Kerncompetenties

Bachelor sociaal-economische wetenschappen

In de bachelor sociaal-economische wetenschappen staan de volgende doelstellingen centraal.

1. De bachelor kan de belangrijkste basisbegrippen, theorieën, paradigmata en onderzoeksthema's binnen de disciplines van sociologie en economie beschrijven en duiden vanuit een wetenschappelijk en multidisciplinair perspectief.

2. De bachelor heeft kennis van (inter)nationale institutionele raamwerken en maatschappelijke structuren, kent de structuur, de werking en de actuele problemen van de welvaartsstaat en de economie en heeft inzicht in processen van collectieve besluitvorming en de politieke structuren en systemen (rechtsstaat, democratie) waarbinnen deze processen plaatsvinden.

3. De bachelor beschikt over basiskennis van bedrijfskundige begrippen.

4. De bachelor heeft een basiskennis van aanpalende menswetenschappelijke disciplines zoals recht, geschiedenis en psychologie of antropologie, en kan deze kennis toepassen op een multi- of interdisciplinair (inter)nationaal beleidsvraagstuk.

5. De bachelor kan concepten en begrippenkaders van verschillende disciplines, en in het bijzonder van economie en sociologie, vergelijken, integreren en synthetiseren vanuit een interdisciplinair perspectief.

6. De bachelor is in staat om de wetenschappelijke kennis, in het bijzonder van economie en sociologie, te verwerken in een beleidsgerichte context.

7. De bachelor kan adequate statistische en econometrische onderzoeksmethoden en technieken toepassen om beleidsvraagstukken te analyseren.

8. De bachelor kan op basis van de eigen methodologische vorming wetenschappelijk of beleidsgericht onderzoek begrijpen en met behulp van externe begeleiding zelf onderzoek uitvoeren.

9. De bachelor beschikt over een aantal belangrijke academische vaardigheden zoals logisch redeneren, analytisch denken, argumenteren, het kritisch kunnen omgaan met een veelheid aan traditionele en moderne (inter)nationale bronnen (bijv. vakliteratuur, onderzoeksrapporten, beleidsdocumenten, databestanden, enz.) en onderkent het belang van levenslang en levensbreed leren.

10. De bachelor beschikt over vaardigheden om zowel schriftelijk als mondeling in het Nederlands, en in minstens 2 vreemde talen (Engels, Frans, Duits, Spaans) te kunnen communiceren over (bedrijfs)economische en maatschappelijke relevante onderwerpen.

11. De bachelor beschikt over de nodige vaardigheden om vlot met anderen te kunnen samenwerken en om goed te functioneren in een (inter)nationaal multidisciplinair samenwerkingsverband.

12. De bachelor stelt zich open en tolerant op ten opzichte van verscheidene politieke, culturele en levensbeschouwelijke overtuigingen en beschikt over een maatschappelijk en ethisch verantwoordelijkheidsbesef.