Opleidingsinfo

Opleidingsinfo

Dit postgraduaat omvat 4 deeltijdse studiejaren, omvat 85 studiepunten en start om de twee jaar. De volgende opleidingscyclus start in oktober 2025.

De contactmomenten vinden plaats van oktober tot juni op donderdagen (van 13.30 tot 19.30 uur), met af en toe een tweedaagse op donderdag en vrijdag of vrijdag en zaterdag.

De eerste twee opleidingsjaren zijn het meest intensief met 31 tot 33 contactdagen. In het derde en vierde opleidingsjaar zijn er 24 tot 27 contactdagen.

De opleiding is erkend door de Vlaamse Vereniging voor Cliëntgericht-Experiëntiële Psychotherapie en Counseling (VVCEPC), de Vlaamse Vereniging voor Gedragstherapie (VVGT), de World Association for Person-Centered and Experiential Psychotherapy and Counseling (WAPCEPC) en de European Association for Psychotherapy.

Opleiding

Algemene programmastructuur en gebruikte opleidingsmethoden

We onderscheiden  de volgende opleidingsonderdelen:

Theoretisch- en methodisch-technische vorming

  • theoretische studie van belangrijke thema’s onder de vorm van seminaries. Een grondige literatuurvoorbereiding, eventueel met hulp van vragen van de docent die  het kennen, begrijpen en toepassen op eigen praktijkervaringen stimuleren, wordt verwacht voorafgaandelijk aan het seminarie
  • methodisch-technische vorming, waarbij bepaalde thema’s op een ervaringsgerichte wijze worden uitgediept, of waarbij specifieke werkmethodes of gespreksvaardigheden worden ingeoefend  onder de vorm van workshops. Er wordt gewerkt met kleine groepjes; in de workshops worden de vaardigheden ingeoefend via rollenspel in subgroepjes

Psychotherapiepraktijk en Supervisie

  • Van de opleideling wordt verwacht dat deze minimaal 10 patiënten of patiëntsystemen per week psychotherapeutisch begeleidt en dit materiaal in supervisie brengt.  Dit kan in  het kader van de reguliere werkplek, indien dit niet mogelijk is wordt van de opleideling verwacht dat deze een stageplek zoekt.
  • De groepssupervisie gebeurt in kleinere groepen van 5 tot 7 supervisanten waarbij elk om beurt het eigen werk in supervisie brengt.  Een door de beroepsvereniging erkende supervisor  begeleidt het supervisieproces.  Een supervisiesessie duurt 1,5 uur.
  • Daarnaast volgt de opleideling ook externe groepssupervisies bij een door de vereniging erkende supervisor.

Leertherapie

  • Deze vindt plaats onder vorm van een experiëntiële leergroep waarin een intense exploratie van de eigen persoonlijkheid en interactie- en communicatiestijl centraal staan. Dit proces wordt begeleid door een ervaren, door de Vlaamse Vereniging voor Cliëntgerichte Psychotherapie en Counseling (VVCEPC) erkende leertherapeut. De leertherapie gebeurt residentieel, de locatie is momenteel het Rustpunt te Gent.
  • De sessies ‘ervarend leren’ in het programma sluiten hierbij aan. Deze vinden plaats op De Drie Eiken.

Specialisatieverslag

Op het einde van het opleidingsparcours dient de opleideling een specialisatieverslag (onder vorm van een casestudie) in te dienen. De opleideling krijgt gedurende de laatste twee jaren inhoudelijke en methodologische begeleiding onder de vorm van seminaries (als onderdeel van het opleidingsprogramma) en individuele begeleiding door een staflid.

