Onderzoeksgroep
Expertise
Onderzoek naar leerprocessen en de relatie tussen leren en de leeromgeving - (meten van) leerprocessen - leren van tekst - leren van video - Werkplekleren
Lesgeven optimaliseren via oogbewegingsregistraties en artificiële intelligentie (EYE-TEACH)
Abstract
Uit recente internationale studies (PIRLS, PISA) blijkt dat begrijpend lezen er in veel Europese landen aanzienlijk op achteruit gaat. Het EYE-TEACH project is een initiatief dat artificiële intelligentie (AI) en eye-tracking (ET) integreert en dat tot doel heeft onderwijspraktijken te transformeren en Europese leraren nieuwe pedagogische tools en vaardigheden aan te reiken voor het beoordelen en ondersteunen van het begrijpend lezen van hun leerlingen. Het project richt zich op problemen zoals de post-COVID-19 onderwijsuitdagingen, de toenemende werkdruk van leerkrachten en lerarentekorten in heel Europa. Eye-tracking, hoewel niet zonder beperkingen, heeft zijn waarde bewezen in onderwijsonderzoek en biedt inzicht in het leesgedrag, de cognitieve belasting en de emotionele betrokkenheid van leerlingen. Het kan een onderscheid maken tussen verschillende niveaus van begrijpend lezen, waardoor het een waardevol hulpmiddel kan zijn voor gepersonaliseerd onderwijs. Complexe eye-trackinggegevens die door AI worden omgezet in begrijpelijke output en worden ondersteund door een robuust ethisch kader en een kader voor gegevensprivacy, kunnen leerkrachten voorzien van bruikbare inzichten die helpen bij de selectie van effectieve pedagogische strategieën. EYE-TEACH gaat verder dan de huidige stand van de techniek door leerkrachten en onderwijspractici vroeg in het ontwikkelingsproces te betrekken. Door de acceptatie en bereidheid van leerkrachten om dergelijke nieuwe technologieën te gebruiken in kaart te brengen en de rol van gebruiksgemak en bruikbaarheid te benadrukken, heeft het project het potentieel om onderwijspraktijken te transformeren. Het uiteindelijke resultaat van het project zal een uitgebreide bron van trainingsmateriaal en richtlijnen zijn voor het gebruik en de implementatie van deze technologie in het onderwijs, inclusief inzicht in de voordelen en risico's en overwegingen met betrekking tot privacy en ethische kwesties. Door leerkrachten te voorzien van een AI-ondersteund eye-tracking analyse-instrument en trainingsmateriaal, wil het project een positieve bijdrage leveren aan de toekomst van het onderwijs in Europa.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: van Daal Tine
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Feedbackfixaties en de impact van zelfeffectiviteit: de ontrafeling van interne verwerking van online feedback teksten.
Abstract
Dit project beoogt de interacties tussen interpretatie van feedback en besluitvorming te ontrafelen, terwijl het 'verdelen van aandacht', de focus, als een extra component in dit proces wordt toegevoegd. Mixed method research m.i.v. eye-tracking wordt toegepast om een diepgaand inzicht in deze processen te geven en de rol van zelfeffectiviteit als antecedent te begrijpen. Dit project zal zowel tot fundamentele inzichten in feedbackreacties leiden in het geval van geautomatiseerde feedbacktoepassingen, als in een pad naar concrete toepassingen uitmonden om de opname van online feedback te verbeteren via samenwerking met experten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
- Mandaathouder: Van Tricht Charlotte
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inzicht in de 'zwarte doos' van interne feedbackverwerking via psychofysiologische metingen.
Abstract
Het hoofddoel van dit project is het onderzoeken van de black box van interne feedbackverwerking, door gebruik te maken van psychofysiologische metingen in combinatie met zelfrapportagegegevens in een specifieke context van zelfevaluatie in het hoger onderwijs, om een diepgaand inzicht te krijgen in de interne mechanismen van feedbackverwerking en de rol van academische motivatieOnderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
- Mandaathouder: Van Tricht Charlotte
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderwijs voor burgerschap en democratisch denken in crisistijden.
Abstract
De COVID-19-pandemie en de oorlog in Oekraïne zijn de laatste en meest expliciete voorbeelden van sociale, politieke en economische ontwrichting van de samenleving, die de onderliggende spanningen blootleggen waarmee liberale democratieën in Europa worden geconfronteerd. Deze spanningen worden met name ervaren door jongvolwassenen die nieuwe en cruciale fasen in hun leven ingaan. Bij het ontwikkelen en verwoorden van hun doelen en ambities, en het zoeken naar hun plek in de samenleving als jongvolwassen burgers, worden jongvolwassenen steeds vaker geconfronteerd met een veelheid aan (soms tegenstrijdige) verhalen en praktijken over wat democratie is en wat burgerschap inhoudt. Bovendien kan burgerschap als reactie op crises een strategie worden om anderen in de samenleving uit te sluiten of op te nemen. Grote gebeurtenissen accentueren enerzijds de aanhoudende ongelijkheden en uitsluitingsprocessen die verband houden met b.v. geslacht, etniciteit, klasse en politieke voorkeuren in elke samenleving, terwijl ze anderzijds vaak ook de veerkracht en kracht onthullen van individuen en gemeenschappen in hun inzet voor democratie en burgerschap. Het is deze complexiteit en gesitueerdheid van democratisch denken en actief burgerschap die ons project tracht te begrijpen. De periode van opkomende volwassenheid (18- tot 24-jarigen) definieert de jaren waarin jongvolwassenen vaak veel nieuwe verantwoordelijkheden krijgen en soms moeten kiezen tussen verschillende kansen en levenspaden. In dit project willen we nieuwe onderzoeksgegevens verzamelen om een toekomstige EU-aanvraag te versterken. Voortbouwend op het EDICT-voorstel willen we de percepties, ervaringen en gedragingen van jonge volwassenen onderzoeken met betrekking tot kwesties als burgerschap, democratisch denken, identiteit en diversiteit. We bestuderen hoe onderzoek inzicht kan geven in de onderliggende processen die jongvolwassenen beïnvloeden en hiertoe willen we een vragenlijst ontwikkelen die in verschillende (onderwijs)omgevingen kan worden geïmplementeerd en tot nieuwe inzichten leidt.Onderzoeker(s)
- Promotor: Clycq Noel
- Co-promotor: Bursens Peter
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Lichaam en geest in interactie: Onderzoeksinfrastructuur voor psychofysiologische sensortechnologie en toepassingen.
