Duits
Duits is een B-taal: dit betekent dat het in principe voortbouwt op de kennis die je in het secundair onderwijs over deze taal hebt verworven. Voor Duits is dat een A2-taalniveau, wat inhoudt dat je korte, eenvoudige teksten en gesprekken kan begrijpen. Zelf kan je over vertrouwde onderwerpen in beperkte mate spreken en schrijven.
In de bachelor toegepaste taalkunde zal je Duitse taalniveau snel de hoogte in gaan dankzij opleidingsonderdelen over grammatica, taalbeschouwing en tekst en communicatie. Je eigen inzet tijdens de les en thuis is daarbij van groot belang voor het vlot verwerven van het Duits.
Sommige van je docenten hebben zelf het Duits als tweede taal verworven, andere zijn moedertaalsprekers. Je krijgt les van Alex Haider, Patricia Linden, Tanja Mortelmans, Arvi Sepp en Tom Smits. Van hen leer je ook over de cultuur en geschiedenis van Duitstalige landen zodat jij als vertaler of tolk genoeg voeling hebt met zekere gevoeligheden.
Uiteraard maken de opleidingsonderdelen over vertalen en tolken een significant deel uit van de bachelor. In de master kies je dan of je je toespitst op vertalen of tolken.
Combineer Duits met
- Nederlands (verplicht)
Keuze uit één vreemde taal:
B-talen:
C-talen: