Lopende projecten
Hoe word je datageletterd? Inzicht verwerven in het individueel en team leren.
Abstract
De toename van data in scholen (bv. evaluatie- en observatiegegevens) vraagt datageletterde leerkrachten om data goed te gebruiken om beslissingen in hun lesgeven te onderbouwen. De datageletterdheid van leerkrachten schiet echter vaak tekort. De complexe combinatie van verschillende soorten vaardigheden (d.w.z. analyse- en interpretatievaardigheden versus contextspecifieke kennis en deskundigheid om beslissingen te nemen) vormt een belangrijke belemmering voor goed datagebruik in scholen. Er ontbreken echter diepte-inzichten in hoe leraren prestatiedata interpreteren en gebruiken binnen hun onderwijs. En daarnaast ook over hoe leerkrachten vaardigheden op het gebied van datageletterdheid kunnen aanleren. De gangbare methodieken (bijvoorbeeld, lezingen) schieten tekort om leerkrachten de nodige vaardigheden bij te brengen om betekenis te geven aan de prestatiegegevens van leerlingen. Interacties zijn essentieel om de diverse aspecten van datageletterdheid aan de oppervlakte te brengen. Dit project onderzoekt de kracht van interacties voor het leren van datageletterdheid. Verschillende studies zullen (1) de moeilijkheden met betrekking tot betrouwbare en valide meting van datageletterdheid aanpakken, (2) onderzoeken hoe (leerling-)leerkrachten visuele prestatiegegevens.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Van Gasse Roos
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Lesgeven optimaliseren via oogbewegingsregistraties en artificiële intelligentie (EYE-TEACH)
Abstract
Uit recente internationale studies (PIRLS, PISA) blijkt dat begrijpend lezen er in veel Europese landen aanzienlijk op achteruit gaat. Het EYE-TEACH project is een initiatief dat artificiële intelligentie (AI) en eye-tracking (ET) integreert en dat tot doel heeft onderwijspraktijken te transformeren en Europese leraren nieuwe pedagogische tools en vaardigheden aan te reiken voor het beoordelen en ondersteunen van het begrijpend lezen van hun leerlingen. Het project richt zich op problemen zoals de post-COVID-19 onderwijsuitdagingen, de toenemende werkdruk van leerkrachten en lerarentekorten in heel Europa. Eye-tracking, hoewel niet zonder beperkingen, heeft zijn waarde bewezen in onderwijsonderzoek en biedt inzicht in het leesgedrag, de cognitieve belasting en de emotionele betrokkenheid van leerlingen. Het kan een onderscheid maken tussen verschillende niveaus van begrijpend lezen, waardoor het een waardevol hulpmiddel kan zijn voor gepersonaliseerd onderwijs. Complexe eye-trackinggegevens die door AI worden omgezet in begrijpelijke output en worden ondersteund door een robuust ethisch kader en een kader voor gegevensprivacy, kunnen leerkrachten voorzien van bruikbare inzichten die helpen bij de selectie van effectieve pedagogische strategieën. EYE-TEACH gaat verder dan de huidige stand van de techniek door leerkrachten en onderwijspractici vroeg in het ontwikkelingsproces te betrekken. Door de acceptatie en bereidheid van leerkrachten om dergelijke nieuwe technologieën te gebruiken in kaart te brengen en de rol van gebruiksgemak en bruikbaarheid te benadrukken, heeft het project het potentieel om onderwijspraktijken te transformeren. Het uiteindelijke resultaat van het project zal een uitgebreide bron van trainingsmateriaal en richtlijnen zijn voor het gebruik en de implementatie van deze technologie in het onderwijs, inclusief inzicht in de voordelen en risico's en overwegingen met betrekking tot privacy en ethische kwesties. Door leerkrachten te voorzien van een AI-ondersteund eye-tracking analyse-instrument en trainingsmateriaal, wil het project een positieve bijdrage leveren aan de toekomst van het onderwijs in Europa.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: van Daal Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Feedbackfixaties en de impact van zelfeffectiviteit: de ontrafeling van interne verwerking van online feedback teksten.
Abstract
Dit project beoogt de interacties tussen interpretatie van feedback en besluitvorming te ontrafelen, terwijl het 'verdelen van aandacht', de focus, als een extra component in dit proces wordt toegevoegd. Mixed method research m.i.v. eye-tracking wordt toegepast om een diepgaand inzicht in deze processen te geven en de rol van zelfeffectiviteit als antecedent te begrijpen. Dit project zal zowel tot fundamentele inzichten in feedbackreacties leiden in het geval van geautomatiseerde feedbacktoepassingen, als in een pad naar concrete toepassingen uitmonden om de opname van online feedback te verbeteren via samenwerking met experten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
- Mandaathouder: Van Tricht Charlotte
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inzicht in de 'zwarte doos' van interne feedbackverwerking via psychofysiologische metingen.
Abstract
Het hoofddoel van dit project is het onderzoeken van de black box van interne feedbackverwerking, door gebruik te maken van psychofysiologische metingen in combinatie met zelfrapportagegegevens in een specifieke context van zelfevaluatie in het hoger onderwijs, om een diepgaand inzicht te krijgen in de interne mechanismen van feedbackverwerking en de rol van academische motivatieOnderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Voorbij burgerschapsonderwijs: de rol van onderwijs in het bevorderen van solidariteit in verscheidenheid.
Abstract
Dit onderzoeksproject speelt zich af in de superdiverse stad Antwerpen in Vlaanderen, het noordelijke deel van België. Op nationaal en Europees niveau wordt burgerschapsonderwijs beschreven als een belangrijk onderwijsdoel met hoge verwachtingen (Joris et al., 2021; Europese Commissie, 2018, p. 4). De opvattingen over burgerschap en wat goed burgerschapsonderwijs is, worden echter betwist (Joris et al., 2021; Biesta, 2014, p.5). Recent heeft de Vlaamse regering expliciete burgerschapsonderwijsdoelen aangenomen als onderdeel van een gemoderniseerd onderwijsprogramma (Loobuyck, 2020; Vlaams Parlement, 2018). Beslissingen rond de realisatie van de burgerschapsonderwijsdoelen liggen op het mesoniveau van de school en zelfs op het microniveau van de klas. Eerdere studies verbinden maatschappelijke processen op macroniveau, waaronder structurele sociaaleconomische ongelijkheden, met het microniveau van de klas (Clycq, 2016; Nouwen & Clycq, 2016). Antwerpen wordt sinds 2019 beschouwd als een "majority-minority-city" omdat een meerderheid van de burgers een migratieachtergrond heeft (Geldof, 2019, p. 368). De opkomst van meerderheids-minderheids-steden heeft geleid tot tegenstrijdige reacties van beleidsmakers, ook wel diversiteitsbenaderingen genoemd (Celeste et al., 2019). Terwijl sommige benaderingen focussen op culturele homogenisering door de nadruk te leggen op één nationale identiteit, cultuur en gedeelde waarden, focussen andere op culturele heterogenisering door de nadruk te leggen op een globale mentaliteit, culturele empathie en interculturaliteit. Deze spanningen worden ook aangetroffen in scholen in superdiverse stedelijke contexten zoals Antwerpen. Wij onderzoeken hoe deze diversiteitsbenaderingen in scholen convergeren of divergeren met recent geïmplementeerde burgerschapsonderwijspraktijken. Onze belangrijkste onderzoeksvragen zijn: Hoe worden burgerschap en diversiteit in praktijk gebracht in stedelijke Vlaamse secundaire scholen, en wanneer en waarom doen zich moeilijkheden en kansen voor? Wij hebben de empirische studie gestructureerd aan de hand van een case study design, en verzamelen kwalitatieve en etnografische data in twee Vlaamse stadsscholen om de onderzoeksvragen te beantwoorden. Op basis van een case study design gebruiken wij verschillende dataverzamelingstools, waaronder (les)observaties, semi-gestructureerde diepte-interviews, documentanalyses en participatieve methoden. Ons project maakt deel uit van het bredere Europese onderzoeksconsortium "Solidariteit in Diversiteit" (SOLiDi) dat praktijken van solidariteit in etnisch-culturele diversiteit wil identificeren als alternatieven voor nationale trends van nieuw-assimilationisme.Onderzoeker(s)
- Promotor: Clycq Noel
- Mandaathouder: Vrolijk Marloes
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Naar een levensloopbenadering voor de evaluatie van actief arbeidsmarktbeleid.
Abstract
In de afgelopen tien jaar bestond de meerderheid van de permanente immigraties naar OESO-landen uit groepen die vaak worden gecategoriseerd als "niet-economische" migranten, zoals humanitaire en gezinsmigranten. De integratie van niet-economische migranten in de arbeidsmarkten van het gastland vormt een belangrijke maatschappelijke uitdaging, zoals erkend door internationale instellingen en wetenschappers. Als gevolg daarvan zijn aanzienlijke investeringen op regionaal, nationaal en EU-niveau gericht op zowel algemene als migrant-specifieke actieve arbeidsmarktbeleidsmaatregelen (ALMP). Onze kennis van de arbeidsmarktintegratie blijft echter beperkt vanwege een gebrek aan meer holistische levensloopstudies waarin verschillende levensdomeinen (vb. gezin en arbeidsdeelname) tegelijk worden bestudeerd, en de hoge datavereisten die nodig zijn om een dergelijke onderneming te voltooien. Dit SEP-project heeft tot doel een methodologische en theoretische shift te bewerkstelligen door een interdisciplinair en holistisch kader te ontwikkelen om activeringsbeleid te onderzoeken. Dit theoretisch en methodologisch kader zal worden ontwikkeld om een nieuw ERC-subsidievoorstel voor te bereiden waarin een dergelijk kader zal worden toegepast op niet-economische migranten. Hoewel een uitgebreide toepassing op nieuwe migrantengroepen buiten de scope van dit SEP-project valt, zal het een belangrijke rol spelen op het gebied van methodologisch en theoretisch R&D-werk dat nodig is voor een herindiening van het ERC-voorstel. Bovendien zal het SEP project ook onderzoeksresultaten en publicaties opleveren ongeacht het succes van de toekomstige ERC-resultaten. Dit SEP-project zal zich richten op de context van Vlaanderen om te bestuderen of en hoe de uptake en effecten van ALMP worden verklaard en/of gemodereerd door andere levensdomeinen, met de nadruk op gezinsdynamieken, zoals kinderopvang, partnerkeuze en informele zorgverlening. Ik combineer het gebruik van geavanceerde Vlaamse gekoppelde registergegevens met aanvullende kwalitatieve onderzoeksmethoden. Puttend uit levensloopprincipes, streef ik ernaar theorieën uit de sociologie en economie te synthetiseren en zo tot een eerste levensloopbenadering van activeringsmaatregelen te komen.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Promotor: Meier Petra
- Mandaathouder: Wood Jonas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wereldwijde perspectieven op ESD-scholen: evaluatie van de validiteit van de ESD-SOQ in diverse educatieve contexten.
Abstract
Educatie voor Duurzame Ontwikkeling wordt door beleidsmakers en wetenschappers, zowel internationaal als in Vlaanderen, gezien als een van de belangrijkste hefbomen naar een duurzame toekomst. De implementatie van Educatie voor Duurzame Ontwikkeling in scholen is daarom de focus van onderzoek, praktijk en beleid (UNESCO 2020). Toch zijn internationaal gevalideerde instrumenten om Educatie voor Duurzame Ontwikkeling binnen schoolorganisaties in kaart te brengen niet wijdverspreid. In dit project wilden we de Education for Sustainable Development School Organization Questionnaire (ESD-SOQ) in verschillende culturele en geografische contexten toepassen en valideren. Door na te gaan in hoeverre de ESD-SOQ ook buiten Vlaanderen valide en betrouwbaar is voor het meten van de kenmerken van het kader voor de EDO-effectieve schoolorganisatie zal dit onderzoeksproject bijdragen aan meer empirisch onderbouwd EDO-onderzoek. De centrale doelstelling van dit project is dan ook het door ontwikkelen van de ESD-SOQ tot een internationaal bruikbaar en gevalideerd instrument dat ingezet kan worden voor vergelijkend EDO-onderzoek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhelst Dries
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Impact Assessment voor Actie Competentie (IMP_ACT)
Abstract
Het doel van IMP>ACT is om beter te begrijpen en aanbevelingen te doen over hoe gemeten kan worden wat leerlingen daadwerkelijk leren in het onderwijs op het gebied van duurzaamheid en klimaatverandering (Sustainability and climate change eductaion, SCCE). Centraal in het bereiken van dit doel staat de ontwikkeling en validatie van het IMP>ACT beoordelingskader voor gebruikers in beleid en praktijk. SCCE is nog relatief nieuw in de EU-context. Er is nog steeds een gebrek aan inzicht in hoe effectief SCCE eruit ziet en hoe de impact ervan kan worden gemeten. Als gevolg daarvan ontbreekt het nog steeds aan een feitenbasis om beslissingen voor de verdere ontwikkeling van programma's en beleid te onderbouwen. Bestaand bewijsmateriaal is verspreid over wetenschappelijke gebieden en maatschappelijke actoren, wat vaak leidt tot onderbenutte feedback-lussen tussen monitoring, evaluatie en implementatie. Deze hiaten belemmeren effectieve beleidsvorming en het bereiken van SCCE-leerresultaten. De kern van het IMP>ACT beoordelingskader wordt gevormd door de concepten actievaardigheid (belangrijkste waarneembare leerresultaten van SCCE) en actiegerichtheid (belangrijkste kwaliteiten van het onderwijs, die het leren in SCCE stimuleren). IMP>ACT zal het raamwerk ontwerpen en valideren in een gebruikersgerichte, iteratieve aanpak door middel van kleinschalige interventies, gevolgd door zes grootschalige casestudies, geselecteerd om het bereik van levenslang leren van SCCE te dekken. IMP>ACT brengt een interdisciplinair consortium samen met partners uit SCCE-onderzoek, -beleid en -praktijk. In elk land werkt een nationale groep belanghebbenden (35 betrokken organisaties) actief mee aan de ontwikkeling en validatie van de IMP>ACT beoordeling.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Digitalisering in onderwijs en sociale inclusie van ouders met een migratieachtergrond op scholen in secundair onderwijs: een uitdaging of een kans?
Abstract
Dit project onderzoekt de impact van toenemende digitaliseringsprocessen in publiek onderwijs op de sociale inclusie van ouders met een migratieachtergrond, in België en in Italië. Het onderzoek richt zich op het verband tussen digitalisering en sociale inclusie van ouders met een migratieachtergrond door twee verschillende literatuurdomeinen samen te brengen: de studies over digitalisering en de impact van digitale technologieën op het onderwijsveld en de studies over de sociale inclusie van migranten op schoolniveau. Door te putten uit beide literatuurdomeinen draagt het project bij aan de verdere uitbreiding van het onderzoek naar de sociale inclusie van migrantenouders in scholen, dat een klein onderzoeksonderdeel blijft binnen de huidige stand van de wetenschap die zich meer richt op leerlingen met een migratieachtergrond. In tegenstelling tot eerder onderzoek is dit werk niet alleen geïnteresseerd in de kenmerken van de communicatie en interpersoonlijke interacties van ouders met leerkrachten, maar ook in het gevoel van ouders dat ze erbij horen in de schoolcontext, een gevoel dat samenhangt met deze interacties met de school. Bovendien draagt de studie ook bij aan het onderzoeksdomein over digitalisering en de impact ervan op het onderwijsveld. Het is namelijk een van de eerste studies die op een systematische en diepgaande manier de voor- en/of nadelen analyseert die digitale technologieën met zich meebrengen voor de interacties en relaties tussen leerkrachten en migrantenouders en voor het gevoel van betrokkenheid van de ouders. Dit onderzoeksproject hoopt niet alleen ons begrip van deze processen vanuit een academisch perspectief te bevorderen, maar ook ouders met een migratieachtergrond, bredere gemeenschappen en schoolactoren te ondersteunen in hun onderlinge interacties en relaties.Onderzoeker(s)
- Promotor: Clycq Noel
- Mandaathouder: Landini Irene
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling, implementatie en opvolging van het generieke exploratie-instrument 'Columbus' bij de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs (2024).
Abstract
In dit longitudinaal onderzoeksproject wordt in samenwerking met partners uit het hoger onderwijs (KULeuven, Ugent, Arteveldehogeschool) het instrument Columbus ontwikkeld en gevalideerd, met als doel een breed exploratie-instrument aan te bieden voor laatstejaarsleerlingen in het secundair onderwijs, dat ondersteunend is in de studie-oriëntering en transitie naar het hoger onderwijs. Ook de feedbackperceptie en de relatie met studiesucces in het eerste jaar wordt onderzocht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het schoolbestuur als eindverantwoordelijke voor onderwijskwaliteit: via analyse van processen en effectiviteit naar regulatiemechanisme voor overheidsbeleid.
Abstract
Schoolbesturen nemen in het onderwijslandschap een bijzonder prominente en ook te vaak onderschatte plaats in. Ze staan echter in voor diverse beleidsaspecten en bepalen in sterke mate de bevoegdheden, verantwoordelijkheden en de autonomie van de schoolleiders in de scholen(gemeenschap). Zij organiseren onderwijs en zijn (juridisch) eindverantwoordelijke voor de kwaliteit van dat onderwijs. De overheid kan dus geen kwaliteitsbeleid voeren zonder ook de schoolbesturen in de beleidsagenda te betrekken. Toch is het voor de overheid omwille een aantal aspecten onduidelijk welke regulatiemechanismen zij kan hanteren om de effectiviteit van schoolbesturen te bevorderen. De grondwettelijke vrijheid van onderwijs brengt met zich mee dat Vlaamse schoolbesturen verschillende rechtsvormen en organisatiestructuren aannemen. Dat betekent concreet dat eenzelfde Vlaamse onderwijsbeleidsdoelstelling een gedifferentieerde rechts-technische aanpak vraagt die optimaal past binnen de juridische en bestuurlijke contouren van elk type schoolbestuur. De thematiek van schoolbesturen kreeg de afgelopen decennia evenwel amper expliciete aandacht in empirisch onderzoek. Zo is het tot op heden vrijwel onduidelijk welke de determinanten zijn van (al dan niet) effectief functioneren van schoolbesturen. Er bestaat immers weinig systematisch verzamelde empirische evidentie over de samenstelling, werking en effectiviteit van schoolbesturen en conceptualiseringen zijn eerder beschrijvend dan analytisch van aard. De relatie tussen schoolbestuur en schoolleiding bleef daarbij tot nu ook zeer fragmentair onderzocht. Daarnaast is het voor de overheid zoeken naar passende instrumenten om deze kennisbasis te vertalen in beleidsstrategieën. De maatschappelijke rol van de overheid om schoolbesturen te sturen, monitoren en ondersteunen enerzijds en hoe deze rol vorm te geven anderzijds, moeten immers passen binnen de krijtlijnen van de grondrechten en rechtsposities in het onderwijs. Dat vergt een onderbouwd en gedetailleerd inzicht in regulatiemechanismen en instrumenten die de overheid hierbij kan inzitten. Centraal binnen dit onderzoek staat dan ook de onderzoeksvraag naar welke regulatiemechanismen de Vlaamse overheid kan ontwikkelen om het functioneren van schoolbesturen te bevorderen. Om deze onderzoeksvraag te voeden en te beantwoorden wordt een multimethode onderzoeksaanpak gehanteerd waarbij verschillende deelvragen behandeld worden. De vooropgestelde onderzoeksactiviteiten worden in drie luiken geclusterd. Het conceptueel-juridisch luik inventariseert de bestaande (inter)nationale kennisbasis, brengt de Vlaamse juridische context in kaart waar de relatie tussen wetgever, overheid en schoolbesturen wordt gesitueerd, en maakt een analyse van bestaande regulatiemechanismen binnen alternatieve sectoren en internationale onderwijssystemen waaruit de Vlaamse overheid kan leren. Het empirisch luik, met het oog op het verder conceptualiseren en verklaren van effectief schoolbestuur, maakt een beschrijving en analyse van schoolbesturen in de Vlaamse context aan de hand van gevalsstudies en surveyonderzoek binnen de diverse types schoolbesturen. Het beleidsvoorbereidend luik voorziet ten slotte in de ontwikkeling van beleidsscenario's waarbij verschillende regulatiemechanismen binnen de context van een meerlagig bestuurslandschap uitgewerkt worden, en een ex ante evaluatie van deze beleidsscenario's met prominente stakeholders uit het Vlaamse onderwijslandschap.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: De Bois Sigrid
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderwijs voor burgerschap en democratisch denken in crisistijden.
Abstract
De COVID-19-pandemie en de oorlog in Oekraïne zijn de laatste en meest expliciete voorbeelden van sociale, politieke en economische ontwrichting van de samenleving, die de onderliggende spanningen blootleggen waarmee liberale democratieën in Europa worden geconfronteerd. Deze spanningen worden met name ervaren door jongvolwassenen die nieuwe en cruciale fasen in hun leven ingaan. Bij het ontwikkelen en verwoorden van hun doelen en ambities, en het zoeken naar hun plek in de samenleving als jongvolwassen burgers, worden jongvolwassenen steeds vaker geconfronteerd met een veelheid aan (soms tegenstrijdige) verhalen en praktijken over wat democratie is en wat burgerschap inhoudt. Bovendien kan burgerschap als reactie op crises een strategie worden om anderen in de samenleving uit te sluiten of op te nemen. Grote gebeurtenissen accentueren enerzijds de aanhoudende ongelijkheden en uitsluitingsprocessen die verband houden met b.v. geslacht, etniciteit, klasse en politieke voorkeuren in elke samenleving, terwijl ze anderzijds vaak ook de veerkracht en kracht onthullen van individuen en gemeenschappen in hun inzet voor democratie en burgerschap. Het is deze complexiteit en gesitueerdheid van democratisch denken en actief burgerschap die ons project tracht te begrijpen. De periode van opkomende volwassenheid (18- tot 24-jarigen) definieert de jaren waarin jongvolwassenen vaak veel nieuwe verantwoordelijkheden krijgen en soms moeten kiezen tussen verschillende kansen en levenspaden. In dit project willen we nieuwe onderzoeksgegevens verzamelen om een toekomstige EU-aanvraag te versterken. Voortbouwend op het EDICT-voorstel willen we de percepties, ervaringen en gedragingen van jonge volwassenen onderzoeken met betrekking tot kwesties als burgerschap, democratisch denken, identiteit en diversiteit. We bestuderen hoe onderzoek inzicht kan geven in de onderliggende processen die jongvolwassenen beïnvloeden en hiertoe willen we een vragenlijst ontwikkelen die in verschillende (onderwijs)omgevingen kan worden geïmplementeerd en tot nieuwe inzichten leidt.Onderzoeker(s)
- Promotor: Clycq Noel
- Co-promotor: Bursens Peter
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Op weg naar Veerkracht: Gezamenlijke creatie door muziek en beweging voor lokale, vluchtelingen- en immigrantenkinderen.
Abstract
In een tijdperk van constante verandering en dreiging van politieke conflicten, virussen en klimaatverandering, wordt de mensheid op tal van manieren uitgedaagd. Kinderen worden het zwaarst getroffen door deze ongunstige omstandigheden, vanwege hun jeugdigheid en gebrek aan sociale macht. Veel jongeren zoeken hun toevlucht of migreren naar Europese landen, in de hoop op een betere toekomst. Toch gaat hun strijd vaak door, met moeilijkheden op school, binnen de gemeenschap van leeftijdsgenoten en hun bredere sociale kring. Muziek heeft bewezen een krachtig instrument te zijn om empowerment en sociale binding te stimuleren. Het doel van dit promotieonderzoek is om te groeien als kunstenaar-opleider door de ontwikkeling van op onderzoek gebaseerde praktijken die de "kracht van muziek" gebruiken om een zinvolle sociale impact te hebben. Uitgangspunt is het idee dat de integratie van gezamenlijk musiceren, samen bewegen, kan helpen om veerkracht op te bouwen. De focus ligt op de rol van lichamelijke beweging in muziekeducatie voor heterogene groepen lokale, nieuw aangekomen immigranten- en vluchtelingenkinderen. De rijvragen zijn: Welke artistieke en educatieve competenties zijn nodig om op beweging gebaseerde muziekactiviteiten te ontwerpen? Wat is de rol van co-creatie in een kindgerichte methodiek? Hoe kan het participatieve ontwerp van dergelijke activiteiten worden gebruikt om veerkracht te bevorderen? Door het ontwikkelen van een solide artistiek-pedagogisch kader wil de onderzoeker het potentieel van het participatieve aspect onderzoeken bij het ontwerpen van op beweging gebaseerde muzikale activiteiten om de veerkracht van een diversiteit aan kinderen te bevorderen. Om dit te bereiken, zullen de ontworpen workshops een veilige ruimte voor de kinderen bevorderen om hun interesses in muziek te uiten, hun muzikale herinneringen te verwelkomen en hun te leren de veelheid van geluid en beweging met een open geest te benaderen. De workshops zullen activiteiten omvatten zoals collectieve improvisatie, body percussie, instant compositie, grafische partituren, geluidswandelingen en op LBMS (Laban Bartenieff Movement System) geïnspireerde bewegingsoefeningen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het probleemoplossend vermogen van kleuters bevorderen door Assessment for Learning.
Abstract
Probleemoplossing is een van de 21e-eeuwse vaardigheden die nodig zijn om volwaardig deel te kunnen nemen aan onze steeds veranderende samenleving. Het bevorderen van het probleemoplossend vermogen van kleuters biedt een goede voorbereiding op de basisschool en levenslang leren. Dit project heeft tot doel een raamwerk en ontwerpprincipes te ontwikkelen om probleemoplossend vermogen bij kleuters te bevorderen door middel van Assessment for Learning (AfL). AfL biedt leerkrachten mogelijkheden om effectieve en gedifferentieerde leertrajecten uit te werken die zijn afgestemd op de geobserveerde competenties van kleuters. Bovendien biedt het kleuters de kans om te leren van feedback. Het project richt zich op het oplossen van problemen gerelateerd aan STEM. Probleemoplossingsvaardigheden zijn nodig in alle STEM-domeinen en STEM-onderwijs biedt veel mogelijkheden om te werken aan probleemoplossing. Het project bestaat uit drie opeenvolgende studies. Ten eerste zal een scoping review worden uitgevoerd om een synthese te maken van de bestaande kennis over het meten van het probleemoplossend vermogen van kleuters. Ten tweede zal een Delphi-panel worden gevormd met wetenschappers en experts uit de onderwijspraktijk om een AfL-raamwerk over probleemoplossing bij kleuters te creëren. Ten derde zal een stepped wedge cluster randomized trial worden opgezet om de haalbaarheid en effectiviteit van een AfL-interventie met betrekking tot probleemoplossing bij kleuters na te gaan.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Mandaathouder: Van Elsen Joris
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar effectief klasmanagement en een veilig klasklimaat dat leren ondersteunt: van grenzen stellen tot verbinden.
Abstract
Dit onderzoek is gericht op het voorkomen van ordeverstoring en het reduceren van de prevalentie van storend gedrag van leerlingen in het Vlaamse gewoon basis- en secundair onderwijs. Het project beoogt twee doelen. Vooreerst maken we een wetenschappelijke analyse van belangrijke kenmerken van een klasklimaat dat leren ondersteunt en storend gedrag van leerlingen voorkomt. Daarbij hebben we ook aandacht voor de hefbomen en drempels voor de ontwikkeling van zulk een klasklimaat en op welke manier factoren op macro-, school- en klasniveau hierin een rol spelen. Daarnaast zetten we sterk in op praktijkgerichte valorisatie en werken we een praktijkboek uit. Voor de realisatie van het eerste doel, zetten we een uitgebreide literatuurstudie op (met drie fasen). Op basis dit cyclische proces werken we een eerste versie van theoretisch raamwerk uit. Het theoretische raamwerk toetsen we af aan de Vlaamse en internationale praktijk. We zetten daarvoor focusgroepen op met relevante actoren in Vlaanderen (schoolteams, directies, ondersteuners, lerarenopleiders en wetenschappers). Daarnaast bespreken we het raamwerk en de uitdagingen die we ondervinden in Vlaanderen ook met actoren van onderwijssystemen in het buitenland waar – althans volgens TALIS resultaten – minder problemen op het vlak van klasmanagement ervaren worden. Na bijsturing en toetsing van het theoretisch raamwerk, maken we een selectie van minstens 10 concrete praktijken en zoeken we scholen waarin deze praktijk zinvol wordt toegepast. We streven naar concrete praktijken over diverse onderwijsniveaus en contexten heen, die verwijzen naar diverse essentiële kenmerken/bouwstenen en hefbomen uit het theoretisch raamwerk. We voorzien één schoolbezoek per praktijk, waarbij we deze praktijk rijk beschrijven. We inventariseren ervaringen met deze praktijk van diverse stakeholders (schoolteams, leerlingen en externen) via diepte-interviews, focusgroepsgesprekken en indien zinvol observaties. We peilen in de gesprekken ook naar het voorafgaande proces en naar kritische succesfactoren en (Vlaamse) randvoorwaarden, met oog op het formuleren van aanbevelingen voor implementatie. De inzichten uit dit casestudie-onderzoek vormen de basis voor het praktijkboek. Het project resulteert in twee wetenschappelijke rapporten, een praktijkgerichte gids en aanbevelingen voor implementatie in Vlaamse scholen, lerarenopleiding, professionalisering in het onderwijsveld (CLB, pedagogische begeleidingsdiensten, ondersteuningsnetwerken, …) en voor samenwerking met andere relevante actoren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Lichaam en geest in interactie: Onderzoeksinfrastructuur voor psychofysiologische sensortechnologie en toepassingen.
