Kerncompetenties

De opleiding voor de Master in de digitale tekstanalyse bouwt voort op de competenties die studenten verworven hebben tijdens hun voortraject (i.e. bacheloropleiding binnen de geesteswetenschappen). In deze masteropleiding verwerven de studenten de volgende kerncompetenties:
1. Zij zijn in staat om een wetenschappelijke probleemstelling scherp en precies te formuleren als uitgangspunt van het eigen onderzoek.
2. Zij zijn vertrouwd met de belangrijkste theorieën en modellen in de digitale tekstanalyse, in het bijzonder op het gebied van de computerlinguïstiek, digitale letterkunde en artificiële intelligentie, en kunnen de kernbegrippen van dit domein vlot en correct hanteren.
3. Zij kunnen zelfstandig over teksten reflecteren en hebben inzicht in de verscheidenheid aan (digitale) communicatievormen.
4. Zij zijn in staat om vakwetenschappelijke literatuur en gegevens te verzamelen, te selecteren en te verwerken.
5. Zij hebben de linguïstische en communicatieve vaardigheden verworven om op een adequate manier over hun onderzoek te rapporteren en kunnen efficiënt deelnemen aan discussies over hun vakdomein. Zij onderschrijven bovendien de principes van de transparante wetenschap (Open Science) en zijn bereid een grote openheid aan te leggen wat betreft het delen van code, inzichten en data.
6. Zij zijn op de hoogte van de huidige ethische en juridische debatten op het gebied van tekstanalyse en hebben inzicht in hoe men verantwoordelijk en respectvol met tekstuele data kan omgaan. Zij onderschrijven de openheid van het onderzoek (Open Science) en begrijpen hoe wetenschappelijk data in het licht daarvan, duurzaam moet worden gecureerd.
7. Zij beschikken over de nodige achtergrondkennis om de mogelijkheden én onmogelijkheden van computationele methodes binnen het culturele domein correct in te schatten.
8. hun onderzoek te situeren binnen het eigen vakgebied en hebben een behoorlijk analytisch-interpretatief vermogen ontwikkeld, dat hen in staat stelt de originaliteit en de relevantie van hun onderzoek te beoordelen en de maatschappelijke relevantie ervan kritisch te evalueren. Daardoor kunnen zij ook nieuwe ontwikkelingen binnen hun onderzoeksdomein en binnen de relevante wetenschappelijke en culturele context actief maar kritisch opvolgen.

De bovenstaande kerncompetenties werden verder uitgewerkt in een lijst van vijftien competenties die samen een geheel van vakkennis, vaardigheden en attitudes vertegenwoordigen.

1. De Masters zijn vertrouwd met de gangbare en actuele methodologische invalshoeken binnen de digitale tekstanalyse en zijn in staat deze autonoom toe te passen (inclusief de meer computer-technische aspecten).

2. De Masters zijnvertrouwd met de belangrijkste primaire literatuur binnen hun vakgebied (boeken en artikels over digitale tekstanalyse).

3. De Masters zijn vertrouwd met de belangrijkste problemen en toekomstige uitdagingen binnen hun vakgebied, in het bijzonder deze op het gebied van automatisch tekstbegrip.

4. De Masters zijn vertrouwd met de belangrijkste theorieën in het vakgebied, zowel actuele als minder actuele, kunnen de basisnoties van hun onderzoeksdomein vlot hanteren en een eigen standpunt ontwikkelen ten aanzien van de door hen bestudeerde domeinen.

5. De Masters beschikken over basisinzichten in de structuur en het functioneren van de taal waarin ze hun masterproef schrijven en kunnen over de structuur en het gebruik van taal reflecteren.

6. De Masters hebben de linguïstische en communicatieve vaardigheden verworven om een wetenschappelijke probleemstelling zo scherp en zo precies mogelijk te formuleren als uitgangspunt van het eigen onderzoek.

7. De Masters kunnen het eigen vakgebied situeren t.o.v. andere wetenschapsdomeinen en actief op zoek gaan naar verbanden met deze domeinen.

8. De Masters beschikken over de nodige kennis i.v.m. de literatuur en de publicatiegewoontes van hun vakgebied (tijdschriften, websites en andere digitale middelen,…).

9. De Masters hebben een behoorlijk analytisch-interpretatief vermogen ontwikkeld en weten kwantitatieve resultaten overtuigend te vertalen naar relevant kwalitatieve inzichten.

10. De Masters hebben een kritische ingesteldheid ten aanzien van het wetenschappelijke gehalte en de maatschappelijke relevantie van het eigen onderzoek.

11. De Masters zijn in staat om nieuwe ontwikkelingen binnen hunonderzoeksdomein en de relevante wetenschappelijke en culturele context actief maar kritisch op te volgen. Zij zien bovendien in dat de digitale tekstanalyse een snel evoluerend vakgebied is, waarin autonoom bijscholen noodzakelijk om als professional relevant te blijven in een snel veranderende context.

12. De Masters zijn in staat om zelfstandig vakwetenschappelijke literatuur te verzamelen en te selecteren, en ook om in functie van onderzoek gegevens te verzamelen, te selecteren en te verwerken (primaire literatuur, documenten, corpora, enquêtes, enz., al naargelang het onderzoeksdomein).

13. De Masters hebben de linguïstische en communicatieve vaardigheden verworven om argumentatieve teksten te schrijven, efficiënt aan discussies over hun vakdomein deel te nemen en daarbij hun eigen positie overtuigend te verdedigen.

14. De Masters beschikken over een kritische oriëntatie in de brede culturele, politieke en maatschappelijke context.

15. De Masters hebben zowel de linguïstische, technische als communicatieve vaardigheden verworven om zowel mondeling als schriftelijk te kunnen rapporteren, met inbegrip van elektronische rapportage.