Opleiding

1. De deelnemer is in staat om de (relaties tussen) actoren die instaan voor security & intelligence in diverse sectoren te duiden.

2. De deelnemer is vertrouwd met een aantal kernbegrippen uit de beveiligings- en inlichtingenwereld.

3. De deelnemer is vertrouwd met de theoretische werking van beveiligings- en inlichtingendiensten.

4. De deelnemer is vertrouwd met de problematiek van beveiligings- en inlichtingenanalyse.

5. De deelnemer kan een beperkt aantal gestructureerde technieken inzake analyse toepassen.

6. De deelnemer is vertrouwd met de verschillende collectiemogelijkheden van beveiligings- en inlichtingendiensten.

7. De deelnemer heeft een beeld van de mogelijkheden en beperkingen van beveiligings- en inlichtingendiensten.

8. De deelnemer is in staat een kritische inschatting te maken van berichtgeving over beveiligings- en inlichtingendiensten.

9. De deelnemer heeft inzicht waarom beveiligings- en inlichtingendiensten fouten kunnen maken.

10. De deelnemer heeft een beeld van hoe de Belgische beveiligings- en inlichtingengemeenschap is georganiseerd, en gecontroleerd wordt.