“Week-om-weekregeling na scheiding is gebruikelijker dan in andere landen”

Onderzoekers UAntwerpen zagen aandeel verblijfsco-ouderschap in België fors toenemen

Wie ‘krijgt’ de kinderen? Een onvermijdelijke vraag bij elke scheiding. De regeling waarbij de kroost beurtelings bij elk van de ouders verblijft, won in ons land de voorbije decennia sterk aan populariteit. Met een aandeel verblijfsco-ouderschap van 30,4% torent België boven het Europees gemiddelde (21,1%) uit, zo blijkt uit onderzoek van prof. Dimitri Mortelmans en prof. Elke Claessens (UAntwerpen). “Maar daarmee is de regeling nog niet de absolute norm.”

Bij echtscheidingen die uitgesproken werden voor 1995, was het aandeel van verblijfsco-ouderschap slechts goed voor 6,5%. De reden voor die stijgende trend is terug te vinden in de wetgeving. “Wanneer het over de verblijfsregeling van het kind gaat, is België een opmerkelijk geval”, vertelt prof. Mortelmans. “Sinds 2006 is het een van de enige Europese landen waar rechters verplicht zijn gelijkmatig verdeeld verblijf als eerste optie te overwegen indien de ouders onderling geen consensus bereiken over de verblijfsregeling.” 

In wetenschappelijke kringen woedde lang het debat over het nut van die week-om-weekregeling, maar het overgrote deel van de studies wijst ondertussen op de voordelige uitkomsten van verblijfsco-ouderschap voor zowel kinderen als ouders. Mortelmans: “Aan de ene kant ontstaat er een betere relatie tussen het kind en de ouder omdat de band zowel met de moeder als de vader behouden blijft. Aan de andere kant krijg je een meer gendergelijke verdeling van de zorgtaken tussen de ouders onderling.”

Bij de koplopers

Hoe vaak komt verblijfsco-ouderschap, waarbij het kind tussen één en twee derde van de tijd bij een van de ouders woont, voor in andere Europese landen? “Het hoogste aandeel verblijfsco-ouderschap vinden we terug in Zweden, waar 56,2% van de kinderen uit gescheiden huishoudens afwisselend bij elke ouder verblijft. Denemarken volgt op de tweede plaats met 37,9% en Frankrijk klokt af op 31,4%. België neemt met 30,4% de vierde plek in. Dat is ruim tien procent boven het Europees gemiddelde (21,1%).” 

Toch is verblijfsco-ouderschap in België daarom nog niet de norm. “39,1% van de kinderen met gescheiden ouders verblijft uitsluitend bij de moeder, en 13,9% voornamelijk. Aan de andere kant zien we dat 6,3% uitsluitend en 10,3% voornamelijk bij de vader verblijft. Wel liggen deze cijfers dan weer opvallend lager dan het Europese gemiddelde.”

Barrières

Verblijfsco-ouderschap zit in de lift, toch is de formule niet voor elke demografische groep even vanzelfsprekend. “Ouders in verblijfsco-ouderschap zijn opvallend vaker hoger opgeleid en aan het werk. Doorgaans kennen ze een lager armoederisico,” verduidelijkt sociologe prof. Elke Claessens, die het onderzoek mee uitvoerde. “Ondanks de juridische omkadering is het fenomeen dus niet helemaal losgekoppeld van een sterkere onderwijspositie of economische draagkracht.”

De volledige studie is te raadplegen via www.relatiesennieuwegezinnen.be.