Abstract
Dit project is gericht op het ontdekken en ontwikkelen van nieuwe toepassingen van state-of-the-art psychofysiologische sensortechnologieën (gebruik makend van computationele en AI-technieken) om mensen uit verschillende doelgroepen te helpen werken, leren en ontspannen in onze moderne samenleving. Daarbij zorgen we voor een zinvolle en verantwoorde wijze van tracking. Om dit te bereiken is ons consortium voldoende interdisciplinair samengesteld. Dit vereist goed uitgeruste labo-infrastructuur voor het uitvoeren van gedrags- en psychofysiologische experimenten en (bijna) continue psychofysiologische tracking in levensechte contexten. De gevraagde onderzoeksinfrastructuur maakt een flexibele wisselwerking mogelijk tussen exploraties van beloftevolle indicatoren in een labo-setting en het nagaan van de robuustheid in realistische, ecologische contexten, en weer terug.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Daelemans Walter
- Co-promotor: DeSmet Ann
- Co-promotor: Jankowska Anna
- Co-promotor: Latré Steven
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Vaes Kristof
- Co-promotor: Van de Cruys Sander
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
- Co-promotor: Van Waes Luuk
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het Antwerp Social Lab (tASL).
Abstract
Het Antwerp Social Lab is in 2018 ontstaan uit de samenwerking MIOS en EDUBRON aan de faculteit Sociale Wetenschappen. Het bundelt de expertise, netwerken en een portfolio van onderzoeksprojecten waarin een grote verscheidenheid aan state-of-the-art psychofysiologische en gedragsmatige onderzoeksmaatregelen worden ingezet. Hoewel sociaalwetenschappelijk onderzoek typisch steunt op zelfrapportage als een manier om gegevens van individuen te verzamelen, laten psychofysiologische en gedragsmethodes toe om meer directe, spontane en continue reacties te verkrijgen. Dit maakt meer verfijnde en aanvullende inzichten mogelijk in complexe menselijke processen zoals aandacht, leren en geheugen, die van belang zijn voor allerhande soorten educatieve en communicatiegebieden. Bovendien zijn nauwkeurige en valide affectieve metingen noodzakelijk voor het veelbelovende AI-gebied van "affective computing", waarbij een individuele of groepsgebaseerde affectieve en cognitieve toestand wordt ingevoerd in technologische systemen die zich vervolgens dienovereenkomstig aanpassen, waardoor een optimale ervaring of doeltreffendheid mogelijk wordt. Het Antwerp Social Lab beschikt momenteel over state-of-the-art infrastructuur zoals eye-tracking om aandacht en cognitieve verwerking te bestuderen en electrodermale activiteit (zweetreacties), facial EMG (activatie van gelaatsspieren) en hartslag om affectieve processen zoals stress en interesse vast te leggen. Op thematisch vlak heeft het Antwerp Social Lab zich toegespitst op de toepassing van deze psychofysiologische en gedragsmethoden op menselijke interacties in interpersoonlijke en gemedieerde contexten, over een brede waaier van toepassingsdomeinen (samenwerking, leren, strategische communicatie, mediagebruik en -effecten). Het Antwerp Social Lab heeft de sterke ambitie om op te schalen en zijn expertise verder open te stellen voor andere groepen, faculteiten en externe partners door onderzoek te faciliteren, advies te geven en samen te werken. We zijn ervan overtuigd dat onderzoek in het Antwerp Social Lab essentiële en momenteel onderbelichte gebruikersinzichten kan bieden in de context van acceptatie, ervaring en adoptie van een brede waaier aan innovaties en technologieën binnen verschillende wetenschappelijke domeinen, en zo bij te dragen aan urgente maatschappelijke en economische uitdagingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: De Backer Charlotte
- Co-promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een systeem voor beroeps- en technisch onderwijs creëren dat tot economische mobiliteit leidt.
