Relevante vraagstukken
in de opleiding handelsingenieur in de beleidsinformatica
Handelsingenieurs in de beleidsinformatica lossen problemen en uitdagingen van bedrijven op. Enkele voorbeelden van vraagstukken waarop handelsingenieurs in de beleidsinformatica antwoorden leren formuleren:
Hoe kan je big data en augmented reality inzetten om vliegongelukken drastisch te verlagen?
Na de talloze problemen met de Boeing 737 MAX heeft de luchtvaart meer dan ooit nood aan een nieuwe trainingsaanpak. Sebastiaan Esselens (master HIB) maakte in samenwerking met grote namen uit de luchtvaartwereld een model om pilotenopleidingen gevarieerder en gepersonaliseerder te maken. Deze efficiëntere training zorgt voor betere piloten, wat de veiligheid garandeert.
Het vliegtuig is vandaag een van de veiligste vervoersmiddelen, blijkt uit alle cijfers. Veel handelingen binnen de cockpit zijn reeds geautomatiseerd, maar piloten dragen nog steeds een zeer grote verantwoordelijkheid. Een goede, up-to-date vliegopleiding blijft dus uitermate belangrijk. Die training kost echter bijzonder veel geld, zowel voor de student-piloten als voor de luchtvaartmaatschappijen.
“Reeds in het middelbaar begon ik, samen met mijn vader, aan de opleiding tot privépiloot”, vertelt Sebastiaan Esselens. “In de lente van mijn eerste bachelorjaar behaalde ik mijn licentie. Tijdens mijn training zag ik echter dat vliegscholen weinig tot geen gebruik maakten van innovatieve technologieën die de opleiding veel efficiënter en goedkoper kunnen maken. Dit terwijl zoveel jongens en meisjes dromen van een carrière als piloot, maar tegengehouden worden door de immense kostprijs van de opleiding.”
Boeing 737 MAX
Als er nieuwe vliegtoestellen gemaakt moeten worden, kiezen constructeurs er eveneens om financiële redenen eerder voor om oude vliegtuigontwerpen te updaten, in plaats van innoverende toestellen – die veiliger, duurzamer … zijn – te ontwerpen. Deze laatste keuze zou luchtvaartmaatschappijen immers opzadelen met een verplichte herscholing van alle bestaande piloten.Een prima voorbeeld is de Boeing 737 MAX, een update van de reeds in de jaren zestig ontworpen Boeing 737. Uit de eerste onderzoeksrapporten van de twee tragische ongevallen met de 737 MAX blijkt nu dat de piloten onvoldoende training kregen en te weinig op de hoogte waren van veranderingen aan het vliegtuig.
Sebastiaan: “De luchtvaart bevindt zich vandaag op een kritiek punt. We moeten absoluut vermijden dat het veiligheidsniveau onder druk van kostenbesparingen achteruitgaat ten gevolge van meer automatisatie en minder training. Om de kost van de trainingen te limiteren zonder de veiligheid in het gedrang te brengen, moet de pilotenopleiding gepersonaliseerder worden en aanpasbaar zijn voor veranderingen aan vliegtuigen of wijzigingen in procedures en regelgeving. Dit raakvlak tussen een maatschappelijke nood naar een veiligere luchtvaart en economische vraag naar een efficiëntere pilotentraining was de inspiratiebron voor mijn onderzoek.”
Voorgelegd aan Cessna
Voor zijn scriptie werkte Sebastiaan een nieuwe modulaire aanpak van Scenario-Based Training uit. Die maakt het mogelijk om evolueerbare trainingsscenario’s en opleidingscurricula op te stellen. Bij dit type training worden heel wat scenario’s aan de student voorgelegd die, in tegenstelling tot klassieke Scenario-Based Training, gepersonaliseerd zijn op basis van de individuele trainingsgeschiedenis van de student-piloot. Bovendien zijn deze scenario’s eenvoudig aanpasbaar, waardoor procedurewijzigingen of veranderingen aan het vliegtuigtype zonder veel moeite kunnen doorsijpelen naar de training.
Sebastiaan: “Ik stelde dit idee voor aan verscheidene stakeholders in de luchtvaartsector: vliegscholen, vliegtuigbouwers zoals Cessna en Cirrus, tot zelfs John en Martha King, de legendarische Amerikaanse vlieginstructeurs die met hun instructiefilmpjes zowat de helft van de Amerikaanse piloten onderwezen. Allen waren ze bijzonder enthousiast. Voor hen was dit ‘the next big thing’.”
