De state of the Union van de lgbtqia+ beweging anno 2021 oogt zorgelijk. De progressieve trend sinds enkele decennia in Europa lijkt af te buigen. Is dit een fundamentele ommekeer of slechts een tijdelijke ‘dip’? Who knows. Eens te meer dringt de vraag op, welke houding aan te nemen. Welke strategie is de beste?
Ik wil een antwoord geven vanuit een terugblik op de anti-homowereld bij ons, en van daaruit de Europese kaart nader bekijken. Ook de razendsnelle seksuele evolutie sinds de jaren zestig verdient een diepere lezing. Kortom, leve Geschiedenis, ook op deze Antwerp Pride!
De anti-homowereld
Europa kenmerkte zich eeuwenlang, tot zeer recent, door een uitgesproken negatieve houding tegenover homoseksualiteit. Daarbij gaat het vooral om homoseks bij mannen. Dat blijkt van in de middeleeuwen uit historische bronnen, waarbij de aangeklaagde ‘sodomie’ heel vaak aan dat patroon beantwoordt.
Het verzet tegen de afwijking van de hetero standaardnorm is vanouds ingebed in de godsdienst en het daarmee verbonden traditionalisme. In de traditionalistische samenleving staan voor Kerk en Staat niet de individuele vrijheid voorop als basisbeginsel in de samenlevingsopbouw, maar wel de collectiviteit. In die oude wereld, met zijn hoge kindersterfte en frequente epidemies, was het transgenerationele voortbestaan een belangrijke zorg. Seks was dus gericht op voortplanting, op het hebben van kinderen, zodat het Godsvolk zich uitbreiden zou en de maatschappelijke orde behouden bleef. De afwijking van die standaard werd als heel bedreigend ervaren: ziedaar een doodzonde waartegen zowel kerkelijke als seculiere overheden optraden.
De Franse Revolutie voerde de scheiding van Kerk en Staat in, privilegieerde de individuele vrijheid en liet homoseksualiteit toe. Maar de trage en gezapige samenleving van voor 1914 veranderde niet meteen door nieuwlichterij. De omnipresente Kerk bleef immers op het aloude traditionalistische standpunt, en dat had zijn invloed op sowieso hardnekkige sociale conventies die, ook bij weinig religieuze mensen, van generatie op generatie werden doorgegeven. Tot op vandaag houdt het katholicisme officieel vast aan een seksuele moraal gericht op voortplanting, en ook in de islam is dat een wijdverbreide strekking
De godsdienst in zijn traditionalistische variante is dus de eerste grondlaag van het verzet tegen homoseksualiteit en, bij uitbreiding, tegen andere niet-hetero genderidentiteiten.
De tweede historische grondlaag van de antihomo strekking is van politieke aard. In het moderne Europa van de Verlichting geldt een absolute individuele vrijheid – absoluut zolang ze geen inperking inhoudt van de vrijheid van een ander. Politieke bewegingen die deze moderne vrijheden contesteren of afwijzen, kanten zich vaak ook tegen homoseksualiteit. Zoals ze soms ook die andere verworvenheid van de Verlichting, gelijke rechten voor Joden, afwijzen. Een sinister voorbeeld is wel nazi-Duitsland dat homoseksuelen en Joden vervolgde; dat gebeurde op grond van een antikatholieke, ‘heidense’ rassenleer.
Religieus of politiek geïnspireerde opvattingen verwerven hoe dan ook pas grote impact wanneer ze ook massaal mensen mobiliseren. Dit is de kracht van de massa, thematiek die ik op de eerste verdieping van Museum Kazerne Dossin uitwerkte. De opgezweepte massa kan een dodelijke kracht ontwikkelen, zeker wanneer de voorhoede zich op de tegenstanders stort om ze fysiek te bestrijden. Het verzet tegen homoseksualiteit, zeg maar de aanval op homoseksuelen, kan gevoed worden door een fascistoïde cultus van de masculiniteit, met een strijdend heir van gestaalde en gespierde heteromannen.
Een traditionalistisch ingevulde godsdienst, de afwijzing van vrijheid als basisconcept in de staatsordening, en de mogelijke mobilisatie van opgezweepte ‘masculiene’ stoottroepen, ziedaar drie basisingrediënten die naargelang van de politieke evolutie meer of minder kunnen doorwegen in de attitude tegenover lgbtqia+ vandaag.
Wanneer we hun situatie anno 2021 zorgelijk vinden, dan heeft dit alles te maken met een bijzondere politieke evolutie, met name het populisme zoals dat in vorige decennium kon doorbreken. Die nationalistische, anti-intellectualistische massabeweging rond een conservatieve leider, kant zich tegen recente maatschappelijke vernieuwingen allerhande en ontleent haar sterkte aan de cultus van een vijandbeeld. Bij de bestorming van het Capitool zetten vooral mannelijke vechtersbazen de toon, masculiene spierballenrollende politieke hooligans. Dat in die wereld de lgbtqia+ beweging algauw de kop van jut kan worden, hoeft geen verder betoog. Maar we mogen ons niet vergissen. Het is ontegensprekelijk zo dat extreemrechts soms ook holebi’s mobiliseert, bijvoorbeeld in zijn strijd tegen ‘de’ islam.