Doelstellingen

  • Het postgraduaat heeft de zelfstandige uitoefening van de psychotherapeutische hulp aan kinderen, jongeren en hun context als doel. Concreet is de doelstelling deskundigen te vormen die in staat zijn stoornissen, conflicten of moeilijkheden in gedragsmatig, cognitief, emotioneel of psychosociaal functioneren te verminderen of op te heffen.
  • Op basis van enerzijds het cliëntgericht-experientieel en anderzijds het cognitief-gedragstherapeutisch kader leer je stoornissen of problemen te onderkennen, te analyseren en te begrijpen, en om adequate methodes, technieken en interventies te kiezen en uit te voeren.
  • Proces- en belevingsdiagnostiek en indicatiestelling staan hierbij centraal en komen theoretisch en technisch uitgebreid aan de orde. De keuze voor de setting(s) (kind of jeugdige, gezin, leefgroep, ouders…) waarmee gewerkt wordt krijgt in dit proces van indicatiestelling een belangrijke plaats.
  • Op het niveau van kennis voorziet de opleiding in de studie van de recente theorieën inzake ontwikkeling, leren, ontwikkelingspsychopathologie en persoonlijkheidsverandering.
  • Je maakt er kennis met het onderzoek aangaande de mechanismen van gezond en problematisch functioneren en ontwikkelen (leerpsychologie, experimentele psychopathologie, hechting, beleving en betekenisverlening, de ontwikkeling van het zelf en van relaties met anderen).
  • Je krijgt er inzicht in de theoretische modellen voor de belangrijkste probleemgebieden en de behandeling ervan. Verder omvat de opleiding ook kennismaking met evidence-based werken, de praktijk van single-case design en basisnoties van psychofarmacologie.
  • Je wordt geholpen bij het verwerven van therapeutische attitudes die nodig zijn voor het opbouwen, onderhouden en hanteren van een therapeutische werkrelatie met infants, kinderen, adolescenten, ouders en andere zorgfiguren. Dit omhelst tevens zelfkennis en zelfinzicht inzake de therapeutgebonden factoren die de werkzaamheid van psychotherapie mee bepalen. Anderzijds is de opleiding gericht op de ontwikkeling van een meer algemene kritische wetenschappelijke attitude.
  • Op het vlak van het verwerven van vaardigheden en technieken verwerf je een grondige deskundigheid in behandelingsmethoden en technieken die regulerend inwerken op emotioneel niveau (innerlijke belevingsdynamiek), op cognitief niveau en op gedragsniveau. Je krijgt een intensieve training in gesprekvaardigheden in communicatie met kinderen en ouders, in procesdiagnostiek, betekenisgeving, belevingsonderzoek en probleemanalyse en in diverse behandelingsmethodes en –technieken. Dit alles rekening houdend met de verschillen naargelang de ontwikkelingsfase van betrokken kinderen en jongeren. Spel- en gedragstherapeutische methoden en technieken, mediatherapie, gesprekstherapie en systemische interventies komen aan de orde. Systemische denkkaders worden gehanteerd voor het begeleiden van de context. Ook ontwikkelingspsychologische en psychodynamische denkkaders en werkwijzen als psychodrama methodieken worden geïntegreerd.
  • Verder biedt de opleiding je een grondige theoretisch-technische vorming in het toepassen van de differentiële psychotherapeutische behandeling van diverse psychiatrische, psychologische en psychosociale problemen. Speciale aandacht wordt besteed aan het domein van ouderschapsbekwaamheid.

Lesgevers

Coördinatie

Olivier Givron en Els Mampay

Academische verantwoordelijke 

Prof. dr. Ellen Gunst

Opleidingsstaf

Olivier Givron en Els Mampay (coördinatoren), Willy Colin, Jella Goovaerts, Ellen Gunst, Jolien Laridaen, Myra Segers, Vicky Gielen, Greet Vanaerschot

Externe medewerkers

experten uit binnen- en buitenland waaronder: Kim Loots, Francis-Pascal Claes, Kristel Bouwens, Sigrid Seurinck, Benoit Lens, Ilse Dewitte, Anne Neyskens, Lore Willem, Mieke Boots, Linde Brans, Stefanie Van Craen, Ayse Dogan, Caroline Wuyts.

Getuigschrift

Om het getuigschrift van Postgraduaat in de Kinderpsychotherapie. Integratieve opleiding in de Experiëntiële psychotherapie en cognitieve gedragstherapie voor kinderen en jongeren te behalen, wordt verwacht dat je: 

  • op een actieve wijze, met een grondige voorbereiding en regelmatige aanwezigheid participeert aan de verschillende opleidingsactiviteiten;
  • actief deelneemt, met een grondige voorbereiding en actieve aanwezigheid, aan de evaluatie-reflectie momenten.  Deze gebeuren jaarlijks (of twee keer per jaar in de twee intensieve jaren) onder de vorm van een zelfevaluatie, die getoetst wordt aan en aangevuld wordt met een peer- en staf-evaluatie;
  • In dit evaluatieproces beoordeelt de opleidingsstaf of een student de kennis, competenties en vaardigheden die tijdens dat opleidingsjaar in de focus stonden, ook effectief voldoende verworven heeft om over te gaan naar het volgende opleidingsjaar. De beoordeling gebeurt met PASS/FAIL voor elk van de opleidingsonderdelen/vakken.
  • Eventuele lacunes of tekorten kunnen leiden tot extra inhaalopdrachten.  Deze bijkomende opdrachten moeten voor de start van het nieuwe opleidingsjaar vervuld/gestart zijn. Bij (te) grote lacunes kan het verderzetten van de opleiding in vraag worden gesteld.
  • op het einde van het vierde jaar een specialisatieverslag indient.

De examencommissie bestaat uit prof. dr. Ellen Gunst, prof. dr. Geert Dom, prof. dr. Manuel Morrens en prof. dr. Didier Schrijvers.

Het getuigschrift wordt verleend na 4 jaar studie met afwerking van het geëigende programma, positieve evaluaties en gunstige beoordeling van supervisies en specialisatieverslag.