Visie op dierproeven aan de Universiteit Antwerpen

Het onderzoek op dieren voldoet aan erg strenge en strikt nageleefde regels, opgelegd door de overheden op Vlaams, Belgisch en Europees niveau. De Universiteit Antwerpen engageert zich ook om open te communiceren over dierproeven aan de instelling.

Belgische universiteiten (waaronder UAntwerpen), onderzoekscentra en bedrijven ondertekenden in december 2019 een Transparency Agreement on Animal Research. Daarbij gingen zij de verbintenis aan om meer open te communiceren over hoe dieren worden gebruikt in het wetenschappelijk onderzoek.

Lees meer op de website van de European Animal Research Association

Criteria

Als wetenschappers een experiment met proefdieren willen opstarten, moeten zij voldoen aan de geldende wettelijke criteria. Een ethische commissie voor dierproeven, erkend door de overheid, buigt zich over elk ingediend onderzoeksproject. Deze analyse stelt steeds het welzijn van de dieren centraal door optimaal in te zetten op de 3V’s

Vervanging: zijn er alternatieven voor een proefdier?

Vervanging waar mogelijk

De vervanging van dierproeven is in volle gang.

  • Computermodellen (in silico-methoden) kunnen in sommige gevallen voorspellen hoe mensen of dieren op iets zullen reageren. 

  • Chemische en biochemische reacties (in chemico) kan men bestuderen in levende cellen (in vitro). Op die manier wordt reeds veel informatie verzameld, bijvoorbeeld over de werking en veiligheid van nieuwe geneesmiddelen, zonder hier proefdieren voor te gebruiken. Deze levende cellen zijn vaak commercieel beschikbaar of kunnen worden geoogst uit slachtafval. In sommige gevallen worden dieren hiervoor opgeofferd.  

  • Dierembryo’s in een vroege fase van de ontwikkeling worden door de wetgever niet beschouwd als proefdier. Zo werkt UAntwerpen bijvoorbeeld met zebravisembryo’s en met koeienembryo’s, gekweekt uit eicellen afkomstig van slachtafval.

  • Testen op levende (in vivoongewervelde dieren zoals fruitvliegjes of wormen vervangen steeds meer testen op gewervelde dieren. 

Vermindering: hoe gebruik je zo weinig mogelijk proefdieren?

  • Onderzoekers gaan wereldwijd steeds meer informatie delen, ook wanneer men niet het gehoopte resultaat bekwam. Zo moeten andere labo’s die experimenten niet herhalen.  

  • Bij  in-vivobeeldvorming kan de hersenactiviteit van levende dieren of de groei van een tumor worden onderzocht op een niet-invasieve manier. Dit kan herhaald worden bij hetzelfde dier, zonder dat het dier er hinder van ondervindt. Dat zorgt er dus voor dat er minder dieren moeten worden ingezet. Het is een wetenschap waarin UAntwerpen, met een van de grootste beeldvormingscentra voor proefdieren, een voortrekkersrol vervult.  

  • Voor elke dierproef moet de onderzoeker een statistisch onderbouwde inschatting maken van het aantal dieren dat nodig is om op de onderzoeksvraag te beantwoorden. Zo worden er niet te veel dieren gebruikt, maar ook niet te weinig, waardoor een proef nutteloos zou worden en dieren verloren zouden gaan.

Verfijning: hoe verstoor je het minst het welzijn van de dieren?

Verfijning gaat om de manier waarop er met de proefdieren wordt omgegaan. Het gaat onder meer om de huisvesting, de voeding en de verzorging van de dieren. Het is cruciaal om het dierenwelzijn zoveel mogelijk te waarborgen. Iedereen die met proefdieren omgaat, krijgt een aparte opleiding. 

De huidige wetgeving besteedt bijzondere aandacht aan verfijning. Zo moeten de meeste diersoorten in groep worden gehuisvest in geschikte kooien van de juiste afmetingen. In de kooien zijn er verrijkingselementen, die ervoor zorgen dat dieren hun natuurlijke gedrag kunnen uitoefenen (bv. tunnels, nestmateriaal). 

dierproeven_1000x500.jpg

Het welzijn van de dieren staat centraal door optimaal in te zetten op de 3V’s.