties aan ultrafijn stof en zwarte koolstof.
“De verschillen zijn namelijk het opvallendst voor ultrafijn stof en roet, de stoffen die het gevaarlijkst zijn voor onze gezondheid”, aldus Samson. “Desondanks bestaan er nog geen richtlijnen voor. Richtlijnen omtrent fijn stof bestaan wel, maar de ultrafijne partikels dringen nog dieper door in de longen en kunnen hierdoor een schadelijker effect hebben, waardoor richtlijnen zich opdringen. Op die manier kan men het verkeer op basis van fossiele brandstoffen zo snel mogelijk reduceren, of in de toekomst zelfs volledig wegwerken.”
Claire en Gilbair wandelden door Berchem, Mortsel en Wilrijk, maar om een correct beeld te krijgen van de verkeersgerelateerde luchtvervuiling in Vlaanderen zouden hun broertjes en zusjes best binnenkort ook naar andere (Vlaamse) centrumsteden gaan. Recent startte in samenwerking met voetbalclub Beerschot een vervolgproject over de impact van fijn stof en zwarte koolstof op de gezondheid van kinderen.