Abstract
Het project wil begrijpen hoe beroeps- en technisch secundair en post-secundair VET-onderwijs in Vlaanderen contact leggen met potentiële studenten, werkgevers en het publiek. Het project heeft bijzondere belangstelling voor studenten die de school zonder diploma verlaten en volwassenen die zich willen bij- of omscholen. We willen een mixed-methodenanalyse uitvoeren van de strategieën die het "Belgische" onderwijssysteem gebruikt om inschrijvingen te promoten in programma's voor beroeps- en technisch onderwijs na de leerplicht. Deze analyse zou bestaan uit interviews met directeuren van beroeps- en technische programma's, en analyse van de inschrijvings-, onderwijs- en en arbeidsmarktgegevens. De beroeps- en academische trajecten in Vlaanderen bieden een duidelijk traject van onderwijs naar beroepsbevolking voor studenten die hoger secundair en post-secundair onderwijs overwegen. Zowel de inschrijvingspercentages van 19- en 20-jarigen en de economische resultaten voor personen met een hoger secundair en post-secundair niet-tertiair onderwijsniveau geven aan dat België succesvol is geweest in het bevorderen en verstrekken van beroeps- en technisch onderwijs. onderwijs. Antwerpen is een ideale locatie om deze studie uit te voeren vanwege de verscheidenheid aan post-secundaire onderwijsinstellingen instellingen in de stad. Het doel om te begrijpen hoe het "Belgische" onderwijssysteem zijn beroeps- en en technische programma's stimuleert om beleidsmakers in de V.S. een beter inzicht te geven in hoe ze dit soort programma's kunnen socialiseren, het aantal studenten te verhogen en de samenwerking tussen werkgevers en onderwijsverstrekkers te verbeteren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Effectieve feedback dashboards in onderwijs en training (EFDOT).
Abstract
Het gebruik van learning analytics en feedbackdashboards in onderwijs en training neemt toe in Vlaanderen en internationaal. Dit wordt ook gestimuleerd door actueel onderwijs- en organisatiebeleid dat vraagt om meer monitoring en evaluatieonderzoek. Dit project beoogt het stimuleren van fundamenteel onderzoek naar de effectiviteit van feedbackdashboards voor leerders in onderwijs- en trainingscontexten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: De Maeyer Sven
- Co-promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Vanhoof Jan
- Mandaathouder: Willems Jonas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kwaliteitsvol duaal leren: ondersteunen van leren tijdens het werk.
Abstract
Het Provinciaal Onderwijs Antwerpen loopt voorop om het tekort aan technisch geschoolden aan te pakken. Hiertoe zet het sterk in op het op het aanbieden van kwalitatieve duale leerwegen. De uitdaging is om leren effectief te integreren in de werkomgeving. Vragen die hierbij naar voren komen hebben te maken met de pedagogiek van deze leeromgeving: Hoe richten we praktijksituaties in die het leren optimaal faciliteren? Welke ondersteuning reiken we aan? En wat vraagt dit van de leerling of cursist zelf? Dit project levert inzichten en praktische instrumenten voor elk van deze elementen .Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een verhaal van twee processen. De dynamische interactie tussen emoties en cognitieve verwerking bij het leren van teksten.
Abstract
In dit project willen we onderzoeken of en hoe door het integreren van 'narratieven' in didactische teksten de verwerking van informatie kan worden geoptimaliseerd via het dynamische samenspel tussen emotionele en cognitieve processen en daardoor kan leiden tot de gewenste leerresultaten. De eerste doelstelling van dit project is het ontwikkelen van valide en betrouwbare dynamische metingen van emotionele processen tijdens het lezen van teksten, vertrekkend van een multi-methode benadering (combinatie van zelfrapportage en luidop denken met eye-tracking en psychofysiologische maten). Voortbouwend op de bevindingen van de eerste onderzoeksfase, is de tweede doelstelling van het project het bestuderen van de dynamische wisselwerking tussen cognitieve en emotionele processen tijdens de verwerking van teksten waarbij (in verschillende formaten) gebruik gemaakt wordt van narratieve elementen. De derde doelstelling is om te onderzoeken hoe de dynamische wisselwerking tussen cognitieve en emotionele processen bij het lezen van teksten een impact heeft op de leeruitkomsten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Vandebosch Heidi
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Micro-processen diepgaander bestuderen: een eye-tracker met hoge samplingfrequentie voor het verzamelen van multimodale data.
Abstract
Deze aanvraag heeft betrekking op de aanschaf van een eye-tracker van +1000 Hz en een upgrade van de software. Deze eye-tracker levert data van hoge kwaliteit met een hoge tolerantie voor hoofdbewegingen en is ontwikkeld voor het bestuderen van microsaccades en zeer snelle oogbewegingen. Deze eye-racker laat ook toe om eye-tracking data te synchroniseren met andere hoogfrequente databronnen (zoals bijvoorbeeld EEG, GSR of andere biometrische gegevens). De aanvraag heeft ook betrekking op een desktop om de eye-tracker software en hardware uit te voeren en een 24 "scherm dat kan worden losgekoppeld om de eye tracker te gebruiken met andere schermen, projectoren of in "real life" fysieke opstellingen. Ten slotte maken ook de noodzakelijke software-updates die ook beschikbaar zullen zijn voor de bestaande eye-tracking-infrastructuur van de universiteit deel uit van deze aanvraag. De uitrusting zal worden beheerd door het Antwerp Social Lab en zal bijgevolg beschikbaar zijn voor andere onderzoekers aan de Universiteit Antwerpen en in het bijzonder van de Faculteit Sociale Wetenschappen. Op korte termijn zal de apparatuur worden gebruikt in de lopende projecten van de onderzoeksgroepen Edubron en MIOS van de Faculteit Sociale Wetenschappen en zal het kansen bieden voor nieuwe onderzoeksvoorstellen waarin eye-tracking data moet worden gesynchroniseerd met andere hoogfrequente gegevensbronnen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Catrysse Leen
- Co-promotor: De Backer Charlotte
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Anders kijken, anders leren?
