Kerncompetenties van de master wijsbegeerte
In de master wijsbegeerte staan de volgende doelstellingen centraal.
Masters in de wijsbegeerte
• [kerncompetentie 1: filosofisch referentiekader] hebben een grondige kennis van historische en actuele ontwikkelingen en debatten in een aantal van de belangrijkste filosofische disciplines;
• [kerncompetentie 2: filosofisch-kritisch denken] kunnen zelfstandig filosofische teksten kritisch lezen en interpreteren, een oordeelkundig standpunt innemen over een filosofisch thema en dit op genuanceerde wijze verdedigen;
• [kerncompetentie 3: onderzoeksvaardigheden] kunnen zelfstandig een specifieke filosofische probleemstelling ontwikkelen, daartoe hun filosofische referentiekader uitdiepen, en de resultaten van dit onderzoek op wetenschappelijk verantwoorde wijze articuleren en verdedigen;
• [kerncompetentie 4: verbreding en concretisering] kunnen hun filosofische inzichten toetsen aan en laten verrijken door actuele maatschappelijke ontwikkelingen, en hun filosofische vorming inzetten en verder ontwikkelen in diverse maatschappelijke contexten.
De bovenstaande kerncompetenties werden verder uitgewerkt in een lijst van 12 competenties die samen een geheel van vakkennis, vaardigheden en attitudes vertegenwoordigen.
1. De master heeft een gespecialiseerde en uitgediepte kennis van een aantal centrale thema's en vraagstukken uit verschillende disciplines van de systematische wijsbegeerte, en van de belangrijkste internationale filosofische debatten daarover.
2. De master heeft grondig inzicht in de onderlinge verhoudingen tussen de belangrijkste filosofische disciplines en methoden.
3. De master kan zelfstandig filosofische teksten analyseren, interpreteren, in hun historische, maatschappelijke en culturele context situeren en kritisch beoordelen.
4. De master kan zelfstandig filosofische probleemstellingen verhelderen, overtuigingen, standpunten en theorieën kritisch beoordelen, en de geldigheid, rationaliteit en redelijkheid van argumenten toetsen.
5. De master kan eigen standpunten en overtuigingen kritisch bevragen en verantwoorden in dialoog en debat met andere standpunten en overtuigingen.
6. De master kan reeds verworven kennis en inzichten uitbreiden en verdiepen in functie van een filosofische of maatschappelijke vraagstelling, en daarbij recente (internationale) ontwikkelingen in de filosofie in rekening brengen.
7. De master kan zelfstandig een filosofische vraagstelling formuleren, daarover een wetenschappelijk verantwoord en geactualiseerd corpus van wetenschappelijke bronnen samenstellen, en een onderzoeksstrategie ontwikkelen om die vraagstelling uit te werken.
8. De master kan over een algemeen filosofisch onderwerp voor een breed publiek een heldere en coherente tekst schrijven.
9. De master kan over een gespecialiseerd onderwerp een scriptie of een andere argumentatieve tekst schrijven, en hierover verantwoording afleggen in een discussie met vakgenoten.
10. De master kan filosofische theorieën situeren tegenover de benaderingswijze van andere wetenschappelijke disciplines, en hun inzichten hierdoor laten bevruchten.
11. De master kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen en debatten analyseren vanuit een filosofisch referentiekader en een interdisciplinaire invalshoek en deelnemen aan het filosofische en maatschappelijke debat daarover.
12. De master kan de eigen filosofische vorming inzetten en verder ontwikkelen in het werkveld en in diverse andere maatschappelijke contexten.