Museum to Scale 1/7 telt meer dan honderd minimuseumzalen, uitgewerkt door evenveel Belgische kunstenaars. Deze grootse reeks kwam tot stand onder impuls van Ronny Van de Velde. Ze biedt een verbluffend overzicht van de beeldende kunstscène sinds de jaren 1950.
Na exposities in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten te Brussel, in het Baker Museum in Naples (Florida), in de Kunsthal te Rotterdam en in de Fondazione Ghisla te Locarno heeft Museum to Scale 1/7 nu een permanente plek op de Universiteit Antwerpen.
Praktische informatie
- Locatie: Universiteit Antwerpen, Stadscampus - Gebouw R, Rodestraat 14, 2000 Antwerpen
- Openingsuren: Maandag t.e.m. vrijdag van 9uur tot 20uur (m.u.v. feest- en sluitingsdagen)
- Plan uw bezoek: hoe de stadscampus bereiken
- Lunchmogelijkheid: Combineer uw bezoek met een lunch in de Universiteitsclub, gelegen in Prinsstraat 13b, 2000 Antwerpen.
Rondleidingen
Gegidste rondleidingen: Informatie over gegidste rondleidingen en beschikbaarheid vindt u hier.
Voor bijkomende vragen, contacteer cultuur@uantwerpen.be
Museum to Scale
Meer dan 100 gerenommeerde Belgische kunstenaars tonen hun werk in minimuseumzalen, van schilderijen tot hele installaties. Het kunstproject werd uitgewerkt naar een origineel idee van galeriehouder Ronny Van de Velde.
Panamarenko
Panamarenko (1940-2019), de artiestennaam van Henri Van Herwegen, was een van de belangrijkste kunstenaars uit de tweede helft van de 20ste eeuw. Hij zette artistiek Antwerpen eind jaren '60 opnieuw op de kaart.
In 1978 participeerde hij aan de eerste grafiekmap die onze universiteit heeft uitgegeven, met een originele zeefdruk getiteld Magnetostatica, project: Vliegende Schotel.
In Museum to Scale 1/7 op de Stadscampus staat een originele miniatuur van de hand van Panamarenko: Pastille Motor.
Pastille Motor van Panamarenko, Museum to Scale
Draagbaar museum
Museum to Scale 1/7 is de hedendaagse versie van de Wunderkammer, die aan de oorsprong van het moderne museum ligt. Of van het kunstkabinet, een toonkast waarin verzamelaars wonderlijke, uiteenlopende voorwerpen samenbrachten, van miniaturen tot fossielen.
Door de paradox van de kleine schaal die vergrotend werkt, spitst de aandacht van de toeschouwer zich toe op de kern van de kunstwerken, hij begrijpt en geniet, ver van de drukte. Deze grote collectie van kleine originelen zet ook aan het denken, over de rol van schaal en formaat in kunst, over de afstand tussen idee en uitvoering, over de veranderende status en presentatie van kunstwerken.
Het verwijst naar de ludieke houding waarmee Marcel Duchamp zijn oeuvre in de Boîte-en-valise verzamelt en naar de miniatuur die hij maakt van Nu descendant l’escalier voor de kunstkamer van het beroemde poppenhuis van Carrie Stettheimer, vriendin van de New Yorkse avant-garde in de jaren 1920.
Door de schaal verwijst het ook naar de collectieschilderijen zoals die van David Teniers en naar de grote traditie van het kunstboek, met dit belangrijke onderscheid dat het hier gaat om oorspronkelijke kunstwerken. De opzet is pragmatisch – een draagbaar museum! – en gericht op een grotere betrokkenheid van de toeschouwer, een hedendaagse variant van lering en vermaak.