De LIO-baan uitvoeren
Wat? | Je start je lesopdracht, in combinatie met de opleiding. |
Wanneer? | Je kan de LIO-baan aanvatten nadat je goedkeuring hebt ontvangen vanuit de opleiding. |
Je neemt contact op met de vakdidacticus/i en maakt afspraken over het verloop van je LIO-baan, over de lesbezoeken en over de inhoud van de LIO-groeimap. Bij valorisatie voor algemene opleidingsonderdelen (stamvakken en keuzevakken) raadpleeg je Blackboard en informeer je je over de opdrachten specifiek voor LIO’s.
Je LIO-groeimap vervangt de initiële opleidingsonderdelen in het werkveld (stages). Voor de initiële opleidingsonderdelen (stages) hoef je geen aparte bewijsstukken in te leveren of opdrachten uit te voeren. Deze opleidingsonderdelen (stages) voer je nu uit in de vorm van opdrachten gekoppeld aan je eigen lessen of school. Je vakdidacticus of LIO-coach is verantwoordelijk voor de evaluatie van je LIO-baan en het nakijken en beoordelen van je LIO-groeimap. Ontving je in het kader van je LIO-baan een valorisatie voor de Oriënteringsstage of Onderwijsproject/Profileringsproject, naast valorisatie voor een vakdidactische groeistage, dan is ook de vakdidacticus of LIO-coach verantwoordelijk voor de evaluatie ervan en zal die je LIO-groeimap beoordelen. Indien je enkel valorisatie hebt gekregen voor de Oriënteringsstage en/of het Onderwijsproject, dan zal je LIO-groeimap worden beoordeeld door je LIO-coach.
Ga zeker na of je bij de inschrijving in SisA de Oriënteringsstage, groeistages en onderwijsproject/profileringsproject hebt aangeduid en opgenomen in je curriculum. Hetzelfde geldt voor de theoretische opleidingsonderdelen. Als dat niet het geval is, breng je dit nog in orde. Je krijgt immers voor deze opleidingsonderdelen een cijfer toegekend (op basis van je LIO-groeimap). Bij twijfel kan je contact opnemen met de studietrajectbegeleider.
Bij wijzigingen in de lesopdracht meldt je dit meteen aan de LIO-coördinator via een aanvraag LIO-baan wijziging, en zal deze je LIO-valorisatie aanpassen.
Begeleiding
Je leert niet automatisch van de praktijk en je leert ook niet vanzelf de beste manieren om je onderwijsopdracht te vervullen. Bij de uitvoering van je LIO-baan krijg je begeleiding (vanuit de school en de opleiding) en zal je opdrachten uitvoeren die je stimuleren om na te denken over je eigen lespraktijk en je functioneren als leerkracht.
Zowel de mentor(en) op school (doorgaans de mentor-coach en/of een vakleerkracht) en de LIO-begeleider(s) van de opleiding (een begeleider van het vakdidactisch team of LIO-coach) zullen je begeleiden bij de uitvoering van je LIO-baan.
Hierbij gelden volgende uitgangspunten:
- de begeleiding wordt in principe gelijkmatig verdeeld over de school en de lerarenopleiding, tenzij anders afgesproken;
- de begeleiding die de school biedt, is effectief opgestart vóór het eerste lesbezoek door de LIO-begeleider van het vakdidactisch team of de LIO-coach;
- begeleidingsmomenten vanuit de opleiding worden altijd aangekondigd. Zorg ervoor dat je LIO-begeleider bij zijn/haar bezoek inzage heeft in je lesvoorbereiding en LIO-groeimap, zodat hij/zij gerichte feedback kan geven.
Om een lesbezoek te kunnen vastleggen, heeft de LIO-begeleider van de opleiding je (voorlopige) lessenrooster nodig. Bezorg dit zo snel mogelijk aan de LIO-coördinator en aan de vakdidacticus/i.
Wanneer de LIO-begeleider van de opleiding (een eerste keer) op lesbezoek komt:
- is er idealiter al een lesbezoek met nabespreking door de mentor(en) geweest;
- heb je jouw voorlopige digitale LIO-groeimap met Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) bij ter inzage.
De LIO-begeleider observeert jouw les. Nadien is er een nabespreking, bij voorkeur samen met de mentor(en). Deze bespreking gaat over je les maar ook over het ruimere verloop van de LIO-baan. Dat geeft je de gelegenheid zaken te bespreken zoals vragen waar je mee zit, problemen of uitdagingen, sterke punten die je in de verf wilt zetten enz. Het is sowieso de bedoeling dat de LIO-begeleider met de mentor(en) kan spreken. Door voort te bouwen op lesobservaties van de mentor(en) en de hieraan gekoppelde bespreking, krijgt de stagebegeleiding extra diepgang en is er input vanuit verschillende perspectieven. Van deze bespreking wordt een verslag gemaakt (door jou of de LIO-begeleider).
De LIO-begeleiding vanuit de opleiding omvat naast de lesbezoeken (het aantal is afhankelijk van de omvang van de gevaloriseerde studiepunten) het beoordelen van en geven van feedback op de LIO-groeimap (formatief en summatief). Daarnaast volg je vijf begeleidingsbijeenkomsten op de universiteit of online, onder de vorm van supervisie in kleine groep, per ingeschreven groeistage, onder begeleiding van een supervisor.
Indien je specifieke vragen hebt, of problemen ondervindt, kan je ook terecht bij de LIO-coördinator, die zowel voor de LIO’s als voor de betrokken scholen functioneert als luisterend oor.
Ondersteuning voor LIO-studenten door de opleiding
De LIO-coördinator maakt het valorisatiedocument op, neemt na goedkeuring van de LIO-aanvraag contact op met je school en kan aangesproken worden in geval van problemen.
Contactgegevens LIO-coördinator: Ilse Mertens, ilse.mertens@uantwerpen.be
De studietrajectbegeleider helpt je de juiste keuze te maken van een traject dat aansluit bij jouw wensen en mogelijkheden, binnen het kader van het praktisch haalbare. Gelieve contact op te nemen via de helpdesk.
De LIO-begeleider(s) van je vakdidactieken observeert/observeren en ondersteun(t)(en) je onderwijsaanpak samen met de mentoren van de school. De LIO-begeleider(s) gaat/gaan in gesprek met de mentoren over die onderwijsaanpak, de invulling van andere opdrachten op school en de samenwerking met (vak)collega's. Zij evalueren ook jouw LIO-groeimap.
Wanneer je geen vakdidactische LIO-begeleider hebt, dan krijg je een LIO-coach toegewezen. Hij of zij ondersteunt jou in het kader van je LIO-traject. Hij zal vooral algemeen didactische en pedagogische ondersteuning bieden. Het team LIO-coaches bestaat uit Ilse Mertens, Hans Ihmsen en Jokelien Strobbe en is bereikbaar via e-mail.
Met vragen over (de inhoud van) de opleidingsonderdelen kan je steeds terecht bij het docententeam, met name de titularis en de assistenten van jouw vakdidactiek(en).