De Europese kaart
Laten we beginnen met Vlaanderen. Het voorbije jaar stemt triest. Herinner u de pijnlijke verbale uitschuivers van vooraanstaande Vlaamse politici en opiniemakers, met heel onlangs een ferme klap op de vuurpijl door een sportjournalist. En dan was er ook die vreselijke moord in Beveren. De waardige reactie van vrienden en familie van David, sluit aan bij de thematiek van deze Antwerp Pride: #notjustwords.
Laten we de groeiende onverdraagzaamheid op sociale media, zowel buiten als binnen de lgbtqia+ gemeenschap, counteren door een houding die respect uitstraalt en respect afdwingt. De hasthtag van deze Antwerp Pride past overigens ook goed voor de zogenaamde gekleurde gemeenschap. Een beweging als Black Lives Matter zich zou kunnen versterken door zich met andere groepen te verbinden in een gezamenlijke actie voor de diepe basiswaarde waar zij en wij allen voor opkomen, met name de inclusieve samenleving. Want daar gaat het uiteindelijk om.
Nu goed, globaal genomen geniet Vlaanderen vandaag de reputatie van een verdraagzame regio ten aanzien van wie afwijkt van de klassieke heteroseksuele norm. Onze tolerante ruimte is deze van de Benelux, Groot-Brittannië en Scandinavië. Elders oogt de situatie (nog) minder rooskleurig. In landen als Frankrijk, Italië en Spanje wordt de ethische nationale politiek beïnvloed door katholiek conservatisme, zoals overal in Europa ook conservatieve moslimstrekkingen een probleem zijn. Maar vooral landen van het voormalige Oostblok geven aanleiding tot grote bezorgdheid.
Met de NAVO tot aan de Russische grenzen, keert het Russische nationalisme van Poetin zich tegen het westen. Waarbij skinheads worden gemobiliseerd om in te hakken op de lgbtqia+ beweging. Binnen de Europese Unie zelf vallen twee voormalige Oostbloklanden bijzonder op, met elk een uitgesproken populistische regering, met elk bijvoorbeeld ook, waar het henzelf betreft, een fikse dosis Holocaustontkenning. Er is Polen, waar – net als in Rusland – een sterk traditionalistische Kerk heel invloedrijk is. In Hongarije lijkt het anti lgbtqia+ beleid van de regering-Orban meer op een opportunistische piste, een zet tegen het westen en een actie om de illiberale democratie als alternatief Europees model neer te zetten. Maar ook elders in het voormalige Oostblok werkt de regenboogvlag als een rode lap op een stier.
Het punt is wel dat al deze landen pas sinds de jaren 1990 kunnen experimenteren met de democratie zoals die in West-Europa al bestond. Maar daar was die wel gegroeid langs wegen van geleidelijkheid. Lange wegen waren dat! De politieke evolutie in het voormalige Oostblok toont aan dat we ook ginds niet ontkomen aan de aloude weg van de geleidelijkheid, en dat te sterk bruuskeren contraproductief kan zijn.
Sinds de jaren ‘60
Dit brengt me bij een ander punt. Staande voor het onbegrip dat de lgbtqia+ beweging soms oproept, moeten we ook beseffen dat de acceptatie, ja zelfs de ontdekking, van niet-hetero genderperspectieven een heel recente verworvenheid is. Ze is een uitvloeisel van een van de meest ingrijpende innovaties in de geschiedenis van de mensheid, de introductie van ‘de pil’ vanaf de jaren 1960. Nu de seksualiteit afdoende kon worden losgekoppeld van de voortplanting, kon die seksualiteit ook nieuwe paden betreden.
‘Heel recent’ is natuurlijk een relatief begrip. De twintigers anno 2021, de vele jonge mensen die ik zie meestappen in de Pride, schatten pakweg 2011 in als ‘heel lang geleden’. Maar vanaf je twintigste zal dat perspectief helemaal omslaan. Vanaf dan vliegen de jaren voorbij, en wanneer je vijftig bent lijkt 10 jaar geleden op eergisteren, en zijn ook 20 en 30 jaar geleden nog heel nabij. Waarmee ik wil zeggen: de jaren 1970-1980 zijn eigenlijk niet lang geleden.
De evolutie in de beleving van de seksualiteit kwam toen heel langzaam op gang. In de jaren 1970 waren, ook in het vrijzinnige milieu, aparte jongens- en meisjesscholen en aparte jeugdbewegingen nog de evidentie zelve.
