Omzetting van dennenbos naar inheemse bosecosystemen heeft geen invloed op de totale koolstofopslag
Bossen van grove den, die nog steeds typerend zijn voor veel Vlaamse regio’s, werden in het verleden vooral aangeplant om hout te leveren voor de mijnindustrie. Met het verdwijnen van de mijnen, is deze specifieke economische waarde dan ook verloren gegaan. Grove den heeft een lage ecologische waarde (een exoot, niet-bladverliezend). Daarom wordt vaak actie ondernomen op deze dennenbossen om te zetten in meer diverse ecosystemen: loofbossen of gemengde bossen met inheemse soorten. In haar nieuwe studie onderzocht Freke Van Damme (Global Change Ecology Centre, GCE, onderzoeksgroep Planten en Ecosystemen) hoe deze transformatie de koolstofbalans beïnvloedt.
Tesamen met haar co-auteurs, waaronder verschillende andere GCE-onderzoekers en onderzoekers van Universiteit Gent, bestudeerde ze verspreide sites, met een graduele overgang van dennenbos naar loofbos en gemengd bos. Ze nam ook gebieden mee waar de overgang zeer abrupt verloopt (eenmalige verwijdering van alle grove dennen, met vervanging door vb. eik). De belangrijkste conclusie van de nieuwe studie: over de studieperiode van in totaal 15 jaar had het gewijzigd beheer geen invloed op de totale koolstofbalans, zelfs niet onder de meest extreme beheers-scenario’s. Hoewel conclusies op langere termijn deze waarneming nog moeten bevestigen, toont de studie aan dat gericht beheer, met oog op verhoogde ecologische waarde en biodiversiteit, geen negatieve gevolgen heeft voor de koolstofuitstoot.