Abstract
Dit project is gericht op het ontdekken en ontwikkelen van nieuwe toepassingen van state-of-the-art psychofysiologische sensortechnologieën (gebruik makend van computationele en AI-technieken) om mensen uit verschillende doelgroepen te helpen werken, leren en ontspannen in onze moderne samenleving. Daarbij zorgen we voor een zinvolle en verantwoorde wijze van tracking. Om dit te bereiken is ons consortium voldoende interdisciplinair samengesteld. Dit vereist goed uitgeruste labo-infrastructuur voor het uitvoeren van gedrags- en psychofysiologische experimenten en (bijna) continue psychofysiologische tracking in levensechte contexten. De gevraagde onderzoeksinfrastructuur maakt een flexibele wisselwerking mogelijk tussen exploraties van beloftevolle indicatoren in een labo-setting en het nagaan van de robuustheid in realistische, ecologische contexten, en weer terug.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Daelemans Walter
- Co-promotor: DeSmet Ann
- Co-promotor: Jankowska Anna
- Co-promotor: Latré Steven
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Vaes Kristof
- Co-promotor: Van de Cruys Sander
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
- Co-promotor: Van Waes Luuk
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Herinrichten van burgerschapseducatie in tijden van (on)verbondenheid: De rol van emoties bij het vInden van een balans tussen eenheid en diversiteit.
Abstract
Sinds enkele decennia worden Europese samenlevingen gekenmerkt door een toenemende etnisch-culturele diversificatie en vraagstukken over sociale cohesie, nationale identiteiten en burgerschap zijn prominent aanwezig in de hedendaagse samenleving. Scholen hebben een kerntaak om bij te dragen aan een gedeeld gevoel van verbondenheid en het toenemende belang van burgerschapsonderwijs is daarom merkbaar in onderzoek, beleid en praktijk. Onderzoek heeft tot nu toe voornamelijk de normatieve en cognitieve invulling van burgerschapsonderwijs onderzocht. Voorgaand onderzoek heeft echter aangetoond dat jongeren met een migratieachtergrond andere collectieve identiteiten ontwikkelen dan jongeren zonder migratieachtergrond en dat (sub)nationale identiteiten minder aantrekkelijk zijn voor hen. Dit impliceert dat kennis en burgerschapscompetenties niet direct bijdragen aan een gedeeld gevoel van verbondenheid. Dit onderzoek heeft als doel te begrijpen waarom en wanneer jongeren zich 'thuis voelen' in de samenleving en hoe het onderwijs deze processen beïnvloedt. Deze studie richt zich specifiek op verbondenheid als emotioneel proces, waarbij er ook aandacht wordt besteed aan machtsrelaties en de sociale en politieke context. Met behulp van etnografische en narratieve methoden beoogt deze studie een genuanceerd inzicht te verwerven in hoe verbondenheid en burgerschap door jongeren uit het secundair onderwijs worden begrepen, gearticuleerd en ervaren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Clycq Noel
- Promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: Clycq Noel
- Co-promotor: Touquet Heleen
- Co-promotor: Vanhoof Jan
- Mandaathouder: Brummer Imke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Over het begrijpbaar meten van verstaanbaarheid: Een methodologisch onderzoek naar paarsgewijze vergelijkingen.
Abstract
Stel dat een logopedist of een leerkracht gevraagd wordt om de verstaanbaarheid van de spraak van een jong kind in te schatten. Spraakverstaanbaarheid is een intuïtief aantrekkelijke maar ook een lastig formeel te definiëren notie. Dus hoe kan ze op een betrouwbare, valide en efficiënte manier gemeten worden? Voor de beoordeling worden traditioneel zowel holistische (bvb. toekenning van een cijfermatige appreciatie) als analytische (bvb. beoordelen aan de hand van een aantal criteria) methodes gebruikt. Onderzoek leert ons echter dat de verschillende methodes hun valkuilen en tekorten hebben. Een methode die recent vooral vanuit de hoek van educational assessment wordt gepropageerd is comparatief beoordelen. Aan de grondslag van deze methode liggen inzichten uit de psychologie die aantonen dat mensen beter in staat zijn om objecten te vergelijken dan ze één voor één een score toe te wijzen op een bepaald kenmerk. Een logopedist beoordeelt dan bijvoorbeeld twee spraakstalen en bepaalt welke van de twee het meest verstaanbaar is. Dergelijke oordelen blijken meer betrouwbaar te zijn dan een holistische score toekennen. Het doel van dit project is tweeledig. Ten eerste willen we de generaliseerbaarheid van het comparatief beoordelen en de mérites ervan onderzoeken in het domein van het spraakonderzoek. Vervolgens willen we de methode zelf uitbreiden en een gepast statistisch model ontwikkelen. 1. Generalisering: De methode van paarsgewijs vergelijken is vooral in opgang in het brede domein van het meten van competenties in de onderwijskundige context. In dit project willen we de generaliseerbaarheid van het comparatief beoordelen naar andere domeinen waarin mensen beoordelen, nauwkeurig onderzoeken, m.n. in het domein van de wetenschappelijke studie van de spraak. Meer specifiek stellen we de vraag: leidt comparatief beoordelen tot betrouwbare, valide en efficiënte beoordelingen van de verstaanbaarheid van de spraak van jonge kinderen? 2. Uitbreiding: de huidige vorm van comparatief beoordelen is beperkt tot een eenvoudige paarsgewijze vergelijking, nl. dichotoom kiezen tussen twee alternatieven. De reden hiervoor is dat het statistisch model dat ingezet wordt om de data te modelleren, het Bradley-Terry-Luce model, enkel dichotome data toelaat. Paarsgewijze vergelijking kan echter uitgebreid worden naar ordinale en schaal-gebaseerde manieren van selectie en bovendien kan het van belang zijn om het beoordelen multidimensionaal aan te pakken (vergelijken op meerdere onderliggende aspecten van verstaanbaarheid). In dit onderzoek breiden we het statistisch model uit tot een generiek model dat helpt om verschillende vormen van data te analyseren.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Gillis Steven
- Mandaathouder: Rivera Espejo Jose Manuel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Exploratie, studie en valorisatie van effecten van team teaching op leerlingen en leraren. Voorbij de perceptie (ESTAFETT).
Abstract
Voorliggend onderzoeksproject focust op het verwerven van theoretisch en empirisch inzicht in de impact van team teaching. Team teaching is een collaboratief onderwijsmodel waarbij twee of meer leraren samenwerken in de voorbereiding, het lesgeven en/of de evaluatie van een les/vak. Ondanks de populariteit van team teaching als een veelbelovende strategie – zowel in onderzoek als in de onderwijspraktijk - is er nauwelijks empirische evidentie die de effectiviteit van team teaching overtuigend aantoont. Rekening houdend met de lacunes in de huidige state-of-the-art en de duidelijke vraag naar evidentie geformuleerd door het werkveld, beoogt dit project inzicht te verwerven in de effecten van team teaching op leerlingen en leraren. Om dit doel te bereiken worden vier onderzoekslijnen vooropgesteld: (1) een grootschalig vragenlijstonderzoek, (2) een video-gebaseerde observatiestudie, (3) een quasi-experimentele studie, en (4) een interventieonderzoek. Deze onderzoekslijnen resulteren in vier, op evidentie gebaseerde utilisatieproducten: (1) een Vlaanderen-brede professionele leergemeenschap, (2) een online kennisplatform, (3) een professionaliseringstraject, en (4) een white paper met beleidsaanbevelingen rond team teaching. Methodologisch onderscheidt dit SBO-project zich duidelijk van het huidige onderzoeksveld door grootschalig onderzoek dat voorbijgaat aan de perceptie, door het integreren van meer directe meetmaten en een quasi-experimenteel luik. Dusdanig leveren de voorgestelde onderzoekslijnen baanbrekende theoretische inzichten op en tillen ze empirisch onderzoek rond team teaching naar een hoger niveau. De voorgestelde utilisatieproducten bieden antwoord op urgente noden geformuleerd door het Vlaamse onderwijsveld in het algemeen en een diverse en grote groep van reeds geëngageerde stakeholders in het bijzonder. Het project wordt uitgevoerd door een consortium van experten van twee universiteiten en twee hogescholen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Steunpunt voor de ontwikkeling van gestandaardiseerde, genormeerde en gevalideerde net- en koepeloverschrijdende toetsen in Vlaanderen (2021-2025).
Abstract
Het Steunpunt Centrale Toetsen in Onderwijs zet in op de ontwikkeling van toetsen in functie van onderwijsontwikkeling. Het Steunpunt bestaat uit een consortium van alle vijf Vlaamse universiteiten (Universiteit Gent, Vrije Universiteit Brussel, Katholieke Universiteit Leuven, Universiteit Hasselt en Universiteit Antwerpen) en twee hogescholen (Artesis Plantijn Hogeschool en Arteveldehogeschool). Die universiteiten en hogescholen bundelen de komende vijf jaar (2021-2025) hun expertise in opdracht van de Vlaamse regering. Het Steunpunt heeft vijf kerntaken. Meer weten over deze kerntaken? Zie: https://steunpunttoetsen.be/Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Trends in International Mathematics and Science Study (TIMSS) 2023 – Graad 4 in Vlaanderen.
Abstract
TIMSS is een internationaal vergelijkende studie over de prestaties voor wetenschappen en wiskunde van leerlingen in het vierde leerjaar. De dataverzameling gebeurt bij een representatieve steekproef en de resultaten vormen de basis voor beleidsaanbevelingen. We zoomen daarbij in op (1) prestaties van Vlaamse leerlingen, (2) verklaren van verschillen door leerling-, klas- en schoolkenmerken, (3) vergelijken met anderen deelnemende landen en (4) trends in de Vlaamse prestaties overheen de tijd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De rol van community-gebaseerde onderwijsruimtes op het wegwerken van de etnische kloof in onderwijs: een mixed-method evaluatie- en impactstudie.
Abstract
Onderwijssystemen overal ter wereld worstelen met het wegwerken van etnische ongelijkheden in de onderwijsprestaties van jongeren met en zonder immigratieachtergrond. Ondanks hoge overheidsinvesteringen en vele beleidsacties op het structurele en het individuele niveau, is de vooruitgang beperkt. Meestal zijn jongeren met een immigratieachtergrond, hun gezinnen en 'gemeenschappen' passieve actoren in het zoeken naar oplossingen voor de moeilijkheden die zij ervaren. Hierdoor worden de initiatieven die zij zelf nemen – zoals initiatieven voor huiswerkondersteuning, religieuze- en taallessen of gemeenschapsscholen – al te vaak uit het oog verloren. Onderzoek naar deze community-gedreven onderwijsruimtes heeft zich tot nog toe, voornamelijk vanuit een etnografisch perspectief, gefocust op hun politieke rol om het onderwijslandschap te hervormen en op de strategieën die ze daarbij gebruiken. Grote vraagtekens blijven bestaan, met name over de impact van deze initiatieven. Ons onderzoek helpt de huidige stand van zaken in het veld vooruit door de impact en effectiviteit van deze initiatieven op leren, welbevinden en identiteitsvorming te bestuderen en door de te peilen naar de evaluatie van de betrokkenen zelf. Hiertoe gebruiken wij een mixed-method benadering van kwantitatief en kwalitatief onderzoek en plaatsen we de stem van kwetsbare personen centraal. Deze inzichten helpen stakeholders in de community-onderwijs initiatieven en in het publieke onderwijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Clycq Noel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Afgelopen projecten
Feedbackfixaties: de ontrafeling van interne verwerking van online feedback teksten.
Abstract
Online zelf-evaluatie instrumenten zoals Columbus duiken steeds meer op in de transitie van het secundair naar hoger onderwijs. Deze instrumenten bezorgen geautomatiseerde en gepersonaliseerde feedback aan studenten. Echter, de interne verwerking van deze feedback blijft een mysterie en het heeft geen zin om feedback te geven als deze niet gebruikt wordt. Recent vonden verschillende systematische reviews een kennislacune en vragen meer onderzoek naar interne verwerking van feedback. Theoretisch gezien, bestaat de 'zwarte doos van feedbackverwerking' uit interpretatie, opgewekte emoties en besluitvorming maar er is een gebrek aan empirisch bewijs. Daarom beoogt dit project om de interacties tussen interpretatie van feedback, emotionele verwerking en besluitvorming te ontrafelen, terwijl het 'verdelen van aandacht', de focus, als een extra component in dit proces wordt toegevoegd. Eye tracking en andere psychofysiologische maten worden toegepast om een diepgaand inzicht in deze processen te geven. Daarnaast is zelfeffectiviteit, de zelfperceptie over de capaciteit van de student om een taak te voltooien, een antecedent van feedbackverwerking. Vandaar dat ook de relatie tussen dit antecedent en de interne mechanismen wordt meegenomen. Dit project zal zowel fundamentele inzichten geven in feedbackverwerking in het geval van geautomatiseerde feedback, als resulteren in een pad naar adaptieve softwaretoepassingen om de opname van feedback te verbeteren via co-creatie met experten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Mandaathouder: Van Tricht Charlotte
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ondersteuningsbeleid cognitief sterk functionerende leerlingen.
Abstract
Om scholen en ondersteunende diensten op een duurzamere wijze te ondersteunen in hun onderwijs aan en begeleiding van cognitief sterke leerlingen investeert de Vlaamse Regering in een 'Ondersteuningsbeleid cognitief sterk functionerende leerlingen met wetenschappelijke ondersteuning'. De wetenschappelijke ondersteuning en coördinatie van dit beleid wordt opgenomen door het interuniversitair expertisecentrum Talent (KU Leuven, UAntwerpen, UGent).Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een systeem voor beroeps- en technisch onderwijs creëren dat tot economische mobiliteit leidt.
Abstract
Het project wil begrijpen hoe beroeps- en technisch secundair en post-secundair VET-onderwijs in Vlaanderen contact leggen met potentiële studenten, werkgevers en het publiek. Het project heeft bijzondere belangstelling voor studenten die de school zonder diploma verlaten en volwassenen die zich willen bij- of omscholen. We willen een mixed-methodenanalyse uitvoeren van de strategieën die het "Belgische" onderwijssysteem gebruikt om inschrijvingen te promoten in programma's voor beroeps- en technisch onderwijs na de leerplicht. Deze analyse zou bestaan uit interviews met directeuren van beroeps- en technische programma's, en analyse van de inschrijvings-, onderwijs- en en arbeidsmarktgegevens. De beroeps- en academische trajecten in Vlaanderen bieden een duidelijk traject van onderwijs naar beroepsbevolking voor studenten die hoger secundair en post-secundair onderwijs overwegen. Zowel de inschrijvingspercentages van 19- en 20-jarigen en de economische resultaten voor personen met een hoger secundair en post-secundair niet-tertiair onderwijsniveau geven aan dat België succesvol is geweest in het bevorderen en verstrekken van beroeps- en technisch onderwijs. onderwijs. Antwerpen is een ideale locatie om deze studie uit te voeren vanwege de verscheidenheid aan post-secundaire onderwijsinstellingen instellingen in de stad. Het doel om te begrijpen hoe het "Belgische" onderwijssysteem zijn beroeps- en en technische programma's stimuleert om beleidsmakers in de V.S. een beter inzicht te geven in hoe ze dit soort programma's kunnen socialiseren, het aantal studenten te verhogen en de samenwerking tussen werkgevers en onderwijsverstrekkers te verbeteren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het ontrafelen van zelfregulerend professioneel leren in hedendaagse uitdagende werkomgevingen.
Abstract
In hedendaagse werkomgevingen is blijvend leren en ontwikkelen erg belangrijk voor de continue optimalisering en kwaliteitsvolle uitvoering van het werk door professionals, alsook voor hun duurzame inzetbaarheid. Daarbij speelt zelfregulerend professioneel leren (ZRpL) waarbij professionals leerdoelen stellen, gepaste strategieën kiezen en inzetten om hun leerproces vorm te geven, alsook hun leerproces monitoren en evalueren, een cruciale rol. Eerder onderzoek toonde aan dat het ontbreekt aan een eenduidige definitie en invulling van ZRpL en hoe het vorm krijgt wanneer het nauw verweven is met de werkuitvoering in hedendaagse werkomgevingen. Samen met een toenemende interesse voor onderzoek naar werkplekleren, kreeg internationaal onderzoek naar ZRpL heel wat aandacht in de afgelopen 2 decennia. Niettegenstaande deze aandacht, én het bewustzijn van het belang van ZRpL, staat onderzoek naar ZRpL als een proces dat nauw verweven is met werk, nog in grote mate in de kinderschoenen. Om bij te dragen aan meer conceptuele duidelijkheid werd een eerste exploratief onderzoek uitgevoerd bij medische specialisten in de klinische werkomgeving als voorbeeld van een uitdagende werkomgeving. De resultaten kunnen een interessante bijdrage zijn voor de bestaande theoretische modellen van zelfregulerend leren. Dit project wil verder bouwen op deze eerste stappen, door de conceptuele bevindingen aangaande ZRpL als een proces dat zich ontvouwt doorheen de tijd in de authentieke klinische omgeving verder te valideren, alsook de gebruikte methodologische aanpak verder te valideren. De rijke onderzoeksgegevens aangaande ZRpL van acht medische specialisten die al werden verzameld en getranscribeerd, zullen geanalyseerd worden met het oog op het beantwoorden van de onderzoeksvragen. De resultaten van dit project dragen substantieel bij aan de theoretische onderbouwing van ZRpL. Daarmee zal dit project het onderzoeksveld van ZRpL en professioneel leren vooruit helpen. Dit is tevens een noodzakelijke stap om fundamenteel, uitdagend en innovatief vervolgonderzoek in dit onderzoeksveld verder te initiëren. Dit project sluit aan bij het onderzoek van EduBRon binnen de faculteit sociale wetenschappen, departement opleidings-en onderwijswetenschappen, dat zich richt op professioneel leren in organisaties. Het sluit tevens aan bij het onderzoek van de special interest groep 14 'Learning and professional development' van de European Association for Research on Learning and Instruction (EARLI). De resultaten van dit project zullen gepresenteerd worden op het EARLI/SIG14 congres, waar nieuwe internationale samenwerkingen op dit thema verkend en geïnitieerd kunnen worden. Daarnaast zullen de resultaten van dit project ingediend worden voor publicatie, en zullen ze tevens aanleiding geven voor het uitwerken van nieuwe onderzoekaanvragen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cuyvers Katrien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Effectieve feedback dashboards in onderwijs en training (EFDOT).
Abstract
Het gebruik van learning analytics en feedbackdashboards in onderwijs en training neemt toe in Vlaanderen en internationaal. Dit wordt ook gestimuleerd door actueel onderwijs- en organisatiebeleid dat vraagt om meer monitoring en evaluatieonderzoek. Dit project beoogt het stimuleren van fundamenteel onderzoek naar de effectiviteit van feedbackdashboards voor leerders in onderwijs- en trainingscontexten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Vanhoof Jan
- Mandaathouder: Willems Jonas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Realiseren van onderwijs op maat en meer inclusief onderwijs: onderzoek naar kwaliteitsvolle samenwerking tussen het gewoon en buitengewoon onderwijs.
Abstract
Dit onderzoek beoogt het verwerven van inzichten in vormen van samenwerking tussen scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs, om gezamenlijk onderwijs vorm te geven, kwaliteitsvolle trajecten op maat van leerlingen aan te bieden en een vlottere overstap van buitengewoon onderwijs naar gewoon onderwijs mogelijk te maken. Daarvoor maken we ten eerste een analyse van loopbanen van leerlingen die de overgang maken van buitengewoon naar gewoon onderwijs binnen hetzelfde onderwijsniveau. Ten tweede analyseren we kenmerken, vormen en praktijken van samenwerking tussen scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs. We wensen naast een gedetailleerde beschrijving van de vormen van samenwerking, ook inzichten te verkrijgen in processen, mechanismen en randvoorwaarden. Om deze doelen te bereiken, zetten we een onderzoeksproject op waarbij gebruik gemaakt wordt van (1) beschikbare administratieve data verzameld door het departement onderwijs, (2) een grootschalige bevraging (bij alle scholen buitengewoon onderwijs in Vlaanderen), (3) telefonische interviews en (4) een casestudieonderzoek. We kiezen voor een combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. Op die manier krijgen we - in de breedte - een overzicht van de schoolloopbanen van leerlingen, bestaande samenwerkingsvormen en de samenhang met bepaalde leerling- en schoolvariabelen. Daarnaast verkrijgen we – in de diepte - inzicht in de verklarende mechanismen van deze samenhang, de ervaringen van betrokken actoren en een diepgaandere beschrijving van succes- en risicofactoren. Het onderzoek mondt uit in een wetenschappelijk onderzoeksrapport, een wetenschappelijk onderbouwde, praktijkgerichte inspiratiegids voor de ontwikkeling en vormgeving van samenwerking tussen scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs en wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen voor beleidsmakers.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Francqui Leerstoel 2022-2023 Prof. Mieke Van Houtte.
Abstract
Professor Mieke Van Houtte, laureate van de Belgische Francqui Leerstoel 2022-2023 is verbonden aan de universiteit van Gent, en hoofd van de onderzoeksgroep CuDOS: Cultural Diversity: Opportunities and Socialisation. Vanuit een onderwijssociologisch perspectief verzorgt professor Van Houtte een lezingenreeks over "Onderwijs in een geïndividualiseerde, diverse, veranderende samenleving". Zij stelt hierbij enkele pertinente vragen: hoe kunnen we zogenaamde excellentie combineren met maximale kansen voor alle betrokkenen, en met name voor leerlingen en studenten? Hoe kunnen we jongeren zo opleiden en ondersteunen dat ze ten volle kunnen deelnemen aan de samenleving en haar instituties? En hoe zorgen we er voor dat achtergrondkenmerken zo weinig mogelijk impact hebben op onderwijsuitkomsten? In de verschillende gastcolleges doorheen het academiejaar 2022-2023 komen tal van thema's aan bod. Onder andere over de rol van de leerkrachten, en ook de bredere schoolcultuur, en hoe dat samenhangt met verwachtingen en vertrouwen van leerkrachten in leerlingen van verschillende achtergronden. Daarnaast zullen er ook gastcolleges zijn over de rol van socio-economische, gender en etnische achtergrond in onderwijs, en hoe klassieke sociologische theorieën hier verklaringen kunnen bieden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Clycq Noel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek bevorderen naar de interveniërende rol van genormeerde en gepersonaliseerde feedbackinstrumenten op de ontwikkeling van het zelfbeeld en de zelfregulerende praktijken van studenten tijdens het eerste jaar hoger onderwijs.
Abstract
Het doel van dit project is het onderzoeken van de mogelijke interveniërende rol van NPF-instrumenten op de ontwikkeling van het zelfbeeld en de zelfregulatie van studenten tijdens het eerste jaar van het hoger onderwijs. De de volgende drie onderzoeksfoci staan centraal: (1) bestuderen hoe studenten cognitief omgaan met feedback van een NPF instrument, (2) de gepercipieerde impact van het geven van feedback in kaart brengen in relatie tot de (ontwikkeling van) het zelfbeeld en zelfregulatie, en (3) het exploreren van de meerwaarde van de inzet van geavanceerde onderzoeksmethoden in het betreffende onderzoeksgebied.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
FWO sabbatsverlof 2022-2023 (Prof. V. Donche).
Abstract
Het doel van dit project is het onderzoeken van de mogelijke interveniërende rol van NPF-instrumenten op de ontwikkeling van het zelfbeeld en de zelfregulatie van studenten tijdens het eerste jaar van het hoger onderwijs. De de volgende drie onderzoeksfoci staan centraal: (1) bestuderen hoe studenten cognitief omgaan met feedback van een NPF instrument, (2) de gepercipieerde impact van het geven van feedback in kaart brengen in relatie tot de (ontwikkeling van) het zelfbeeld en zelfregulatie, en (3) het exploreren van de meerwaarde van de inzet van geavanceerde onderzoeksmethoden in het betreffende onderzoeksgebied.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wetenschappelijke onderbouwing voor een kwalitatieve, effectieve en efficiënte opvolging van de werking van Duurzaam Educatiepunt.
Abstract
We kunnen er niet omheen. Duurzaamheid en klimaat staan hoog op de agenda van onderzoekers en beleidsvoerders. Ook onderwijs en educatie zetten initiatieven op het getouw om huidige en toekomstige generaties te wapenen tegen de uitdagingen die duurzaamheidskwesties met zich meebrengen. Educatie voor Duurzame Ontwikkeling wordt naar voor geschoven als een onderwijsaanpak die handvatten biedt om deze uitdagende taak te helpen volbrengen (UNESCO, 2017; Olsson et al., 2022). Duurzaam Educatiepunt, het expertisecentrum rond duurzaamheidseducatie van het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid, biedt ondersteuning aan scholen in het leerplicht- en hoger onderwijs bij hun inspanningen rond natuur- en milieueducatie (NME) of Educatie voor Duurzame Ontwikkeling (EDO). Dit gebeurt via drie educatieve programma's: het NME-programma, Milieu op School (MOS) en Ecocampus (hoger onderwijs). Het NME-programma richt zich op educatieve partners zoals o.a. NME-centra, NME-verenigingen en onderwijsactoren. MOS wil scholen ondersteunen om een duurzame leer- en leefomgeving te ontwikkelen in een samenwerking tussen leerlingen, het schoolteam en het ruimere netwerk van de school. Ten slotte wil Ecocampus een aanspreekpunt zijn voor het hoger onderwijs om duurzaamheid ook daar in de opleidingen te integreren. Om deze ondersteuning op het vlak van NME en EDO verder te optimaliseren werden HIVA-KULEUVEN, de Universiteit Antwerpen en de Universiteit Utrecht gevraagd om de programma's van Duurzaam Educatiepunt te evalueren. Hierbij is het de bedoeling om na te gaan in welke mate het educatief aanbod van Duurzaam Educatiepunt aansluit bij de specifieke noden van de gebruikers.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderwijs voor leerlingen met een ernstig meervoudige beperking (EMB).
Abstract
Ondanks het recht op onderwijs voor alle kinderen, is het realiseren van kwaliteitsvol onderwijs voor leerlingen met ernstige meervoudige beperkingen (EMB) niet eenvoudig. In de praktijk hebben scholen en zorgaanbieders uiteenlopende initiatieven genomen om een geïntegreerd of complementair onderwijs- en zorgaanbod te ontwikkelen voor deze leerlingen. In dit project zal op basis van een review een toetsingskader ontwikkeld worden dat de verwachtingen expliciteert met betrekking tot een kwaliteitsvol en volwaardig onderwijsaanbod voor leerlingen met EMB. Tevens zal op basis van case-studies en een vignettenstudie een analyse gemaakt worden van de wijze waarop vandaag concreet vormgegeven wordt aan onderwijs- en zorgarrangementen voor leerlingen met EMB en welke drempels en hinderpalen daarbij ervaren worden. Tenslotte zal in een actie-onderzoek met vijf leerlingen met EMB waar het onderwijs dreigt vast te lopen een concrete werkwijze geïmplementeerd worden om een geïntegreerd onderwijs- en zorgplan te ontwikkelen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Analyse en rapportering 'Evaluatie Inspectie 2.0.'.
Abstract
Op 1 september 2018 ging in Vlaanderen de doorlichting volgens de principes van Inspectie 2.0 van start. Deze nieuwe manier van doorlichten is gebaseerd op het referentiekader voor Kwaliteit in het Onderwijs (OK) (2016), waarin de Vlaamse overheid haar verwachtingen schetst voor kwalitatief goed onderwijs. Binnen Inspectie 2.0 onderzoekt de Vlaamse onderwijsinspectie in hoeverre een school haar eigen onderwijskwaliteit verder ontwikkelt. Daarnaast onderzoeken de schoolinspecteurs in welke mate het onderwijsaanbod van de school voldoet aan de kwaliteitsverwachtingen van het referentiekader en in overeenstemming is met de regelgeving (Vlaamse Inspectie van het Onderwijs, 2018). Naast deze verantwoordingsgeoriënteerde doelen krijgt de onderwijsinspectie nu ook een stimulerende rol toegewezen. Dat beoogt ze door tijdens een schooldoorlichting de inspanningen van scholen inzake onderwijskwaliteit in kaart te brengen en hierover transparant te communiceren (Vlaamse Inspectie van het Onderwijs, 2018). In het kader van met UAntwerpen interne middelen gefinancierd onderzoek werd een vragenlijst verstuurd naar alle directies en leraren in Vlaamse basisscholen die tussen januari en mei 2018 doorgelicht werden. Deze bevraging maakt een beschrijving mogelijk van de manier waarop directies en leraren de nieuwe manier van doorlichtingen hebben ervaren. Dit rapport bevat beschrijvende analyses van deze bevraging.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling, implementatie en opvolging van het generieke exploratie-instrument 'Columbus' bij de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs.