Abstract
Dit onderzoeksproject focust op het in kaart brengen van verschillen in hoe studenten in een 'flipped classroom' de online video's (kennisclips) verwerken en of daarin verschillende strategieën onderscheiden kunnen worden. Vervolgens onderzoeken we of bepaalde strategieën (a) tot andere activiteiten in de klas leiden en (b) tot betere verwerking van de leerstof en betere studieresultaten leiden. Drie onderzoeksvragen staan centraal: OZV1: kunnen we -op basis van het kijkgedrag van studenten terwijl ze kennisclips bestuderen- patronen onderscheiden die indicatief zijn voor de leerstrategieën die studenten gebruiken om de informatie in de kennisclips te verwerken? OZV2: Op welke manier verklaren verschillen in leerstrategieën die studenten gebruiken bij het bestuderen van kennisclips in een 'flipped classroom' ook verschillen in het gedrag van die studenten tijdens de klasactiviteiten? OZV3: Op welke manier verklaren verschillen in leerstrategieën die studenten gebruiken bij het bestuderen van kennisclips in een 'flipped classroom' ook verschillen in de studieresultaten van studenten? Onderzoeksvraag 1 zal onderzocht worden in een labo-studie waaraan 90 studenten uit de faculteit sociale wetenschappen zullen deelnemen. Onderzoeksvragen 2 en 3 zullen onderzocht worden in een veldstudie die zal plaatsvinden in de context van een cursus statistiek aan de faculteit sociale wetenschappen. Zowel voor de labo studie als voor de veldstudie zullen 'trace data' en kwalitatieve data gecombineerd worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: De Maeyer Sven
- Mandaathouder: Gijsen Marijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het ontwikkelen en stimuleren van competenties: methodologische uitdagingen en opportuniteiten voor het onderzoek.
Abstract
De afgelopen jaren hebben zich een aantal evoluties voltrokken in de manier waarop probleemoplossende processen, leeractiviteiten en verworven competenties worden bestudeerd. Deze bieden nieuwe kansen voor het onderzoeksdomein, maar bieden ook belangrijke methodologische uitdagingen. Een eerste evolutie is dat de focus van het onderzoek wordt uitgebreid: er wordt ook onderzoek gedaan naar niet-cognitieve variabelen (bijvoorbeeld affectieve variabelen, spontane aandachtsprocessen) die inherent een deel zijn van de competentie. Ten tweede wordt meer aandacht besteed aan longitudinale studies (en de langetermijnimpact van interventies), en aan andere manieren om gegevens te verzamelen. Ten derde worden er meer "online" metingen gedaan tijdens de leer- en probleemoplossende processen, zoals eye tracking-gegevens (zowel op een computerscherm als in een complexe klasomgeving), het gebruik van reactietijdgegevens, neuro en andere fysiologische maatregelen (huidgeleiding, hartslag, ...). Hier zien we een verschuiving van opdringerige naar onopvallende metingen (zoals loggegevens van activiteiten in een digitale leeromgeving). Multimodale onderzoeksbenaderingen worden steeds relevanter om bepaalde concepten te meten die vaak moeilijk direct te observeren zijn in het onderwijsproces (bijvoorbeeld engagement, zelfregulering ...). Het combineren van verschillende van de bovengenoemde datastromen biedt nieuwe inzichten. Belangrijke evoluties komen ook voor in het meer kwalitatief georiënteerde ontwerponderzoek. In plaats van puur beschrijvend te werken, zullen we proberen om instructies voor het ontwerpen van leeromgevingen systematisch te valideren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Is wat we lezen ook wat we leren?
Abstract
In het hoger onderwijs zijn academische teksten het belangrijkste medium waarmee studenten wetenschappelijke kennis verwerven. Leren van dit soort teksten is daarom een belangrijke sleutel tot succes in het hoger onderwijs. Het onderzoek naar hoe studenten lezen om te leren van academische teksten, en meer specifiek, welke cognitieve verwerkingsstrategieën cruciaal zijn voor een beter academisch tekstbegrip is echter nog beperkt. In het onderzoek naar cognitieve verwerkingsprocessen van studenten wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van zelfrapportage-instrumenten om verschillen in verwerkingsstrategieën bij bloot te leggen. Hoewel deze instrumenten betrouwbaar en valide ingezet worden om op een algemeen niveau te meten, kan in vraag worden gesteld of deze instrumenten ook een indicatie geven van de leerprocessen die plaatsvinden tijdens het leren van een specifieke taak. In dit onderzoeksvoorstel streven we ernaar (1) eye tracking te implementeren als een alternatieve manier om de taakspecifieke verwerkingsstrategieën van de studenten in kaart te brengen, (2) theorieën van begrijpend lezen en leren van studenten in empirisch onderzoek te koppelen om meer inzicht te krijgen in de cognitieve verwerkingscomponent tijdens het leren van academische teksten en (3) taakspecifieke verwerkingsstrategieën te koppelen aan aan taakspecifieke leerresultaten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inzicht in en feedback over (regu)leren en emoties (PAS-project)
Abstract
Een succesvolle overgang naar het hoger onderwijs wordt zowel voor de student als voor de onderwijsinstelling als cruciaal beschouwd. De overgang van secundair onderwijs naar het universitair onderwijs of van een professionele bachelor of werkplek naar een schakelprogramma aan de universiteit, kan eerder als een fase dan als een enkele gebeurtenis worden beschouwd. De overgang kan een stressvolle periode worden voor veel studenten die hun eerste stappen zetten aan de universiteit. Het doel van dit project 'PAS' is om cognitieve en psychologische constructen te onderzoeken die bijdragen aan het academisch succes van studenten aan de universiteit en om een tool (Platform for Advancement of Self) te ontwikkelen in drie landen en drie talen die het mogelijk maakt om studenten feedback en begeleiding te geven over hun regu(leren) en emoties bij het studeren in het eerste jaar aan de universiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Donche Vincent
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderwijsproject
- Onderzoeksproject
Lezen om te leren: Een diepgaande kijk in hoe studenten leren van academische teksten met behulp van eye-tracking.
