Kerncompetenties

1. De master kan milieuvraagstukken, van lokaal tot mondiaal, herkennen als antropogene problemen, kritisch analyseren in al hun deelaspecten en een probleemstelling terzake formuleren.

2. De master kan milieuvraagstukken in hun maatschappelijke context plaatsen (sociale, beleidsmatige, juridische, economische, technologische, internationale) en natuur- en sociaalwetenschappelijk duiden.

3. De master is in staat om autonoom de actuele informatie en documentatiemateriaal over het milieuvraagstuk op te zoeken, te ontsluiten en te verwerken, vanuit een natuur- en/of een sociaalwetenschappelijk begrippenkader, theorieën en onderzoeksmethoden.

4. De master kan op basis van interdisciplinaire inzichten geïntegreerde voorstellen ontwikkelen als bijdrage in het oplossen en voorkomen van de milieuproblemen en transities naar duurzame ontwikkeling.

5. De master kan actief en flexibel samenwerken in een multidisciplinaire setting.

6. De master kan, zowel mondeling als schriftelijk, wetenschappelijk verantwoord, kritisch en doelgroepgericht verslag uitbrengen.

7. De master is in staat voorstellen voor beleid en beheer en hun implementatie kritisch te analyseren en te evalueren, en onderbouwde suggesties te leveren voor beleidsontwikkeling of maatschappelijke interventie.

8. De master kan milieu- en onderzoeksprojecten uitwerken en managen.