Tips voor 'net zero energie'
Studenten stellen ingrepen voor waarmee we onze energiefactuur drastisch kunnen verminderen
Johan Van Rompaey is docent architectuur. “Ik kreeg de voorbije weken heel veel vragen van mensen over de torenhoge voorschotten op hun energiefactuur”, vertelt hij. “Het bracht me op het idee om de studenten in het vak Techniques een tussentijdse opdracht voor te schotelen: bedenk snelle, eenvoudige ingrepen die de factuur drastisch kunnen verlagen.”
De studenten trokken naar koten en woningen, en probeerden er te streven naar ‘net zero energieverbruik’. “Dat betekent dat je alleen nog energie verbruikt voor zaken zoals koken, wassen, het licht en de computer, maar niet meer om ruimtes te verwarmen”, duidt Van Rompaey. “Met simpele ingrepen kan dat ook in gewone woningen. Uit de berekeningen van de studenten blijkt dat je de factuur zo met ongeveer 80% kan doen verlagen.”
“Verplaats je met z’n allen op hetzelfde moment naar dezelfde ruimtes, doe aan compartimentering in die ruimtes en gebruik intelligente clusteringtechnieken om mensen, apparaten en externe warmtebronnen op elkaar af te stemmen”, vat hij het samen.
De concrete tips van de studenten:
- Verwarm de mensen, niet de woning
Heb je het fris, zet de verwarming dan niet automatisch hoger, maar verwarm jezelf met dikke truien, sokken en andere warme kleding. Zet de verwarming niet aan in ongebruikte ruimtes en zet ze helemaal af wanneer iedereen weg is. - Woon in één ruimte
Probeer je leefruimte op elk moment van de dag te reduceren tot één ruimte. Dit kan ’s avonds bijvoorbeeld de keuken zijn, waarin je kookt en dus meteen ook gebruikmaakt van de warmte die je keukentoestellen produceren. Als je je ’s ochtends in diezelfde keuken aankleedt, koffie zet, ontbijt en je verder klaar maakt, hoef je op dat moment alleen die ruimte te verwarmen. - Compartimenteer
Woon je in grote, open ruimtes? Compartimenteer ze dan, opdat je de warmte binnen minder snel verliest. Dan kan bijvoorbeeld door zware gordijnen aan te brengen tussen ruimtes in, zoals tussen je keuken en je woonkamer bijvoorbeeld. Houd je deuren ook zoveel als mogelijk gesloten, zodat de warmte niet uit je leefruimte kan ontsnappen. - Kleed je ruimtes aan
Is je woning niet optimaal geïsoleerd? Dan kan je nog steeds gebruik maken van thermisch isolerende materialen om aan die isolatie bij te dragen. Stoffen als gordijnen, tapijten en wandtapijten, maar ook houten wandbekleding, valse plafonds en kasten isoleren de ruimte en houden de warmte binnen. Ze zijn trouwens ook beter voor je akoestiek. Ligt er een tapijt in een ruimte die je niet zo vaak gebruikt? Verplaats het naar een ruimte waar je wél vaak vertoeft. - Gebruik de zonnewarmte
Overdag, wanneer de zon schijnt, houd je je gordijnen best open om de zonnewarmte via de ramen binnen te halen. Gaat de zon onder? Sluit dan je gordijnen (en de eventuele rolluiken) om de warmte binnen te houden. In de zomer, wanneer je de warmte net wil buitenhouden, doe je het omgekeerde. Dan houd je de rolluiken en gordijnen gesloten overdag om de warmte buiten te houden en zet je ’s nachts de ramen open om je ruimte af te koelen. - Overdag 19 graden, ’s nachts 16
Zet de verwarming niet hoger dan 19 graden. Met aangepaste kleding kan dat best en al zéker wanneer je voldoende beweegt in een ruimte. Probeer zelfs om nog wat lager te gaan. Let wel, je lichaam heeft twee weken nodig om aan een verminderde temperatuur te wennen. ’s Nachts kan je de verwarming gerust afzetten, zolang je maar genoeg warme (dons)dekens hebt. - Gebruik de warmte van je toestellen
Koken of wassen doe je bijna elke dag – en de toestellen die je daarvoor gebruikt (fornuis, oven, afwasmachine, wasmachine, droogkast,…) geven behoorlijk wat warmte af. Je kan de warmte van de toestellen gebruiken om je ruimte te verwarmen. Laat je toestellen dus draaien wanneer er iemand thuis is die van de geproduceerde warmte gebruik kan maken. Zet bijvoorbeeld de afwasmachine aan wanneer je aan het koken bent in de keuken, of de wasmachine en droogkast wanneer je je in de ruimte bevindt waar die staan. Als je een losstaande koelkast hebt, zet je die best een tikkeltje van de muur, zodat de warmte die ze afgeeft, niet de muur verwarmt en wel de lucht in de ruimte. De dampkap laat je beter uit, want die onttrekt warmte uit de kamer. Was je af met de hand? Laat het warme afwaswater dan afkoelen in de wasbak. - Hoe meer zielen…
Je eigen lichaamswarmte, net als die van anderen, helpt om een ruimte te verwarmen. Je kan dus afspreken om met een groepje in één ruimte samen te hokken, bijvoorbeeld op kot, en om de rest van de ruimtes of koten op dat moment niet te hoeven verwarmen.
Het nieuws werd door verschillende media opgepikt
https://www.gva.be/cnt/dmf20221111_97098039
https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20221111_97098039