Abstract
In het hoger onderwijs wordt heel wat wetenschappelijke kennis verworven via het doorgronden van academische teksten. Het aandachtig kunnen bestuderen van academische teksten is dan ook een cruciale academische vaardigheid voor succes in hoger onderwijs. Onderzoek naar begrijpend lezen heeft tot hier toe, vooral de klemtoon gelegd op leeruitkomsten, veel minder is er inzicht verworven in hoe studenten academische teksten met inbegrip van illustraties lezen om te leren en, in het bijzonder, welke cognitieve verwerkingsstrategieën hierbij een rol spelen en leiden tot beter tekstbegrip. In huidig onderzoek naar cognitieve verwerkingsstrategieën, wordt vooral gebruik gemaakt van zelfrapportage instrumenten zoals vragenlijsten en interviews om de algemene voorkeur voor deze strategieën in kaart te brengen. Alhoewel deze zelfrapportage instrumenten betrouwbaar en valide resultaten opleveren op een generiek niveau, is er debat in de wetenschappelijke literatuur dat er op wijst dat de resultaten zwakke indicatoren zijn van de verwerkingsstrategieën die plaatsvinden tijdens het uitvoeren van specifieke leertaken. Bovendien is de relatie tussen kwalitatieve verschillen in cognitieve verwerking, zoals oppervlakkig en diepgaand verwerken, en academische leeruitkomsten niet eenduidig. Wanneer verwerkingsstrategieën en leeruitkomsten beiden op taakniveau gemeten worden, is het mogelijk dat meer éénduidige antwoorden kunnen worden gevonden. Daarom beoogt dit onderzoeksvoorstel om (1) theorieën rond begrijpend lezen en verwerkingsstrategieën met elkaar in verbinding te brengen binnen empirisch onderzoek om zo meer inzicht te krijgen bij studenten in het leerproces tijdens het verwerken van academische teksten, (2) om eye-tracking te gebruiken als innovatieve meettechniek om verwerkingsstrategieën diepgaand in kaart te brengen en (3) om taakspecifieke verwerkingsstrategieën te koppelen aan taakspecifieke leeruitkomsten. Meer inzicht verwerven in het cognitieve leerproces dat plaatsvindt bij het leren van academische teksten, en de relatie met leeruitkomsten is belangrijk voor verdere theorieontwikkeling in het SAL domein. Daarnaast kan het onderzoek ook voor de onderwijspraktijk aanknopingspunten bieden om feedbackinstrumenten voor studenten te ontwikkelen die inzicht brengen in de kwaliteit van het eigen leren van academische teksten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
- Mandaathouder: Chauliac Margot
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leerstrategieën in sociale en informele leercontexten.00
Abstract
Tijdens de eerste twee jaar zal het netwerk zich focussen op het conceptueel integreren van de sociale component van leren binnen de bestaande theoretische modellen van leerstrategieën (RQ1). Eveneens wordt hierbij ingegaan op de hieraan gerelateerde meetvraagstukken (RQ3) en worden resultaten van empirische studies verkend. In het derde en vierde jaar staat zowel het theoretisch als empirisch onderzoek naar leerstrategieën in informele leercontexten centraal (RQ2). Hierbij wordt ook de mogelijke meerwaarde in kaart gebracht van de inzet van verschillende meetmethoden en technieken in het empirisch onderzoek van leerstrategieën in informele leercontexten (RQ3).Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inschatten van arbeidsrijpheid en arbeidsbereidheid.
Abstract
Dit onderzoeksproject wil bijdragen aan een verdere conceptualisatie en operationalisering van de begrippen arbeidsrijpheid en arbeidsbereidheid in de nieuwe context van duaalleren in Vlaanderen. Dit is noodzakelijk zodat deze functioneel kunnen zijn in de toekomstige werking van duaalleren, zowel voor het nemen van beslissingen als het ultbouwen van begeleidingstrajecten voor jongeren. Dit onderzoek zal een antwoord formuleren op de vragen: 1) wat betekent het om arbeidsrijp (-bereid) te zijn? En 2) aan welke eisen moet een instrument voldoen? De ontwikkellng van dit kader zal gebeuren op basis van onderzoek naar nationale (o.a. ESF projecten) en internationale cases en de ervaringen van sleutelspelers in Vlaanderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
- Co-promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Wille Bart
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Duaal leren slim organiseren : elektromecanicien.
