Om het Groeipakket (Kinderbijslag) te krijgen moet je voldoen aan leeftijds- en studievoorwaarden.
Hieronder volgt meer informatie over de regeling voor studenten die hun hoofdverblijfplaats in Vlaanderen hebben.
Voor studenten die in Brussel gedomicilieerd zijn, geldt een andere regelgeving. Zij nemen contact op met de uitbetaler voor meer informatie.
Aan welke voorwaarden moet je voldoen?
Tot de leeftijd van 25 jaar heb je recht op het Groeipakket (Kinderbijslag). Voorwaarde is dat je bent ingeschreven voor een studieprogramma van minimum 27 studiepunten. Zowel dag- als avondonderwijs met een diploma-, credit- en examencontract komen in aanmerking. Studiepunten van vrijstellingen en overdrachten tellen niet mee om de norm te bereiken.
Voldoe je niet (meer) aan de voorwaarden voor het Groeipakket als student, dan kan je onder bepaalde voorwaarden recht hebben als schoolverlater.
Is de datum van inschrijving belangrijk?
De datum van inschrijving bepaalt vanaf wanneer je het Groeipakket krijgt.
Als je op 30 november ingeschreven bent voor minimum 27 studiepunten, ontvang je heel het academiejaar gezinsbijslag. Ben je ingeschreven voor minder dan 27 studiepunten, dan heb je nog geen recht op gezinsbijslag. Als je later in het jaar bijkomend inschrijft en zo wel aan minimum 27 studiepunten komt, ontvang je het Groeipakket met terugwerkende kracht vanaf het begin van het academiejaar.
Schrijf je je na 30 november in voor minimum 27 studiepunten, dan heb je recht op gezinsbijslag vanaf de maand van de inschrijving.
Het Groeipakket in een diplomajaar
Een student die in een diplomajaar minder dan 27 studiepunten opneemt, behoudt het Groeipakket gedurende het hele diplomajaar, tenzij die diens onderwijsactiviteiten vroeger beëindigt en zich uitschrijft uit de opleiding (dan geldt de regeling schoolverlaters). Dit geldt voor één diplomajaar per opleidingscyclus. Men kan er dus meerdere keren gebruik van maken, vb. in een bachelor- én in een masteropleiding, en het is ook niet beperkt tot 1 bachelor- en 1 masteropleiding. Deze uitzonderingsregeling geldt niet voor schakel-en voorbereidingsprogramma's én vervolgopleidingen (bv. manama’s en postgraduaten).
Regeling voor zieke studenten
Kan je door ziekte niet inschrijven/ingeschreven blijven voor minstens 27 studiepunten of zet je je studie stop, dan kan je onder bepaalde voorwaarden het Groeipakket als student behouden. Er is een specifieke regeling voor zieke studenten.
Neem contact op met je uitbetaler vóór je je inschrijving wijzigt.
Info voor schoolverlaters en/of afstuderende studenten
Een schoolverlater behoudt het recht op het Groeipakket gedurende een periode van maximaal 12 maanden. Een inschrijving als werkzoekende is geen voorwaarde. De startdatum van de periode van 12 maanden voor afgestudeerden is 1 oktober. Voor studenten die hun studies voortijdig beëindigen, gaat het recht op het Groeipakket als schoolverlater in op de eerste dag van de maand volgend op de maand van het beëindigen van de studies of onderwijsactiviteiten. Deze periode van 12 maanden is een 'krediet' dat in verschillende periodes kan worden ingezet, maar in totaliteit nooit meer dan 12 maanden bedraagt. Dit is belangrijk voor studenten die hun studies onderbreken en later opnieuw aanvatten. Zij ontvangen na het einde van de hervatte studies geen 12 maanden Groeipakket meer als zij na de onderbreking reeds een aantal maanden van het 'krediet' opgebruikt hebben. Er is ook een tewerkstellingsnorm voor schoolverlaters. Een schoolverlater behoudt het recht op het Groeipakket zo lang die niet meer dan 80 uur per maand werkt.
Studenten die afstuderen in de loop van het academiejaar (januari of februari) behouden het Groeipakket als student tot 1 oktober. In sommige onderwijsinstellingen worden studenten uitgeschreven na het behalen van een diploma in januari of februari. Ze zijn dan geen student meer en vallen direct terug op het Groeipakket als schoolverlater. In de onderwijsinstellingen waar ze niet worden uitgeschreven (zoals bij UAntwerpen) blijven ze student tot het eind van het academiejaar en blijven ze dus het Groeipakket als student ontvangen. Inschrijving bij VDAB heeft daar geen invloed op en is ook geen voorwaarde. Deze regeling geldt ook voor studenten die genieten van de uitzonderingsregeling (< 27 studiepunten) in een diplomajaar.
Als student werken en toch nog het Groeipakket krijgen
Geen studiebewijzen afleveren of documenten invullen
Je hoeft geen studiebewijs (attest van de onderwijsinstelling) aan te leveren om het Groeipakket te ontvangen. Het fonds dat het Groeipakket uitbetaalt, krijgt de gegevens in verband met je inschrijving elektronisch doorgestuurd via de Databank Hoger Onderwijs (DHO). Soms zijn er problemen met de doorstroom van de gegevens. In dat geval neemt je fonds contact op met Kind en Gezin, en niet met de onderwijsinstelling.
Je gaat na een onderbreking terug studeren
Studenten die na een onderbreking terug gaan studeren, dienen opnieuw een aanvraag in bij het fonds dat het Groeipakket uitbetaalt.
Je ontvangt een vervangingsinkomen of uitkering
Als je een ander hoofdstatuut (werknemer, werkloos, …) hebt en een vervangingsinkomen vanuit dat statuut (werkloosheidsuitkering, wachtuitkering, uitkering voor loopbaanonderbreking, …) ontvangt, ontvang je geen Groeipakket.
Een sociale uitkering die het gevolg is van toegelaten werk (bv. een ziektevergoeding of een uitkering voor een arbeidsongeval) is geen probleem voor het Groeipakket.
Het ontvangen van OCMW-steun staat de toekenning van het Groeipakket niet in de weg. Een zelfstandige activiteit waarvoor geen sociale bijdragen zijn verschuldigd is eveneens toegelaten.
Informatie voor internationale studenten met kinderen
Internationale studenten die een verblijfstitel hebben verkregen op basis van hun studies kunnen zelf geen Groeipakket ontvangen, maar eventueel wel voor hun kinderen als deze in Vlaanderen wonen. Als er recht is in het land van herkomst, dan betaalt het land van herkomst bij voorrang. Dit wordt altijd eerst onderzocht. Als het Belgische Groeipakket hoger is, wordt er eventueel aanvullend betaald.