Die gescheiden wereld vonden wij als jongeren heel normaal. Het uitgaansleven speelde zich in het Vlaanderen van toen ook vooral af in de context van parochiezalen of, iets meer gecamoufleerd, van jeugdhuizen die vaak eenzelfde origine hadden en waar rond halfeen in de ochtend steevast de neonlampen aanfloepten – tijd om naar huis te gaan. Zeer vele jongeren beseften nauwelijks of niet dat Freddy Mercury homo was. Concepten zoals de ontoelaatbaar bevonden ‘voorhuwelijkse betrekkingen’ en de al even verfoeilijke kwestie van het ‘moeten trouwen’, waren in de jaren 1970 nog steeds evidente gegevenheden. Ik krijg die dingen vandaag niet uitgelegd aan mijn kinderen.
We beseften nauwelijks dat dit alles nog samenhing met een inmiddels achterhaalde samenleving waarin zwangerschapsvermijding verpakt werd in eeuwenoude, even complexe als diverse cultuurlagen die de samenleving doordesemden, met steeds opnieuw dit uitgangspunt: alleen in de context van huwelijk en gezin zet je jongens en meisjes en mannen en vrouwen samen. En eens gehuwd, bleef de vrouw misschien ook best thuis.
Tot in de jaren 1970 behandelde het Belgische huwelijksrecht mannen en vrouwen ongelijk. Tot in de jaren 1970 werden natuurlijke kinderen erfrechtelijk gediscrimineerd. In andere landen ging het eenzelfde gangetje. In Nederland werd nog begin jaren ‘70 een homoseksueel chemisch gecastreerd.
Het tij keerde maar langzaam. De jaren 1980 vooral waren een kantelperiode in de nieuwe beleving van de seksualiteit. In de niet-heterogemeenschap waren homo’s en lesbiennes de eersten om zich te emanciperen, en pas nadien volgden andere groepen, die ik met permissie en respect zou willen omschrijven als ‘meer complexe categorieën’: mensen die vaak niet enkel zichzelf moesten leren ontdekken maar die ook vaak emotioneel verward op zoek moesten naar een gendercategorie die misschien nog niet eerder was omschreven. Begrippen kwamen soms op en verdwenen, tot op vandaag, omdat we nieuwe inzichten krijgen in de complexe mens, in al zijn verscheidenheid… (Waarbij het acroniem dat inmiddels al tot lgbtqia+ is uitgebreid, me uiteindelijk ook een behoorlijk zwakke benaming lijkt.)
Diplomatie, geduld en hoop
Laten we nu teruggaan naar de beginvraag: hoe reageren op de felle tegenwind?
Eén. Het tijdvak van de vele genderidentiteiten is nog maar heel recent aangebroken. Het gaat om een revolutie in de geschiedenis van de mensheid. Welnu, ook de meest militante activist zal niet ontkomen aan de wetenschap dat grote hervormingen nu eenmaal tijd vragen. We moeten uiteraard druk op de ketel zetten maar teveel bruuskeren is vragen om averechtse, contraproductieve effecten.
Twee. Ken uw tegenstanders. Doorgrond ze. Maar probeer ze ook te begrijpen, om indien mogelijk het ijs te breken en te ijveren voor begrip, voor erkenning, voor respect. Recht in de ogen kijken en gewoon vriendelijk en hoffelijk zijn, dat kan al heel ontwapenend werken. Spiegel u aan politici zoals Petra De Sutter, Elio Di Rupo of Xavier Bettel, de Luxemburgse premier, zij hebben een baanbrekende voorbeeldfunctie. Hun spirit moeten wij elk op ons niveau meenemen.
Drie. Het politieke populisme kreeg alvast een felle knauw met de nederlaag van Trump. In een land als Hongarije is de positie van Orban niet in steen gebeiteld en laten levendige middenveld- en burgerbewegingen zich meer dan ooit horen. Ik ben ervan overtuigd dat in een wereld waarin kennis zich grenzeloos verspreiden kan, de wetenschap het finaal haalt van onwetendheid en leugens. In zulke context is de genderemancipatie van het individu misschien wel af te remmen maar niet te stoppen.
Vier. Wanneer de anti-homobeweging bouwt op lijnen uit verleden, dan staat daar tegenover dat jaar na jaar en steeds opnieuw jongeren zich aandienen, in een levensfase waarin ze hun identiteit verkennen en opbouwen. Ze worden ook steeds ongeduldiger en vragen rekenschap van de generaties voor hen. Kijk eens aan hoe sterk de Belgian Cats hebben gereageerd op de symptomatische uitschuiver bij de vrt-sportredactie! Jongeren vinden mekaar ook heel snel dankzij sociale media, iets waarin ze verschillen van de generaties die voor hen komen. Geconnecteerd als ze zijn, zullen vooral de jongeren het verschil maken en de nieuwe wereld uitbouwen waarvan we dromen.
Dat is een hoopvol perspectief, op deze veertiende Antwerp Pride. Het ga jullie goed!
Herman Van Goethem
Rector UAntwerpen
13 augustus 2021