Abstract
Dit project focust op de structurele inbedding van het duaal leren in de school- en arbeidsorganisatie en op de ontwikkeling en evaluatie van een gepaste leeromgeving in uitrol van het duale standaardtraject Elektromecanicien. Het wil ondernemingen, scholen en leerlingen in de proeftuinprojecten kwaliteitsvol ondersteunen en dit op een geïntegreerde wijze. Het richt zich op die manier op de focussen (3) Geïntegreerde begeleiding, (4) Concrete leertrajecten en (5) Evalueren. Enerzijds willen we het duaal leren structureel vorm geven. De invoering van duaal leren zal het innovatief vermogen van onderwijs en bedrijfsleven uitdagen. De rol van de leraar verandert ingrijpend. Werknemers krijgen een nieuwe rol als mentor. De leerlingen komen terecht in een nieuwe, onbekende leeromgeving. Hoe kunnen deze nieuwe rollen en relaties op een structurele wijze vorm krijgen, zodat ze motiverend werken naar de betrokkenen en tot een innovatieve en kwalitatieve leeromgeving voor de leerlingen leiden? We zoeken in dit luik antwoorden op de vraag hoe het duaal leren slim kan georganiseerd worden, toegepast op het duale traject van elektromecanicien. Uiteindelijk leidt het project tot een integrale blauwdruk van duaal leren waarin de verschillende elementen zijn vervat. De blauwdruk is toegepast op het duale traject EM, maar beoogt de overdraagbaarheid naar andere duale trajecten. We focussen in dit project op de fases na de toeleiding en matching van leerling en bedrijf (cf. projectfocus 3-4-5). Het proces wordt centraal opgestart in de schoot van een 'draaiteam', bestaande uit onderwijs- en bedrijfspartners. Het wordt verder verfijnd met en door de scholen en bedrijven die de duale trajecten EM zullen opstarten. Hiertoe worden leergemeenschappen opgestart op het regionale niveau (zie ook onder). Anderzijds willen we binnen de bouwsteen 'systemen' een pedagogisch-didactische invulling geven aan het duale standaardtraject EM. De focus ligt hierbij op die competenties die in het standaardtraject EM werden toegewezen aan de werkvloer. Er is continue aandacht voor een geïntegreerde aanpak van leren in de klas en leren op de werkvloer. Het project wil concreet leer- en evaluatiemethodieken en didactisch materiaal uitwerken ter ondersteuning van de ondernemingen. Ook hier wordt gewerkt met de methodiek van leergemeenschappen die op het lokale niveau worden opgericht. Leraren, praktijkmentoren, pedagogische begeleiders, medewerkers van de ondernemingen, externe partners, … komen op regelmatige basis samen om via de principes van co-creatie de competenties uit het standaardtraject concreet vorm te geven. Het didactisch materiaal moet maatwerk, d.i. de vertaling van het standaardtraject naar individuele leertrajecten op maat van leerling, bedrijf, school, maximaal mogelijk maken. Er zal ook worden nagegaan welke competenties kunnen gebundeld worden tot 'modules'. Dit enerzijds met het oog op het behalen van deelkwalificaties door de leerlingen, anderzijds met het oog op het verlagen van de drempel om leerbedrijf te worden. In het bijzonder KMO's kunnen niet steeds het hele leertraject aanbieden. We willen hiermee het opzet doelgericht opentrekken naar verschillende bedrijfscontexten waarin het duale traject tot EM kan worden georganiseerd, zodat het breed zal kunnen worden ingezet.Onderzoeker(s)
- Promotor: Schelfhout Wouter
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het effect van actieve leeromgevingen op situationele interesse van studenten. Een quasi-experimentele studie naar simulaties in politieke wetenschappen.
Abstract
Het academisch onderwijs in politieke wetenschappen heeft de afgelopen jaren een verandering ondergaan van een docent-gecentreerde naar een student-gecentreerde aanpak. Meer en meer worden actieve leeromgevingen opgezet, waaronder ook simulaties, om studenten kritisch te leren omgaan met besluitvorming, beleidsinhouden en de interacties tussen meerdere bestuurslagen en –actoren. Voorstanders van actieve leermethoden zoals simulaties argumenteren dat hun aanpak een positieve impact heeft op leerresultaten. Tot nu is er echter slechts anekdotisch, methodologisch zwak onderbouwd en soms tegenstrijdig bewijsmateriaal geleverd voor deze claim. Daarom heeft dit project als eerste doelstelling het effect te meten van simulaties op de situationele interesse van studenten, één van de belangrijkste componenten van affectief leren. Van situationele interesse weten we dat het beïnvloed wordt door factoren uit de leeromgeving en dat het een belangrijke voorspeller is van leerresultaten. Wij vertrekken van de assumptie dat variatie in leeromgeving een impact heeft op situationele interesse. Onze onderzoeksvragen gaan daarom over hoe simulaties een effect ressorteren op de situationele interesse van studenten. Hebben simulaties een effect op situationele interesse? Hoe ontwikkelt situationele interesse zich tijdens een simulatie? Onder welke omstandigheden zijn simulaties meer of minder effectief? Wat zijn de bevorderende en de belemmerende factoren? Op methodologisch vlak gebruikt dit project een quasi-experimentele studie in een ecologisch valide setting waarbij survey data gecombineerd worden met kwalitatieve gegevens uit interviews en focusgroepen met studenten. Er worden unieke gegevens verzameld zowel in de incentive als in de controlesituatie. De interventiesituatie behelst meerdere populaties. De data hievoor zijn beschikbaar omdat één van de teamleden betrokken is bij nationale en internationale simulatieprojecten. Het onderzoeksopzet garandeert innovatie op het vlak van methoden (een quasi-experimentele setting), gegevens (unieke survey data), multidisciplinariteit (politieke en onderwijswetenschappen) en toepassing (het optimaliseren van de effectiviteit van simulaties).Onderzoeker(s)
- Promotor: Bursens Peter
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
- Mandaathouder: Duchatelet Dorothy
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek in het domein van het onderwijs en de professionele ontwikkeling.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Hoe studenten leren: antwoorden vanuit een neurologisch-onderwijskundig onderzoeksperspectief.
