Kerncompetenties van de afstudeerrichting financiële en toegepaste wiskunde
In de afstudeerrichting financiële en toegepaste wiskunde staan de volgende doelstellingen centraal.
Algemene kerncompetenties
1. De masters hebben zich verdiept in een deelgebied van de wiskunde dat kadert binnen de onderzoekspecialisaties in het departement: algebra, meetkunde, analyse en topologie, financiële wiskunde, statistiek of numerieke wiskunde. Zij hebben deze studie op minstens één deelgebied grondiger verdergezet en hebben hierover een masterthesis geschreven.
2. De masters kunnen zelfstandig complexe wiskundige problemen analyseren en oplossen.
Zij kunnen voor een concreet wiskundig probleem een geschikte oplossingsmethode bedenken, uitvoeren en interpreteren.
Hij/zij kan daar waar nodig zelf zijn/haar kennis uitbreiden en bestaande oplossingsmethoden aanpassen.
3. De masters kunnen correct mondeling en schriftelijk wetenschappelijk rapporteren.
Ze kunnen een correct wiskundig rapport schrijven.
Ze kunnen de resultaten van hun werk presenteren zowel aan een gespecialiseerd als aan een breder publiek.
4. De masters hebben een attitude verworven van levenslang leren.
Ze zijn in staat tot het lezen van de algemene vakliteratuur en hebben zich de attitude eigen gemaakt ontwikkelingen in hun specialisatiegebied te volgen.
Ze kennen belangrijke tijdschriften in het door hen gekozen specialisatiegebied.
Ze hebben voldoende kennis van courante wetenschappelijke talen om lessen en voordrachten te volgen en internationale vakliteratuur te kunnen lezen.
5. De masters kunnen met een grote mate van zelfstandigheid een fundamenteel of toegepast wiskundig onderzoek plannen en uitvoeren en kunnen hierover rapporteren.
Specifieke kerncompetenties
6. De masters hebben uitgebreide kennis van belangrijke deelgebieden van de toegepaste wiskunde, in het bijzonder numerieke wiskunde, kanstheorie en statistiek.
7. De masters hebben ruime kennis van financiële en actuariële wiskunde.
8. De masters zijn creatief in het oplossen van complexe, toegepaste wiskundige problemen, in het bijzonder in de numerieke wiskunde, kanstheorie, statistiek en financiële en actuariële wiskunde.
9. De masters hebben inzicht in de samenhang tussen theoretische kennis en de praktische toepassing ervan.
10. De masters hebben ruim kennis gemaakt met toepassingsgebieden van de wiskunde in de exacte of economische wetenschappen.
11. De masters hebben kennis gemaakt met wetenschappelijk onderzoek op internationaal niveau.