Abstract
In dit longitudinaal onderzoeksproject wordt in samenwerking met partners uit het hoger onderwijs (KULeuven, Ugent, Arteveldehogeschool) het instrument Columbus ontwikkeld en gevalideerd, met als doel een breed exploratie-instrument aan te bieden voor laatstejaarsleerlingen in het secundair onderwijs, dat ondersteunend is in de studie-oriëntering en transitie naar het hoger onderwijs. Ook de relatie met studiesucces in het eerste jaar wordt onderzocht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
(Differentiële) effectiviteit van educatie voor duurzame ontwikkeling.
Abstract
Educatie voor duurzame ontwikkeling (EDO) speelt een sleutelrol bij het verwezenlijken van de Europese ambities in het kader van de Green Deal. EDO heeft tot doel leerlingen die competenties bij te brengen die nodig zijn om te bouwen aan een betere toekomst voor iedereen, door bij te dragen aan oplossingen voor maatschappelijke, economische en ecologische problemen. Voortbouwend op Europese referentiekaders zoals de 'Competenties voor Levenslang Leren' en de "Groene Competenties", is in recent wetenschappelijk werk het concept actiecompetentie als centraal element van EDO aangemerkt. Actiecompetentie kan als zodanig een basis vormen voor burgers om de 'wicked problems' aan te pakken die kenmerkend zijn voor duurzaamheid. Academici en maatschappelijke stakeholders zijn het erover eens dat EDO en de belangrijkste pedagogische beginselen ervan (holisme, pluralisme en actiegerichtheid) de ontwikkeling van actiecompetentie bij leerlingen kunnen bevorderen. Er is steeds meer evidentie die deze claims ondersteunt, maar het blijft onduidelijk onder welke omstandigheden EDO voor wie effectief is. Voortbouwend op resultaten en data uit bestaand onderzoek, zal het DEESD-project zich richten op de complexe kwestie van differentiële educatieve effectiviteit in EDO in termen van het bereiken van actiecompetentie bij leerlingen op scholen. Secundaire analyses die gebruik maken van grootschalige datasets, en binnen de ethische contouren van die data, zullen worden uitgevoerd om de centrale vraag 'wat werkt voor wie in EDO' te beantwoorden. Leidende vragen betreffen de relatie tussen configuraties van de pedagogische principes van EDO aan de ene kant en configuraties van de actiecompetentie van leerlingen aan de andere. De resultaten zullen bijdragen tot het identificeren van doeltreffende strategieën om de ontwikkeling van actiecompetentie van diverse doelgroepen binnen het formele onderwijs te ondersteunen, en EDO af te stemmen op de behoeften van de lerenden. Deze inzichten effenen het pad voor een bijdrage aan de ambities van Horizon Europe om mondiale uitdagingen op het gebied van klimaat, energie, mobiliteit, voedsel, natuurlijke hulpbronnen, landbouw, milieu, democratie en veiligheid aan te pakken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Boeve-de Pauw Jelle
- Co-promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Problem solved: Meten en beoordelen van STEM-gerelateerde probleemoplossing van kleuters.
Abstract
Probleemoplossing is een essentiële vaardigheid voor leren en leven in de 21ste eeuwse kennismaatschappij. De kleuterleeftijd is het ideale moment om probleemoplossingsvaardigheden te stimuleren. Tot op heden is er weinig geweten over de manier waarop kleuters STEM-gerelateerde problemen oplossen. Dit onderzoeksproject wil een instrument ontwikkelen om STEM-gerelateerde probleemoplossingsvaardigheden en -processen van kleuters te meten en te beoordelen. Het meten van probleemoplossing van kleuters kan de wetenschappelijke kennisbasis vergroten en tegelijk helpen effectieve leeractiviteiten te ontwikkelen om probleemoplossingsvaardigheden van kleuters te versterken. De ontwikkeling van een prototype zal gebeuren in drie stappen. Door middel van een scoping review wordt een synthese gemaakt van de bestaande wetenschappelijke literatuur over het meten en beoordelen van STEM-gerelateerde probleemoplossingsvaardigheden en -processen van kleuters. Op basis van de hieruit voortvloeiende inzichten wordt een Delphi studie opgezet. In nauwe samenwerking met een panel van onderzoekers en mensen uit de onderwijspraktijk wordt een raamwerk gecreëerd voor het meten en beoordelen van STEM-gerelateerde probleemoplossingsvaardigheden en -processen van kleuters. Door het uitvoeren van Design-Based Research zal dit raamwerk verder worden uitgewerkt tot een prototype van een meetinstrument voor probleemoplossing dat kan worden gebruikt door leerkrachten in de reële klaspraktijk.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Mandaathouder: Van Elsen Joris
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
FLEXIO: flexibel professionaliseren rond flexibel onderwijs en diversiteit.
Abstract
De doelstelling van dit pilootproject is om een phygital leeromgeving (FLEXIO) te ontwikkelen die collectief leren tussen leraren, student-leraren, lerarenopleiders en pedagogische begeleiders rond handelingsgericht en inclusief werken faciliteert en de resultaten daarvan verduurzaamt. De output bestaat uit een blauwdruk voor het opzetten van een leergemeenschap tussen lerarenopleidingen, scholen en pedagogische begeleiders met ruimte voor professionalisering binnen én buiten de klaspraktijk en een online leerplatform om de mix van fysiek en digitaal collectief leren te faciliteren en praktijkgerichte, evidence informed inzichten en tools rond diversiteit en inclusief werken breed toegankelijk te maken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
FWO sabbatsverlof 2021-2022 (Prof. P. Van Den Bossche).
Abstract
De doelstellingen van dit sabbatical leave situeren zich binnen en dragen bij aan mijn jarenlange onderzoekslijn naar teamleren. Dit onderzoek heeft tot doel te begrijpen hoe teams meerdere perspectieven en rijke probleemconceptualisatie kunnen toevoegen aan complexe problemen door de kennisdeling en -ontwikkeling die teamleren met zich meebrengt te bestuderen. Ik zal dit sabbatsverlof gebruiken om ons onderzoek naar teamleren te versnellen met de volgende aandachtspunten: (1) ontwikkeling van een dynamisch teamleermodel, dat de keuzes in meting en analyse schetst en begeleidt; (2) de dynamische interactie tussen teamleren en leiderschap in teams bestuderen. (3) Een methodologie voorstellen om stress op teamniveau en de relatie met teamleren en teamleiderschap te analyseren. Dit zal gebeuren door het uitvoeren van een review, lab- en veldonderzoek. Ook de verdere uitbouw van ons Antwerp Social lab, incubator van onderzoeksdesigns zoals verkend in deze sabbatical, is een expliciet doel. De drie onderzoeksbezoeken die gepland zijn, maken samenwerking mogelijk met onderzoekers van onderzoeksgroepen die complementaire expertise bieden met betrekking tot de drie focusgebieden (vb. leiderschap, procesmaatregelen, dynamische conceptualisaties, EDA, ...). Ook bieden ze toegang tot twee gerenommeerde sociale wetenschappen labOnderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
BOF Sabbatsverlof 2021-2022 - Piet Van den Bossche.
Abstract
De doelstellingen van dit sabbatical leave liggen binnen en dragen bij aan mijn jarenlange onderzoek naar teamleren. Dit onderzoek heeft tot doel te begrijpen hoe teams meerdere perspectieven en rijke probleemconceptualisering kunnen brengen bij complexe problemen door de kennisdeling en -ontwikkeling te bestuderen die teamleren met zich meebrengt. Ik zal dit sabbatical leave gebruiken om ons onderzoek naar teamleren te versnellen met de volgende aandachtspunten: (1) ontwikkeling van een dynamisch teamleermodel, dat de keuzes in meting en analyse schetst en begeleidt; (2) de dynamische interactie tussen teamleren en leiderschap in teams bestuderen. (3) Een methodologie voorstellen om stress op teamniveau en de relatie met teamleren en teamleiderschap te analyseren. Dit zal gebeuren door middel van een review, lab en veldonderzoek. Ook de verdere ontwikkeling van ons Antwerp Social Lab, incubator van onderzoeksontwerpen zoals onderzocht in deze sabbatical, is een expliciet doel. De drie geplande onderzoeksdoelen maken samenwerking mogelijk met onderzoekers van onderzoeksgroepen die complementaire expertise bieden met betrekking tot de drie foci (bv. Leiderschap, procesmaatregelen, dynamische conceptualisaties, EDA, ...). Ze bieden ook toegang tot twee gerenommeerde labo's voor sociale wetenschappen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Pilootproject ter versterking van de lerarenopleidingen, in nauwe relatie met actoren die instaan voor het verdere professionele continuüm van de leraar.
Abstract
Dit project versterkt de lerarenopleiding door een ICT-ondersteund leer-, evaluatie- en deelplatform voor de LIO (leraar in opleiding), diens mentor-coach en diens lerarenopleider(s). Dit instrument, het LIO-Platform, kan in elke lerarenopleiding zonder grote structurele aanpassingen toegevoegd worden aan de bestaande LIO-begeleiding en zal in dit pilootproject worden ontworpen, ontwikkeld, geïmplementeerd en wetenschappelijk geëvalueerd. Het doel is hiermee het zelfsturend leren van LIO-studenten te vergroten, de mentor-coach te versterken in de begeleiding van de LIO-studenten en de afstemming tussen LIO-student, mentor en de opleiding te faciliteren. Hiervoor bundelen we (1) de praktische ervaring met LIO-begeleiding van de lerarenopleidingen aan Universiteit Antwerpen (Master S.O.) en AP Hogeschool (Bachelor S.O.), (2) de wetenschappelijke expertise omtrent vakdidactiek, zelfregulerend leren en leergemeenschappen van de onderzoeksgroep Didactica en het expertisecentrum APERU, (3) de technologische ervaring met de ontwikkeling van een online tool voor leerprocesopvolging van Odisee Hogeschool, (4) de know how in expertisedeling onder onderwijsprofessionals van Onderwijsnetwerk Antwerpen (ONA) en van Centrum Nascholing onderwijs (CNO) en (5) de grote diversiteit aan schoolse partners in zowel (groot)stedelijke als minder geurbaniseerde contexten gespreid over de provincie Antwerpen. In functie van het opzetten van de samenwerking werden, over de provincie-, associatie- en netgrenzen heen, gesprekken gevoerd met deze verschillende partners die inhoudelijk op een complementaire manier het project versterken en de reikwijdte ervan verbreden. De samenwerking met enkele secundaire scholen wordt in deze projectaanvraag expliciet geformaliseerd door hen afzonderlijk te vermelden. Vertrekkende vanuit een probleemstelling die de projectpartners delen, stelt het pilootproject zich tot doel om (1) het zelfregulerend leren en de vakdidactische competentie van de LIO te versterken, (2) de LIO-begeleiding door de mentor-coach te stimuleren op het vlak van zelfregulerend leren en de vakdidactiek, en (3) de samenwerking op het vlak van LIO-begeleiding en -evaluatie tussen de mentor-coach en de lerarenopleiding te verbeteren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Cuyvers Katrien
- Co-promotor: Casteleyn Jordi
- Co-promotor: De Schrijver Jelle
- Co-promotor: Smits Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Taalproject bij Limburgse lokale besturen (LIMBO Taal).
Abstract
Dit project bestudeert enkele taalprojecten in lokale besturen in Limburg. Hierbij wordt gekeken naar inzichten uit de bestaande academische literatuur en de partnerschappen die worden aangegaan. De hoofdbedoeling van het project is om een positieve impact te hebben op de leerprocessen van jongeren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Clycq Noel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Adviesverlening bij onderzoeksproject 'Loopbanen'.
Abstract
Als mensen het over carrières hebben, hebben ze het vaak over het maken van de juiste carrière keuze, het vinden van een geschikte job, en het hebben van een bepaalde zekerheid in hun functie. Carrièresucces wordt vaak gezien als het maken van promoties en loonsverhogingen. In dit project willen we een realistisch en eigentijds perspectief op carrières bieden. Duurzame loopbanen zijn een continu dynamisch proces waarbij mensen niet alleen gedreven worden door objectief succes, maar ook door vele vormen van subjectief succes. Het project focust zich op de volgende onderzoeksvragen: -Welke pistes naar objectief en subjectief loopbaansucces kunnen we ontrafelen? -Kunnen we verschillende trajecten onderscheiden naargelang het belang dat aan bepaalde carrièredoelen wordt gehecht? -Hoe zijn de verschillende elementen van een duurzame loopbaan in balans (geluk, gezondheid, productiviteit)? Welke factoren hebben een invloed op dit evenwicht? -Wat is de impact van loopbaanmobiliteit, inzetbaarheid en loopbaanmiddelen op duurzame loopbaantrajecten?Onderzoeker(s)
- Promotor: van Daal Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Conceptualiseren, ontwikkelen en valideren van een professionaliseringstool evaluatie.
Abstract
Dit project beoogt de ontwikkeling van een gevalideerde professionaliseringstool om leraren en schoolleiders verder vertrouwd te maken met de principes van sterke evaluatiepraktijken en krachtig evaluatiebeleid. We onderscheiden in de uitrol van dit projectvoorstel drie doelen: een conceptueel doel, een ontwikkeldoel en een praktijktoets. Het conceptuele doel brengt literatuurstudie, theorie en gekende goede praktijken inzake leerlingenevaluatie bij elkaar om tot een evidence-informed raamwerk te komen dat zowel op klasniveau als op schoolniveau sleutelelementen rond doeltreffende leerlingenevaluatie belicht. Dit dient vervolgens als startpunt voor het ontwikkeldoel waarbij een professionaliseringstool ontwikkeld wordt. Via herhaaldelijke en gerichte praktijktoetsen (focusgroepgesprekken met leraren en schoolleiders) bij verschillende fases van de ontwikkeling van de professionaliseringstool, willen we tot een gevalideerde tool komen die inspeelt op concrete noden uit het onderwijsveld. De praktijktoetsing zal ook inzicht bieden in de belemmerende en bevorderende factoren die gepaard gaan met evaluatie, de handelingsbekwaamheid van leraren en scholen, het gebruik van data voor monitoring van leerwinst en -progressie, evaluatie in context van afstandsleren, en de rol van gestandaardiseerde toetsen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: Van Gasse Roos
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kwaliteitsvol duaal leren: ondersteunen van leren tijdens het werk.
Abstract
Het Provinciaal Onderwijs Antwerpen loopt voorop om het tekort aan technisch geschoolden aan te pakken. Hiertoe zet het sterk in op het op het aanbieden van kwalitatieve duale leerwegen. De uitdaging is om leren effectief te integreren in de werkomgeving. Vragen die hierbij naar voren komen hebben te maken met de pedagogiek van deze leeromgeving: Hoe richten we praktijksituaties in die het leren optimaal faciliteren? Welke ondersteuning reiken we aan? En wat vraagt dit van de leerling of cursist zelf? Dit project levert inzichten en praktische instrumenten voor elk van deze elementen .Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ondersteuning van leraren(teams): ontwikkeling van een model en instrumentarium om effectiviteit in kaart te brengen.
Abstract
Dit onderzoek heeft als doel de pedagogische begeleidingsdiensten te versterken door de effectiviteit van de door hen geboden ondersteuning aan schoolteams in kaart te brengen. Via gericht literatuuronderzoek naar kenmerken van doelgerichte professionaliseringsinitiatieven en aspecten van evaluatie om de effectiviteit van deze initiatieven te bepalen, wordt vooreerst een conceptueel kader opgesteld. Dit conceptuele kader wordt vervolgens in co-creatie met de verstrekkers van de ondersteuning (i.c. de pedagogische begeleidingsdiensten) en de ontvangers ervan (i.c. directies en lerarenteams) verfijnd en aangevuld met een concreet instrumentarium. Het co-creatieproces krijgt concreet vorm in een Delphi-studie en via focusgroepsgesprekken. Het breed inzetbaar en wetenschappelijk onderbouwd instrumentarium (inclusief een gebruikershandleiding) zal via een seminarie en kennisclips bekend gemaakt worden (voorziene timing: april/mei 2022).Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Verwerking en analyse data www.sterkschoolbestuur.be.
Abstract
Verwerking data zelfevaluatie-instrument sterkschoolbestuur Verkennen, cleaning en hercoderen (m.o.o. analyse) dataset aangeleverd door KBS Analyse dataset met oog op beantwoorden van door KBS aangeleverde projectvragen Rapportage bevindingen (in tabellen en grafieken, aangevuld met bondige tekst) Projectafstemming, overleg en presentatieOnderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een duik in de taakmoeilijkheid van comparatief beoordelen: het verband met beslissingskwaliteit en lage aligneerbaarheid.
Abstract
Comparatief beoordelen wordt in toenemende mate gebruikt om het werk van studenten te beoordelen in zowel het secundair als hoger onderwijs. Beoordelaars krijgen telkens twee werken voorgeschoteld en moeten aangeven welke van beide beter is. Onderzoek geeft aan dat comparatief beoordelen in sommige gevallen moeilijk is. Evidentie wijst eenduidig op de belemmerende rol van overeenkomstigheid (~similarity). Daarnaast blijkt ook dat de taakmoeilijkheid verschilt tussen beoordelaars. Inzicht met betrekking tot verschillende andere relevante aspecten van taakmoeilijkheid ontbreekt echter. Dit project focust op twee van deze aspecten: (1) de relatie tussen taakmoeilijkheid en de kwaliteit van de beslissingen die beoordelaars nemen en (2) de rol die moeilijk aligneerbare paren (~low alignability) hierin spelen. Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden, zal gebruikt gemaakt worden van vier datasets waarvan drie reeds werden verzameld. Deze drie datasets focussen op de beoordeling van schrijven. De vierde dataset zal worden opgezet in een authentiek assessment rond presentatievaardigheden. Alle datasets bevatten naast de eigenlijke beoordelingen ook een verantwoording van de beslissing of feedback op de beoordeelde werken en informatie over de taakmoeilijkheid. De resultaten van dit project zullen meer inzicht bieden in de rol van lage aligneerbaarheid (~low alignability) in taakmoeilijkheid en een nieuwe onderzoekslijn initiëren door taakmoeilijkheid te linken aan beslissingskwaliteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: van Daal Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
TIMSS2019 Grade 4 Repeat Grade 6
Abstract
De Vlaamse TIMSS 2019-resultaten omtrent het gemiddeld prestatieniveau wiskunde en wetenschappen van de leerlingen 4de leerjaar waren beneden het verhoopte niveau. Zowel voor wetenschappen als voor wiskunde werd een significante daling genoteerd ten opzichte van het niveau van 2015. Nader inzicht is wenselijk om te komen tot een evidence-informed onderwijsbeleid en onderwijspraktijk om het tij te keren. TIMSS 2019-R zal bij dezelfde steekproef scholen en leerlingen toetsen afnemen zodat de leerwinst tussen het 4de en 6de leerjaar kan worden bepaald. Deze toetsen bestaan uit geselecteerde items van de TIMSS-toetsen en van de peilingstoetsen voor wiskunde en wetenschappen. Tevens worden vragenlijsten afgenomen bij de leerlingen, de leraren van het 5de en 6de leerjaar en de schoolleiding om de samenhang van de resultaten in het 6de leerjaar en van de leerwinst met een aantal contextvariabelen in kaart te brengen. Ook worden de effecten bekeken van de COVID-19 pandemie op de effectieve leertijd (kwantitatief en kwalitatief) voor het onderwijs wiskunde en wetenschappen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling, implementatie en opvolging van het generieke exploratie-instrument 'Columbus' bij de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs (2021).
Abstract
In dit longitudinaal onderzoeksproject wordt in samenwerking met partners uit het hoger onderwijs (KULeuven, Ugent, Arteveldehogeschool) het instrument Columbus ontwikkeld en gevalideerd, met als doel een breed exploratie-instrument aan te bieden voor laatstejaarsleerlingen in het secundair onderwijs, dat ondersteunend is in de studie-oriëntering en transitie naar het hoger onderwijs. Ook de relatie met studiesucces in het eerste jaar wordt onderzocht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Impactevaluatie Job Discovery Lab.
Abstract
ESF-impact evaluatie Job discovery lab beoogt om de volgende drie doelstellingen van het job discovery lab te evalueren: - Doelstelling 1: Deelnemers leren zichzelf kennen als werknemer: wat vind ik belangrijk aan een toekomstige werkplek, welke rol in een team past bij mijn persoonlijkheid. - Doelstelling 2: Deelnemers ontdekken de diversiteit aan beroepen in de haven en de tewerkstellingskansen die er voor hen zijn. - Doelstelling 3: Deelnemers worden op weg geholpen zodat ze weten waar ze terecht kunnen voor meer info over: vacatures, opleidingen, begeleidingstrajecten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Kyndt Eva
- Co-promotor: Clycq Noel
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leren door vergelijken: een effectieve instructiemethode voor beter schrijfonderwijs.
Abstract
Goed kunnen schrijven is een belangrijke competentie om succesvol te zijn in het hoger onderwijs en op de arbeidsmarkt. Vandaar dat leren schrijven een prominente plaats inneemt in het vak Nederlands. Dit onderzoeksproject heeft als doel instructionele designprincipes te ontwikkelen die leerlingen helpen betere teksten te leren schrijven. Eerder schrijfinstructieonderzoek toont dat leerlingen hiervoor conceptuele kennis over tekstkwaliteit nodig hebben. Hoe deze kennis zich ontwikkelt, is echter nauwelijks onderzocht. In andere domeinen zoals fysica en probleemoplossend denken daarentegen is aangetoond dat voorbeelden vergelijken hierbij helpt. Maar in hoeverre gelden deze inzichten ook voor schrijfinstructie? Hoe ziet dit leerproces er precies eruit? Leidt dit ertoe dat leerlingen betere teksten gaan schrijven en onder welke condities? Hoewel eerder onderzoek doet vermoeden dat het leren van teksten vergelijken een veelbelovende instructiemethode kan zijn, zijn deze principes nog nauwelijks onderzocht in de context van schrijfonderwijs. Dit onderzoek zal leiden tot antwoorden op bovenstaande vragen. Door een quasi-experimentele dataverzameling in een authentieke schoolcontext uit te voeren, leidt dit onderzoek tevens tot een wetenschappelijk bewezen instructiemethode die leerlingen in het secundair onderwijs tot betere schrijvers kan maken.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Lesterhuis Marije
- Co-promotor: Van Gasse Roos
- Mandaathouder: Mombaers Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Emoties, Verbondenheid en Collectieve Identiteitsvorming in het Onderwijs: Evenwicht tussen Eenheid en Diversiteit in Vlaanderen
Abstract
Vraagstukken over sociale cohesie, (sub)nationale identiteit en burgerschap zijn welbekend in de hedendaagse samenleving. Dit onderzoek heeft tot doel de invloed van het onderwijs op de totstandkoming van (collectieve) identificatie van jongeren te begrijpen door de rol van emoties in de constructie van gevoelens van verbondenheid te bestuderen. Scholen hebben een kerntaak om bij te dragen aan sociale cohesie en verbondenheid in de samenleving. Het toenemende belang van burgerschapsonderwijs is merkbaar in onderzoek, beleid en praktijk en veel literatuur heeft de normatieve en cognitieve invulling van burgerschapsonderwijs onderzocht. Toch heeft voorgaand onderzoek aangetoond dat jongeren met een migratieachtergrond andere collectieve identiteiten ontwikkelen dan jongeren zonder migratieachtergrond en dat (sub)nationale identiteiten minder aantrekkelijk zijn voor hen. Dit impliceert dat kennis en burgerschapscompetenties niet bijdragen aan een gedeeld gevoel van verbondenheid. Onderzoek naar emotionele processen die een rol spelen in gevoelens van verbondenheid en onderwijs is schaars. Deze studie richt zich daarom op verbondenheid als emotioneel proces, waarbij ook aandacht wordt besteed aan machtsrelaties en de contextuele aspecten van het onderwijs. Middels een sequentieel 'mixed methods-onderzoek' wordt onderzocht hoe (collectieve) identiteiten door jongeren worden geconstrueerd en hoe verbondenheid en burgerschap op Vlaamse scholen worden begrepen, bevorderd en ervaren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Clycq Noel
- Co-promotor: Touquet Heleen
- Mandaathouder: Brummer Imke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Lesson study als hefboom voor het leren van leraren en leerlingen in het wiskunde-onderwijs (LESSAM)
Abstract
Het internationaal onderzoeksproject beoogt de impact in kaart te brengen van het gebruik van de methodiek van Lesson Study op het leren van leraren en leerlingen, overheen vier deelnemende landen. Lesson Study (LS) is een professionaliseringsmethodiek, die haar oorsprong kent in Japan (1870), maar in aangepaste en gemoderniseerde vorm meer en meer ingang kent wereldwijd in de context van professionalisering. In een LS-model wordt gewerkt met lerarenteams die gezamenlijk en op autonome wijze de effectiviteit van de eigen lespraktijk onderzoeken in functie van het bevorderen van leren en uitkomsten van leerlingen. Hierbij wordt een cyclisch model doorlopen: a) het plannen van lessen, b) het lesgeven en observeren van case leerlingen en c) het trekken van 'lessen' vanuit observatie en reflectie. Er zijn verschillende varianten van LS, gaande van een LS facilitator die grotendeels als coach optreedt, dan wel een meer inhoudelijk-sturende rol opneemt in het proces van kennisontwikkeling van leraren. In contrast met de LS-praktijk, wordt er weinig onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van LS ten aanzien van de leeruikomsten van leerlingen en de rol van de begeleidingsvormen in LS. Via quasi-experimenteel onderzoek, beoogt dit project, (1) inzicht te verwerven in de impact van een reeks LS-interventies in het domein van wiskunde-onderwijs (grade 7-9) in vier landen (België, Nederland, Cyprus en Griekenland) waarbij uitkomsten worden onderzocht op zowel het niveau van het leren van leraren en de prestaties van leerlingen (wiskundig redeneren); (2) inzicht te verwerven in de rol en de impact van de LS facilitator of LS inhoudelijk expert; en (3) inzicht te verwerven in de relatie tussen de intentionele en werkelijke lespraktijk van leraren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Struyf Elke
- Co-promotor: Vandervieren Ellen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderwijsproject
- Onderzoeksproject
BOF Sabbatsverlof 2020-2021 - Sven De Maeyer.
Abstract
Tijdens deze onderzoekssabbatical heb ik twee doelen vooropgesteld: (1) het uitwerken van een ERC Grant (advanced) over het leren uit vergelijken in de context van complexere vaardigheden; (2) bestaande eye-tracking data analyseren komend van een experiment waarbij beoordelaars via paarsgewijs vergelijken teksten beoordelen. Beide doelstellingen bouwen voort op de inzichten die we opgedaan hebben binnen het IWT SBO onderzoek D-PAC waarin we paarsgewijs vergelijken hebben onder de loupe genomen. In het kader van de eerste doelstelling zal ik een systematische literatuurreview uitvoeren aangaande de recente literatuur rond leren uit vergelijken. Op basis van die systematische literatuurreview plan ik de sectie 'state-of-the-art' te schrijven in de ERC Grant proposal en zal ik ook een databank aanleggen die als basis kan dienen om een A1 artikel uit te werken. Daarnaast zal ik op geregelde basis samenwerken en verblijven aan de Universiteit van Turku. Daar zal ik samenwerken met het Turku EyeLabs om samen vorm te geven aan de ERC grant samen met collega's zoals prof. Johanna Kaakinen. De tweede doelstelling is het analyseren van een bestaande dataset opgebouwd tijdens een experiment waarin beoordelaars teksten hebben beoordeeld via de paarsgewijze methode. Meer specifiek beschikken we over eye-tracking data voor 230 vergelijkingsprocessen (23 beoordelaars deden elk 10 verschillende vergelijkingen). Deze data zal als basis dienen om een artikel aangaande het modelleren van deze processen uit te werken.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Haalbaarheidsstudie centrale toetsen Vlaams onderwijs.
Abstract
De krijtlijnen van het toekomstige toetsbeleid in Vlaanderen zijn intussen uitgetekend. Ze blijven echter op dit moment in zekere mate nog eerder principieel van aard. De reeds uitgesproken intenties dienen immers verder doorgedacht, geoperationaliseerd en geïmplementeerd vanuit pedagogisch-psychometrisch, organisatorisch, ICT-matig en juridisch perspectief. De drie haalbaarheidsstudies waartoe de Vlaamse overheid opdracht geeft, hebben de ambitie hierin de eerstvolgende stap te zetten. In dit project wordt de haalbaarheid onderzocht van de uitrol van de gecentraliseerde toetsen vanuit organisatorisch perspectief.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
"Zet jij jouw netwerk aan het werk"? Onderzoek naar SES verschillen in de transitie van onderwijs naar werk.