Abstract
Dit interdisciplinair onderzoeksvoorstel vertrekt van de vaststelling dat het bestaande onderzoek naar het leren van studenten in het hoger onderwijs tegenstrijdige resultaten oplevert over de manier waarop studenten studietaken verwerken (gebruik van verwerkingsstrategieën). Een belangrijke kritiek is dat het bestaande onderzoek te sterk vertrouwt op zelfrapportagetechnieken om verwerkingsstrategieën bij studenten te meten en het gebruik van directe observatiemethoden negeert. Medische beeldvormingstechnieken zijn in opmars in het studiedomein van de 'educational neurosciences' en laten toe om verwerkingsprocessen die zich voordoen tijdens het leren van studietaken rechstreeks in kaart te brengen. Samen met het gebruik van zelfrapportage-instrumenten kan het gebruik van brain-imaging technieken (zoals fMRI) als directe observatiemethode een meer comprehensief beeld opleveren van hoe studenten leren. Drie onderzoeksvragen staan centraal: (1) Wat is de neurale basis voor verwerkingsstrategieën van studenten in het hoger onderwijs? (2) Welke verbanden treden op tussen verwerkingsstrategieën gemeten via zelfrapportage en medische beeldvormingstechnieken? (3) Welke individuele verschillen treden op in het gebruik van verwerkingsstrategieën overheen verschillende vakspecifieke studietaken? Het project wordt in twee fasen georganiseerd: een pilootstudie, gevolgd door een hoofdonderzoek. In de piloot-studie worden studietaken ontwikkeld en uitgetest in vier inhoudsdomeinen en worden traditionele zelfrapportagetechnieken (hardop-denk-protocollen en een zelfrapportagevragenlijst) gebruikt om te onderzoeken hoe studenten de verschillende verwerkingsstrategieën voor verschillende studietaken gebruiken. In het hoofdonderzoek worden de verwerkingsstrategieën van de studenten in kaart gebracht via zelfrapportage en medische beeldvorming (fMRI) . De resultaten van dit project kunnen belangrijke gevolgen hebben voor zowel de theorie-ontwikkeling over verwerkingsstrategieën als voor het begrijpen van de onderliggende neurale activiteit van deze processen en hoe deze individuele verschillen adequaat gemeten kunnen worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Parizel Paul
- Mandaathouder: Catrysse Leen
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
STEM(sters), verhogen van de instroom naar STEM-sectoren via aangepast taalgebruik in vacatures en studiebrochures.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds KdG. UA levert aan KdG de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling van competenties bij lerenden: van vaststellen naar interveniëren.
Abstract
De bedoeling van dit project ' Ontwikkeling van competenties bij lerenden: van vaststellen naar interveniëren' is om via (a) theoretische discussies over de relatie tussen constaterend en construerend onderzoek in verschillende disciplines, (b) confrontaties van verschillende methodologische aanpakken om met die relatie om te gaan, en (c) intensieve uitwisseling van en discussie over relevante concrete onderzoeksprojecten van de participerende onderzoeksteams, het complexe hoofdthema nader te onderzoeken, en te komen tot parallelle en indien mogelijk ook gezamenlijke onderzoeksprojecten waarin de verworven inzichten worden uitgetest.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
ROEM-project.
Abstract
Het ROEM-project wil bedrijven en werknemers ondersteunen om ontwikkelingsinitiatieven af te stemmen op de noden van de organisatie en het individu en om kwalitatieve en effectieve ontwikkelingsinitiatieven uit te bouwen die de doelstelling ondersteunen. Het project moet groepen van dienstverlenende organisaties op de Vlaamse arbeidsmarkt versterken in hun vermogen om doelgroepen van werkenden en bedrijven of niet-werkende beter te bedienen met behulp van een innovatief instrument. Het gaat hierbij om diensten die passen binnen de beginselen inzake actieve arbeidsmarkt en sociale inclusie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leren boven de maat: maatwerk in leren: naar een hoger leerrendement via het synchroniseren van professionalisering op het leercompetentieprofiel van kenniswerkers.
Abstract
Het doel van het project is het leerrendement van formele professionaliseringsactiviteiten in bedrijven en organisaties te verhogen door de daarin gehanteerde werkvormen af te stemmen op de leercompetentieprofielen van deelnemers. Het project wil, op basis van onderzoek, een kwaliteitsvol, valide en betrouwbaar instrumentarium ontwikkelen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
- Mandaathouder: Vanthournout Gert
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar determinanten van doorstroom en verschillen in werkplekleren bij sterke studenten.
Abstract
Veel onderwijsontwikkeling vertrekt vanuit ervaringen van de betrokken actoren en wordt dikwijls vorm gegeven vanuit een buikgevoel. In het huidige project willen we de beleidskeuzes en de ontwikkeling van het traject voor sterke studenten voldoende steunen op onderzoeksgegevens. Daartoe wordt naast het ontwikkelingstraject een flankerend onderzoekstraject opgezet. De vraag die in het huidige project als prioritair naar voren springt, is: "Hoe kunnen we de meeste geschikte studenten identificeren voor deelname aan het traject voor sterke studenten?"Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kickstart je toekomst.
Abstract
Tijdens dit project ontwikkelen en valideren de promotor en de partners samen met leerkrachten en consulenten uit de dienstverlening begeleidingstools en -methodieken om jongeren te coachen in hun eerste stappen van het (beroeps)onderwijs naar de arbeidsmarkt. Met dit project geven we stimulansen en coaching aan jongeren en aan intermediairen zodat jongeren beter uitgerust zijn om de arbeidsmarkt te betreden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ontwikkeling methodiek competentiebepaling werkplekleren.