Minder ongevallen
Bovendien kan Sebastiaans onderzoek ook een basis vormen voor een nieuw veiligheidssysteem in de cockpit. Met behulp van een augmented reality toepassing die data heeft over de trainingsgeschiedenis van de piloot in kwestie, zou het vliegtuig de optimale beslissing aan de piloot in kritieke situaties kunnen weergeven. Op die manier worden procedurewijzigingen of veranderingen in wetgeving veel sneller binnen de cockpit geïmplementeerd dan voordien. Indien men vandaag zo’n wijziging doorvoert, duurt het vaak maanden of jaren vooraleer piloten hiervan op de hoogte zijn. Zo ontstaan dus gevaarlijke situaties. Het systeem dat Sebastiaan voorstelt zou deze implementatietijd dus drastisch kunnen verkorten en zo dodelijke ongevallen voorkomen.
Om dit onderzoek te realiseren baseerde Sebastiaan zich op de Normalized Systems theorie van de Antwerpse professoren Herwig Mannaert en Jan Verelst. Deze ontwerptheorie bewees eerder reeds haar succes bij de ontwikkeling van evolueerbare software, bedrijfsprocessen en documenten. Ter validatie van het onderzoek werkte Sebastiaan samen met EuroPilot Center, een Antwerpse vliegschool die gespecialiseerd is in Scenario-Based Training.
Wat is de impact van nieuwe technologieën op de farmaceutische sector?
HIB-student Niels Van Tendeloo analyseerde in zijn masterscriptie wat de impact is van nieuwe, disruptieve technologieën op de farmaceutische sector van België.
Op basis van een literatuurstudie en interviews met experts ontdekte hij dat dit de meest relevante digitale trends waren anno 2018 voor de sector: blockchain, cloud computing, artificiële intelligentie, big data, augmented reality, mobile en 3D printing.
Niels: "De farmaceutische sector staat bekend om zijn strenge wetgeving. Daarom heeft de sector lang wat achtergelopen op vlak van nieuwe technologieën. Sinds enkele jaren is daar verandering in gekomen: technologische innovatie wordt meer en meer omarmd."
Die technologische innovaties bracht Niels in kaart door met experts uit de farmaceutische sector te praten en door literatuuronderzoek te doen. Relevante trends waren bijvoorbeeld artificiële intelligentie en virtual reality.
Niels kwam tot de conclusie dat de mobiele revolutie de meeste impact heeft op de farmaceutische sector: "De moderne mens heeft quasi altijd zijn smartphone op zak. Het is dan ook logisch dat de sector mobiele applicaties en technologie gebruikt om de klanten te bereiken. Denk hier bijvoorbeeld aan medische applicaties die levens kunnen redden of aan mobile learning, een manier om lesmateriaal aan medisch afgevaardigden aan te bieden."
Het grote voordeel aan die vernieuwingen? Dat de farmaceutische sector nog veel klantgerichter zal kunnen worden.
Wat is shadow IT? En hoe ga je daar als bedrijf mee om?
Werknemers in bedrijven doen in de praktijk zeer veel beroep op shadow IT, het gebruik van IT-programma’s die niet voorzien zijn door het IT-departement.
Shadow IT is een veelvoorkomend fenomeen in het bedrijfsleven. Omdat het IT-departement vaak de tijd niet heeft om te voorzien in alle noden van de organisatie, doen werknemers beroep op systemen die ze zelf bouwen, extern verkrijgen of gratis publiek beschikbaar zijn. Dat kan gaan van eenvoudige Excel-sheets tot geavanceerde cloudtoepassingen.
Momenteel is er nog geen consensus over hoe een bedrijf exact met dergelijke shadow IT moet omgaan. Dus besloten HIB-studentes Maété Vandekeybus en Annelies Verbruggen er zich in te verdiepen als masterproefonderwerp. Ze doken in de bestaande academische literatuur en namen verschillende interviews af met werknemers van grote Belgische bedrijven en consultants.
Maété: “Shadow IT kan leiden tot meer efficiëntie en automatisatie van repetitieve taken, tot meer innovatie en creativiteit, en het kan zorgen voor meer flexibiliteit.”
Maar er zijn ook nadelen en risico’s verbonden aan shadow IT. Annelies: “Denk aan de mogelijkheid op bijvoorbeeld het lekken van confidentiële of persoonsgebonden data. Daarnaast wordt shadow IT niet onderhouden door het IT-departement en worden er doorgaans geen back-ups van gemaakt. Op bedrijfskundig vlak is shadow IT minder controleerbaar, zijn de verantwoordelijkheden minder duidelijk en doorgaans onvoldoende gedocumenteerd.”
