Sarah Cuyckens zal tijdens het academiejaar 2024-2025 in kader van haar master Verpleeg- en Vroedkunde een deelonderzoek uitvoeren binnen de COOPERATE-study.

Zij zal onderzoeken of er een verschil is in de gepastheid van antibioticavoorschriften tussen praktijken waar de praktijkverpleegkundige wel vs deze waar ze geen deel uitmaakt van de infectieraadplegingen.

Achtergrond van het onderzoek

Antibioticaresistentie in de geneeskunde vormt een groeiend probleem. Naar schatting zal deze resistentie tegen 2050 wereldwijd 10 miljoen sterfgevallen per jaar veroorzaken. Het voorschrijfgedrag van artsen en niet-specifieke gebruik van antibiotica is hier bepalend in. Factoren zoals gewoonte, tijdsdruk, werkbelasting, drukte, onzekerheid over de diagnose, perceptie van de wensen van de patiënt en de perceptie van de patiënt zelf beïnvloeden dit gedrag. Deze factoren kunnen ertoe leiden dat antibiotica worden voorgeschreven wanneer dit niet noodzakelijk is. Dit niet-specifieke gebruik verhoogt de kans op antibioticaresistentie. In de masterthesis van Stoetaert, J. (2024) werd gevonden dat er bepaalde factoren zijn die het voorschrijfgedrag van antibiotica binnen huisartsenpraktijken beïnvloeden zoals demografische eigenschappenetc. Bepaalde praktijktypes van medische huizen hebben hierdoor een beter profiel dan anderen.  Uit onze preliminaire resultaten blijkt dat in deze medische huizen verpleegkundigen significant vaker deelnemen aan de acute klachten consultaties.  Met dit onderzoek willen we nagaan of dit inderdaad een relatie heeft met het voorschrijfgedrag van de huisartsen binnen de COOPERATE-studie zijn de voorlopige resultaten dat in 64% van de deelnemende praktijken, de praktijkverpleegkundige minstens maandelijks een consult voert voor acute infectieklachten.  

Doel van het onderzoek

In   deze deelstudie willen we specifiek ingaan op het effect van de aanwezigheid van een praktijkverpleegkundige, die zelfstandig infectieconsulten uitvoert, op de resultaten van de antibioticabarometer over een periode van zes maanden. Deze infectieconsulten zijn consulten bij klachten die kunnen wijzen op een infectieziekte zoals: koorts, hoesten, neusloop, diarree…  

Opzet van het onderzoek

Dit wordt onderzocht aan de hand van reeds verzamelde demografische gegevens, de resultaten van de antibioticabarometer per deelnemende praktijk, en enkele korte aanvullende vragen voor de huisartsen.  

De data die nodig is voor de antibioticabarometer zal aangeleverd worden via het Intego-netwerk. Deze data zijn geaggregeerd op praktijkniveau (er worden dus geen individuele patiëntendata doorgegeven) en gepseudonoimiseerd via een beveiligde weg doorgestuurd.  Alle data worden op een beveiligde server van de UA bewaard. 

De aanvullende vragen in de online survey zullen informatie bevatten over de duur van een infectieconsult (vergelijking van de duur van het consult bij de arts en bij de praktijkverpleegkundige), de opleiding van de praktijkverpleegkundige voor deze infectieconsulten, de indruk van de arts over de ervaren werkdruk, en de perceptie van het voorschrijfgedrag van de arts. Het invullen van de vragenlijst neemt maximum 5 minuten in beslag. 

Een nieuw informed consent (IC) formulier zal worden opgesteld voor de huisarts De IC-formulieren worden online ingevuld via Qualtrics-. De praktijken dienen mee te doen aan de AB barometer.