Abstract
Dit project vertrekt vanuit een theoretisch raamwerk dat de integratieve componenten van de ontwikkeling van beroeps- en professionele expertise beschrijft en heeft de ontwikkeling van een methodiek van competentiebepaling voor werkplekleren tot doel. Het onderzoek loopt in verschillende fasen. In een eerste fase wordt het analysekader verder uitgewerkt. Een tweede fase bestaat uit een opportuniteitsonderzoek en een oplijsting en analyse van voorbeeldmaterialen. In een laatste fase wordt de methodologie uitgewerktOnderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leerpatronen in transitie: dimensionaliteit, validiteit en ontwikkeling.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UAntwerpen en anderzijds de opdrachtgever. UAntwerpen levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Meer inzicht in werkgerelateerd leren: de rol van individuele en werkplekgerelateerde factoren
Abstract
In dit voorstel staat de vraag naar de relatie tussen jobkenmerken, zelfgerelateerd leren en werkgerelateerd leren centraal. We vertrekken daarbij vanuit data die in 3 contexten verzameld werden, gebruik makend van gevalideerde instrumenten gebaseerd op een uitbreiding van het 'job-demand-control-support' model. In dit project koppelen we de gegevens aan elkaar om de resultaten van de analyses aan te bieden aan 4 internationale tijdschriften.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar de effecten van leertrajectbegeleiding in de lerarenopleiding.
Abstract
Effecten van leertrajectbegeleiding op de leerprestaties van studenten wordt nog niet systematisch, empirisch en longitudinaal onderzocht. Nochtans is onderzoek naar de effectivitieti van leertrajectbegleiding belangrijk om inzicht te verwerven in de aard van de effecten op cognitieve, metacognitieve en niet-cognitieve outputmaten. Belangrijk hierin is de vraag naar de mogelijk differentiële effecten van leertrajectbegeleiding die optreden op basis van instroomkenmerken van studenten. Mixed method onderzoek op dit terrein is wenselijk om ondermeer na te gaan of er geen ongewenst matheüseffect optreedt door deze vormen van leertrajectbegeleiding. Het uitvoeren van dit evaluatie-onderzoek is beleidsmatig belangrijk om na te gaan hoe bestaande initiatieven verder kunnen worden geoptimaliseerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Donche Vincent
- Co-promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Van Petegem Peter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
TALIS-onderzoek in Vlaanderen -werkingsjaar 2008 en 2009.
Abstract
Dit onderzoek spruit voort uit het INES-project, dat statistieken en indicatoren ontwikkelt, op grond waarvan beleidsmakers hun onderwijssystemen beschrijven en evalueren. Met betrekking tot leraren, lesgeven en leren worden nog belangrijke informatietekorten ervaren. Dit onderzoek richt zich op 1) de erkenning, feedback, beloning, en evaluatie van leraren; 2) het schoolleiderschap; 3) de instructiepraktijk, opvattingen en attitudes van leraren; 4) het mentorschap; en 5) de professionele ontwikkeling. De internationale coördinator vaardigt o.m. richtlijnen uit, terwijl de Vlaamse projectmanager het onderzoek effectief uitvoert. Concreet wordt er in 2007 een representatieve steekproef van ISCED 2-leraren en directeurs bevraagd. Na het opleveren van het databestand en het uitvoeren van de descriptieve en verklarende analyses, gaat de aandacht uit naar de valorisatie binnen Vlaanderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Survey on teachers, teaching and learning in Vlaanderen.
Abstract
Dit onderzoek spruit voort uit het INES-project, dat statistieken en indicatoren ontwikkelt, op grond waarvan beleidsmakers hun onderwijssystemen beschrijven en evalueren. Met betrekking tot leraren, lesgeven en leren worden nog belangrijke informatietekorten ervaren. Dit onderzoek richt zich op 1) de erkenning, feedback, beloning, en evaluatie van leraren; 2) het schoolleiderschap; 3) de instructiepraktijk, opvattingen en attitudes van leraren; 4) het mentorschap; en 5) de professionele ontwikkeling. De internationale coördinator vaardigt o.m. richtlijnen uit, terwijl de Vlaamse projectmanager het onderzoek effectief uitvoert. Concreet wordt er in 2007 een representatieve steekproef van ISCED 2-leraren en directeurs bevraagd. Na het opleveren van het databestand en het uitvoeren van de descriptieve en verklarende analyses, gaat de aandacht uit naar de valorisatie binnen Vlaanderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Petegem Peter
- Co-promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Verbreden van het inzicht in de studieaanpak van eerstejaarsstudenten aan de universiteit.
Abstract
Hoewel in theorie een diepgaande studieaanpak tegengesteld is aan een oppervlakkige studieaanpak en beide manieren van studieaanpak elkaar wederzijds uitsluiten, wordt er bij eerstejaarsstudenten met behulp van internationaal gevalideerde vragenlijsten vaak een profiel vastgesteld waaruit blijkt dat studenten op beide dimensies (diepgaand en oppervlakkig) laag scoren. Dit project wil het inzicht in dit (theoretisch voorlopig moeilijk te vatten) profiel verbreden. Een steekproef van eerstejaarsstudenten aan de Universiteit Antwerpen zal gevraagd worden de R-SPQ-2F-vragenlijst in te vullen. Studenten met het gezochte profiel (laag scoren op beide dimensies) worden uitgenodigd voor een semi-gestructureerd interview.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject