Kerncompetenties
Master in de biochemie en biotechnologie
1. De master heeft, naast diepgaande en gespecialiseerde kennis van en inzicht in de biochemie en moleculaire en cellulaire biotechnologie, kennis van en inzicht in gespecialiseerde en geavanceerde technieken.
2. De master kan de kennis, inzicht en technieken geïntegreerd aanwenden, evalueren en probleemoplossend toepassen in een complexe wetenschappelijke probleemstelling. Om nieuwe hypothesen en een besluit te kunnen formuleren, benadert de master het probleem kritisch en wordt wetenschappelijke informatie correct verzameld, verwerkt en beoordeeld.
3. De master beheerst bio-informatica en statistische methoden voor het verwerken van zelfstandig verzamelde biochemische onderzoeksgegevens. Op basis van de analyse en interpretatie van eigen (originele) experimentele resultaten kan de master een onderbouwde conclusie formuleren om tot een oplossing te komen. De master is hierbij in staat om een eigen standpunt te verdedigen en dit in een ruimere context te plaatsen.
4. De master kan zelfstandig een biochemisch of biotechnologisch onderzoeksproject opstellen, uitwerken en uitvoeren, en de gepaste experimentele en/of computationele methodes selecteren. De master kan hierbij op verantwoorde manier (integer, zelfstandig en onderbouwd) oordelen over de maatschappelijke en bio-ethische implicaties van het (eigen) wetenschappelijk onderzoek.
5. De master kan zelfstandig en in teamverband werken en deelnemen aan (inter-)nationaal multidisciplinair onderzoek. De master kan in dit kader enerzijds over het eigen handelen reflecteren en, indien nodig, bijsturen. Anderzijds kan de master de risico’s verbonden aan biochemische en biotechnologische experimenten (m.b.t. veiligheids-, gezondheids- en milieuvoorschriften) correct inschatten en er onderbouwde beslissingen over nemen. De master is tevens op de hoogte van de wettelijke, technische en wetenschappelijke vereisten die gelden in de biotechnologische industrie.
6. De master kan een basisontwerp opstellen voor een wetenschappelijk artikel in een internationaal tijdschrift. De master bezit tevens de basiskennis omtrent reglementering van innovatie en octrooien en kan hiermee rekening houden bij het opstellen, uitvoeren en publiceren van het eigen onderzoek.
7. De master kan op een professionele, kritische en wetenschappelijke manier rapporteren over (eigen of vanuit literatuur) experimenteel onderzoek en kan hierover op een correcte en begrijpbare manier communiceren en presenteren voor een gespecialiseerd (inter-)nationaal en lekenpubliek.
8. De master kan de wetenschappelijke evolutie in het vakgebied biochemie en biotechnologie, zowel op academisch industrieel als maatschappelijk niveau blijvend en kritisch opvolgen om het eigen professioneel niveau op peil te houden.