Wat is een LIO-traject?

Wat?

LIO is de afkorting voor Leraar in Opleiding. Indien je als LIO de opleiding volgt, dan kun je je lesopdracht (gedeeltelijk) inbrengen / verzilveren in de lerarenopleiding.

Wanneer?

Overstappen naar een LIO-traject is mogelijk doorheen het volledige academiejaar. Houd hierbij rekening met de startvoorwaarden.

Algemene principes

Als je de lerarenopleiding wil combineren met een tewerkstelling in (een of meerdere scholen van) het secundair, deeltijds kunst-, hoger of volwassenenonderwijs, dan kom je in aanmerking voor een LIO-baan. LIO staat voor ‘Leraar In Opleiding’ en betekent dat je als beginnende leraar aanstelling in het onderwijs combineert met je lerarenopleiding en daarbij je lesopdracht gedeeltelijk kan inbrengen, oftewel valoriseren, in de lerarenopleiding. Dit gebeurt vooral in de praktijkcomponent van de opleiding. Deze wordt dan een 'in-servicestage' of werkplekleren: je voert met andere woorden de stages uit in jouw school en klas. En dit is anders dan bij de 'pre-servicestage', waar je als student de klas van een andere leraar overneemt, die je stagelessen  bijwoont als jouw vakmentor. De theoretische opleidingsonderdelen van de lerarenopleiding volg je samen met de andere studenten in een van de aangeboden trajecten (dag/avond). Voor het praktijkgedeelte van de theoretische opleidingsonderdelen zijn er voor LIO's wel alternatieve opdrachten voorzien.  

Bij het opnemen van een LIO-traject krijg je de mogelijkheid om je lesopdracht in te brengen in de opleiding. Het gaat niet om een vrijstelling van de stage-opleidingsonderdelen, maar om een valorisatie. Je moet de stage-opleidingsonderdelen nog steeds opnemen in je studieprogramma en er een credit voor behalen aan de hand van een LIO-groeimap.

Bij een LIO-baan staat de school waar je bent tewerkgesteld mee in voor jouw begeleiding, samen met de LIO-begeleiders van het vakdidactisch team van de lerarenopleiding of de LIO-coach. De begeleiding gebeurt dus enerzijds door het schoolteam, waarbij meestal op schoolniveau een mentor-coach of schoolmentor is aangesteld. Hij of zij is een ervaren leraar die verantwoordelijk is voor de begeleiding van startende leraren, maar hij/zij is niet noodzakelijk een specialist in jouw vakgebied. In die zin is het een must om ook collega-vakleraren van de school waar je bent tewerkgesteld te betrekken. Anderzijds voorzien we vanuit de lerarenopleiding aanvullend in (vak)didactische begeleiding en ondersteuning en is er ook een LIO-coach die je leerproces zal opvolgen.

Basisvoet voor valorisatie

De basisvoet voor valorisatie van een LIO-lesopdracht is 12 lesuren (wat het equivalent is van 1 sp). Bijvoorbeeld: om de Oriënteringsstage (3 sp) te laten valoriseren door middel van een LIO-baan dien je een lesopdracht van minimaal 36 (i.c. 3 x 12 lessen) lesuren uit te voeren. We werken met veelvouden van 12 lesuren.

Je lesopdracht kan de opleidingsonderdelen uit de praktijkcomponent in onderstaande volgorde vervangen:



Enkele voorbeelden:

  • Als je een lesopdracht uitvoert en je nog geen enkel opleidingsonderdeel van de praktijkcomponent hebt afgelegd, dan krijg je met je LIO-baan een valorisatie voor Oriënteringsstage (3 sp = minimaal 36 lesuren).
  • Heb je nog geen enkele stage gedaan en omvat je LIO-baan minimaal 96 lesuren (= 8 sp), dan krijg je een valorisatie voor zowel Oriënteringsstage (3 sp), als Groeistage X (5 sp, supervisie nog af te leggen), indien je voldoet aan de
  • startvoorwaarden.
  • Als je LIO-baan aanvangt nadat je al opleidingsonderdelen uit de praktijkcomponent hebt afgerond, dan start de telling vanaf het eerstvolgende opleidingsonderdeel in de valorisatiestabel. Deed je bijvoorbeeld al de Oriënteringsstage en Groeistage X op het moment dat je LIO-baan start, dan begint de telling vanaf punt 3 in het overzicht hierboven (Groeistage X2/Y).
  • Heb je de Oriënteringsstage succesvol afgelegd en omvat je LIO-baan minimaal 72 lessen (= 6 sp), dan kan je die laten valoriseren voor Groeistage X (5 sp), en 1 sp voor het praktijkgedeelte van een theoretisch opleidingsonderdeel. Supervisie moet je sowieso nog volgen. Onderwijsproject leg je eveneens af als pre-servicestage.

Valorisatie is enkel mogelijk als je voldoet aan de startvoorwaarden. Je vindt een concretisering van de valorisatie van je LIO-baan in het valorisatiedocument. Je ontvangt dit via de stagecoördinator, nadat dit is goedgekeurd door de betrokken vakdidacticus/i.

Let op

Je houdt er het best rekening mee dat voor een aantal opleidingsonderdelen (o.a. vakdidactiek, praktijkoefeningen, oefenlessen en supervisie) aanwezigheid in de lessen verplicht is. Als je niet aanwezig kan zijn, bijvoorbeeld vanwege je lesopdracht, bespreek je dit steeds met jouw vakdidacticus en/of supervisor.

De combinatie van een lesopdracht en de lerarenopleiding impliceert een belangrijke persoonlijke investering. Je schat de haalbaarheid van deze combinatie het best van bij de aanvang van de opleiding goed in. Mogelijk opteer je beter voor een spreiding van je opleidingsprogramma of een beperkte LIO-baan. Lees het deel ‘Wanneer kiezen voor een LIO-traject?’ nauwkeurig door.