Abstract
De transitie van onderwijs naar werk is een erg uitdagende levensfase voor jongvolwassenen en in het bijzonder voor jongeren met een lage socio-economische status (SES). Eerder onderzoek heeft aangetoond dat hun transitie in het algemeen minder succesvol is dan die van hun peers met een hoge SES. Een succesvolle transitie wordt binnen dit project omschreven als het beschikken over een stabiele en voldoening gevende job. Als zodanig wordt er rekening gehouden met zowel objectieve (werkstatus en contract) als subjectieve indicatoren (job-tevredenheid en persoon-organisatie fit). Eerder onderzoek beargumenteerde dat SES verschillen toegeschreven kunnen worden aan het verschil in de toegang tot hulpbronnen. Het huidige project neemt een sociaal netwerkperspectief op deze thematiek door het sociale netwerk van individuen te beschouwen als een belangrijke resource in de transitie van onderwijs naar werk. Dit project onderzoekt of de compositie, de kwaliteit en de dynamieken van sociale netwerken verschillen tussen individuen met een lage en hoge SES. Tot slot, zal dit project ook verschillen binnen groepen in acht nemen. Het onderzoek namelijk of individuen met een lage SES die tegen het patroon van de intergenerationele transmissie ingaan, verschillende netwerken ontwikkelen in vergelijking met hun peers.Onderzoeker(s)
- Promotor: Clycq Noel
- Promotor: Kyndt Eva
- Mandaathouder: De Schepper Ayla
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het ontwikkelen van datageletterdheid: de meerwaarde van co-constructie.
Abstract
Verschillende verwachtingen in het onderwijslandschap (bijvoorbeeld het implementeren van formatief evalueren of gedifferentieerde instructie) vragen van leerkrachten dat zij datageletterde professionals worden. Bijvoorbeeld, het correct interpreteren van test resultaten en het onderzoeken van mogelijke oorzaken van onderpresteren is cruciaal om inzichten te genereren in hoe het leren van leerlingen het best gestimuleerd kan worden. De datageletterdheid van leerkrachten blijkt echter vaak tekort te schieten. Het is dus noodzakelijk inzichten te verwerven in hoe leerkrachten leren om optimaal gebruik te maken van data. Dit project behandelt twee belangrijke kennislacunes. (1) Hoe ontwikkelt datageletterdheid zich in samenwerkingscontexten? En (2) welke patronen in sociale netwerken blijken effectief voor het ontwikkelen van datageletterdheid? Dit project beoogt een samenwerking op te zetten met de Universiteit Twente om via een longitudinaal onderzoeksdesign antwoorden te formuleren op de voorgenoemde onderzoeksvragen. Daarvoor zal gebruik gemaakt worden van video-observaties, datageletterdheidtoetsen en survey-vragen. Dit project zal fundamentele inzichten bieden die noodzakelijk zijn om toekomstige ondersteuningsinitiatieven voor het datagebruik en de datageletterdheid van leraren vorm te geven, zodat leerkrachten meer impact kunnen hebben op het leren van hun leerlingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Gasse Roos
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Vormt het beleidsvoerend vermogen van scholen een voorspeller voor leerlingprestaties in TIMSS?
Abstract
Verschillende internationale vergelijkende onderwijsonderzoeken zoals TIMSS (Trends in International Mathematics and Science Study) werden in de voorbije decennia opgezet om de prestaties van leerlingen voor één of meer leergebieden te vergelijken overheen landen. Onderzoek heeft aangetoond dat landen verschillen in hun prestatieniveau overheen de tijd, wat soms tot alarmerende signalen leidt over de cognitieve prestaties van leerlingen voor begrijpend lezen, wiskunde of wetenschappen. Echter, de verschillen tussen scholen op vlak van leerlingprestaties binnen een land zijn manifest. Dit doet de vraag rijzen hoe deze verschillen verklaard kunnen worden, en hoe scholen op gepaste wijze kunnen inspelen op dalende cognitieve prestaties van hun leerlingen. Hoewel studies reeds aangetoond hebben dat variabelen op klas- en leraarniveau, zoals instructiekwaliteit, een impact hebben op leerlingprestaties, werd nog amper stilgestaan bij de rol van processen op schoolniveau. Scholen genieten immers een grote autonomie, en op basis van schooleffectiviteitsliteratuur kan er verondersteld worden dat het vermogen van scholen om eigen beleid te voeren een impact heeft op leerlingprestaties. Tot op heden heeft TIMSS nooit informatie opgenomen over het beleidsvoerend vermogen van scholen in de dataverzameling. Dit project beoogt om buiten het klassieke TIMSS project te treden en een uitbreiding op TIMSS te maken. De centrale doelstelling is om de relatie tussen het beleidsvoerend vermogen van scholen en de leerlingprestaties van een school te bestuderen door middel van verklarende analyses uit te voeren met multiniveau structurele vergelijkingsmodellen. Hierdoor gaat dit project verder dan de klassieke rapportering over leerlingprestaties in TIMSS, en vergroot het de kennis over verschillen tussen scholen op vlak hun leerlingprestaties.Onderzoeker(s)
- Promotor: Faddar Jerich
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Hoe lezen en leren we? De ontwikkeling van het eyeRead R pakket.
Abstract
In het hoger onderwijs wordt heel wat wetenschappelijke kennis verworven via het doorgronden van academische teksten. Het aandachtig kunnen bestuderen van academische teksten is dan ook een cruciale academische vaardigheid voor succes in hoger onderwijs. Onderzoek naar begrijpend lezen heeft tot hier toe, vooral de klemtoon gelegd op leeruitkomsten, veel minder is er inzicht verworven in hoe het leesproces van studenten verschilt tijdens het leren van academische teksten en, in het bijzonder, welke cognitieve verwerkingsstrategieën hierbij een rol spelen en leiden tot beter tekstbegrip. Hoewel er een sterk traditie is naar eye-tracking onderzoek en begrijpend lezen, is er tot nu toe nog weinig aanacht besteed aan het gebruiken van eye-tracking om verschillen in cognitieve verwerkingsstrategieën op te sporen. Daarnaast worden meestal uitsluitend leestijden geanalyseerd en deze leestijden laten het niet toe om integratieprocessen te analyseren. Het doel van dit project is daarom om een R pakket (eyeRead) verder te ontwikkelen zodat ruwe eye-tracking data kan omgezet worden in transitiematrixen. Deze transitiematrixen laten toe om zowel het tijdsaspect als het orde-aspect van oogbewegingen te analyseren en op deze manier kunnen oogbewegingen meer diepgaand worden geanalyseerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Catrysse Leen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een verhaal van twee processen. De dynamische interactie tussen emoties en cognitieve verwerking bij het leren van teksten.
Abstract
In dit project willen we onderzoeken of en hoe door het integreren van 'narratieven' in didactische teksten de verwerking van informatie kan worden geoptimaliseerd via het dynamische samenspel tussen emotionele en cognitieve processen en daardoor kan leiden tot de gewenste leerresultaten. De eerste doelstelling van dit project is het ontwikkelen van valide en betrouwbare dynamische metingen van emotionele processen tijdens het lezen van teksten, vertrekkend van een multi-methode benadering (combinatie van zelfrapportage en luidop denken met eye-tracking en psychofysiologische maten). Voortbouwend op de bevindingen van de eerste onderzoeksfase, is de tweede doelstelling van het project het bestuderen van de dynamische wisselwerking tussen cognitieve en emotionele processen tijdens de verwerking van teksten waarbij (in verschillende formaten) gebruik gemaakt wordt van narratieve elementen. De derde doelstelling is om te onderzoeken hoe de dynamische wisselwerking tussen cognitieve en emotionele processen bij het lezen van teksten een impact heeft op de leeruitkomsten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Vandebosch Heidi
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Micro-processen diepgaander bestuderen: een eye-tracker met hoge samplingfrequentie voor het verzamelen van multimodale data.
Abstract
Deze aanvraag heeft betrekking op de aanschaf van een eye-tracker van +1000 Hz en een upgrade van de software. Deze eye-tracker levert data van hoge kwaliteit met een hoge tolerantie voor hoofdbewegingen en is ontwikkeld voor het bestuderen van microsaccades en zeer snelle oogbewegingen. Deze eye-racker laat ook toe om eye-tracking data te synchroniseren met andere hoogfrequente databronnen (zoals bijvoorbeeld EEG, GSR of andere biometrische gegevens). De aanvraag heeft ook betrekking op een desktop om de eye-tracker software en hardware uit te voeren en een 24 "scherm dat kan worden losgekoppeld om de eye tracker te gebruiken met andere schermen, projectoren of in "real life" fysieke opstellingen. Ten slotte maken ook de noodzakelijke software-updates die ook beschikbaar zullen zijn voor de bestaande eye-tracking-infrastructuur van de universiteit deel uit van deze aanvraag. De uitrusting zal worden beheerd door het Antwerp Social Lab en zal bijgevolg beschikbaar zijn voor andere onderzoekers aan de Universiteit Antwerpen en in het bijzonder van de Faculteit Sociale Wetenschappen. Op korte termijn zal de apparatuur worden gebruikt in de lopende projecten van de onderzoeksgroepen Edubron en MIOS van de Faculteit Sociale Wetenschappen en zal het kansen bieden voor nieuwe onderzoeksvoorstellen waarin eye-tracking data moet worden gesynchroniseerd met andere hoogfrequente gegevensbronnen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Catrysse Leen
- Co-promotor: De Backer Charlotte
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Verwerking en analyse van data www.sterkschoolbestuur.be
Abstract
Verwerking data zelfevaluatie-instrument sterkschoolbestuur Verkennen, cleaning en hercoderen (m.o.o. analyse) dataset aangeleverd door KBS Analyse dataset met oog op beantwoorden van door KBS aangeleverde projectvragen Rapportage bevindingen (in tabellen en grafieken, aangevuld met bondige tekst) Projectafstemming, overleg en presentatieOnderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Anders kijken, anders leren?
Abstract
Dit onderzoeksproject focust op het in kaart brengen van verschillen in hoe studenten in een 'flipped classroom' de online video's (kennisclips) verwerken en of daarin verschillende strategieën onderscheiden kunnen worden. Vervolgens onderzoeken we of bepaalde strategieën (a) tot andere activiteiten in de klas leiden en (b) tot betere verwerking van de leerstof en betere studieresultaten leiden. Drie onderzoeksvragen staan centraal: OZV1: kunnen we -op basis van het kijkgedrag van studenten terwijl ze kennisclips bestuderen- patronen onderscheiden die indicatief zijn voor de leerstrategieën die studenten gebruiken om de informatie in de kennisclips te verwerken? OZV2: Op welke manier verklaren verschillen in leerstrategieën die studenten gebruiken bij het bestuderen van kennisclips in een 'flipped classroom' ook verschillen in het gedrag van die studenten tijdens de klasactiviteiten? OZV3: Op welke manier verklaren verschillen in leerstrategieën die studenten gebruiken bij het bestuderen van kennisclips in een 'flipped classroom' ook verschillen in de studieresultaten van studenten? Onderzoeksvraag 1 zal onderzocht worden in een labo-studie waaraan 90 studenten uit de faculteit sociale wetenschappen zullen deelnemen. Onderzoeksvragen 2 en 3 zullen onderzocht worden in een veldstudie die zal plaatsvinden in de context van een cursus statistiek aan de faculteit sociale wetenschappen. Zowel voor de labo studie als voor de veldstudie zullen 'trace data' en kwalitatieve data gecombineerd worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: De Maeyer Sven
- Mandaathouder: Gijsen Marijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Evalueren om beter te worden: ontwikkelen en toepassen van een evaluatie-methodologie op de periodieke training van professionele chauffeurs.
Abstract
Dit project evalueert de impact en effectiviteit van periodieke trainingsprogramma's voor chauffeurs. In welke mate leiden deze tot observeerbare gedragsveranderingen tijdens het werk. Ook willen we de aspecten van de omgeving identificeren die transfer van deze training verhinderen en wat kan gedaan worden om deze transfer te optimaliseren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderwijsproject
- Onderzoeksproject
Alternatieve wegen naar onderwijssucces? Een kwalitatief-etnografische studie van onderwijsinitiatieven genomen door 'kwetsbare' individuen en groepen in Vlaanderen
Abstract
Dit doctoraatsonderzoek bestudeert de rol van onderwijsinitiatieven die door 'kwetsbare' groepen en individuen in de samenleving worden opgestart met het oog op het aanpakken van onderwijsmoeilijkheden van 'kwetsbare' jongeren. Vanuit een etnografische benadering zal dit onderzoek diepgaande dataverzameling doen aan de hand van participerende observatie en diepte-interviews in een beperkt aantal initiatieven.Onderzoeker(s)
- Promotor: Clycq Noel
- Mandaathouder: Steenwegen Julia
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Valideringsstudie van de Vragenlijst Besluitvorming Leerkrachten.
Abstract
Achtergrond De kwaliteit van het leerkrachtenoordeel beïnvloedt de mate waarin onderwijs gelijke en excellente onderwijskansen kan bieden aan alle leerlingen. Een belangrijke voorwaarde is dat leerkrachten leerlingen eerlijk beoordelen, vrij van vooroordelen of beslissingsfouten. In een maatschappij met een groeiende diversiteit worden leerkrachten geconfronteerd met een superdiverse leerlingenpopulatie met uiteenlopende culturen, thuissituaties of talenten. Indien leerkrachten te sterk op hun intuïtief oordeel vertrouwen dat vaak gebed is in een traditioneel referentiekader, bestaat het gevaar dat leerlingen niet terecht komen in het onderwijstraject dat aansluit bij hun competenties. Hoewel leerkrachten vaak grote autonomie hebben bij het nemen van beslissingen die een invloed uitoefenen op het onderwijstraject van leerlingen, is er weinig theorie die inzicht geeft in hoe leerkrachten hun leerlingen beoordelen. Op basis van een longitudinaal kwalitatief doctoraatsonderzoek ontwikkelden we een theoretisch model dat erg geschikt bleek om de besluitvorming van leerkrachten te onderzoeken, rekening houdend met het samenspel tussen rationele en intuïtieve processen, en dat mogelijke beslissingsfouten in kaart brengt. Rationele processen zijn doelgericht en systematisch, waarbij een probleem wordt gediagnosticeerd en data wordt verzameld, geanalyseerd en geïnterpreteerd aan de hand van vooraf bepaalde, objectieve criteria. Intuïtieve processen bestudeerden we als spontane herkenning van signalen gebaseerd op ervaringen uit het verleden, zonder een doelgerichte en systematische analyse van data. Onze resultaten toonden aan dat intuïtieve processen een grote invloed uitoefenen op de eindbeslissing. We vonden ook aanwijzingen dat stereotypering en selffulfilling prophecies ervoor zorgen dat leerlingen naar een lagere studierichting georiënteerd worden. Doel Gezien de grote impact van het leerkrachtenoordeel op het onderwijstraject van leerlingen en de vaststelling dat heel wat beslissingen overwegend intuïtief genomen worden en mogelijk onderhevig zijn aan beslissingsfouten die de onderwijskansen van leerlingen in gevaar brengen, is het belangrijk om dit theoretisch model grootschalig te valideren. Door het ontwikkelen en valideren van een vragenlijst op basis van deze inzichten kan de kwaliteit van het leerkrachtenoordeel op grote schaal worden onderzocht, met als doel de kwaliteit van overgangsbeslissingen in het leerplichtonderwijs te verhogen. In de internationale onderzoeksgemeenschap is er bovendien grote vraag naar een vragenlijst die de rationale en intuïtieve processen van het leerkrachtenoordeel in kaart brengt. Belang BOF KP Dit startbudget geeft mij de kans om de resultaten van mijn doctoraatsonderzoek te valideren, internationale samenwerkingsverbanden aan te gaan en toekomstige onderzoekslijnen uit te werken. De gevalideerde vragenlijst is bovendien belangrijk voor een grootschalig onderzoeksproject waarvoor een FWO-aanvraag wordt gedaan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanlommel Kristin
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het ontwikkelen en stimuleren van competenties: methodologische uitdagingen en opportuniteiten voor het onderzoek.
Abstract
De afgelopen jaren hebben zich een aantal evoluties voltrokken in de manier waarop probleemoplossende processen, leeractiviteiten en verworven competenties worden bestudeerd. Deze bieden nieuwe kansen voor het onderzoeksdomein, maar bieden ook belangrijke methodologische uitdagingen. Een eerste evolutie is dat de focus van het onderzoek wordt uitgebreid: er wordt ook onderzoek gedaan naar niet-cognitieve variabelen (bijvoorbeeld affectieve variabelen, spontane aandachtsprocessen) die inherent een deel zijn van de competentie. Ten tweede wordt meer aandacht besteed aan longitudinale studies (en de langetermijnimpact van interventies), en aan andere manieren om gegevens te verzamelen. Ten derde worden er meer "online" metingen gedaan tijdens de leer- en probleemoplossende processen, zoals eye tracking-gegevens (zowel op een computerscherm als in een complexe klasomgeving), het gebruik van reactietijdgegevens, neuro en andere fysiologische maatregelen (huidgeleiding, hartslag, ...). Hier zien we een verschuiving van opdringerige naar onopvallende metingen (zoals loggegevens van activiteiten in een digitale leeromgeving). Multimodale onderzoeksbenaderingen worden steeds relevanter om bepaalde concepten te meten die vaak moeilijk direct te observeren zijn in het onderwijsproces (bijvoorbeeld engagement, zelfregulering ...). Het combineren van verschillende van de bovengenoemde datastromen biedt nieuwe inzichten. Belangrijke evoluties komen ook voor in het meer kwalitatief georiënteerde ontwerponderzoek. In plaats van puur beschrijvend te werken, zullen we proberen om instructies voor het ontwerpen van leeromgevingen systematisch te valideren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Is wat we lezen ook wat we leren?
Abstract
In het hoger onderwijs zijn academische teksten het belangrijkste medium waarmee studenten wetenschappelijke kennis verwerven. Leren van dit soort teksten is daarom een belangrijke sleutel tot succes in het hoger onderwijs. Het onderzoek naar hoe studenten lezen om te leren van academische teksten, en meer specifiek, welke cognitieve verwerkingsstrategieën cruciaal zijn voor een beter academisch tekstbegrip is echter nog beperkt. In het onderzoek naar cognitieve verwerkingsprocessen van studenten wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van zelfrapportage-instrumenten om verschillen in verwerkingsstrategieën bij bloot te leggen. Hoewel deze instrumenten betrouwbaar en valide ingezet worden om op een algemeen niveau te meten, kan in vraag worden gesteld of deze instrumenten ook een indicatie geven van de leerprocessen die plaatsvinden tijdens het leren van een specifieke taak. In dit onderzoeksvoorstel streven we ernaar (1) eye tracking te implementeren als een alternatieve manier om de taakspecifieke verwerkingsstrategieën van de studenten in kaart te brengen, (2) theorieën van begrijpend lezen en leren van studenten in empirisch onderzoek te koppelen om meer inzicht te krijgen in de cognitieve verwerkingscomponent tijdens het leren van academische teksten en (3) taakspecifieke verwerkingsstrategieën te koppelen aan aan taakspecifieke leerresultaten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling, implementatie en opvolging van het generieke exploratie-instrument 'Columbus' bij de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs.
Abstract
In dit longitudinaal onderzoeksproject wordt in samenwerking met partners uit het hoger onderwijs (KULeuven, Ugent, Arteveldehogeschool) het instrument Columbus ontwikkeld en gevalideerd, met als doel een breed exploratie-instrument aan te bieden voor laatstejaarsleerlingen in het secundair onderwijs, dat ondersteunend is in de studie-oriëntering en transitie naar het hoger onderwijs. Ook de relatie met studiesucces in het eerste jaar wordt onderzocht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
iSTEM inkleuren, een interassociatie-cel om scholen te ondersteunen in STEM-didactiek (iSTEM).
Abstract
De vijf pijlers voor iSTEM didactiek zijn. • interdisciplinaire integratie van STEM leerinhouden • probleemgecentreerd leren • onderzoekend en ontwerpend leren • samen leren • vakdidactische input Teacher Design Teams (TDT) of Learning Design Studios zullen worden gebruikt als manier om professioneel leren van leraren te bevorderen en om de leraren in de iSTEM- benadering te introduceren. Het doel van de TDT's is om materialen en methoden te ontwikkelen die zullen worden geïmplementeerd en uitgetest. De prioritaire gebieden voor de ontwikkeling van de iSTEM-didactiek zijn in deze fase: • Eerste twee jaren van het secundair onderwijs • Technisch en beroepsonderwijs Een effectiviteitsonderzoek zal worden uitgevoerd om de resultaten van deze aanpak zichtbaar te maken op het niveau van de leerlingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het (be)sturen van leren in een tijd van globalisering.
Abstract
In dit onderzoek ligt de focus op de impact van globalisering en diversifiëring op verschillende onderwijsprocessen. Dit overkoepelende thema wordt opgedeeld in verschillende meer concrete onderzoeken die bijvoorbeeld het macro- en mesoniveau van onderwijsbeleid bestuderen, alsook de collectieve agency van 'groepen', en het micro-niveau van leerkracht-leerling relaties en de rol van ouders. Dit onderzoek gebruikt voornamelijk een mixed-method benadering met bijzondere aandacht voor methodes die toelaten om de ervaringen en betekenissen van individuen en groepen ruimte te geven.Onderzoeker(s)
- Promotor: Clycq Noel
- Mandaathouder: Clycq Noel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een etnografisch onderzoek naar dagdagelijkse praktijken van etnische discriminatie in secundaire scholen in Vlaanderen.
Abstract
Etnische discriminatie binnen de onderwijssector is reeds onderzocht vanuit verschillende sociale disciplines. Echter veel onderzoek slaagt er niet in om systematisch de verschillende niveaus en types van etnische discriminatie binnen een school context te bestuderen en te categoriseren. Dit exploratief onderzoek wil inzicht verwerven in de verschillende types van interpersoonlijke en institutionele etnische discriminatie, met een nadruk op de percepties van het fenomeen door verschillende school actoren (i.e., leerlingen en schoolpersoneel). Vervolgens wil het onderzoek de verschillende copingmechanismen en de hieraan verbonden gevolgen ervaren door school actoren in relatie met interpersoonlijke en institutionele etnische discriminatie exploreren. Het onderzoek zal worden uitgevoerd binnen zes klassen in drie Vlaamse secundaire scholen. De scholen bevinden zich allemaal binnen eenzelfde stad, maar hebben elk een verschillende etnische en sociaal-economische samenstelling. Verschillende kwalitatieve dataverzamelingstechnieken zullen worden gehanteerd en bijgevolg in triangulatie geanalyseerd: etnografische observaties, documentenanalyse, dagboeken door leerlingen, en interviews met leerlingen, leerkrachten en leidinggevend personeel. Het vooropgesteld onderzoek zal waardevolle inzichten opleveren over de relatie tussen verschillende niveaus en types van etnische discriminatie, en de daarmee verbonden copingmechanismes en gevolgen ervaren door school actoren. De bevindingen kunnen het schoolpersoneel (in opleiding) ondersteunen in de creatie van een verhoogd bewustzijn over etnische discriminatie, en in hun antwoorden op ervaringen van etnische discriminatie binnen een school context.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
- Co-promotor: Van Praag Lore
- Mandaathouder: Lippens Michiel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
ESF Impactevaluatie VOKA WELT-Duaal.
Abstract
Deze impact-evaluatie spitst zich toe op de doelstelling van het VOKA Welt Duaal traject om de informatie-uitwisseling en netwerkvorming te stimuleren door de verschillende actoren samen te brengen. De volgende onderzoeksvragen worden onderzocht: - Zorgt een WELT-Duaal traject ervoor dat stakeholders hun zwakkere relaties ('weak ties') gaan activeren? - Zorgt een WELT-Duaal traject ervoor dat stakeholders hun netwerk meer heterofiel wordt?Onderzoeker(s)
- Promotor: Kyndt Eva
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Sabbatsverlof 2018-2019 Prof. Peter Van Petegem.
Abstract
Aan de NTNU is een uniek onderwijsproject lopende overheen alle faculteiten van de universiteit, met name 'Experts in Teamwork', gericht op interdisciplinaire samenwerkingsvaardigheden. De voorbije jaren is sterk geïnvesteerd in het onderwijs, maar zijn ook veel data verzameld met als doel de effectiviteit van deze leeromgeving na te gaan. De focus van mijn sabbatical zal liggen op een grondig evaluatie-onderzoek, waarbij kan gebruik gemaakt worden van verschillende cohortengroepen (jaarlijks > 2000 studenten, ingedeeld in 'villages' van 25-30 studenten, met daarbinnen interdisciplinaire groepen van 5-6 personen), met telkens drie meetmomenten. Naast de weg gericht op psychometrisch onderzoek, structurele vergelijkingen, multilevel analyses met meerdere meetmomenten wil ik een tweede spoor bewandelen, met name dat van data mining. Er is expertise aanwezig op de NTNU op dit terrein en ik wil graag de mogelijkheden hiervan verkennen met het oog op het analyseren van grote databestanden met onderwijskundige variabelen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inzicht in en feedback over (regu)leren en emoties (PAS-project)
Abstract
Een succesvolle overgang naar het hoger onderwijs wordt zowel voor de student als voor de onderwijsinstelling als cruciaal beschouwd. De overgang van secundair onderwijs naar het universitair onderwijs of van een professionele bachelor of werkplek naar een schakelprogramma aan de universiteit, kan eerder als een fase dan als een enkele gebeurtenis worden beschouwd. De overgang kan een stressvolle periode worden voor veel studenten die hun eerste stappen zetten aan de universiteit. Het doel van dit project 'PAS' is om cognitieve en psychologische constructen te onderzoeken die bijdragen aan het academisch succes van studenten aan de universiteit en om een tool (Platform for Advancement of Self) te ontwikkelen in drie landen en drie talen die het mogelijk maakt om studenten feedback en begeleiding te geven over hun regu(leren) en emoties bij het studeren in het eerste jaar aan de universiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderwijsproject
- Onderzoeksproject
Evaluatie Permanente Vorming Buschauffeurs: van inzicht in wat werkt naar hoe het beter kan.
Abstract
Buschauffeurs zijn verplicht om zich permanent bij te scholen. Hiertoe is een aanbod uitgewerkt door het Instituut voor de autoCar en de autoBus VZW. Dit project heeft enerzijds tot doel een aanzet te geven waarbij de effectiviteit van deze opleidingen wordt onderzocht en anderzijds een kader en methodologie uit te werken waarmee de sector verder de effectiviteit van haar opleidingen in kaart kan brengen.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
D-PAC: van wetenschappelijk project naar spin-off.
Abstract
Dit project bereidt D-PAC voor om een succesvolle spin-off te kunnen worden. In de afgelopen vier jaar was D-PAC een IWT-SBO gefinancierd onderzoeksproject met twee doelstellingen. Een eerste doel was onderzoek naar het comparatief beoordelen van competenties. Daarnaast werd beoogd om een prototype tool te ontwikkelen die deze methode van beoordelen ondersteunt (D-PAC tool). Het project wees uit dat de methode van comparatief beoordelen wetenschappelijk gefundeerd is en veel mogelijkheden biedt om in de praktijk in te zetten. Voor het groeiende aantal gebruikers biedt D-PAC een grote meerwaarde, omdat de comparatieve methode kwalitatief goede beoordelingen stimuleert en toepassingsmogelijkheden kent om het leren te bevorderen. Vanuit deze vaststellingen beogen enkele onderzoekers een spin-off op te starten die de inzichten en tools uit het IWT-SBO project commercialiseert. Voor een succesvolle spin-off is het van belang dat de prototype tool wordt omgezet naar een marktklare tool. Daarnaast vergt een spin-off inspanningen met betrekking tot het uitwerken van een strategisch businessplan. Het is in deze noodzakelijk verbredingen van de huidige (Vlaamse en Nederlandse) onderwijsmarkt, bijvoorbeeld de internationale markt en nieuwe toepassingen van de tool, te onderzoeken. Daartoe werden vier werkpakketten geïdentificeerd. Het eerste werkpakket omvat het bouwen van een toegankelijke algoritmeserver voor de ontwikkelde algoritmes voor comparatief beoordelen, zodat digitale platformen (bijvoorbeeld Blackboard) deze algoritmeserver gemakkelijk kunnen aanspreken. Een tweede werkpakket omvat de ontwikkeling van een Content Management Systeem (CMS) voor de onderwijssector om het huidige D-PAC gebruik te borgen en te commercialiseren. Het derde werkpakket omvat een verdere uitwerking van het businessmodel, door de strategieën voor het Vlaamse onderwijscliënteel ook te vertalen zijn naar het internationale onderwijsveld. Het vierde werkpakket omvat een verkenning van andere mogelijke toepassingen van comparatief beoordelen, zoals selectie, prioritesering en training.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Meting BVV.
Abstract
Het project beoogt het beleidsvormend vermogen van scholen in Vilvoorde in kaart te brengen in een pre-postdesign, en dit bij een groep scholen die participeert aan een interventie rond de ontwikkeling van taalbeleid op school als experimentele groep en een groep scholen in de controle-conditie. Dit onderdeel van het project betreft de voormeting van het onderzoek bij de start van de interventie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Steunpunt Toetsontwikkeling en Peilingen.
