5-daagse training in Amsterdam

Studenten erfgoedstudies trokken op 9 oktober samen met professoren Yonca Erkan, Marc Jacobs en Niels Dabaut naar de Vrije Universiteit Amsterdam voor een 5-daags trainingprogramma rond ‘Cultural Heritage and the Planning of European Landscapes’. Samen met studenten van Newcastle University, GöteborgsUniversitet, Universiteit Antwerpen, Rhein-Main University en de Vrije Universiteit Amsterdam onderzochten ze verschillende erfgoedaspecten van de stad Amsterdam, onder meer de Transformatie van de Zeedijk en Nieuwmarktbuurt, het Joodse Erfgoed in de Plantagebuurt en het Maritiem Erfgoed in de Oostelijke eilanden.

Studente Noor Van Roy was een van hen. Noor zit in haar tweede masterjaar erfgoedstudies en koos als major ‘natuur en landschap’. “Het onderwerp van deze training sloot mooi aan bij de keuze die ik in de opleiding al maakte. Maar daarnaast wilde ik erg graag een buitenlandervaring tijdens mijn studie. In mijn vooropleiding archeologie aan KU Leuven stak het coronavirus hier een stokje voor.”

De Zoo van Amsterdam als case study
De week was een combinatie van lezingen en participatief werk. Zo trok Noor er een dag op uit met een Nederlandse studente om dierenverblijven in de Amsterdamse dierentuin te onderzoeken. “Eenvoudig gezegd was het de bedoeling dat we onderzochten hoe de vaak geïnventariseerde gebouwen die dienst doen als dierenverblijf beantwoorden aan hedendaagse normen op vlak van dierenwelzijn.” Nadien moesten de studenten hun bevindingen als een gegidste tour aan de rest van de groep presenteren. Ditalles vanuit een heritage perspectief. “We waren aangenaam verrast over hoe sterk de Zoo van Amsterdam inzet op het samengaan van urban planning, erfgoed én de toekomst. Ze 'verduurzamen' en vernieuwen rijksmonumenten door open te staan voor herbestemming van hun gebouwen.”

Een ervaring die de ambities aanscherpt
Professor Yonca Erkan: “Ervaring op locatie en internationale ervaringen zijn belangrijk voor studenten die zich specialiseren in ‘Gebouwd Erfgoed’. Het confronteert studenten met het verkennen van verschillende bouwculturen en hoe deze bewaard en geconserveerd worden. Onze studiereis naar Amsterdam stelde de studenten in staat een verband te leggen tussen problemen uit de praktijk en de theoretische benaderingen die ze tijdens hun studie meekregen. Zo werd de landschapsbenadering niet alleen getest via formele trainingssessies, maar ook met groepswerk, presentaties en activiteiten na het werk waarbij een mensgerichte benadering van behoud en erfgoededucatie centraal stond. Het was een gelegenheid van onschatbare waarde om persoonlijke banden te smeden met onze studenten en verdere samenwerkingsverbanden aan te gaan met andere scholen.”

Noor Van Roy: "Het is voor mij nog steeds wennen dat de drempel tussen professoren en studenten aan UAntwerpen zo laag is. Deze afstand was aan KU Leuven veel groter."

Noor bevestigt deze woorden: “Al is het voor mij nog steeds wennen dat de drempel tussen professoren en studenten aan UAntwerpen zo laag is. Deze afstand was aan KU Leuven veel groter.”

Op de vraag wat Noor vooral zal bijblijven aan deze trip antwoordt ze dat ze merkte dat ze een goede vooropleiding had om onderwerpen in een bepaald perspectief te kunnen plaatsen, maar ook dat ze ten opzichte van de vaak wat oudere deelnemers volgens haar nog wat achterstand heeft in haar denkwijze. “Ik ben in ieder geval enorm gemotiveerd geraakt om mijn eigen ambities te volgen. Zo heb ik ongelofelijk veel zin gekregen om na mijn studie verder in het onderzoek te duiken en hoop ik op een doctoraatstraject.” Al was de laatste dag volgens haar best confronterend: “We moesten nadenken over hoe we onszelf in 2030 zien. Het was best confronterend om de anderen te horen vertellen, ik ben dan pas 30 jaar en moet nog zo veel keuzes maken. Ik heb trouwens geen plan B voor een doctoraat.”, lacht Noor.

Over Cultural Heritage and the Planning of European Landscapes
Deze 5-daagse training is een gezamenlijk studieprogramma georganiseerd door het EU Heriland Graduate Training Network, gefinancierd door het Horizon 2020-programma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie in het kader van de Marie Sklodowska-Curie subsidieovereenkomst.