Opleiding
Micro-credential: Duurzaam hinterlandvervoer
- Studieomvang: 3 studiepunten
- Onderwijstaal: Nederlands
- Locatie: Stadscampus
- Faculteit: Faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie
Lesinhoud
Deze cursus behandelt het vervoer van goederen via vrachtwagen, spoor, binnenschip en short sea shipping. Het beoogt de studenten, vanuit een geaggregeerd perspectief, inzicht te geven in de keuze tussen deze verschillende transportmodi en hoe binnen het achterlandvervoer verschillende modi gekoppeld kunnen worden in de totale logistieke keten. Hiertoe wordt de werking en de kostenstructuur van de verschillende transportmodi verder uitgewerkt, evenals het intermodale vervoer. Er wordt speciaal aandacht besteed aan de link tussen het vervoer van goederen van zeehavens naar het havenachterland. Tevens wordt bestaand en lopend onderzoek geïntegreerd in deze cursus. De studenten krijgen bovendien een opdracht die uitgewerkt en gepresenteerd dient te worden, waarbij de opgedane kennis in deze cursus zal worden gebruikt. Bij deze opdracht wordt een computermodel beschikbaar gesteld dat de studenten kunnen gebruiken bij het uitwerken van de opdracht.
Leerdoelen
In deze micro-credential staan de volgende leerdoelen centraal.
1. De deelnemer beschikt over kennis en inzicht in de hedendaagse achterlandtransportontwikkelingen inclusief de link tussen het achterlandvervoer en zeehavens, op basis van transporteconomische wetenschap
2. De deelnemer kan een helder en gestructureerd rapport schrijven om zo een zelf ontwikkelde achterlandstrategie, te communiceren.
3. De deelnemer is in staat om de opgedane kennis schriftelijk doeltreffend op een academisch niveau te communiceren.
4. De deelnemer kan een analyse maken van de werking en de positie van het achterlandvervoer in de logistieke keten en diens maatschappelijke impact beoordelen. Tevens kan de deelnemer problemen in het achterland inschatten en met behulp van de theorieën en tools uit de cursus oplossen.
Evaluatie
Gebruikte evaluatievormen
Examen
Schriftelijk zonder mondelinge toelichting
Open vragen
Zelfgestuurde evaluatie
Peer-assessment
Andere evaluatievormen
Schriftelijk werkstuk
Evaluatiecriteria
Het schriftelijk examen telt voor 75% van de totaalscore en het schriftelijk werkstuk telt voor 25%.
Peer assessment: De titularis is verantwoordelijk voor het toekennen van het eindcijfer. De impact van de peerbeoordeling op de eindbeoordeling is een maximale afwijking van 2 punten. De peerscore wordt niet overgedragen naar de tweede zittijd.
Om te slagen moet een totaalscore van minimaal 10 op 20 worden behaald.
Deelvrijstellingen kunnen worden toegekend.
Op het examen wordt gepeild naar kennis, inzicht en toepassingsvermogen.
De leerstof omvat alles wat in de les wordt toegelicht, alsook al het studiemateriaal dat op blackboard wordt gezet.
Studenten gebruiken op het examen enkel schrijfgerief.
De deadline van het schriftelijk werkstuk valt in de laatst lesweek van het tweede semester. De exacte datum wordt via blackboard gecommuniceerd.
Studenten krijgen feedback op het schriftelik werkstuk tijdens het inzagemoment na de examenperiode (bv. bij een deadline dicht bij de examenperiode).
Studenten worden geacht kennis te hebben genomen van het OER.
Op aanvraag bij de docent kan een alternatieve evaluatievorm worden voorzien voor studenten die werken of in het buitenland zitten.