Kerncompetenties

Bachelor TEW: economisch beleid

In de bachelor toegepaste economische wetenschappen: economisch beleid staan de volgende doelstellingen centraal.

1. De bachelor kent de relevante concepten en paradigmata van de micro- en macro-economie en kan deze toepassen bij het analyseren van overheidsinterventies en marktstrategieën van bedrijven. De bachelor kent het analysekader en de beleidsrelevantie van de publieke economie en de internationale economie en heeft inzicht in de ontwikkeling van de economische paradigma.

2. De bachelor kent de basisconcepten van diverse functionele managementdomeinen en kan de basisbegrippen en theoretische hoofdstromingen van de humane wetenschappen onderscheiden en definiëren. De bachelor kan deze kennis toepassen op een multi- of interdisciplinair (inter)nationaal beleidsvraagstuk.

3. De bachelor kan adequate wiskundige, statistische en econometrische onderzoeksmethoden, technieken selecteren om economische data te analyseren en te interpreteren. De bachelor kan hiervoor de juiste methodologische aanpak kiezen.

4. De bachelor is in staat oorzaken, gevolgen en onderlinge verwevenheden van de belangrijkste sociale en economische ontwikkelingen binnen een globaliserende samenleving te analyseren. De bachelor kan over deze analyse een stelling innemen en ze overtuigend rapporteren.

5. De bachelor kan ongestructureerde problemen herleiden tot concrete onderzoeksvragen.

6. De bachelor kan de verworven basiskennis respectvol toepassen in diverse contexten, zowel nationaal als internationaal.

7. De bachelor kan kritisch en verantwoord omgaan met de verscheidenheid aan traditionele en moderne nationale en internationale informatiebronnen en kan hieruit betrouwbare en relevante informatie distilleren.

8. De bachelor kan respectvol schriftelijk en mondeling communiceren op een academisch niveau in het Nederlands en in minstens 2 vreemde talen over economische en maatschappelijk relevante onderwerpen.

9. De bachelor beheerst algemene academische vaardigheden, zoals logisch redeneren, analytisch denken en het vermogen tot argumenteren en onderkent het belang van levenslang en levensbreed leren.

10. De bachelor kan de ethische dimensie van een (inter)nationaal economisch probleem onderscheiden en kan hierover reflecteren. De bachelor kan op een ethisch verantwoorde manier omgaan met technologische toepassingen.