De onderzoeksters merken op dat steeds meer bedrijven evolueren naar een user-oriented beleid en raden dat ook zelf aan organisaties aan. “Bij dergelijke aanpak wordt shadow IT toegelaten, maar wordt een goede ondersteuning door het IT-departement voorzien. Zo combineer je eigenlijk de voordelen van shadow IT, met voldoende afdekking van de risico’s. Aangezien shadow IT zeer moeilijk volledig te vermijden is, lijkt dat de meest aangewezen optie.”
Hoe zorg je ervoor dat IT zowel kostenefficiënt als innovatief is?
Bimodale IT, waarbij bedrijven zowel focussen op IT voor kostenefficiëntie als voor innovatie, wordt steeds belangrijker in de digitaliserende economie van vandaag. Maar in de academische literatuur wordt er nog maar weinig geschreven over welke elementen er nodig zijn om bimodale IT succesvol te implementeren in een organisatie.
Daarom voerde student HIB-student Timo Verbrugghe een casestudieonderzoek uit bij KBC om te zien welke processen en structuren er nodig zijn om bimodale IT succesvol in een bedrijf te implementeren.
Bestaand onderzoek had voornamelijk een focus op de definitie van bimodale IT en de voordelen ervan. Deze masterscriptie trachtte met een echt voorbeeld uit de bedrijfswereld (KBC) te achterhalen hoe theorie kan omgezet worden in de praktijk. Vanuit het bestaande onderzoek werden er interviews afgelegd met personeel van zowel business als IT-departementen bij KBC om te achterhalen waar een bedrijf op moet letten met bimodale IT.
Het onderzoek vertrok vanuit acht bimodale IT enablers, maar de conclusie was dat de literatuur een belangrijke negende enabler nog niet had gedocumenteerd, namelijk “coördinatie”. Deze enabler zorgt voor de 'brug’ tussen IT die gebruikt wordt voor kostenefficiëntie en de IT die gebruikt wordt voor innovatie. Want deze twee visies beïnvloeden elkaar meer dan de literatuur het op het eerste vlak had verwacht.
Hoe afhankelijk zijn de Belgische financiële instellingen van hun IT afdeling?
Handelsingenieur in de beleidsinformatica Tycho De Saeytyd wou zijn studie afsluiten met praktijkervaring en besloot een praktijkgerichte masterproef te schrijven.
“Met een major in finance en het 'IT Governance' integratieprofiel, keek ik al snel richting de grote financiële instellingen in België en hun afhankelijkheid van IT. Na wat zoekwerk kwam ik terecht bij KBC, die geïnteresseerd waren in een onderzoek rond business/IT-alineëring en de link met het information security proces. Aangezien ik vorig semester op uitwisseling was in de Verenigde Staten moest alle communicatie via e-mail en Skype verlopen, maar mijn contactpersoon binnen KBC had hier alle begrip voor en daardoor verliepen de voorbereidingen probleemloos.”
Begin februari werd Tycho voor de eerste keer uitgenodigd bij KBC. “Mijn contactpersoon had enkele meetings ingepland in het kader van mijn onderzoek, waardoor ik meteen kon beginnen. Ik werd door alle collega’s hartelijk ontvangen en merkte dat zij ook geïnteresseerd waren in mijn toegevoegde waarde aan dit onderzoek, dat bovendien binnen KBC verspreid zou worden. Ik kreeg de vrijheid om iedereen die zou kunnen helpen aan mijn onderzoek te interviewen, waardoor ik heel snel heel veel informatie heb kunnen verzamelen. Zowel op operationeel, tactisch als strategisch niveau waren er medewerkers bereid om interviews af te nemen.”
“De afstemming tussen de wensen van het bedrijf en die van mijn promotor was in het begin niet zo eenvoudig”, geeft Tycho aan. “Het onderzoek moest voldoende academisch relevant zijn voor UAntwerpen, en tegelijk ook specifiek genoeg voor KBC om intern te kunnen gebruiken. Toch vond ik de gulden middenweg en kon ik mij volledig storten op het uitvoeren van de analyse. Eerst bracht ik zoveel mogelijk IT governance & management mechanismen in kaart die de samenwerking en alineëring tussen business en IT impacteerden. Daarna maakte ik de link met het information security proces, om na te gaan op welke manier de business/IT alineëring dat security proces beïnvloedt.”
Tycho heeft nu een beter zicht op de richtingen die hij uit kan na zijn studies. “Het was een zeer leerrijke ervaring, die mij inzicht heeft gegeven in de daily operations van een bank en de sfeer op de werkvloer. Ik zou een praktijkgerichte masterproef aanraden aan iedereen die op zoek is naar meer voeling met de bedrijfswereld en actuele uitdagingen binnen ondernemingen wil onderzoeken.”