Kerncompetenties

1. De master heeft een gespecialiseerde en onderzoeksgebaseerde kennis van en inzicht in vakdidactieken eigen aan het basisonderwijs, met bijzondere aandacht voor taalontwikkeling en ontwikkeling van het wiskundig denken, en vertaalt deze naar klas- en schoolpraktijken.

2. De master heeft een gespecialiseerde en onderzoeksgebaseerde kennis van en inzicht in onderwijskundige thema’s relevant voor het basisonderwijs, met bijzondere aandacht voor curriculumontwikkeling en inclusief onderwijs, en vertaalt deze naar klas- en schoolpraktijken.

3. De master heeft een gespecialiseerde en onderzoeksgebaseerde kennis van en inzicht in organisatiebeleid en -leren, en vertaalt deze naar schoolpraktijken.

4. De master kan voor meervoudige complexe uitdagingen in leer- en ontwikkelprocessen van basisschoolkinderen zelf een wetenschappelijk onderbouwd plan van aanpak opstellen, uitvoeren en evalueren.

5. De master kan vanuit een actuele en gespecialiseerde kennis van pedagogische en onderwijskundige theorieën en inzichten bijdragen aan de ontwikkeling van de leerlingen, de school en de beroepsgroep. De master integreert hierbij een diversiteit aan perspectieven.

6. De master kan onderwijspraktijken en -innovaties vanuit wetenschappelijke inzichten onderbouwen en beoordelen, hierover in dialoog gaan met collega’s en andere stakeholders in het onderwijs en de ruime samenleving, en op basis hiervan de klas- en schoolpraktijk verbeteren.

7. De master kan gerichte strategieën en interventies selecteren, ontwikkelen en toepassen die het pedagogisch-didactisch handelen van het lerarenteam versterken.

8. De master kan bijdragen tot een reflectief, collaboratief en lerend klimaat op school. De master kan schoolontwikkeling, kwaliteitszorg, innovatie en professionalisering op school begeleiden en heeft hierbij aandacht voor ontwerp, implementatie en evaluatie.

9. De master kan complexe vraagstukken in de onderwijspraktijk identificeren en analyseren. De master voert zelfstandig of in teamverband praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek uit op een methodologisch correcte wijze.

10. De master kan beargumenteren hoe een ontwerp of interventie afgestemd is op zowel de eigen praktijkcontext als op algemene wetenschappelijke inzichten uit diverse domeinen.

11. De master is datageletterd en beschikt over de methodologische vaardigheden om verantwoordelijkheid op te nemen om data op een ethische en deontologisch correcte wijze te verzamelen, te bewaren, te analyseren en erover te rapporteren.

12. De master neemt initiatief om onderbouwd te experimenteren in complexe en onvoorspelbare contexten gebruik makend van de wetenschappelijke kennisbasis.