UAntwerpen stelt leidraad voor gebruik zebravissen op
Document bundelt wetenschappelijk onderbouwde en praktisch realiseerbare aanbevelingen
De zebravis was in 2020 het derde meest gebruikte proefdier in Vlaanderen. Ze zijn om meerdere redenen erg geschikt als modelorganisme. Wetenschappers van UAntwerpen schreven een leidraad om het welzijn van de dieren in proefdierfaciliteiten te bevorderen.
Zebravissen zijn kleine vissen, die niet agressief van aard zijn. Daardoor kunnen ze aan relatief hoge densiteiten gehouden worden zonder veel plaats in te nemen. Ze zijn ook gemakkelijk te kweken. Dat de zebravis vaak gebruikt wordt als proefdier, is dus niet vreemd. In 2020 was 7,3% van de in Vlaanderen gebruikte proefdieren een zebravis. Alleen muizen (57,7%) en kippen (18,1%) worden vaker gebruikt. Het gebruik van zebravissen situeert zich vooral in fundamenteel onderzoek en in translationeel en toegepast onderzoek.
Het gebruik van proefdieren brengt altijd uitdagingen met zich mee. Hoe worden de dieren het best gehuisvest? Hoe worden ze optimaal gevoed? Hebben ze nood aan verrijking in hun huisvesting? Met het oog op die vragen stelden onderzoekers van de Universiteit Antwerpen een uitgebreide leidraad op.
“De leidraad – het eindproduct van een project dat we in opdracht van Dierenwelzijn Vlaanderen hebben uitgevoerd – bevat wetenschappelijk onderbouwde en praktisch realiseerbare aanbevelingen om het welzijn van zebravissen in proefdierfaciliteiten te bevorderen”, legt prof. Dries Knapen uit. “Het doel is voornamelijk aanbevelingen mee te geven om het welzijn tijdens de dagelijkse huisvesting te optimaliseren.”
De volledige leidraad is online te lezen.