Master-na-master specialistische geneeskunde
Je opleiding
De master in de specialistische geneeskunde wil artsen-specialisten vormen die over de adequate kennis en vaardigheden beschikken om hoogwaardige patiëntenzorg te verlenen binnen hun specialisatiedomein. En dit op een economisch verantwoorde manier en rekening houdend met de sociale en ethische aspecten van de medische praktijk. De opleiding komt tegemoet aan de wettelijke bepalingen voor de erkenning van artsenspecialisten, die een minimum aantal uren (academische) opleiding in communicatie met patiënten en in evidence-based medicine opleggen aan de kandidaat-specialist.
Om erkend te worden is bij wet (KB 1999) bepaald dat de eerste twee jaar van de opleiding geacademiseerd zijn en dat je daarvan een attest moet kunnen voorleggen. Gezien de Master in de Gespecialiseerde Geneeskunde (MSG) de enige academische opleiding is, heb je dit attest nodig.
De opleiding heeft een aantal voordelen: door de portfolio is er een transparant begeleidings- en beoordelingssysteem, gebaseerd op internationale voorbeelden. De (weinige) extra cursussen die worden gegeven komen tegemoet aan de eisen die vandaag de dag aan artsen worden gesteld: bekwaam zijn als medisch expert, maar ook als manager, communicator en in staat zijn om aan wetenschap te doen – of toch minstens goed te begrijpen wat wetenschappelijke artikels juist aantonen.
Daarnaast worden met deze opleiding de eindtermen voor de specialist op papier gezet: de coördinerende stagemeesters van de vier Vlaamse universiteiten hebben samen een eenduidig opleidingsprogramma per specialisme opgemaakt wat terug te vinden in deze opleiding specialistische geneeskunde. Deze eindtermen komen wel degelijk uit de ervaring van de beroepsopleiding en zijn niet nieuw.
Praktisch
Op 1 oktober begin je aan je beroepsopleiding als Assistent Specialist in Opleiding (ASO). Je hebt een stageplan gekregen voor 4, 5 of 6 jaar, afhankelijk van je specialisatie. Het programma van de MSG wordt verspreid over het aantal jaren waarin je specialiseert en begint bij de start van het eerstvolgende academiejaar.
Voor de inhoud van je beroepsopleiding kan je terecht bij je coördinerende stagemeester. Dat is de specialist die – meestal vanuit het UZA – de eindverantwoordelijkheid draagt voor je opleiding. Hij/zij staat ervoor in dat je alle noodzakelijke kennis en vaardigheden kan opdoen op je verschillende stageplaatsen. Hij/zij beslist over de stageplaatsen in de periferie en staat in voor de kwaliteit van deze perifere opleidingsplaatsen. De officiële opleiders in de periferie zijn de stagemeesters, die allen erkend zijn door de Hoge Raad op basis van vastgelegde criteria. Zij zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de opleiding op hun stageplaats.
Jaarlijks dien je een stageboekje in (al dan niet digitaal) bij de zgn. Erkenningscommissies. Deze commissies kijken je stageboekje na en op het einde van je opleiding geven zij hun fiat voor je erkenning. Elke specialisatie heeft een eigen Erkenningscommissie, die haar eigen voorwaarden voor erkenning heeft.