Abstract
Het Steunpunt Toetsontwikkeling en Peilingen (KU Leuven en UAntwerpen) onderzoekt op systeemniveau in welke mate eindtermen en ontwikkelingsdoelen bereikt worden in Vlaanderen, zowel in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs. Scholen die na selectie deelnemen aan dit peilingsonderzoek, maar ook scholen die op eigen initiatief parallelversies van peilingstoetsen afnemen, krijgen een vertrouwelijk feedbackrapport waarin hun prestatie uitgezet wordt tegen het Vlaamse gemiddelde en tegen de prestaties van scholen met een vergelijkbaar leerlingenpubliek. Deze benchmarking-informatie kunnen zij meenemen in hun interne kwaliteitszorg. Doelgericht en systematisch datagebruik heeft een positieve impact op de kwaliteit van onderwijsbeslissingen. Uit empirisch onderzoek blijkt dat Vlaamse scholen voor het vormgeven van hun beleid en praktijk eerder beperkt gebruikmaken van leerlingoutputdata, benchmarks, gestandaardiseerde toetsen en feedback uit wetenschappelijk onderzoek. In dit project onderzoeken we specifiek in welke mate en op welke manier schoolfeedback bij peilingen en paralleltoetsen gebruikt wordt voor schoolontwikkeling. We gaan na welke contextgebonden, schoolorganisatorische, gebruikersgebonden en informatie(systeem)gebonden factoren een bevorderende dan wel belemmerende rol (kunnen) spelen. Inzichten uit verschillende deelstudies zullen mee het toekomstig ontwerp van schoolfeedback bij peilingen en paralleltoetsen bepalen. Dit onderzoeksproject loopt in een eerste fase parallel met een in 2018 opgestarte gebruikersstudie. We verzamelen zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens om het gebruik van schoolfeedback bij peilingen en paralleltoetsen zowel in de breedte als in de diepte te beschrijven.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Formatief evalueren ondersteunen: van theorie tot praktijk (FORMAS)
Abstract
FORMAS is een ERASMUS+ project met vier partners: België, Nederland, Cyprus en Griekenland. Het doel van FORMAS is om formatief evalueren te ondersteunen. Daartoe worden ondersteuningssessies voor leraren ontworpen en geëvalueerd met betrekking tot formatief evalueren in het leergebied wiskunde.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderwijsproject
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling zelfevaluatie-instrument 'Beleidsvoerend vermogen'.
Abstract
Koning Boudewijnstichting wil (de inrichtende macht/schoolbesturen van) scholen uitrusten met een instrument om het eigen beleidsvoerend vermogen in kaart te brengen en te benchmarken met andere scholen. Om dit te kunnen doen worden verschillende betrokkenen bevraagd. Een conceptueel model wordt ontwikkeld, geoperationaliseerd en uitgetest.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De ontwikkeling, implementatie en opvolging van het generieke exploratie-instrument 'Columbus' bij de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs.
Abstract
In dit longitudinaal onderzoeksproject wordt in samenwerking met partners uit het hoger onderwijs (KULeuven, Ugent, Arteveldehogeschool) het instrument Columbus ontwikkeld en gevalideerd, met als doel een breed exploratie-instrument aan te bieden voor laatstejaarsleerlingen in het secundair onderwijs, dat ondersteunend is in de studie-oriëntering en transitie naar het hoger onderwijs. Ook de relatie met studiesucces in het eerste jaar wordt onderzocht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Teams onder druk: dynamiek van stress en informatieverwerking.
Abstract
In veel situaties worden teams van experten gezamenlijk verantwoordelijk gemaakt om snel en accuraat te reageren op kritische situaties. Voorbeelden zijn commando-en controle teams tijdens crisissituaties, management teams, of pilotenteams. Het belang van effectief teamwerk is evident in deze situaties. Dus is er een sterke behoefte om te begrijpen welk gedrag en vermogen een rol spelen in deze teams bij het oplossen van problemen van groot belang en onder tijdsdruk, terwijl de beschikbare informatie complex en ambigu is. Wat grotendeels buiten beeld gebleven is bij het bestuderen van deze teams, is de specifieke invloed van stress. Dat wil niet zeggen dat de 'druk' niet erkend werd, maar het werd meestal gezien als een contextuele factor. Slechts zelden is onderzocht hoe stress van impact is op de processen die men onderzoekt in teams. Enkel continue meting van stress tijdens het teamwerk kan inzicht verschaffen in de dynamiek van stress in deze teams en de relatie met informatieverwerking. Het huidige projectvoorstel beschrijft onderzoek dat gebruik maakt van het meten van fysiologische indicatoren van stress via draagbare sensors in de context van teamwerk. Dit laat toe dat we inzicht kunnen krijgen in die dynamiek van stress en informatieverwerking. Hiertoe zal dit onderzoek zowel kwantitatieve als kwalitatieve methodologieën toepassen om deze relatie te bestuderen. We starten met valideringswerk in sterk gecontroleerde lab-studies om daarna studies uit te voeren die gradueel meer ecologisch valide zijn.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
- Co-promotor: Poels Karolien
- Mandaathouder: Sassenus Steffi
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Lezen om te leren: Een diepgaande kijk in hoe studenten leren van academische teksten met behulp van eye-tracking.
Abstract
In het hoger onderwijs wordt heel wat wetenschappelijke kennis verworven via het doorgronden van academische teksten. Het aandachtig kunnen bestuderen van academische teksten is dan ook een cruciale academische vaardigheid voor succes in hoger onderwijs. Onderzoek naar begrijpend lezen heeft tot hier toe, vooral de klemtoon gelegd op leeruitkomsten, veel minder is er inzicht verworven in hoe studenten academische teksten met inbegrip van illustraties lezen om te leren en, in het bijzonder, welke cognitieve verwerkingsstrategieën hierbij een rol spelen en leiden tot beter tekstbegrip. In huidig onderzoek naar cognitieve verwerkingsstrategieën, wordt vooral gebruik gemaakt van zelfrapportage instrumenten zoals vragenlijsten en interviews om de algemene voorkeur voor deze strategieën in kaart te brengen. Alhoewel deze zelfrapportage instrumenten betrouwbaar en valide resultaten opleveren op een generiek niveau, is er debat in de wetenschappelijke literatuur dat er op wijst dat de resultaten zwakke indicatoren zijn van de verwerkingsstrategieën die plaatsvinden tijdens het uitvoeren van specifieke leertaken. Bovendien is de relatie tussen kwalitatieve verschillen in cognitieve verwerking, zoals oppervlakkig en diepgaand verwerken, en academische leeruitkomsten niet eenduidig. Wanneer verwerkingsstrategieën en leeruitkomsten beiden op taakniveau gemeten worden, is het mogelijk dat meer éénduidige antwoorden kunnen worden gevonden. Daarom beoogt dit onderzoeksvoorstel om (1) theorieën rond begrijpend lezen en verwerkingsstrategieën met elkaar in verbinding te brengen binnen empirisch onderzoek om zo meer inzicht te krijgen bij studenten in het leerproces tijdens het verwerken van academische teksten, (2) om eye-tracking te gebruiken als innovatieve meettechniek om verwerkingsstrategieën diepgaand in kaart te brengen en (3) om taakspecifieke verwerkingsstrategieën te koppelen aan taakspecifieke leeruitkomsten. Meer inzicht verwerven in het cognitieve leerproces dat plaatsvindt bij het leren van academische teksten, en de relatie met leeruitkomsten is belangrijk voor verdere theorieontwikkeling in het SAL domein. Daarnaast kan het onderzoek ook voor de onderwijspraktijk aanknopingspunten bieden om feedbackinstrumenten voor studenten te ontwikkelen die inzicht brengen in de kwaliteit van het eigen leren van academische teksten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
- Mandaathouder: Chauliac Margot
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Trends in International Mathematics and Science Study (TIMSS) 2019 – graad 4 in Vlaanderen.
Abstract
TIMSS is een internationaal vergelijkende studie over de prestaties voor wetenschappen en wiskunde van leerlingen in het vierde leerjaar. De dataverzameling gebeurt bij een representatieve steekproef en de resultaten vormen de basis voor beleidsaanbevelingen. We zoomen daarbij in op (1) prestaties van Vlaamse leerlingen, (2) verklaren van verschillen door leerling-, klas- en schoolkenmerken, (3) vergelijken met anderen deelnemende landen en (4) trends in de Vlaamse prestaties overheen de tijd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Boeve-de Pauw Jelle
- Co-promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Valorisatie van geïntegreerd en actiegericht onderwijs voor duurzame ontwikkeling op school (VALIES).
Abstract
VALIES focust op het ontwikkelen en onderzoeken van de implementatie van educatie voor duurzame ontwikkeling (EDO) in het formeel onderwijs in Vlaanderen. Centraal daarbij staat een traject van professionele ontwikkeling (TPD) van leerkrachtenteams die in de context van hun eigen school EDO waar maken. Onderzoeksmatig word er gefocust op (1) het operationaliseren van actiecompetentie als uitkomst van EDO, (2) de effectiviteit van de TPD, (3) de effectiviteit van EDO, (4) het belang van de schoolcultuur in dit alles, en (5) het belang van verschillende sociale contexten. Het project werkt toe naar het ontwikkelen van concrete tools die implementatie van EDO in het Vlaamse formeel onderwijs kunnen faciliteren. Er wordt samengewerkt met de Universiteit Leuven, de Arteveldehogeschool, en de onderwijskoepels.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Boeve-de Pauw Jelle
- Co-promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Schelfhout Wouter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
LELENET - Leiding geven aan lerende netwerken
Abstract
Dit project is gericht op het ontwikkelen en uitproberen van trainingsmodules gericht op de ontwikkeling van competenties van schoolleiders om professionele netwerken van leraren te ondersteunen. Dit versterkt de expertise van schoolleiders in hun inspanningen om team- en organisatieleren op het gebied van diversiteitsmanagement op scholen te bevorderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: Schelfhout Wouter
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderwijsproject
- Onderzoeksproject
DEAPS - Gedistribueerde vormen van schoolzelfevaluatie
Abstract
Het project is opgezet naar aanleiding van de betrachting waarbij schoolsystemen in toenemende mate hebben geprobeerd na te gaan hoe zij verschillende stemmen kunnen opnemen in gesprekken over hoe scholen werken. In het bijzonder is er een gezamenlijk streven geweest om de stemmen van ouders, studenten en schoolbesturen te betrekken bij een reeks schoolgesprekken. Hoewel er veel innovatieve programma's en procedures zijn ontwikkeld om de stemmen van ouders, studenten en andere groepen op te nemen in discussies over wat er op scholen gebeurt, is er nog steeds nood aan het ontwikkelen van de capaciteit van scholen om dit proces te beheren. Dit project probeert deze kloof te overbruggen door een programma voor scholen te creëren dat hen op een gestructureerde, open en leerrijke manier in contact kan brengen met hun stakeholders.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
- Onderwijsproject
ARTIFEX
Abstract
ARTIFEX is een ERASMUs+ project dat tot doel heeft om een praktisch Europees kader neer te zetten voor STEM onderwijs in innovatieve buitenschoolse leeromgevingen zoals FabLabs en Makerspace. STEM staat voor Science, Technology, Engineering en Mathematics en wil deze domeinen geïntegreerd in het onderwijs aanbrengen. Een Fablab of Makerspace is een kleinschalig werkplek waar je producten kan ontwerpen en maken met modern technologieën zoals 3D-printers en laser cutters.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Boeve-de Pauw Jelle
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderwijsproject
- Onderzoeksproject
Onderwijs en zorg op maat van de talenten van jongeren (TALENT)
Abstract
Het algemene doel van het TALENT project is om onderwijs en zorg voor leerlingen met sterke cognitieve vaardigheden te versterken, alsook de wetenschappelijke basis hiervan. Hiertoe wordt ingezet op de · integratie van algemene ontwikkelings- en motivatiepsychologische en onderwijskundige inzichten en methoden in het onderzoek naar 'academic giftedness'.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
- Co-promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderwijs en zorg op maat van de talenten van jongeren (TALENT)
Abstract
Het algemene doel van het TALENT project is om onderwijs en zorg voor leerlingen met sterke cognitieve vaardigheden te versterken, alsook de wetenschappelijke basis hiervan. Hiertoe wordt ingezet op de · integratie van algemene ontwikkelings- en motivatiepsychologische en onderwijskundige inzichten en methoden in het onderzoek naar 'academic giftedness'.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leerstrategieën in sociale en informele leercontexten.00
Abstract
Tijdens de eerste twee jaar zal het netwerk zich focussen op het conceptueel integreren van de sociale component van leren binnen de bestaande theoretische modellen van leerstrategieën (RQ1). Eveneens wordt hierbij ingegaan op de hieraan gerelateerde meetvraagstukken (RQ3) en worden resultaten van empirische studies verkend. In het derde en vierde jaar staat zowel het theoretisch als empirisch onderzoek naar leerstrategieën in informele leercontexten centraal (RQ2). Hierbij wordt ook de mogelijke meerwaarde in kaart gebracht van de inzet van verschillende meetmethoden en technieken in het empirisch onderzoek van leerstrategieën in informele leercontexten (RQ3).Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Samenwerkend leren in inclusief onderwijs: praktijken en perspectieven van leraren.
Abstract
In dit onderzoeksproject bestuderen we hoe leraren samenwerking begrijpen, hoe deze tot stand kom en hoe deze leidt tot het ontwikkelen van kennis over inclusief onderwijs en competenties om een meer inclusieve leeromgeving te creëren. We maken hierbij gebruik van een multiple case studie design. Er worden data verzameld bij 10 leraren in Vlaanderen en Zuid-Afrika.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Korte- en langetermijneffecten van natuur- en milieueducatie (NME) en educatie voor duurzame ontwikkeling (EDO).
Abstract
De centrale focus van het onderzoek is een impactstudie, waarbij de korte- en (middel)langetermijneffecten van NME/EDO-activiteiten geëvalueerd worden. Het opzet is daarbij niet om uitspraken te doen over de kwaliteit van de interventies, wel om op zoek te gaan naar sterke punten en werkpunten in verschillende welgekozen cases. De cases worden zo geselecteerd dat ze relevant en leerrijk zijn voor de verschillende provinciale partners. Het onderzoek wordt opgezet in nauwe samenwerking tussen de onderzoekers en die partners. Op deze manier worden er binnen en overheen de verschillende provinciale partners competenties ontwikkeld die de verankering van outcome-evaluatie faciliteren na afloop van het onderzoek. In die zin werkt het onderzoeksproject ook toe naar een toolkit die door de partners, in het kader van kwaliteitszorg, ingezet kan worden om outcome-evaluatie te implementeren in de praktijk. Deze toolkit laat ook toe om met de uitkomsten van een impactstudie aan de slag te gaan en de doelgerichtheid en effectiviteit van NME/EDO-activiteiten verder te ontwikkelen. Bovendien zullen de inzichten die voortkomen uit het onderzoek ook ingezet worden om het bestaande evaluatiesysteem, dat hoofdzakelijk inzoomt op klanttevredenheid eerder dan op doelmatigheid, te optimaliseren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Boeve-de Pauw Jelle
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling, implementatie en opvolging van het generieke exploratie-instrument 'Columbus'.
Abstract
In dit longitudinaal onderzoeksproject wordt in samenwerking met partners uit het hoger onderwijs (KULeuven, Ugent, Arteveldehogeschool) het instrument Columbus ontwikkeld en gevalideerd, met als doel een breed exploratie-instrument aan te bieden voor laatstejaarsleerlingen in het secundair onderwijs, dat ondersteunend is in de studie-oriëntering en transitie naar het hoger onderwijs. Ook de relatie met studiesucces in het eerste jaar wordt onderzocht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inschatten van arbeidsrijpheid en arbeidsbereidheid.
Abstract
Dit onderzoeksproject wil bijdragen aan een verdere conceptualisatie en operationalisering van de begrippen arbeidsrijpheid en arbeidsbereidheid in de nieuwe context van duaalleren in Vlaanderen. Dit is noodzakelijk zodat deze functioneel kunnen zijn in de toekomstige werking van duaalleren, zowel voor het nemen van beslissingen als het ultbouwen van begeleidingstrajecten voor jongeren. Dit onderzoek zal een antwoord formuleren op de vragen: 1) wat betekent het om arbeidsrijp (-bereid) te zijn? En 2) aan welke eisen moet een instrument voldoen? De ontwikkellng van dit kader zal gebeuren op basis van onderzoek naar nationale (o.a. ESF projecten) en internationale cases en de ervaringen van sleutelspelers in Vlaanderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
- Co-promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Wille Bart
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wie slaagt in het eerste jaar Hoger Onderwijs? Een longitudinaal onderzoek naar de impact van eerdere studieresultaten, het academisch zelfbeeld en zelfregulatie.
Abstract
Het eerste jaar in het hoger onderwijs is voor veel studenten een struikelblok. Zij moeten zich aanpassen aan een nieuwe leeromgeving die van hen verwacht dat ze zelf hun studie plannen en effectieve leerstrategieën toepassen. Het hoge faalpercentage in het eerste jaar hoger onderwijs in Vlaanderen (tot 60% van de studenten slaagt niet) en in veel Westerse landen toont aan dat dit verre van evident is voor veel studenten. Hoewel demografische kenmerken van de studenten en contextkenmerken belangrijk zijn in het verklaren van studiesucces, toont recent onderzoek aan dat vooral studentkenmerken een erg belangrijke rol spelen. Dit project zoomt in op drie belangrijke studentkenmerken: het academisch zelfbeeld, eerdere studieresultaten en de zelfregulatie van studenten. Het huidige onderzoek naar deze drie concepten kenmerkt zich door twee beperkingen. Ten eerste bekeken de meeste studies slechts een van de drie studentkenmerken. Daarnaast gebeurde dit voornamelijk op één moment in de tijd, waardoor de impact van het ene studentkenmerk en de mogelijke interactie met andere studentkenmerken doorheen tijd onderbelicht blijft. Om deze twee redenen, heeft het huidig project tot doel om: 1. het effect van eerdere studieresultaten, academisch zelfbeeld, en de zelfregulatie op academische studieresultaten in het eerste jaar hoger onderwijs te onderzoeken; 2. de interacties tussen eerdere studieresultaten, academisch zelfbeeld, en de zelfregulatie tijdens het eerste jaar hoger onderwijs te analyseren en in verband te brengen met studiesucces op het einde van het eerste jaar; 3. een geïntegreerd theoretisch model te ontwikkelen op basis van het onderzoek naar de effecten en (de interacties tussen) deze studentkenmerken en hun invloed op studiesucces in het eerste jaar hoger onderwijs. In het licht van deze onderzoeksdoelen wordt een mixed method longitudinaal onderzoeksdesign voorgesteld. De longitudinale kwantitatieve data hiervan werden reeds verzameld, wat de haalbaarheid van het doctoraatsproject ten goede komt. Voor deze data werden 3700 studenten van 32 scholen opgevolgd overheen 5 meetmomenten verspreid in het laatste jaar secundair onderwijs en het eerste jaar hoger onderwijs. De data met betrekking tot studiesucces (o.a. aantal behaalde credits) werden recent bekomen via het Departement Onderwijs en Vorming. De longitudinale kwalitatieve data zullen tijdens het project verzameld worden. Een cross-disciplinaire groep van 20 studenten zal op 3 momenten tijdens het eerste jaar hoger onderwijs via diepte-interviews systematisch worden opgevolgd. Het projectvoorstel is innoverend op verschillende vlakken: met betrekking tot empirie en op conceptueel niveau (door de interacties tussen studentkenmerken en de impact van deze interacties op studiesucces te bekijken), op theoretisch vlak (door een hedendaags theoretisch kader voor studiesucces in het eerste jaar hoger onderwijs uit te werken) en op methodologisch vlak (door het gebruik van een mixed method longitudinaal design). Daarnaast zullen de resultaten van het onderzoek ook bijdragen tot het uitwerken van – op onderzoeksbevindingen gestoelde - begeleidingsinitiatieven voor eerstejaarsstudenten ten aanzien van het ontwikkelen van het academisch zelfbeeld en de zelfregulatie tijdens het eerste jaar hoger onderwijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Coertjens Liesje
- Mandaathouder: Willems Jonas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Steunpunt Beleidsgericht Onderwijsonderzoek (SONO).
Abstract
Het Steunpunt Onderwijsonderzoek (SONO) is door de Vlaamse Regering erkend als Steunpunt voor Beleidsrelevant Onderzoek voor de periode 2016-2020. SONO is een samenwerkingsverband van de UGent, de KU Leuven, de Universiteit Antwerpen, de VUB en de Artevelde Hogeschool. De voornaamste opdrachten van het steunpunt zijn: (1) Wetenschappelijk onderzoek uitvoeren rond thema's die de Vlaamse overheid als prioritair en relevant beschouwt voor beleidsvoorbereiding en -evaluatie en (2) Zorgen voor kennisoverdracht via onder meer rapporten en seminaries. De lange looptijd biedt het steunpunt de mogelijkheid om actievere vormen van valorisatie op te nemen en daadwerkelijk deel te laten uitmaken van de opdracht. Het steunpunt omvat 3 thematische onderzoekslijnen: A. De lerende, B. De leraar en de school als organisatie en C. De organisatie van het onderwijs. De 3 themalijnen vloeien voort uit de prioriteiten uit de beleidsnota onderwijs 2014-2019. Het steunpunt moet onder meer een antwoord bieden op strategische en concrete beleidsvragen inzake de evolutie van de kwaliteit, efficiëntie en rechtvaardigheid van het Vlaamse onderwijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Steunpunt Beleidsgericht Onderwijsonderzoek (SONO).
Abstract
Het Steunpunt Onderwijsonderzoek (SONO) is door de Vlaamse Regering erkend als Steunpunt voor Beleidsrelevant Onderzoek voor de periode 2016-2020. SONO is een samenwerkingsverband van de UGent, de KU Leuven, de Universiteit Antwerpen, de VUB en de Artevelde Hogeschool. De voornaamste opdrachten van het steunpunt zijn: (1) Wetenschappelijk onderzoek uitvoeren rond thema's die de Vlaamse overheid als prioritair en relevant beschouwt voor beleidsvoorbereiding en -evaluatie en (2) Zorgen voor kennisoverdracht via onder meer rapporten en seminaries. De lange looptijd biedt het steunpunt de mogelijkheid om actievere vormen van valorisatie op te nemen en daadwerkelijk deel te laten uitmaken van de opdracht. Het steunpunt omvat 3 thematische onderzoekslijnen: A. De lerende, B. De leraar en de school als organisatie en C. De organisatie van het onderwijs. De 3 themalijnen vloeien voort uit de prioriteiten uit de beleidsnota onderwijs 2014-2019. Het steunpunt moet onder meer een antwoord bieden op strategische en concrete beleidsvragen inzake de evolutie van de kwaliteit, efficiëntie en rechtvaardigheid van het Vlaamse onderwijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Evaluatie van de visitaties van scholen, centra en academies.
Abstract
.Het Agentschap Stedelijk Onderwijs (Antwerpen) organiseert een regelmatige visitatie van haar eigen scholen. Daarbij sluit ze zo dicht mogelijk aan bij de gebruiken van de Vlaamse Onderwijsinspectie. Deze onderzoeksopdracht maakt een evaluatie van de effectiviteit van deze visitatiesOnderzoeker(s)
- Promotor: Penninckx Maarten
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het effect van doorgelicht worden op de professionele identiteit van leraren: emoties als obstakel of katalysator voor verandering?
Abstract
Diverse stakeholders delen het standpunt dat onderwijsinspecties niet alleen dienen om scholen ter verantwoording te roepen. Er wordt van inspecties ook verwacht dat ze een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van leraren en van de onderwijskwaliteit. Ondanks deze ambitie wijzen empirische gegevens er op dat inspecties in het algemeen dit ontwikkelingsgerichte doel niet realiseren. Het fundament van deze studie is dat men niet kan begrijpen waarom de inspecties al dan niet effectief zijn zonder de rol van emoties en de professionele identiteit van leraren in analyses te betrekken. Wanneer evaluatiemechanismen (zoals inspecties) een conceptualisering van 'een (goede) leraar' vooropstellen die afwijkt van de professionele opvattingen die leraren er op nahouden, kan de professionele identiteit van leraren danig getroffen worden. Inspanningen om aan de 'door de inspectie opgelegde verwachtingen' te voldoen, gaan gepaard met het ervaren van intense emoties. Positieve emoties kunnen een bron van motivatie en jobtevredenheid zijn. Leraren ervaren echter negatieve emoties wanneer hun professionele identiteit in vraag worden gesteld. Verder rijst de vraag of er verschillen zijn tussen leraren in verschillende scholen met betrekking tot de invloed van de inspecties op hun emoties en hun professionele identiteit. Dit geeft aan dat inzicht in de wisselwerking tussen enerzijds individuele leraaraspecten zoals emoties en professionele identiteit en anderzijds schoolkenmerken (zoals psychologische vrijheid) nodig zijn om de gevolgen van inspecties ten volle te begrijpen. Deze studie hanteert een multi-methode benadering. De ecologische validiteit van het conceptuele kader wordt gewaarborgd aan de hand van een reviewstudie en exploratieve diepte-interviews. In het kwantitatieve deel van de empirische fase worden schriftelijke enquêtes georganiseerd in een representatieve steekproef van 40 Vlaamse basisscholen. In deze bevraging komen al de in het theoretisch kader opgenomen variabelen aan bod. Naast het survey-onderzoek zullen ook case studies kwalitatieve gegevens verstrekken. 12 leerkrachten uit 4 basisscholen worden opgevolgd. Gedurende 10 maanden zullen we emoties en de professionele identiteit van leraren in geïnspecteerde scholen in kaart brengen. Daarnaast zal een netwerkperspectief het inzicht in de effecten van de inspectie op de emoties en professionele identiteit in de geselecteerde cases verrijken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: De Maeyer Sven
- Mandaathouder: Quintelier Amy
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Effectiviteit van teams die onder 'spanning' staan. Het meten van team stress via fysiologische signalen.
Abstract
Dit onderzoeksvoorstel richt zich op de toepassing van het meten van fysiologische markers van stress via draagbare sensoren in de context van teamwerk. Dit maakt het onderzoek mogelijk van effecten van veranderingen in stress op het kennisdelen in teams die onder druk staan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een systematisch literatuuroverzicht van (de kwaliteit van) performance assessment in het basis-, secundair en hoger onderwijs
Abstract
Doordat competentiegericht onderwijs steeds meer de norm is, wint het beoordelen van competenties met behulp van performance assessment aan belang. Desondanks ontbreekt in de literatuur het overzicht van studies over performance assessment in basis-, secundair of hoger onderwijs. De systematische literatuur review in dit project vult deze lacune in en beschrijft hoe kwaliteit van performance assessment in kaart wordt gebracht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Coertjens Liesje
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
POTENTIAL - Power to Teach All. Competentieontwikkeling van leraren met oog op het creëren van inclusieve leeromgevingen.
Abstract
Overal ter wereld worden scholen en leerkrachten geconfronteerd met een groeiende diversiteit en toenemende complexiteit (sociale ongelijkheid, labeling, ... ). In het verleden werd, bij de toewijzing van kinderen aan scholen en klassen, eerder uitgegaan van een segregatiemodel dan inclusie te bevorderen. Vandaag zien we een tendens naar meer inclusieve leeromgevingen. Dit stelt echter enorme uitdagingen aan de professionele ontwikkeling van (toekomstige) leraren en teams. De hoofddoelstelling van het project 'POTENTIAL', Power to teach all, is competentieontwikkeling van (toekomstige) leerkrachten en schoolteams om inclusieve leeromgevingen te creeren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
- Co-promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Zalmproject. Deeltijdsonderwijs - volwassenonderwijs.
Abstract
De nota duaal leren van de Vlaamse Overheid geeft aan dat jongeren arbeidsrijp en arbeidsbereid dienen te zijn om zich via de leerweg 'duaal leren' te kwalificeren. Daarnaast wordt gesteld dat de klassenraad en de trajectbegeleider samen een niet-bindend advies dienen te geven over de arbeidsrijpheid van elke jongere die in aanmerking komt voor een arbeidsgerichte opleiding. In het licht hiervan vraagt het provinciaal onderwijs Antwerpen een instrument dat de klassenraad kan ondersteunen bij deze beslissing.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bibliotheekkrediet Sociale en Humane Wetenschappen (Antwerp School of Education).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Identificatie en analyse van praktijken van gerichte inzet en ontwikkeling van competenties van leerkrachten in de laatste jaren van het lager onderwijs.
Abstract
Dit onderzoek wil bestaande goede praktijkvoorbeelden rond klas- en vakoverschrijdende inzet van leraren in de laatste jaren van het lager onderwijs in kaart brengen, met als doel een optimale inzet van aanwezige lerarencompetenties, meer gedifferentieerd werken in de klas en de realisatie van een vlottere overgang van het basis- naar het secundair onderwijs. Niet enkel beogen we een gedetailleerde beschrijving van zulke goede praktijken, maar wensen we ook inzicht te geven in de randvoorwaarden en de beleving van de praktijk, vanuit zowel het oogpunt van de directie, de leraar als de leerlingen. Data worden verzameld via case studies en een Delphi-onderzoek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
- Co-promotor: Casteleyn Jordi
- Co-promotor: Simons Mathea
- Co-promotor: Smits Tom
- Co-promotor: Vandervieren Ellen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoeksopdracht in het kader van de opleiding Expert Taalbeleid.
Abstract
1. Wat is het beleidsvoerend vermogen inzake taalbeleid Genkse basisscholen die aan het ondersteuningstraject 'Expert Taalbeleid' deelnamen? 2. Tot welke effecten heeft de geboden ondersteuning in de betreffende basisscholen geleid? Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden zal een kwantitatief en een kwalitatief georienteerd onderzoek worden uitgezet.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Penninckx Maarten
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Begeleiding van de medewerkers van MOS in het helpen opzetten van vormingen, uitwisselingsmomenten en procesbegeleiding.
Abstract
MOS Vlaanderen maakte recent heel wat vernieuwingen door. Ook vandaag nog is de organisatie en haar werking volop in verandering. Het project 'Begeleiding van de medewerkers van MOS in het helpen opzetten van vormingen, uitwisselingsmomenten en procesbegeleiding' past in dit proces. In het project werden een aantal praktijken onder de loep genomen en onderzocht in functie van verdere vernieuwing. Het project vond plaats van maart 2015 tot juli 2016. In deze periode gingen MOS-begeleiders aan de slag in een onderzoekende praktijk.Vanuit onderzoeksgroep Edubron kregen zijn hierbij ondersteuning en werden de leerresultaten in kaart gebracht. Het project omvatte twee lerende netwerken, een intervisietraject en zes experimenten. De experimenten vonden plaats in zes verschillende scholen, gekozen met het oog op maximale variatie. Elk experiment had een ander thema: vergroening, pedagogische begeleiding, intakes, participatie, leerwinst meten, en campusschool. Samen waren deze onderdelen van het project een rijke bron van leerervaringen,die richting gaven aan de aanbevelingen voor de MOS-praktijkOnderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Boeve-de Pauw Jelle
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Validering van een internationaal inzetbaar instrument om de perceptie van universitaire docenten op hun onderwijscontext te meten
Abstract
De perceptie van universitaire docenten op hun onderwijscontext is vooralsnog slechts beperkt onderzocht. Daarom ontwikkelden we een Vlaams meetinstrument dat deze in kaart brengt. In voorliggende studie werken we vooreerst een Engelstalige variant van het instrument uit die internationaal ingezet kan worden. Door gebruik in verschillende landen onderzoeken we vervolgens de crossculturele validiteit van dit instrument.Onderzoeker(s)
- Promotor: Stes Ann
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkelen of afwikkelen? Hoe scholen omgaan met onderpresterende leraren.
Abstract
De bevindingen van vier decennia schooleffectiviteitsonderzoek tonen aan dat de kwaliteit van leraren meer bijdraagt tot het verklaren van variatie in leerlingprestaties dan school- en klaskenmerken (zoals sociale compositie). Dit houdt in dat de leerlingresultaten van onderpresterende leraren over het algemeen minder stijgen dan die van effectieve leraren. Cumulatieve effecten van ineffectieve leraren worden omschreven als alarmerend en meetbaar over meerdere jaren in de schoolloopbaan van leerlingen. (Representatieve) gegevens over het aantal onderpresterende leraren in het Vlaamse onderwijs zijn niet beschikbaar. Bovendien is er, ook internationaal, weinig bekend over de manier waarop scholen omgaan met onderpresterende leraren. De huidige kennisbasis slaagt er niet in om gedegen conceptueel en empirisch werk te presenteren omtrent hoe scholen (kunnen) omgaan met slecht presterende leraren. Naast het beschrijven van de kenmerken en het voorkomen (i.e. aandeel in de lerarenpopulatie) van onderpresterende leraren richt deze studie zich op het verklaren van verschillen in de manier waarop scholen omgaan met onderpresterende leraren. Om te doorgronden welke processen van betekenis zijn, is het van cruciaal belang om te begrijpen dat de reactie van de school(leider) contextspecifiek is. Om deze variatie volledig vast te leggen, bouwen we verschillende soorten 'onderpresteren' en een breed scala aan strategieën om ermee om te gaan in het conceptueel kader in. Daarnaast erkennen we dat (onder)presterende leraren zijn ingebed in een sociale context. Daarom onderscheiden we twee groepen van (ondersteunende en belemmerende) factoren, met name schoolcultuur- en leiderschapskenmerken. Een zorgvuldig ontworpen multi-methode benadering staat gerant voor het beantwoorden van de vooropgestelde onderzoeksvragen. De ecologische validiteit van het conceptuele kader wordt gegarandeerd op basis van een literatuurstudie en een Delphi-studie. In het kwantitatieve deel van de empirische onderzoeksfase worden schriftelijke vragenlijsten afgenomen in een representatieve steekproef van 80 Vlaamse basisscholen. Naast dit survey-onderzoek, worden 6 case studies opgezet met het oog op het verzamelen van kwalitatieve gegevens omtrent hoe scholen omgaan met onderpresterende leraren. De gegevens worden verzameld met behulp van logboeken en semi-gestructureerde diepte-interviews. Daarnaast zal ook een netwerkanalyse-benadering de inzichten in de bestudeerde processen verrijken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
- Mandaathouder: Van Den Ouweland Loth
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De ontwikkeling, implementatie en opvolging van het generieke exploratie-instrument 'Columbus' bij de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs.
Abstract
In dit longitudinaal onderzoeksproject wordt in samenwerking met partners uit het hoger onderwijs (KULeuven, Ugent, Arteveldehogeschool) het instrument Columbus ontwikkeld en gevalideerd, met als doel een breed exploratie-instrument aan te bieden voor laatstejaarsleerlingen in het secundair onderwijs, dat ondersteunend is in de studie-oriëntering en transitie naar het hoger onderwijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek in het domein van het onderwijs en de professionele ontwikkeling.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
TALIS-Secundaire analyses m.b.t. professionele ontwikkeling met nadruk op collaborative learning.
Abstract
Dit project heeft betrekking op de aandacht die TALIS (Teaching and Learning International Survey) besteedt aan de professionele ontwikkeling van leerkrachten en directies, met nadruk op collaborative learning.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Uitvoeren van de wetenschappelijke review met het oog op het formuleren van theoretische en empirisch onderbouwde aanbevelingen voor leerlingenbegeleiding in Vlaanderen.
Abstract
Dit project moet leiden tot theoretisch en empirisch onderbouwde aanbevelingen voor een efficiëntere en effectieve organisatie van leerlingenbegeleiding. Dit moet beleidsmakers gefundeerde input leveren voor de ontwikkeling van toekomstig beleid omtrent leerlingenbegeleiding in Vlaanderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Hoe studenten leren: antwoorden vanuit een neurologisch-onderwijskundig onderzoeksperspectief.
Abstract
Dit interdisciplinair onderzoeksvoorstel vertrekt van de vaststelling dat het bestaande onderzoek naar het leren van studenten in het hoger onderwijs tegenstrijdige resultaten oplevert over de manier waarop studenten studietaken verwerken (gebruik van verwerkingsstrategieën). Een belangrijke kritiek is dat het bestaande onderzoek te sterk vertrouwt op zelfrapportagetechnieken om verwerkingsstrategieën bij studenten te meten en het gebruik van directe observatiemethoden negeert. Medische beeldvormingstechnieken zijn in opmars in het studiedomein van de 'educational neurosciences' en laten toe om verwerkingsprocessen die zich voordoen tijdens het leren van studietaken rechstreeks in kaart te brengen. Samen met het gebruik van zelfrapportage-instrumenten kan het gebruik van brain-imaging technieken (zoals fMRI) als directe observatiemethode een meer comprehensief beeld opleveren van hoe studenten leren. Drie onderzoeksvragen staan centraal: (1) Wat is de neurale basis voor verwerkingsstrategieën van studenten in het hoger onderwijs? (2) Welke verbanden treden op tussen verwerkingsstrategieën gemeten via zelfrapportage en medische beeldvormingstechnieken? (3) Welke individuele verschillen treden op in het gebruik van verwerkingsstrategieën overheen verschillende vakspecifieke studietaken? Het project wordt in twee fasen georganiseerd: een pilootstudie, gevolgd door een hoofdonderzoek. In de piloot-studie worden studietaken ontwikkeld en uitgetest in vier inhoudsdomeinen en worden traditionele zelfrapportagetechnieken (hardop-denk-protocollen en een zelfrapportagevragenlijst) gebruikt om te onderzoeken hoe studenten de verschillende verwerkingsstrategieën voor verschillende studietaken gebruiken. In het hoofdonderzoek worden de verwerkingsstrategieën van de studenten in kaart gebracht via zelfrapportage en medische beeldvorming (fMRI) . De resultaten van dit project kunnen belangrijke gevolgen hebben voor zowel de theorie-ontwikkeling over verwerkingsstrategieën als voor het begrijpen van de onderliggende neurale activiteit van deze processen en hoe deze individuele verschillen adequaat gemeten kunnen worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Parizel Paul
- Mandaathouder: Catrysse Leen
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Hoe zijn competenties grootschalig te toetsen? Ontwikkeling van een evaluatiematrix voor toetsprogramma's en een inventarisatie van good practices.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Scenario's voor leer(winst)monitoring in Vlaanderen: Een ontwerponderzoek naar haalbaarheid en wenselijkheid.
Abstract
Er bestaan goede redenen om een (meer) systematisch zicht te krijgen op leerresultaten in het Vlaamse leerplichtonderwijs. Daar staat tegenover dat systemen om leerresultaten te monitoren bekritiseerbaar zijn en dat ongewenste effecten zich (kunnen) voordoen. Deze studie onderbouwt mogelijke scenario's voor het monitoren van leerwinst en gaat na of deze haalbaar en wenselijk zijn in de Vlaamse context. Centraal in het ontwerponderzoek staat het identificeren van ontwerpprincipes voor een monitoringsysteem op maat van Vlaanderen. Dit gebeurt aan de hand van systematisch literatuuronderzoek, een Delphi-studie en de studie van buitenlandse monitoringsystemen. Op basis van de ontwerpprincipes worden scenario's uitgeschreven die in diepte-interviews bij stakeholders afgetoetst worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Effecten-onderzoek van trajectcoaching op de academische integratie van eerstejaarsstudenten.
Abstract
Dit project beoogt aan de hand van een longitudinaal survey onderzoek na te gaan welke affectieve en niet-cognitieve effecten bij studenten optreden wanneer zij participeren aan diverse vormen van trajectcoaching in het eerste jaar hoger onderwijs. Naast het in kaart brengen van de rol van autonomie-ondersteuning en betrokkenheid in trajectcoaching, zal ook de ontwikkeling van academisch zelfconcept, zelf-effectiviteit, academische motivatie en studiecommitment nader worden onderzocht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Cartografie en analyse van het onthaalonderwijs voor minderjarige anderstalige nieuwkomers (OKANS).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Rymenans Rita
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Toeleiding naar het zorgaanbod. Een onderzoek naar bestaande praktijken en verklarende factoren op kind-, gezins- en schoolniveau in het gewoon en buitengewoon onderwijs in Vlaanderen.
Abstract
Voorliggend onderzoek heeft als doel de bestaande praktijken inzake toeleiding naar het zorgaanbod in kaart te brengen, deze te verklaren a.d.h.v. factoren op kind-, gezins-, en school niveau en de (gepercipieerde) effecten en de wenselijkheid van deze praktijken na te gaan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
STEM@school: het ontwikkelen en introduceren van geïntegreerd Wetenschaps-, Technologisch, Bouwkundig en Wiskundig onderwijs in Vlaamse middelbare scholen.
Abstract
Het project beoogt (de evaluatie van) de invoering van een innovatieve geïntegreerde STEMdidactiek in het secundair onderwijs, om aldus aan middelbare scholieren een beter beeld te geven van wat een wetenschappelijke, ingenieurs- en/of technische carrière inhoudt, om hun attitude ten aanzien van STEM alsook hun STEM-geletterdheid te verbeteren. Voorts beoogt men de ontwikkeling van een aanpak voor de systemische ondersteuning van de scholen om deze didactiek duurzaam te implementeren. Het finale doel is te komen tot een betere kwantitatieve en kwalitatieve keuze voor STEM-georiënteerde studies in het hoger onderwijs en voor STEM-gerichte jobs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
STEM(sters), verhogen van de instroom naar STEM-sectoren via aangepast taalgebruik in vacatures en studiebrochures.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds KdG. UA levert aan KdG de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gaat het echt enkel om kennis? De perceptie van educatoren op het proces van het veranderen van ecologisch gedrag.
Abstract
Onderzoekers zijn het er over eens dat de huidige milieuproblematiek een gevolg is van menselijke gedrag. Milieueducatie (ME) wordt beschouwd als een belangrijk instrument in de bestrijding van de milieuproblematiek. Echter, slechts zelden slaagt ME er in om het ecologisch gedrag van jongeren te veranderen. Deze studie onderzoekt de perceptie van educatoren op het proces van gedragsverandering als een mediërende factor in de effectiviteit van ME.Onderzoeker(s)
- Promotor: Boeve-de Pauw Jelle
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling van competenties bij lerenden: van vaststellen naar interveniëren.
Abstract
De bedoeling van dit project ' Ontwikkeling van competenties bij lerenden: van vaststellen naar interveniëren' is om via (a) theoretische discussies over de relatie tussen constaterend en construerend onderzoek in verschillende disciplines, (b) confrontaties van verschillende methodologische aanpakken om met die relatie om te gaan, en (c) intensieve uitwisseling van en discussie over relevante concrete onderzoeksprojecten van de participerende onderzoeksteams, het complexe hoofdthema nader te onderzoeken, en te komen tot parallelle en indien mogelijk ook gezamenlijke onderzoeksprojecten waarin de verworven inzichten worden uitgetest.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onwikkeling, validatie en effecten van een digitaal platform voor de evaluatie van vaardigheden (D-PAC).
Abstract
In onze huidige maatschappij neemt bij evaluaties het belang van competenties steeds toe, dit zowel in het onderwijs als bij aanwervingen of zelfs opvolging van het personeel. Het correct kunnen meten van een competentieniveau is dus zéér belangrijk. D-PAC wil het betrouwbaar en valide meten van competenties d.m.v. de "adaptive comparative judgment" methode (ACJ) dieper bestuderen. Men wil meerbepaald zowel theoretisch als praktisch de geschiktheid van deze methode om competenties te toetsen kunnen aantonen.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Transbaso: verbetering van de educatieve en sociale efficiëntie van de overgang tussen basis- en voortgezet onderwijs: innovaties voor het veld.
Abstract
Algemene valorisatiedoelstellingen van het project: 1) Het creëren, implementeren en evalueren van interventies die de effectiviteit van de processen van school- en studiekeuze bij de transitie van basis- naar secundair onderwijs willen verhogen. 2) Het aanbieden van duurzame en effectieve instrumenten voor leerlingen, leraren, scholen en buurtomgevingen om hen bij de processen van studie- en schooloriëntatie te ondersteunen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Mahieu Paul
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Dood hout of onaangeboorde expertise? Intergenerationeel kennismakelaarschap in scholen.
Abstract
De groeiende uitstroom van oudere werknemers op de Europese arbeidsmarkt maakt van het behouden van kennis van medewerkers die dicht bij hun pensioen staan een belangrijk kenmerk van succesvolle scholen. Terwijl oudere leerkrachten door sommigen worden omschreven als 'dood hout' en als medewerkers met weinig potentieel argumenteren anderen dat de impliciete en expliciete kennis van deze werknemers onderschat wordt en te weinig aangeboord. De huidige wetenschappelijke kennisbasis slaagt er vooralsnog niet in conceptueel en empirisch inzicht te verschaffen over de manier waarop scholen maximaal kunnen profiteren van de kennis van leerkrachten die op het punt staan uit te stromen. Het concept 'Intergenerationeel kennismakelaarschap' richt zich op het faciliteren van kennisdeling tussen behoeften en aanbod over generaties. Naast het beschrijven van de huidige processen en resultaten van intergenerationeel kennismakelaarschap in scholen onderzoekt deze studie hoe verschillen in intergenerationeel kennismakelaarschap kunnen verklaard worden. Een onderscheid tussen drie sets van beïnvloedende factoren wordt daarbij naar voren geschoven: individuele leraarkenmerken, teamkenmerken en schoolkenmerken. Een zorgvuldig ontworpen multi-methode benadering staat gerant voor het beantwoorden van de vooropgestelde beschrijvende, conceptuele en verklarende onderzoeksvragen. De ecologische validiteit van het conceptuele kader wordt gegarandeerd op basis van een literatuurstudie en een Delphi-studie. In het kwantitatieve deel van de empirische onderzoeksfase worden schriftelijke vragenlijsten afgenomen in een representatieve steekproef van 80 Vlaamse secundaire scholen. Naast dit survey-onderzoek, worden 6 diepgaande case studies uitgevoerd in vakwerkgroepen in secundaire scholen met het oog op het verzamelen van kwalitatieve gegevens over intergenerationeel kennismakelaarschap tussen leraren die bijna met pensioen gaan en de andere leraren. De gegevens worden verzameld met behulp van logboeken en semi-gestructureerde diepte-interviews. Daarnaast zal ook een netwerkanalyse-benadering de inzichten in kennismakelaarschap over generaties verrijken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
- Mandaathouder: Geeraerts Kendra
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Klaar voor het hoger onderwijs? Longitudinaal onderzoek naar de invloed van het studiekeuze- en academische integratieproces op het studiesucces in het eerste jaar hoger onderwijs.
Abstract
Academische integratie is een belangrijke voorspeller voor het verklaren van studiesucces van eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs. Het concept verwijst naar de mate waarin studenten zich aanpassen aan hun nieuwe leeromgeving. Academische integratie kan onderzocht worden vanuit het perspectief van verschillende studentkenmerken. Hoewel men academische integratie als een 'evoluerend' concept bekijkt, werd dit in eerder onderzoek voornamelijk vanuit een statisch perspectief onderzocht. Dit project beoogt de verklarende rol van studentkenmerken en het academisch integratieproces van eerstejaarsstudenten ten aanzien van studiesucces longitudinaal te onderzoeken. Dit gebeurt via het integreren van Nicholson's transitiemodel (1990) met een longitudinaal procesmodel. Transitie wordt in dit onderzoek beschouwd als een gefaseerd proces met een voorbereidings-, ontmoetings-, aanpassings- en stabilisatiefase. Dit impliceert een uitbreiding van het conceptueel kader met factoren gerelateerd aan de voorbereiding van studenten in het secundair onderwijs (voorkennis, studiekeuzeprocessen) en een verfijning van de transitiefase in een ontmoetings- en een aanpassingsfase. Dit conceptueel kader wordt getest via een recent verzamelde longitudinale dataset bij studenten die de overgang maakten van het secundair naar en in het hoger onderwijs of de arbeidsmarkt (3700 studenten). Om de relaties tussen studiekeuzeproces, het academisch integratieproces en het studiesucces in het hoger onderwijs te onderzoeken, wordt dit onderzoeksproject opgezet in vier fasen: een beschrijvende, exploratieve, toetsende en een theoretische fase. De eerste drie fases richten zich op telkens hogere analyseniveaus en onderzoeken geleidelijk aan meer componenten van het conceptuele model. De laatste fase koppelt de resultaten aan de bestaande kennis en zorgt op die manier voor theorieontwikkeling. Het innovatieve karakter van dit project is meervoudig. Er is de integratie van een longitudinaal procesmodel met een transitiemodel. Daarnaast is de dataset gebaseerd op vijf meetmomenten wat het mogelijk maakt om causale processen meer in kaart te brengen. Omdat de dataset zowel studenten uit professionele als academische bachelors bevat, kan het onderzoek ook leiden tot meer generaliseerbare uitspraken over de invloed van deze factoren op het studiesucces in het hoger onderwijs. Ten slotte zal dit onderzoek ook bijdragen aan noodzakelijke theorieontwikkeling in dit onderzoeksdomein.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Van Petegem Peter
- Mandaathouder: Noyens Dorien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het gebruik van zelf-evaluatie instrumenten in organisaties: zelf-perceptie of zelfbedrog?
Abstract
Het project onderzoekt of zelfevaluatie-instrumenten die scholen in het kader van hun interne kwaliteitszorg gebruiken tot een valide en betrouwbaar beeld van de school leiden. Er wordt onderzocht in welke mate de scores bij zelfrapportage aan de hand van zelfevaluatie-instrumenten samenhangen met betrouwbaarheidsbelemmerende kenmerken van de respondent, van de bevragingscontext en van het gebruikte instrument als dusdanig. Daartoe komen een literatuurstudie, een review-studie, secundaire data-analyses, een mixed-methode onderzoek en een survey-onderzoek aan bod.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Mandaathouder: Faddar Jerich
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Herziening cesuurbepaling.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
NME binnen PROVANT. Natuur- en milieu-educatie binnen Provincie Antwerpen: doelgericht en effectief?
Abstract
In 2012 werd het expertisenetwerk NME/EDO* opgestart met de voornaamste partners op vlak van NME/EDO over de departementen en diensten heen: Groendomeinen Antwerpen, Kempen en Mechelen (DRST), PIME en DMN (DLM), Kamp C en Hooibeekhoeve (DWEP). Voorlopig beperkt het netwerk zich tot de eerstelijnsaanbieders, ic centra. Hoofddoelen zijn: uitwerken van een provinciale visie op NME/EDO, kennisdeling en afstemming tussen de partners, uitwerken van een kwalitatief aanbod afgestemd op de doelgroep. Hiervoor wil het netwerk externe expertise inroepen. *Natuur- en milieueducatie / Educatie voor Duurzame OntwikkelingOnderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Pinxten Annie
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Expert Taalbeleid.
Abstract
1. Wat is het beleidsvoerend vermogen inzake taalbeleid van de 12 basisscholen van het katholiek onderwijs die aan het ondersteuningstraject 'Expert Taalbeleid' deelnamen? 2. Tot welke effecten heeft de geboden ondersteuning in de betreffende basisscholen geleid? Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden zal een kwantitatief en een kwalitatief georienteerd onderzoek worden uitgezet.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Buitenschoolse hulpverlening en zorg op school: samenhang, afstemming en verklarende factoren.
Abstract
Dit onderzoek heeft als doel de bestaande praktijken inzake buitenschoolse hulpverlening in kaart te brengen en te verklaren aan de hand van factoren op kind-, gezins-, school-, en breder maatschappelijk niveau. Ook de wenselijkheid van deze praktijken en voorwaarden voor een optimale afstemming op het zorgaanbod op school worden nader onderzocht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
ROEM-project.
Abstract
Het ROEM-project wil bedrijven en werknemers ondersteunen om ontwikkelingsinitiatieven af te stemmen op de noden van de organisatie en het individu en om kwalitatieve en effectieve ontwikkelingsinitiatieven uit te bouwen die de doelstelling ondersteunen. Het project moet groepen van dienstverlenende organisaties op de Vlaamse arbeidsmarkt versterken in hun vermogen om doelgroepen van werkenden en bedrijven of niet-werkende beter te bedienen met behulp van een innovatief instrument. Het gaat hierbij om diensten die passen binnen de beginselen inzake actieve arbeidsmarkt en sociale inclusie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Verbreden van het inzicht in de transferproblematiek bij docententraining in het hoger onderwijs.
Abstract
Werknemers slagen er vaak niet in om wat zij leren tijdens een professionele training, toe te (blijven) passen in hun job. Ook bij docententraining in het hoger onderwijs gaat dit op: wat docenten leren tijdens de training wordt vaak niet geïmplementeerd in de onderwijspraktijk. Dit project wil het inzicht in deze transferproblematiek verbreden. De data van studentenevaluaties in de periode 2000-2012 zullen worden geanalyseerd voor docenten die deelnamen aan de jaaropleiding voor beginnende docenten zoals georganiseerd aan de Universiteit Antwerpen. Op basis van de resultaten van de analyse zullen 45 docenten geselecteerd worden voor een semi-gestructureerd interview. De onderzoeksopzet laat toe om zowel vanuit kwantitatieve (via longitudinale analyse studentenevaluaties) als kwalitatieve (via semi-gestructureerde interviews) onderzoeksmethoden meer inzicht te krijgen in de transferproblematiek bij docententraining in het hoger onderwijs. De resultaten van het project zullen een antwoord geven op volgende vragen: 1) in welke mate doet er zich een lange termijn transfer voor en 2) wat zijn de onderliggende redenen voor het al dan niet optreden ervan?Onderzoeker(s)
- Promotor: Stes Ann
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Aanmaak deelrapporten pedagogische begeleidingsdiensten OVSG en POV.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Innovatie- en Excellentie monitor voor Basisonderwijs (IEMBO).
Abstract
Dit project heeft volgende opdracht: de verschillende onderwijsinnovaties in het Vlaams proefproject "Innoveren en Excelleren in Onderwijs" als proces te monitoren en hun impact en effectiviteit op het maximaliseren van de leerprestatie, de leerwinst en het welbevinden van leerlingen te analyseren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Pilootproject Learn2be@school.
Abstract
Externe observatie en analyse van de (perceptie van de) impact van de vorming zowel direct (op de deelnemers) als indirect (in de schoolpraktijk). Hoe worden de aangereikte instrumenten/tools ontvangen tijdens de opleiding? En hoe worden ze toegeëigend en gebruikt in schoolpraktijk?Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Effectstudie van het project Mobilus.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse Stichting Verkeerskunde. Onderwerp van het onderzoek is een evaluatie van de effectiviteit van van het educatieve programma Mobibus. Specifieke aandacht gaat naar de impact die het programma heeft op de kennis, attitudes en vaardigheden van de deelnemers inzake verkeersveiligheid en duurzame mobiliteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Boeve-de Pauw Jelle
- Co-promotor: Delvaux Eva
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Audit en rapportering Expertisenetwerk voor Cultuureducatie (KEN).
Abstract
UA levert aan KEN de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leren boven de maat: maatwerk in leren: naar een hoger leerrendement via het synchroniseren van professionalisering op het leercompetentieprofiel van kenniswerkers.
Abstract
Het doel van het project is het leerrendement van formele professionaliseringsactiviteiten in bedrijven en organisaties te verhogen door de daarin gehanteerde werkvormen af te stemmen op de leercompetentieprofielen van deelnemers. Het project wil, op basis van onderzoek, een kwaliteitsvol, valide en betrouwbaar instrumentarium ontwikkelen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
- Mandaathouder: Vanthournout Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Informatiegebruik door schoolleiders en leerkrachten.
Abstract
Hoewel het (Vlaamse) onderwijs een lange traditie heeft inzake het verzamelen van informatie, wordt het volle potentieel van het gebruik van deze informatie pas sinds eerder recent erkend. Vooralsnog is echter weinig geweten omtrent welke informatie op welke manier op het beleid en de praktijk in Vlaamse scholen weegt. Dit onderzoek biedt inzicht in de manier waarop schoolleiders en leerkrachten gebruik maken van informatie bij het maken van beleids- en praktijkkeuzes. Het reikt naast beschrijvingen van bestaande praktijken ook evidentie aan voor de verklaring en evaluatie van het informatiegebruik in Vlaamse scholen. De invalshoek van informatiemakelaarsschap staat daarbij centraal. Om deze doelen te realiseren wenden we in het onderzoek verschillende methodologische technieken aan: literatuuronderzoek, diepte-interviews en survey-onderzoek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
- Co-promotor: Mahieu Paul
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Evaluatie pedagogische begeleidingsdiensten volwassenenonderwijs en VOCVO.
Abstract
Dit project wordt uitgevoerd om de werkzaamheden van de commissie te ondersteunen die verantwoordelijk is voor de evaluatie van de pedagogische begeleidingsdiensten (PBD) in het volwassenenonderwijs en het Vlaams ondersteuningscentrum voor volwassenenonderwijs (Vocvo). Het onderzoek spitst zich toe op de werking, het bereik en de gepercipieerde effecten van de aanvullende opdrachten van de PBD in het volwassenenonderwijs en van Vocvo, alsmede hun samenwerkingsverband.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar determinanten van doorstroom en verschillen in werkplekleren bij sterke studenten.
Abstract
Veel onderwijsontwikkeling vertrekt vanuit ervaringen van de betrokken actoren en wordt dikwijls vorm gegeven vanuit een buikgevoel. In het huidige project willen we de beleidskeuzes en de ontwikkeling van het traject voor sterke studenten voldoende steunen op onderzoeksgegevens. Daartoe wordt naast het ontwikkelingstraject een flankerend onderzoekstraject opgezet. De vraag die in het huidige project als prioritair naar voren springt, is: "Hoe kunnen we de meeste geschikte studenten identificeren voor deelname aan het traject voor sterke studenten?"Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kickstart je toekomst.
Abstract
Tijdens dit project ontwikkelen en valideren de promotor en de partners samen met leerkrachten en consulenten uit de dienstverlening begeleidingstools en -methodieken om jongeren te coachen in hun eerste stappen van het (beroeps)onderwijs naar de arbeidsmarkt. Met dit project geven we stimulansen en coaching aan jongeren en aan intermediairen zodat jongeren beter uitgerust zijn om de arbeidsmarkt te betreden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De evaluatie van het evaluatiesysteem voor leerkrachten in het basisonderwijs en deeltijds kunstonderwijs.
Abstract
Het onderzoek wil de werking van leerkrachtevaluatie en zijn effecten binnen het basisonderwijs en deeltijds kunstonderwijs analyseren en evalueren. Concreet zal onderzocht worden welke kenmerken de evaluatiesystemen vertonen, wat het uitzicht van deze evaluatiesystemen bepaalt, hoe verschillende actoren (o.a. directies en leerkrachten) dit ervaren en wat de effecten zijn van leerkrachtevaluaties. Het onderzoek bevraagt de directeur en alle leerkrachten in 100 scholen voor basisonderwijs en 10 scholen voor deeltijds kunstonderwijs via een survey. Daarnaast worden de coördinerend directeur, de directeur, een vakbondsafgevaardigde en twee leerkrachten van 15 basisscholen en 3 scholen voor deeltijds kunstonderwijs bevraagd aan de hand van semi-gestructureerde interviews.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Impactanalyse en verbetervoorstellen voor Milieuzorg op School (MOS).
Abstract
Het voorgestelde onderzoeksproject focust op de effectiviteit van het project Milieuzorg op school (MOS), en besteedt daarbij aandacht aan zowel praktische als theoretische aspecten. Aan de hand van een mixed-method onderzoeksdesign, waarbij literatuurstudie, focusgroepen, surveys en diepte-interviews gehanteerd worden, wordt onderzocht welke de gewenste en vastgestelde effecten van MOS zijn (waarbij onder andere gekeken wordt kennis, waarden en gedrag m.b.t. milieu en natuur) bij leerlingen en bij leerkrachten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Werkplekleren binnen formele onderwijstrajecten
Abstract
Zowel onderzoek als beleid benadrukken het belang van werkplekleren binnen formele onderwijstrajecten. Echter, beiden erkennen ook dat ons begrip beperkt is van wat kwaliteitsvol werkplekleren inhoudt. Er kan veel gewonnen worden als we zicht kunnen krijgen op wat de specificiteit van werkplekleren is. Tevens dient er zicht te komen op wat de succesfactoren zijn voor het vormgeven van werkplekleren. Recentelijk zijn door ons data verzameld rond beide zaken. We hebben onderzocht hoe toekomstige ingenieurs verschillen in hun cognitieve en regulatieve leer-activiteiten tijdens stages. Daarnaast hebben we ook onderzoek gevoerd rondom de ontwikkeling van een instrument voor het bepalen, begeleiden en evalueren van competenties bij werkplekleren. Het doel van het huidige project is om dit onderzoek te valoriseren. Deze activiteiten leiden tot publicaties in internationale tijdschriften.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderwijs- en internationaal leeronderzoek (Talis) 2013 in Vlaanderen.
Abstract
Planning, uitvoering en rapportering van de Teaching and Learning International Survey 2013 en verwerken van het hoofdonderzoek van Programme for International Student Assessment 2012.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studieopdracht Jongeren en Wetenschap.
Abstract
Centraal in de voorliggende opdracht staat het betrekken van jongeren zelf bij de reflectie over de problematiek van exact-wetenschappelijke en technische knelpuntrichtingen in een maatschappelijke context waarin technische kennis en kunde als een steeds belangrijker wordende economische productiefactor wordt. Het IST wil de Vlaamse jongeren zelf horen over wat hen beweegt om wel of niet voor een exact-wetenschappelijke/technische studierichting/loopbaan (WTSL) te kiezen. Hoe kijken zij aan tegen wetenschap, technologie en innovatie? Hoe zien zij de maatschappelijke rol van wetenschap en technologie? Hoe zien zij hun eigen bijdrage daarin? In welke mate beïnvloeden deze beelden hun studiekeuze? Welke exogene en endogene factoren spelen (wanneer) een rol bij hun studiekeuze?Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Werking, bereik en effecten van de pedagogische begeleidingsdiensten in Vlaanderen.
Abstract
Het doel van het project is de analyse van de werking, de effecten en het bereik van de werkzaamheden van de pedagogische begeleidingsdiensten en het SNPB vanuit perspectief van de pedagogische begeleiders en van de onderwijsinstellingen en de CLB's.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opstart TALIS 2013 in Vlaanderen.
Abstract
Het doel van het project 'OECD TALIS 2013 - Teaching And Learning International Survey' is het genereren van beleidsrelevante data en indicatoren omtrent leerkrachten en het lesgeven. Hiertoe worden, op internationaal vergelijkende basis, leerkrachten en directies bevraagd aan de hand van vragenlijsten. De leerkrachten die lesgeven in de eerste graad secundair onderwijs (internationaal ISCED-niveau 2) staan hierbij centraal. Als optionele populatie worden in Vlaanderen ook de leerkrachten en directies uit het lager onderwijs bevraagd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De schoolinspectie doorgelicht: Beschrijven en verklaren van (on)bedoelde effecten
Abstract
De effecten van externe inspecties van onderwijsinstellingen zijn onderwerp van veel discussie, hoewel ze slechts zelden het onderwerp zijn geweest van uitgebreid en fundamenteel onderzoek. Er is bijzonder weinig empirische evidentie over de vraag welke kwaliteitsaspecten van belang zijn om de effecten van schoolinspecties te evalueren, noch over de vraag wat de verwachtingen van stakeholders zijn over de effecten van schoolinspecties. Hetzelfde geldt voor de veronderstellingen waarop de rationale van schoolinspecties is gebouwd. Bovendien is het bestaande onderzoek niet consistent in zijn bevindingen. Tenslotte ontbreekt het momenteel ook aan een conceptueel kader dat de meting van de effecten van scholen mogelijk maakt. Het voorliggende onderzoeksvoorstel heeft tot doel om deze kenniskloof te dichten door de broodnodige theoretische kennisbasis te ontwikkelen. Dit onderzoek zal de effecten van schoolinspecties verkennen, hypotheses poneren en testen in de context van het Vlaamse onderwijssysteem. Het onderzoek zal (1) nagaan wat de verwachtingen van verschillende stakeholders zijn omtrent de effecten van schoolinspecties; (2) indicatoren bepalen die de evaluatie van het effect van schoolinspecties mogelijk maken; (3) nagaan in welke mate de schoolinspecties een effect hebben op scholen, en welke neveneffecten kunnen onderscheiden worden; en tenslotte, (4) de verschillen tussen scholen inzake effecten van de schoolinspecties verklaren. Verklaringsgronden worden gezocht in de reacties van scholen, die bepaald worden door aspecten van de inspectie enerzijds, en aspecten van de scholen anderzijds. Gezien de complexiteit van het terrein van schoolinspecties en het feit dat dit onderzoeksdomein nog amper in kaart gebracht is, zal wordt een goed overdachte en gevarieerde set aan onderzoeksmethoden en – activiteiten ingezet. Deze multi-methode benadering bestaat uit literatuuranalyse, een Delphi studie, vragenlijstonderzoek en gevalsstudies. Het onderzoek is onderverdeeld in een verkennende, een theoretische en een empirische onderzoeksfase.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een studie naar het verband tussen stotterernst en het zelfbeeld bij adolescenten via mediërende interne processen, de positie in de klasgroep en de relatie met de leraar. Op weg naar meer begrip van een complexe spraakstoornis.
Abstract
Probleemstelling: Ondanks dat meer dan 100 000 Belgen leven met een stotterprobleem, wordt deze complexe spraakstoornis in ons land weinig bestudeerd op academisch niveau. Stotteren kent echter een nefaste invloed op verschillende aspecten van het leven en kan leiden tot functionele problemen in communicatie, een verminderd vermogen om doelen te bereiken in het leven en een lagere levenskwaliteit. Bovendien richten de meeste internationale studies naar behandelingsresultaten zich op veranderingen in de waarneembare kenmerken van stotteren en worden er beduidend minder studies uitgevoerd naar de bredere gevolgen van het stotteren. Deze waarneembare stottergedragingen zijn echter slechts het topje van de ijsberg. De interne stottergedragingen, zoals angstgevoelens en denkstoornissen, maken iemand tot een stotteraar. Kortom, een niche binnen het onderzoeksveld dat dringend meer aandacht vraagt. Onderzoeksvragen: Binnen dit onderzoek willen we de complexe wisselwerking tussen interne en externe beïnvloedende factoren ontrafelen. Onze primaire focus is daarbij de relatie tussen stotteren en het zelfbeeld. De adolescentie wordt gekenmerkt door een sterk zelfbewustzijn en is daarom bij uitstek de interessantste periode om deze relatie te onderzoeken. Een longitudinale onderzoeksopzet zal ten eerste meer duidelijkheid brengen in het verband tussen de evolutie in stotterernst en het zelfbeeld van adolescenten. Als interne mediërende factoren van de relatie tussen stotterernst en zelfbeeld bestuderen we vervolgens de negatieve communicatieattitudes, maladaptief perfectionisme en temperament. Als externe mediërende factoren brengen we de relatie met de leerkracht en de positie die een stotterende leerling inneemt in de klas in rekening. De adolescentieperiode gaat immers gepaard met een toenemende afhankelijkheid van peers en een corresponderende toenemend streven naar onafhankelijkheid ten aanzien van volwassenen. We houden daarbij ook rekening met de invloed van eventuele negatieve attitudes van leraren ten aanzien van stotteren. Innovatief onderzoek: Dit onderzoek bouwt voort op een eerdere innovatieve, exploratieve studie uitgevoerd door één van de leden van het onderzoeksteam. Deze studie voegt daar echter nog diverse nieuwe elementen aan toe. Tot op heden werd het verband tussen de evolutie in stotterernst en zelfbeeld als multi-dimensioneel concept nog niet bestudeerd (longitudinale data). Ook de rol van temperamentkenmerken en de beïnvloedende sociale factoren binnen het mediatieproces werden tot op heden niet onderzocht. Het bestuderen van de relatie die een stotterende adolescent ontwikkelt met zijn klasgenoten en zijn leerkrachten en de impact hiervan op het zelfbeeld van de adolescent is uniek en zal interessante inzichten opleveren vanuit diverse oogpunten. Meerwaarde/opbrengst onderzoek: Om deze verschillende onderzoeksvragen te beantwoorden is een multidisciplinaire samenwerking tussen NKO artsen binnen de Faculteit van Geneeskunde en de onderwijsdeskundigen en schoolpsychologen van het Instituut voor Onderwijs- en Informatie¬wetenschappen onontbeerlijk. De unieke samenwerking zal niet alleen belangrijke inzichten opleveren voor de theorievorming rond stotteren, maar zal ongetwijfeld ook nieuwe aangrijpingspunten aanbieden voor de behandeling van stotteren. Voor de onderwijspraktijk zal deze samenwerking concrete richtlijnen opleveren voor het ontwikkelen van een zorgbeleid op maat van individuele leerlingen, binnen de hedendaagse onderwijskundige context waarin leraren als primaire zorgverleners beschouwd worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
- Co-promotor: Van de Heyning Paul
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het onderzoekend leren optimaal ondersteunen in de klas.
Abstract
Aan de hand van een reviewstudie wordt nagegaan hoe onderzoekscompetenties bij leerlingen in het secundair onderwijs kunnen worden versterkt. We beschrijven en analyseren de onderzochte effecten van verschillende didactische benaderingen gericht op het versterken van onderzoekend leren (inquiry learning) op basis van internationale onderzoeksdatabanken. Verschillende condities in de onderwijsleeromgeving voor het versterken van onderzoekscompetenties worden hierbij ook nader verkend.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Motivatie en leerbereidheid van leerlingen: een reviewonderzoek.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VLOR. UA levert aan VLOR de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling methodiek competentiebepaling werkplekleren.
Abstract
Dit project vertrekt vanuit een theoretisch raamwerk dat de integratieve componenten van de ontwikkeling van beroeps- en professionele expertise beschrijft en heeft de ontwikkeling van een methodiek van competentiebepaling voor werkplekleren tot doel. Het onderzoek loopt in verschillende fasen. In een eerste fase wordt het analysekader verder uitgewerkt. Een tweede fase bestaat uit een opportuniteitsonderzoek en een oplijsting en analyse van voorbeeldmaterialen. In een laatste fase wordt de methodologie uitgewerktOnderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Evaluatieonderzoek "Welbevinden op school".
Abstract
Evaluatie van het project "Welbevinden op School (WOS)". Het project stelt zich tot doel scholen en schoolteams bewuster en op een meer systematische manier te laten stilstaan bij de kwaliteit van het preventie- en remediëringsbeleid in hun school."Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leerpatronen in transitie: dimensionaliteit, validiteit en ontwikkeling.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UAntwerpen en anderzijds de opdrachtgever. UAntwerpen levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een instrument om de onderwijsmotivatie van Vlaamse docenten hoger onderwijs in kaart te brengen: de ontwikkeling van een internationaal bruikbare en crosscultureel valide variant
Abstract
Motivatie van docenten in het hoger onderwijs is vooralsnog slechts beperkt onderzocht. Wel is er veel onderzoek gedaan naar motivatie van docenten in andere onderwijsvormen en naar motivatie van studenten. Omdat motivatie zeker ook in de context van de toenemende aandacht voor docentenprofessionalisering in het hoger onderwijs een belangrijke rol speelt, hebben we aan het ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs (ECHO) van de Universiteit Antwerpen recent een Nederlandstalig meetinstrument ontwikkeld dat de motivatie voor onderwijs bij docenten hoger onderwijs in kaart brengt. Onderzoek bij 231 docenten uit het Vlaamse hoger onderwijs wees uit dat het instrument betrouwbaar en valide is. In deze studie ontwikkelen we vooreerst een Engelstalige variant van het instrument die internationaal ingezet kan worden. Door gebruik in verschillende landen onderzoeken we vervolgens de crossculturele validiteit van dit instrument.Onderzoeker(s)
- Promotor: Stes Ann
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De invloed van leerpatronen op studiesucces doorheen de schoolloopbaan: een meta-analyse
Abstract
De centrale doelstelling van dit onderzoeksproject is het uitvoeren van een meta-analyse omtrent de predictieve validiteit van (componenten van) leerpatronen in het secundair onderwijs, hoger onderwijs en volwassenenonderwijs. In het bijzonder wordt de relatie tussen leerpatronen en verschillende operationalisaties van studiesucces (persistentie, studietempo, studieresultaten, en kwaliteit van leeruitkomsten) nader onderzocht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opstellen van een Engelstalig achtergrondrapport in het kader van de OESO review "Evaluation and Assessment Frameworks for Improving School Outcomes".
Abstract
De bijdrage van evaluatie en beoordeling tot kwaliteitsverbetering, gelijkheid en effectiviteit van het onderwijs op micro-, meso- en macroniveau is een hot issue en beroert veel beleidsmakers en praktijkmensen. Met het oog op de organisatie van internationale landenstudies door de OESO wordt in dit project een Vlaams achtergrondrapport samengesteld omtrent deze thema's. Aan de hand van literatuuronderzoek wordt de Vlaamse stand van zaken ten aanzien van de vooropgestelde evaluatiethema's beschreven. Vervolgens worden aan de hand van individuele diepte-interviews en daaropvolgende focusgroepsgesprekken de standpunten van relevante stakeholders ten aanzien van de vooropgestelde thema's in kaart gebracht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Geïntegreerde leerlingenbegeleiding in het secundair onderwijs: een theoretisch model
Abstract
Het voorgestelde onderzoek beoogt de ontwikkeling van een model van geïntegreerde socio-emotionele leerlingenbegeleiding dat de relatie tussen begeleidingsactiviteiten van de leerkracht in de klas en aanwezige schoolkenmerken in kaart brengt. Verder heeft dit onderzoek tot doel om de implementatie van een dergelijk model in de praktijk te bestuderen en te linken aan de percepties van leerlingen over begeleiding en zorg in hun school, hun motivatie en welbevinden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Follow-up onderzoek van afgestudeerden uit de provinciale secundaire scholen in hun overgang naar het hoger onderwijs en de arbeidsmarkt en formuleren van voorstellen om de doorstroming te bevorderen.
Abstract
Een vlotte doorstroming van secundair naar voortgezet onderwijs of naar de actieve arbeidsmarkt is belangrijk in de huidige maatschappij. In de praktijk stellen we echter vast dat deze doorstroming lang niet altijd even soepel verloopt en niet voor elke leerling even vanzelfsprekend is. Om deze problematiek beter te begrijpen en wenselijke maatregelen op te stellen, heeft de Provincie Antwerpen beslist om samen met het Instituut voor Onderwijs- en Informatiewetenschappen van de Universiteit Antwerpen hieromtrent wetenschappelijk onderzoek op te zetten. De focus van dit project is drievoudig: (1) inzicht verwerven in het uitstroomprofiel van leerlingen uit het zesde jaar secundair onderwijs; (2) inzicht verwerven in de relatie tussen het uitstroomprofiel en de overstap naar arbeidsmarkt of voortgezet onderwijs (SEnSE en tertiair onderwijs); en (3) inzicht verwerven in wenselijke maatregelen om de overstap van secundair naar het voortgezet onderwijs of de arbeidsmarkt te optimaliseren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Zorgbeleid in het gewoon basis- en secundair onderwijs in Vlaanderen: kenmerken, predictoren en samenhang met taakopvatting en handelingsbekwaamheid van leerkrachten.
Abstract
Dit onderzoek heeft als doel de implementatie van zorgbeleid in Vlaamse gewone basis- en secundaire scholen in kaart te brengen. Meer specifiek wil het onderzoek (a) verschillen in kenmerken van zorgbeleid in de praktijk beschrijven; (b) deze verschillen verklaren in functie van andere schoolkenmerken; en (c) de relaties nagaan tussen de kenmerken van zorgbeleid, relevante schoolkenmerken en de mate waarin leerkrachten in staat zijn tegemoet te komen aan de specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften van leerlingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De evaluatie van het evaluatiesysteem van het onderwijspersoneel.
Abstract
Aan de hand van dit onderzoek zullen knelpunten opportuniteiten van leerkrachtevaluaties in secundaire scholen in kaart gebracht worden. Hierbij zal zeker aandacht besteed worden aan de kenmerken van goed leerkrachtevaluatiesystemen, alsook aan bepalende contextvariabelen die de goede werking van leerkrachtevaluaties bevorderen. Dit kan leiden tot een evaluatie van het huidige beleid inzake leerkrachtevaluaties wat kan leiden tot aanpassingen in het ruimere strategische, onderwijs- en personeelsbeleid.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar verschillen in leren en presteren in het volwassenonderwijs.
Abstract
De centrale doelstelling van het project is het uitvoeren van cross-sectioneel en longitudinaal casusonderzoek naar de kwaliteit van leren bij volwassenen in het volwassenenonderwijs. Het project heeft tot doel meer inzicht te verwerven in de ontwikkeling van kwaliteit van leren van studenten, de invloedsfactoren die hiermee verbonden zijn op het niveau van de instroomkenmerken, en het bestuderen van de effecten ervan op leerprestaties.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Meer inzicht in werkgerelateerd leren: de rol van individuele en werkplekgerelateerde factoren
Abstract
In dit voorstel staat de vraag naar de relatie tussen jobkenmerken, zelfgerelateerd leren en werkgerelateerd leren centraal. We vertrekken daarbij vanuit data die in 3 contexten verzameld werden, gebruik makend van gevalideerde instrumenten gebaseerd op een uitbreiding van het 'job-demand-control-support' model. In dit project koppelen we de gegevens aan elkaar om de resultaten van de analyses aan te bieden aan 4 internationale tijdschriften.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling van een zelfevaluatie-instrument beleidsvoerend vermogen van scholen.
Abstract
We willen met dit project een instrument ontwikkelen om hun beleidsvoerend vermogen te kunnen evalueren en te versterken in samenwerking met de begeleidingsdiensten. Het zwaartepunt van de kwaliteitszorg ligt in de school: zij is verantwoordelijk om de kwaliteit van haar onderwijs voortdurend te evalueren en bij te sturen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Klimop! Bewust(er) kiezen voor het beroep van leraar.
Bibliotheekkrediet Sociale en Human Wetenschappen (Antwerp School of Education).
Abstract
Dit project kadert in een opdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de resultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Mahieu Paul
- Promotor: Struyf Elke
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inhoudelijke validering van een zelfevaluatie-instrument voor CLB's.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Vrije-CLB-Koepel. UA levert aan Vrije-CLB-Koepel de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De kwaliteit van feedback over leerpatronen in het eerste jaar hoger onderwijs: een perceptieonderzoek bij studenten.
Abstract
Er is weinig bekend over hoe studenten de kwaliteit van feedback over eigen leerpatronen percipïeren en welke factoren hierbij van invloed zijn. Aan de hand van een mixed method onderzoek wordt de kwaliteit van feedback over eigen leerpatronen bij 500 studenten in kaart gebracht via een survey-onderzoek en de afname van semi-gestructureerde interviews bij een selectie van 24 studenten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkelen en valideren van een instaptoets voor de cursus Maatschappelijke Oriëntatie.
Abstract
Om de reeds verworven competenties van inburgeraars te screenen ervaart de Vlaamse overheid de nood aan een instaptoets, zodat een inburgeringstraject op maat en zo doelgericht en efficiënt mogelijk kan verlopen. Het onderzoeksproject heeft tot doel een instaptoets te ontwikkelen en te valideren op een wetenschappelijk verantwoorde wijze. De instaptoets moet meer specifiek aangeven in welke mate de module Maatschappelijke Oriëntatie dient te worden gevolgd door een nieuwe inburgeraar.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Rymenans Rita
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Designing evidence-based strategies and actions (DAPHNE).
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Analyse van de gegevens verzameld in het kader van de evaluatie van lokale participatie in basis en secundaire scholen.
Abstract
Vanuit een functionele participatiebenadering wil dit onderzoek de impact van het participatiedecreet toetsen. Centrale vraag daarbij is de mate waarin schoolparticipatie is geëvolueerd sedert de invoering van het decreet. Daarom wordt onderzocht op welke domeinen en in welke mate de schoolactoren (leerlingen in het secundair onderwijs, ouders, leerkrachten en directies in het basis- en secundair onderwijs) inspraak hebben op school. Verder wil het nagaan of deze pariticipatiemogelijkheden voldoende zijn en hoe de werking van de formele participatieorganen wordt ervaren. Tenslotte wil het onderzoek nagaan welke evolutie heeft plaats gevonden sedert de nulmeting in 2005.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling en evaluatie van een gemeenschappelijk lio-traject voor de Specifieke Lerarenopleidingen van ELAnt.
Abstract
Dit onderzoeksproject heeft tot doel de huidige situatie i.v.m. het lio-traject in kaart te brengen aan de hand van een evaluatie van de huidige lio-trajecten, om vervolgens een gemeenschappelijk format voor de lio-baan te ontwikkelen, zowel wat betreft begeleiding als beoordeling. Daarbij worden de randvoorwaarden voor een succesvolle implementatie geïnventariseerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
- Co-promotor: Meeus Wil
- Co-promotor: Simons Mathea
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar de effecten van leertrajectbegeleiding in de lerarenopleiding.
Abstract
Effecten van leertrajectbegeleiding op de leerprestaties van studenten wordt nog niet systematisch, empirisch en longitudinaal onderzocht. Nochtans is onderzoek naar de effectivitieti van leertrajectbegleiding belangrijk om inzicht te verwerven in de aard van de effecten op cognitieve, metacognitieve en niet-cognitieve outputmaten. Belangrijk hierin is de vraag naar de mogelijk differentiële effecten van leertrajectbegeleiding die optreden op basis van instroomkenmerken van studenten. Mixed method onderzoek op dit terrein is wenselijk om ondermeer na te gaan of er geen ongewenst matheüseffect optreedt door deze vormen van leertrajectbegeleiding. Het uitvoeren van dit evaluatie-onderzoek is beleidsmatig belangrijk om na te gaan hoe bestaande initiatieven verder kunnen worden geoptimaliseerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Goesting in Leren en Werken (GoLeWe)
Abstract
Dit onderzoeksproject is gericht op het verbeteren van de transitie van leerlingen/studenten van het secundair naar het hoger onderwijs en van het hoger onderwijs naar de arbeidsmarkt. Het in kaart brengen en begeleiden van leercompetenties doorheen de schoolloopbaan kan daartoe bijdragen. Aan de hand van mixed method onderzoek worden instrumenten gericht op het meten van individuele verschillen in leren en motivatie ontwikkeld en gevalideerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leerstijlontwikkeling doorheen de schoolloopbaan in het secundair en hoger onderwijs. Een longitudinaal onderzoek.
Abstract
De centrale doelstelling van dit onderzoeksproject is het onderzoeken van de ontwikkeling van leerstijlen (een samenhang van leerconcepties, motivationele kenmerken, metacognitieve en cognitieve leerstrategieën) in het secundair en hoger onderwijs aan de hand van een longitudinaal onderzoeksdesign. De invloed van verschillende persoons- en omgevingsgebonden factoren op leerstijlontwikkeling wordt onderzocht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Omgevingsanalyse Antwerpse scholen.
Publicatie "Zelfevaluatie Binnenstebuiten. Onderzoek naar zelfevaluaties in scholen."
De evaluatie van scholengemeenschappen in het basis-en secundair onderwijs.
Abstract
Het onderzoek wil de werking en de variatie van de scholengemeenschappen (SG-en) in het basis - en secundair onderwijs analyseren en evalueren. Er wordt onderzocht wat de meerwaarde is van de SG-en, welke kenmerken van het beleidsvoerend vermogen van SG-en hierin bepalend zijn (doelgerichtheid, teamkenmerken en besluitvormingsproces) en wat de impact van de input-en contextkenmerken (o.m. schoolbesturen, onderwijsnet, grootte, aantal FTE's). Het onderzoek bevraagt coördinerend directeurs, directeurs, coördinaten en schoolbesturen van 76 SG-en in het basisonderwijs en 53 SG-en in het secundair via een survey. Daarnaast worden directieleden, schoolbesturen, coördinaten en leerkrachten via semi-gestructureerde interviews en focusgesprekken van 8 SG-en bevraagd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Determinanten en effecten van sociaal-ethnische segregatie in het basisonderwijs.
Abstract
De centrale doelstelling van dit onderzoeksproject is inzicht te krijgen in de omvang, oorzaken en gevolgen van sociaal-etnische segregatie in het basisonderwijs in Vlaanderen. De sociaal-etnische segregatie in het onderwijs wordt om verschillende redenen als een maatschappelijk probleem beschouwd, maar toch bestaat er amper wetenschappelijk onderzoek over in Vlaanderen. Dit project wil ten eerste nagaan hoe verspreid het fenomeen van sociaal-etnische segregatie in Vlaanderen eigenlijk is. Ten tweede wil het een antwoord bieden op de vraag wat de determinanten zijn van sociaal-etnische segregatie in Vlaamse basisscholen. Ten slotte is het de bedoeling te onderzoeken wat de effecten zijn van deze sociaal-etnische segregatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Mahieu Paul
- Co-promotor: Timmerman Christiane
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Optimalisering van de toelatingsproef in het hoger kunstonderwijs als instrument voor academisering.
Abstract
Doel van het onderzoek is de toelatingsproef in het hoger kunstonderwijs te optimaliseren in het kader van de academisering van de opleiding in termen van betrouwbaarheid en (predictieve) validiteit. Data (van stabiele en veranderbare studentkenmerken, examenresultaten) van een cohort studenten worden geanalyseerd, vanaf de verplichte toelatingsproef tot na de examens van het eerste jaar. De uitkomsten van het onderzoek zijn zowel van wetenschappelijk onderwijskundig als van beleidsmatig belang.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bruggen bouwen tussen cognitieve en motivationele invalshoeken op leren: kunnen doeloriëntaties ons helpen om de studieaanpak van studenten inzichtelijk te maken?
Abstract
Deze studie verkent de relatie tussen recente typologieën uit de doeloriëntatie en studieaanpak. Bovendien gaat het onderzoek na of doeloriëntaties dissonante orchestraties in de studieaanpak verhelderen. Aan een steekproef van 1ste bachelorstudenten wordt gevraagd de recente versie van MSLQ en SPQ in te vullen. Daarnaast worden diepte-interviews afgenomen bij studenten met een moeilijk interpreteerbare studieaanpak uit verschillende disciplines.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
TALIS-onderzoek in Vlaanderen -werkingsjaar 2008 en 2009.
Abstract
Dit onderzoek spruit voort uit het INES-project, dat statistieken en indicatoren ontwikkelt, op grond waarvan beleidsmakers hun onderwijssystemen beschrijven en evalueren. Met betrekking tot leraren, lesgeven en leren worden nog belangrijke informatietekorten ervaren. Dit onderzoek richt zich op 1) de erkenning, feedback, beloning, en evaluatie van leraren; 2) het schoolleiderschap; 3) de instructiepraktijk, opvattingen en attitudes van leraren; 4) het mentorschap; en 5) de professionele ontwikkeling. De internationale coördinator vaardigt o.m. richtlijnen uit, terwijl de Vlaamse projectmanager het onderzoek effectief uitvoert. Concreet wordt er in 2007 een representatieve steekproef van ISCED 2-leraren en directeurs bevraagd. Na het opleveren van het databestand en het uitvoeren van de descriptieve en verklarende analyses, gaat de aandacht uit naar de valorisatie binnen Vlaanderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inhoudelijke validering van een zelfevaluatie-instrument voor CLB's.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Vrije-CLB-Koepel. UA levert aan Vrije-CLB-Koepel de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Vanhoof Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het milieuwereldbeeld en milieurelevant gedrag van jongeren: een interdisciplinaire benadering.
Abstract
Op interdisciplinair wijze worden het milieuwereldbeeld en het milieurelevant gedrag van jongeren in Vlaanderen en in ontwikkelingslanden onderzocht. Een belangrijk aandachtspunt is de invloed van persoongebonden kenmerken en sociale contextgegevens. Ook de impact van milieueducatieve initiatieven in verschillende contexten wordt onderzocht, waarbij aandacht uitgaat naar verschillen tussen culturen, tussen subculturen en tussen urbane en rurale samenlevingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Bastiaensen Johan
- Co-promotor: Loots Ilse
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Zorgbeleid in relatie tot het beleidsvoerend vermogen van de school en de professionaliteitsopvatting van leraren secundair onderwijs.
Abstract
De eerste onderzoeksvraag luidt: Welke relatie bestaat er tussen het beleidsvoerend vermogen van de school en het zorgbeleid? De tweede onderzoeksvraag luidt: Welke relatie bestaat er tussen de professionaliteitsopvatting van leraren en het zorgbeleid? We verwachten met betrekking tot de eerste onderzoeksvraag een positief verband tussen de mate waarin scholen erin slagen een zorgbeleid te realiseren en het beleidsvoerend vermogen van de school. We verwachten met betrekking tot de tweede onderzoeksvraag: (1) een positief verband tussen de mate waarin scholen een zorgbeleid voeren en een uitgebreide professionaliteitsopvatting en (2) een positief verband tussen de mate waarin scholen een zorgbeleid voeren en de mate waarin leerkrachten zichzelf zien als pedagogisch deskundige, naast vakinhoudelijk en didactisch deskundige.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
- Mandaathouder: Keppens Karen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Betere taalvaardigheid door intensieve begeleiding? Een effectonderzoek van het begeleidingsproject "Rand- en taalgrensgemeenten en gemeenten uit de Brede Rand rond Brussel".
Abstract
De drie pedagogische begeleidingsdiensten in Vlaanderen werken samen een begeleidingsproject uit om in de Vlaamse rand rond Brussel te werken aan de taalvaardigheid van de leerlingen uit het basisonderwijs. Daartoe worden 128 basisscholen gedurende 4 schooljaren begeleid met als doel: het beleidsvoerend vermogen op scholen verhogen, om zo scholen beter in staat te stellen om randvoorwaarden voor een taalbeleid te creëren; het inzicht en de vaardigheden van leraren verhogen om met de 'nieuwe' maatschappelijke realiteit in de Vlaamse rand (i.c. anderstalige leerlingen) om te kunnen gaan; de Nederlandse taalvaardigheid van leerlingen in de Vlaamse rand verhogen. Dit onderzoek heeft tot doel dit begeleidingstraject op een wetenschappelijke wijze te evalueren. Hiervoor wordt een multi-method onderzoek opgezet waarbij we zowel de (verschillen in) invulling van het begeleidingstraject in de verschillende scholen willen beschrijven als het effect ervan nagaan op verschillende niveaus: school-, leraren- en leerlingenniveau.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Rymenans Rita
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Stimuleren van kritische en flexibele cognities.
Abstract
Het team van de Universiteit Antwerpen zal hoofdzakelijk theoretisch, methodologisch en empirische bijdragen leveren aan elementen uit het instructieproces die het kritisch en flexibel denken bewerkstelligen alsook de wijze waarop dit wordt geëvalueerd. Het team van Antwerpen heeft ervaring met het design en evaluatie in leeromgevingen in verschillende terreinen zoals taalonderwijs, wiskundeonderwijs, lerarenopleiding, medisch onderwijs en volwassenenonderwijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Steunpunt Studie en Schoolloopbanen (2007-2011).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de Vlaamse overheid. UA levert aan de Vlaamse overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Is meer ook beter? Onderzoek naar het effect van de uitbreiding van de praktijkervaring in de Specifieke Lerarenopleiding.
Abstract
Dit onderzoek wil het effect nagaan van de uitbreiding van de praktijkervaring in de specifieke lerarenopleiding, georganiseerd aan universiteiten en centra voor volwassenenonderwijs. Veranderingen in zowel het denken als het handelen van de student-leraar worden op een kwantitatieve (vragenlijsten) en kwalitatieve (interviews) wijze in kaart gebracht. We betrekken niet alleen studenten maar ook docenten en vakleraren uit secundaire scholen bij het onderzoek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leraren leren van leerlingen: een implementatieproject voor leraren op grond van een gevalideerd instrument voor zelfevaluatie en feedback.
Abstract
Het implementatieproject initieert de deelnemers op grond van een instrument in de concepten zelfevaluatie en feedback. De deelnemende leraren worden daartoe -(inter)actief- doorheen een cyclus geleid om hen ertoe in staat te stellen hun functioneren in de klas te analyseren en te evalueren. De voorwaarde tot deelname bestaat in een expliciet engagement om een zelfevaluatieprocedure annex voortgangsfase op het getouw te zetten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wetenschappelijk evaluatieonderzoek naar de Lokale Overlegplatforms in Vlaanderen.
Abstract
Op 14 september 2002 werd het Decreet voor Gelijke Onderwijskansen-I (GOK-I) van kracht met als doel gelijke kansen te waarborgen en te creëren voor alle leerlingen in het Vlaamse onderwijs, in het bijzonder voor kansarme allochtone en autochtone leerlingen. Een van de drie pijlers van het GOK-I-decreet beschrijft de uitwerking van Lokale Overlegplatforms. In een Lokaal Overlegplatform (LOP) zijn schooldirecties, inrichtende machten, ouders, leerlingen en centra voor leerlingenbegeleiding vertegenwoordigd, alsook een aantal gecoöpteerde overlegpartners uit het etno-socio-culturele middenveld. Ze worden ondersteund door een voorzitter en een deskundige. Een LOP bemiddelt wanneer een leerling door een school wordt geweigerd bij de voorrangsregeling of bij de inschrijving en ondersteunt de zoektocht naar een nieuwe school. In het schooljaar 2002-2003 werd het startschot gegeven voor 69 Vlaamse LOP's. Na een beknopt evaluatieonderzoek bij de opstart (Deneire et al., 2004) is de tijd rijp voor een doorgedreven evaluatie. De uitbouw en werking van de LOP's zijn voldoende gevorderd om een wetenschappelijk evaluatieonderzoek te onderbouwen. Dit evaluatieonderzoek beschrijft zowel de werking als de doelmatigheid m.b.t. interne en decretale verwachtingen en de samenhang met input en contextfactoren. De combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek verschaft empirische antwoorden op de vraag op welke wijze de huidige LOP's doelmatige beleidsinstrumenten zijn.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gek op experimenteren.
Abstract
Jeugdbewegingen zijn een ideaal medium om jongeren te bereiken buiten de schoolse context. In Vlaanderen zijn ongeveer 250.000 jongeren tussen 6 en 18 jaar actief lid van een jeugdvereniging. Zo zijn bijvoorbeeld meer dan 70.000 jongens en meisjes aangesloten bij Scouts en Gidsen Vlaanderen, 78.500 jongeren zijn ingeschreven bij Chirojeugd en 35.000 bij KSJ-KSAVKSJ. Het doel van het project "Gek op Experimenteren" is deze jongeren de kans te bieden experimenten uit te voeren en inzicht te verwerven in de wetenschappelijke achtergrond ervan. Het experimenteren wordt gekoppeld aan een spelelement, zodat de motivatie van de jongeren wordt verhoogd en hun interesse in wetenschappen aangewakkerd. Het project wordt gedragen door de projectmedewerker, die in samenwerking met de jeugdverenigingen 15 wetenschappelijk onderwerpen vastlegt. Deze onderwerpen passen binnen de activiteiten van jeugdbewegingen en sluiten aan bij de interesse van de jongeren en begeleiders. De onderwerpen worden op een multidisciplinaire manier benaderd: niet alleen het puur technische komt aan bod maar waar mogelijk worden ook culturele, historische of socio-economische aspecten belicht. Deze dualiteit kan vooral voor meisjes belangrijk zijn omdat zij zich vaak meer aangesproken voelen door de sociale omkadering van wetenschappelijke onderwerpen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Survey on teachers, teaching and learning in Vlaanderen.
Abstract
Dit onderzoek spruit voort uit het INES-project, dat statistieken en indicatoren ontwikkelt, op grond waarvan beleidsmakers hun onderwijssystemen beschrijven en evalueren. Met betrekking tot leraren, lesgeven en leren worden nog belangrijke informatietekorten ervaren. Dit onderzoek richt zich op 1) de erkenning, feedback, beloning, en evaluatie van leraren; 2) het schoolleiderschap; 3) de instructiepraktijk, opvattingen en attitudes van leraren; 4) het mentorschap; en 5) de professionele ontwikkeling. De internationale coördinator vaardigt o.m. richtlijnen uit, terwijl de Vlaamse projectmanager het onderzoek effectief uitvoert. Concreet wordt er in 2007 een representatieve steekproef van ISCED 2-leraren en directeurs bevraagd. Na het opleveren van het databestand en het uitvoeren van de descriptieve en verklarende analyses, gaat de aandacht uit naar de valorisatie binnen Vlaanderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
SICI Blue Book, electronic version.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
'Zorgen voor een zorgbeleid.' Onderzoek naar de parameters van een geïntegreerd zorgbeleid en het effect hiervan op de professionele ontwikkeling van leraren secundair onderwijs.
Abstract
In dit onderzoek wordt een conceptueel kader én instrument ontwikkeld voor het uitwerken van een geïntegreerd zorgbeleid op vlak van socio-emotionele begeleiding in het secundair onderwijs. Verder wordt in dit onderzoek ook perceptie van de leerkracht die fungeert als sleutelfiguur binnen een geïntegreerde vorm van leerlingenbegeleiding onderzocht. De taakopvatting en het handelen van de leerkracht met betrekking tot geïntegreerde socio-emotionele leerlingenbegeleiding alsook het effect van een steunend netwerk op het niveau van de school, worden onderzocht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Struyf Elke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een spiegel voor elke school. De ontwikkeling van een Vlaams school feedback systeem.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De perceptie van eindtermen en ontwikkelingsdoelen in het basisonderwijs van leerkrachten en directies.
Abstract
De manier waarop de ontwikkelingsdoelen (OD) en eindtermen (ET) in het basisonderwijs tot stand zijn gekomen en later werden aangepast onder druk van de koepelorganisaties (OVSG, RAGO,VSKO) heeft onduidelijkheid gecreëerd omtrent waarde en gebruik van de OD/ET. Bovendien zitten tal van benaderingen over OD/ET in leermiddelen vervat, wat de legitieme interpretatie van de OD/ET verder compliceert. Mogelijkerwijs wordt deze complexiteit inzake waarde en gebruik eveneens versterkt door de perceptie van leerkrachten en directies. Als spilfiguren tussen interpretatie en realisatie van OD/ET drukken zij voortdurend, hetzij impliciet (bv. via professioneel handelen) of expliciet (bv. via opvattingen over leren en onderwijs) hun kennis en waardering uit ten aanzien van de OD/ET. Een survey-onderzoek wordt voorgesteld als middel om empirisch antwoorden te formuleren op de vragen: (1) hoe worden de OD/ET benaderd binnen leerplannen; (2) in hoeverre worden OD/ET gewaardeerd door leerkrachten en directies; (3) in welke mate zijn OD/ET richtinggevende criteria voor leerkrachten en directies. Het in kaart brengen van deze gegevens vormt een waardevolle empirische bijdrage met het oog op een democratische dialoog over de waarde en het gebruik van OD/ET in het onderwijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Rymenans Rita
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Publicatie : monografie 'Onderzoek naar kenmerken van leren en onderwijzen in het hoger onderwijs'.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De invloed van leerstijlkenmerken op leerprestaties, gemedieerd door schoolkenmerken.
Abstract
In schooleffectiviteitsonderzoek wordt geen aandacht besteed aan de invloed van schoolkenmerken op het leerproces van leerlingen. In dit onderzoek wordt nagegaan of leerstijlkenmerken een invloed hebben op de leerlingprestaties, en of dit verband op haar beurt afhankelijk is van een aantal schoolkenmerken. Hiertoe worden verzamelde data over leerstijlen van leerlingen in het secundair onderwijs gekoppeld aan schoolkenmerken en resultaten op gestandaardiseerde toetsen welke verzameld zijn in teken van een grootschalig schooleffectiviteitsonderzoek voor het technisch- en beroepssecundair onderwijs in Vlaanderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Maeyer Sven
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opvattingen over leren. De kritische overgang van basis- naar secundair onderwijs.
Abstract
Het onderzoek beschrijft de relatie tussen concepties over leren, motie en zelfgestuurd leren bij kinderen in de overgang van basis naar secundair onderwijs. De studie zal gebruik maken van een mixed methodology design (Creswell, 2002) met het oog op de ontwikkeling van een instrument om zelfgestuurd leren na te gaan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Mandaathouder: Human-Vogel Salomé
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Feedback van leerlingen aan leerkrachten in het secundair onderwijs : ontwikkeling en validering van een instrument.
Abstract
Doelstelling van het onderzoek is de ontwikkeling en validering van een instrument om leerlingen secundair onderwijs feedback te laten geven aan hun leerkrachten. Het theoretisch referentiekader is gebaseerd op het effectieve-scholenonderzoek. Eerder werden twee zelfevaluatie-instrumenten ontwikkeld (Van Petegem, 1997 en Van Petegem e.a., 2003) waarvan een deel (klasniveauvariabelen) bruikbaar is als basis voor een feedbackinstrument voor leerlingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Publicatie doctoraatsproefschrift (S. De Maeyer) "Onderzoek naar kenmerken van effectieve scholen".
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Participatiebarometer. De ontwikkeling van een instrumentarium voor het meten van participatie van leerkrachten en ouders.
Abstract
De overheid hecht meer en meer belang aan participatie van de verschillende onderwijsactoren. Daarbij klinkt de roep om participatie als een geïntegreerd schoolgebeuren te beschouwen. Om haar participatiebeleid te evalueren heeft de Vlaamse overheid nood aan objectieve gegevensverzameling vanuit deze geïntegreerde benadering. Meer bepaald dient een instrumentarium te worden ontwikkeld dat ons in staat stelt om de participatie van de verschillende onderwijsactoren te meten. Een dergelijk instrument is reeds eerder ontwikkeld om leerlingenparticipatie in kaart te brengen. Dit onderzoek heeft tot doel een instrumentarium te ontwikkelen m.b.t. participatie van leerkrachten en ouders, dat geïntegreerd kan worden met het bestaande instrument voor leerlingenparticipatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Mahieu Paul
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gentechnologie.
Abstract
Jongeren van vijf Vlaamse scholen krijgen de mogelijkheid om op een interactieve manier kennis te maken met enkele gentechnologische technieken. Dit houdt in dat zij onder andere op het terrein actuele en wetenschappelijke informatie verzamelen en in discussie treden met enkele wetenschappers en deskundigen over de ethische en sociale implicaties van gentechnologie. Het project beoogd samenwerking tussen leerlingen, leerkrachten van verschillende disciplines, wetenschappers en bedrijven die gentechnologie toepassen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het beleidsvoorbereidend vermogen van basis- en secundaire scholen.
Abstract
Het onderzoek gaat na welk beleidsvoerend vermogen basis- en secundaire scholen hebben en op welke manier ze omgaan met de beleidsruimte (variatie in autonomie). Er wordt onderzocht welke invloed de directeur, de leerkrachten, de interne structuur en het schoolbestuur hierin hebben. Dit onderzoek focust ook op netwerken. De directeurs, de leerkrachten, de interne structuur en het schoolbestuur van 6 basis- en 6 secundaire scholen worden bevraagd via semi-gestructureerde interviews. Representatief worden het bestuurs- en het onderwijzend personeel van 80 basis- en 80 secundaire scholen met een survey bevraagd. Vijf externe netwerken worden concreet benaderd door gesprekken met verantwoordelijken van deze netwerken. Verder worden Vlaamse netwerken aan Europese netwerken getoetst. In een panelgesprek worden de onderzoeksresultaten bediscussieerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Mahieu Paul
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderwijsinnovatie en leerstijlflexibiliteit in het secundair beroeps- en technisch onderwijs.
Abstract
Het longitudinaal kwantitatief gevalstudie-onderzoek is gericht op het bestuderen van leerprocessen en leerstijlen van leerlingen in het secundair beroeps- en technisch onderwijs. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan persoons- (geslacht, persoonlijkheidskenmerken, motivatie) en omgevingsgebonden factoren die het leren beïnvloeden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Updaten van het Vlaams Eurydice - nationaal dossier.
Abstract
Het Vlaamse Eurydice-dossier wordt geüpdate op basis van nieuwe Vlaamse onderwijsgegevens van het jaar 2003. Deze update omvat de volgende onderzoeksstappen: (1) afbakening van het wetenschappelijk concept; (2) Inventariseren van potentiële bronnen en bronnenkritiek; (3) Aanpassing van de structuur van het rapport en aanvullen van het dossier; (4) update van het Eurydice-rapport; en (5) update van het Engelstalig Eurydice-rapport.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Zelfevaluatie binnenstebuiten. Ontwikkelen van een instrument voor meta-evaluatie: beschrijven, beoordelen en verklaren van de kwaliteit van zelfevaluaties.
Abstract
Het project onderzoekt hoe de kwaliteit van een zelfevaluatie van secundaire scholen geoperationaliseerd en beoordeeld kan worden en in welke mate de kwaliteit van een zelfevaluatie bepaald wordt door de kenmerken van het zelfevaluatieproces, de organisatie-effectiviteit en het reflectief vermogen van de school. Daartoe komen een literatuurstudie, een Delphi-studie, diepte-interviews, participatieve observatie en survey-onderzoek aan bod. Dit alles resulteert in een gevalideerd instrumentarium voor meta-evaluatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opvolging van het netwerk C in het kader van het INES-project van de OESO.
Abstract
Netwerk C kadert binnen het INES-programma (International Indicators of Educational Systems) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Het is een samenwerkingsverband tussen 27 van de 30 OESO-lidstaten -onder voorzitterschap van Nederland (Universiteit Twente)- dat zich richt op het ontwikkelen en verfijnen van procesindicatoren m.b.t. het onderwijs, en meer specifiek de leeromgeving, de schoolorganisatie en allerhande processen binnen scholen. De missie van Netwerk C is met andere woorden indicatoren te ontwikkelen die de zogenaamde `black box' in scholen beogen te verklaren. De indicatoren verschijnen jaarlijks in 'Education at a Glance' (OESO), alsook in internationale rapporten als bijvoorbeeld 'Completing the foundation for lifelong learning. A survey of Upper Secondary Schools.' (OESO, 2004).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het functioneren van de lokale overlegplatforms in Vlaanderen.
Abstract
Naar aanleiding van het gelijkekansendecreet werden de lokale overlegplatformen (lop) in het leven geroepen. In deze studie wordt het functioneren van de lops geëvalueerd. De evaluatie omvat volgende acties: ontwerpen en het op punt stellen van een vragenlijst; afname van de vragenlijst bij ca. 4000 respondenten die zetelen in de lops; input, verwerking en analyse van de verzamelde data; rapportering over vaststellingen en formuleren van beleidsaanbevelingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
An evaluative analysis of the implementation of the principles of learning style flexibility in teaching and learning in Higher Education.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Mandaathouder: Du Toit Pieter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Individuele schoolfeedback op basis van de Vlaamse ISUSS-resultaten.
Abstract
De `International survey of Upper Secondary Schools' (ISUSS) is een internationaal onderzoek waaraan 16 OESO-landen hebben deelgenomen, en dat is uitgevoerd in het schooljaar 2000-2001. De focus lag op ISCED-level 3, wat in Vlaanderen zoveel betekent als de tweede graad en het eerste en tweede leerjaar van de derde graad secundair onderwijs. De bedoeling is om op basis van de gegevens uit dit onderzoek internationale onderwijsindicatoren te ontwikkelen m.b.t. de volgende thema's: 1.Schoolkarakteristieken gericht op het vergemakkelijken van de overstap naar de arbeidsmarkt en/of verdere studie in het tertiair onderwijs; 2.Omstandigheden binnen de school die de onderwijskwaliteit mee bepalen; 3.Human resources; en 4.Beschikbaarheid en gebruik van ICT. Nu het internationale onderzoek volledig is afgerond, en de eerste ISUSS-indicatoren gepubliceerd worden in de OESO-publicaties `Education at a Glance 2003' en `Integration, Cooperation, Support. First results from the OECD Survey of Upper Secondary Schools', is het databestand vrijgekomen voor eigen analyse en gebruik. In onderling overleg met het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap is beslist om alle Vlaamse vestigingsplaatsen / scholen die hebben geparticipeerd in het internationale onderzoek bij wijze van feedback een individueel rapport te bezorgen waarin hun eigen antwoorden gesitueerd worden in de volledige steekproef van Vlaamse vestigingsplaatsen / scholen. Deze rapporten zullen door de onderzoekers algemeen worden toegelicht en individueel uitgedeeld tijdens een studiedag op het departement Onderwijs (12 december 2003).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling van indicatoren inzake sociale ongelijkheid op basis van de ontsluiting van de PSBH-databank.
Abstract
De PSBH-databank bevat representatief cijfermateriaal in een longitudinaal perspectief, van kleuteronderwijs tot hoger onderwijs, en daarnaast ook een aantal relevante gezinsvariabelen en individuele variabelen. Naast deze variabelen werd er éénmalig een afzonderlijke vragenmodule over de schoolloopbaan en de studiekeuze opgenomen. Doelstelling van deze extra module was enerzijds een fijner zicht te krijgen op de invloed van de sociale achtergrond op de studieloopbaan en anderzijds een aantal 'mogelijk- verklarende variabelen te verzamelen. Uit de nadere operationalisering blijkt dat er zeer veel relevante indicatoren ontwikkeld kunnen worden die op een verfijnde manier een beeld geven van (f)actoren van sociale ongelijkheid. In een eerste fase onderzoeken we de verbanden tussen onderwijsvariabelen en variabelen van sociale ongelijkheid (vb. bestaan er significante verbanden tussen achterstand & diploma vader, participatie & werksituatie). Om na te gaan hoe groot de impact is van de betreffende variabelen zullen we loglineaire analyses gebruiken. Ten derde zullen we via PRINCALS continua maken verschillende socio-economische factoren met het oog op multivariate analyses.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studieloopbanen van leerlingen in kunstgerichte opleidingen van het secundair onderwijs.
Abstract
In vergelijking met de andere onderwijsvormen (ASO, TSO, BSO) is de leerlingenpopulatie in het Kunst Secundair Onderwijs (KSO) klein. Vaak (tot altijd) wordt het KSO om die reden buiten beschouwing gelaten in Vlaams onderwijsonderzoek. Bij het uitwerken van een adequate opleidingenstructuur voor het KSO zijn gegevens over de studie- en beroepsloopbaan van de betreffende leerlingen echter van groot belang. Deze gegevens dienen het KSO te relateren aan een aantal verwante onderwijsvormen zoals kunstgerichte opleidingen in het TSO en BSO, het hoger kunstonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs. Op grond van literatuurstudie, analyse van bestaande databanken, interviews met bevoorrechte getuigen en een survey worden hieromtrent onderzoeksdata verzameld. De focus ligt hierbij op de in-, door- en uitstroom van leerlingen in het kunst(gericht) secundair onderwijs, de in-, door en uitstroom van het hoger kunstonderwijs, selectiecriteria van kunsthogescholen en de meerwaarde van een studie binnen het deeltijds kunstonderwijs voor leerlingen die een kunstgerichte opleiding volgen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een alternatieve kijk op evaluatie - professionaliseringstraject voor leerkrachten.
Abstract
De ontwikkeling van eindtermen en ontwikkelingsdoelen (ET/OD) heeft een belangrijke impuls gegeven om op een ruime wijze naar het presteren van leerlingen te kijken. Deze ET/OD omvatten immers naast doelstellingen van kennis en inzichten ook vaardigheden en attitudes. De aard van deze doelstellingen is mee bepalend voor de evaluatiemethode. Nieuwe evaluatievormen (om te peilen naar vaardigheden en attitudes) worden echter niet vanzelfsprekend geïmplementeerd. Op basis van deze overwegingen werd door de Minister van Onderwijs een onderzoek (OBPWO- Project 99.11) opgezet met onder andere als doel het zoeken naar alternatieve evaluatievormen die de leerkrachten in hun praktijk kunnen ondersteunen bij het evalueren van de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen. Het nascholingsproject waarvan hier sprake bouwt verder op de output van dit onderzoek. Deels fysiek (provinciale studiedagen, afsluitend symposium), deels in afstandmodus (printpublicatie, e-platform ondersteund werkboek) krijgen scholen suggesties aangereikt om zelf aan de slag te gaan met alternatieve evaluatievormen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet I. Evaluatie-onderzoek naar het zelfevaluerend en beleidsvoerend vermogen van scholen en het ondersteunend aanbod.
Abstract
Het gelijke onderwijskansendecreet I (GOK) betekent een wijziging in het Vlaamse onderwijsbeleid t.a.v. de ongelijke kansenproblematiek. Scholen zijn nu zelf de eerste verantwoordelijke en dienen zelf vorm te geven aan het schoolbeleid inzake gelijke onderwijskansen. Dit onderzoek wil nagaan in hoeverre scholen in staat zijn om zelf adequaat een schoolbeleid inzake GOK op te zetten en te implementeren. Meerbepaald wil het onderzoek een antwoord formuleren op volgende onderzoeksvragen: hoe kwaliteitsvol is de beginsituatieanalyse? Worden de strategieën voor het bereiken van de doelstellingen van het GOK consequent volgens de beginsituatieanalyse gekozen en uitgevoerd? Hoe kwaliteitsvol is de zelfevaluatie? Is er een voldoende en adequaat aanbod inzake nascholing en leer- of hulpmiddelen? Hiertoe wordt een kwantitatief (surveys) en kwalitatief onderzoek (casestudies) opgezet.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het versterken van de leercapaciteit van studenten en onderwijsinstellingen door ICT.
Abstract
Dit onderzoek beoogt een framework te ontwikkelen voor onderwijsorganisaties die studentgecentreerd onderwijs nastreven als centrale onderwijsinnovatiedoelstelling en focust zich hierbij op e-learning. Het framework zal concepten integreren uit de leerpsychologie, onderwijsinnovatie, kennismanagement en algemeen management. Het zal worden getoetst en bijgestuurd aan de hand van cases uit het universitair onderwijs en het bedrijfsleven. Het onderzoek resulteert in een draaiboek en checklists voor implementatie bedoeld om een onderwijsvernieuwend beleid dat gericht is op studentgecentreerd onderwijs mede vorm te geven (vanuit het perspectief van de individuele student en van de instelling).Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Milieusparende technologieën : een wetenschappelijke zoektocht.
Abstract
Milieusparende technologieën zijn momenteel heel belangrijk in het kader van duurzame ontwikkeling en in het kader van het milieubeleid. Jongeren op een interactieve manier in contact brengen met deze technologieën d.m.v. bedrijfsbezoeken en ze wetenschappelijke achtergrondinformatie laten opzoeken, kan een stimulans zijn voor jonge mensen om meer wetenschappelijke en / of technologische studierichtingen te kiezen. Het project beoogt samenwerking tussen leerlingen, leerkrachten van verschillende disciplines, verenigingen en bedrijven. De voorbereiding, uitvoering en verwerking van de bedrijfsbezoeken, wordt begeleid door de projectmedewerker die ervaring heeft met dergelijke activiteiten voor leerlingen van het secundair onderwijs.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Mogelijkheden en grenzen van effectieve innovatiestrategieën voor het ontwerpen en realiseren van open-leeromgevingen in het tertiair onderwijs.
Abstract
Het project wil op basis van een onderwijskundig contruerend actie-onderzoek nagaan op welke wijze de effectiviteit van implementatiestrategieën van open-leeromgevingen binnen het tertiair onderwijs kan worden vastgesteld.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Schoolfunctioneren in het hoger secundair onderwijs in Vlaanderen in vergelijking met de OESO-landen.
Abstract
Op vraag van de INES - Stuurgroep van de OESO wordt er een survey uitgevoerd op het niveau van het 'Hoger Secundair Onderwijs' (ISCED3). Dit onderzoek gebeurd in het kader van het zogenaamde Netwerk C van de OESO. Dit netwerk heeft als belangrijkste focus het openen van de zgn. 'black box' tussen onderwijsinputs en -outputs. Dit project vormt de Vlaamse bijdrage aan de geplande survey in de 4e fase van het INES-project van de OESO.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject