Onderzoeksgroep
Expertise
Karolien Poels is actief betrokken bij verschillende nationale en internationale onderzoeksprojecten rond online (commerciële) mediaomgevingen en 'complexe' communicatie. De rol van emoties en hoe ze in interactie staan met cognitie en gedrag staat centraal in haar onderzoek, zowel op het theoretische als op het methodologische vlak. Voorbeeldprojecten zijn: adolescents' advertising literacy towards targeted online advertising (IWT SBO AdLit, PhD Brahim Zarouali, 2018), online ad tailoring: the role of acceptance and privacy concerns (UAntwerpen BOF, PhD Evert Van den Broeck, 2019), transparantie en effectiviteit bij de implementatie van native advertising (FWO aspirant, PhD Simone Krouwer, 2020), duurzame reclamestrategieën voor online nieuwsmedia (FWO SB aspirant, PhD Dorien Luyckx, 2023 en FWO project, Luc De Cleir, lopend), voedingsreclame en online communicatiestrategieën (VLAIO SBO, PhD's Katrien Maldoy en Paulien Decorte, lopend). Een andere onderzoekslijn betreft persuasieve technologieën om online grensoverschrijdend gedrag aan te pakken of gezond (coping) gedrag te bevorderen: een serious game die positieve betrokkenheid van omstanders bij cyberpesten promoot (IWT SBO Friendly ATTAC, PhD Sara Bastiaensens, 2016, EU H2020 ITN, PhD Ina Weber, lopend), automatische monitoring en interventies met betrekking tot seksuele intimidatie op sociale media (IWT SBO AMiCA, PhD Kathleen Van Royen, 2017, EU H2020 ITN, PhD Yuying Tan, lopend), online persoonlijke verhalen en interface design gericht op het mentale welzijn van adolescenten (UAntwerpen BOF, PhD Sofie Mariën, lopend) en persuasieve context-gebaseerde gezondheidscommunicatie (UAntwerpen GOA, PhD Michelle Symons, 2023, ATRAP, PhD Maxson Anyolitho, lopend). In de loop van 2021 was Karolien zeer actief betrokken bij het complexe communicatievraagstuk van COVID-19 vaccintwijfel Samen met de vaccinatie-experts van het Centrum voor de Evaluatie van Vaccinatie (CEV) van de UAntwerpen initieerde zij het VAXCOM-initiatief, waarbij zij de overheid adviseert in het kader van de strategische communicatie met betrekking tot het COVID-19 vaccinatieprogramma en zeer recent ook het European Centre for Disease Control (ECDC). Karolien Poels is één van de oprichters en directeurs van het Antwerp Social Lab dat zich richt op psychofysiologische en gedragsmethodes die menselijke interacties in interpersoonlijke en gemedieerde contexten vastleggen. https://www.uantwerpen.be/nl/onderzoeksgroep/antwerp-social-lab/. Het Antwerp Social Lab is een kernfaciliteit van de Universiteit Antwerpen
Het helpen van slachtoffers van online seksuele intimidatie via online meld- en ondersteuningssystemen.
Abstract
Online seksuele intimidatie komt veel voor en gebeurt via verschillende apparaten en platformen. Vanwege de enorme omvang van de online publieke ruimte en de permanentie en herhaling, wordt het beschouwd als even of zelfs meer verontrustend en schadelijk dan fysiek pesten en intimidatie. De mogelijke schade van online seksuele intimidatie omvat psychologisch trauma en voortdurende of terugkerende gevoelens van onveiligheid, wantrouwen en isolement. Deze potentiële ernstige schade van online seksuele intimidatie schendt het fundamentele recht van een individu op waardigheid, privacy en vrijheid van seksuele expressie en autonomie. Omdat vrouwen en seksuele minderheidsgroepen meer kans lopen op online seksuele intimidatie vormt het ook een bedreiging voor de gendergelijkheid in onze samenleving. Het aanpakken van online seksuele intimidatie vereist multidisciplinaire inspanningen. Dit project richt zich op het ondersteunen van slachtoffers via ICT, met een nadruk op online meldsystemenen. Volgens het Intervention Mapping Protocol en het principe van gebruikersgericht ontwerp, is de eerste fase van dit onderzoek het definiëren van het probleem (wat is online seksuele intimidatie, wie zijn de slachtoffers, wat zijn hun behoeften, en het identificeren van tekortkomingen in de huidige meldsystemen). De tweede fase van dit onderzoek is het verkennen van bestaande oplossingen door middel van een overzicht van technologische hulpmiddelen voor het ondersteunen van slachtoffers van online seksuele intimidatie, en het samenvatten van de (on)tevreden ervaringen van gebruikers bij het gebruik van die hulpmiddelen. Op basis van de inzichten uit de eerste twee onderzoeksfases, onderzoeken we het potentieel van een chatbot-meldingsassistent voor slachtoffers van online seksuele intimidatie. In de derde fase van dit onderzoek zullen we de chatbot ontwerpen en de doeltreffendheid ervan evalueren in experimentele design. In samenwerking met juridische experts zullen we de ethische kwesties met betrekking tot de chatbot beoordelen. Het vierde jaar is essentieel voor het afronden van de derde fase en het schrijven en afronden van de doctoraatsthesis. We zijn zeer dankbaar dat we deze SEP-subsidie kunnen ontvangen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Mandaathouder: Tan Sherry
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Citizen Scienceproject 'De Oorzaak'.
Abstract
Van geluidsgevoelige gebieden tot oases van stilte: met het grootschalig burgeronderzoeksproject De Oorzaak leggen De Morgen (DM), het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) en UAntwerpen de focus op geluid en geluidsbeleving in een stedelijke omgeving. We gaan in 2024-2025 na hoe bewoners van verschillende wijken in Antwerpen, Gent en Leuven het aanwezige omgevingsgeluid appreciëren. Aan de hand van vragenlijsten (subjectief), slimme geluidssensoren (objectief) en medisch onderzoek (UAntwerpen en UZA) wordt geclassificeerd welke geluiden gehoord worden, welk geluidsniveau deze geluiden hebben, hoe deze geluiden worden ervaren en welke impact ze hebben op de gezondheid, stress, slaap- en levenskwaliteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vuye Cedric
- Co-promotor: Casas Ruiz Lidia
- Co-promotor: Couscheir Karolien
- Co-promotor: de Bruijn Gert-Jan
- Co-promotor: Dens Nathalie
- Co-promotor: Hellinckx Peter
- Co-promotor: Lembrechts Jonas
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Spacova Irina
- Co-promotor: Van Hal Guido
- Co-promotor: Vanoutrive Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Verveling en smartphonegebruik: een studie die types van verveling in verband brengt met neurofysiologische indicatoren, mediakeuze en daaruit voortvloeiende emotieregulatie.
Abstract
Dit project gaat over verveling als veelvoorkomende, maar onderbestudeerde emotie. De focus ligt op hoe smartphones worden gebruikt om te ontsnappen aan een situatie van verveling. Media zijn een handige manier om verveling te bestrijden, want ze zijn snel beschikbaar en kosten weinig moeite of planning. In medialiteratuur is het verband tussen verveling en selectieve blootstelling aan opwindende inhoud reeds beschreven. Psychologisch onderzoek heeft echter aangetoond dat verveling ook kan voortkomen uit situaties die reeds opwindend zijn en voegt bovendien een 'betekeniscomponent' toe. In drie empirische studies, gaande van het lab tot natuurlijke omgevingen, onderzoekt dit project of en hoe verschillende situaties waarin verveling kan optreden leiden tot verschillen in de selectie van interessante versus (louter) plezierige inhoud op de smartphone. Neurofysiologische metingen leggen de twee onderliggende processen van verveling (stimulatie en betekenisgeving) en het proces van emotieregulatie vast. Gezien de alomtegenwoordigheid van verveling en de invloed ervan op gedrag, is dit onderzoek erg relevant. Het is zelfs uiterst wenselijk gezien de voortdurende ongerustheid over de rol van smartphones en hun 24/7 beschikbaarheid. Dit project heeft als doel baanbrekende en krachtige inzichten te bieden over mediagedrag tijdens verveling en inzichten te bieden of mensen het best mogelijke doen wanneer ze media gebruiken om verveling te bestrijden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Vandebosch Heidi
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Zelfbestuur, autonomie en verantwoording: naar een interdisciplinair meetinstrument.
Abstract
Governance verwijst naar het systeem waarmee een organisatie of netwerk van actoren wordt gestuurd en verantwoordelijk wordt gehouden. De mate waarin groepen of organisaties tot op zekere hoogte zichzelf kunnen besturen is van cruciaal belang, zowel binnen de overheid als in de relatie van de overheid met maatschappelijke actoren en burgers. Zelfbestuur, autonomie en verantwoordelijkheid zijn op verschillende manieren geconceptualiseerd en gemeten in de politieke wetenschappen, bestuurskunde en rechtswetenschappen. Dit project heeft als doel meetinstrumenten te ontwikkelen waarmee de omvang en dimensies van zelfbestuur, autonomie en verantwoording kunnen worden gemeten door middel van tekstanalyse van overheidsdocumenten. Het project, dat anderhalf jaar zal duren (december 2022 tot mei 2024), zal bestaand werk systematisch herzien, disciplinaire visies integreren in nieuwe coderingsschema's en meetinstrumenten, deze testen door toepassing op verschillende overheidsdocumenten en geautomatiseerde gegevensverzameling en -analyse onderzoeken met behulp van computerondersteunde methoden voor het extraheren en organiseren van gegevens uit grote hoeveelheden ongestructureerde tekst in overheidsdocumenten. Het project staat onder leiding van Koen Verhoest (openbaar bestuur en governance; hoofdonderzoeker), Peter Bursens (politieke wetenschappen, co-promotor) en Patricia Popelier (recht, co-promotor).Onderzoeker(s)
- Promotor: Verhoest Koen
- Co-promotor: Bursens Peter
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Popelier Patricia
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Verbinding verbreken om verbinding te maken: naar een gezondere relatie met digitale technologieën in werk-, school- en gezinscontexten.
Abstract
Informatie- en communicatietechnologieën (ICT) zijn onmisbaar geworden in onze werk-, school- en gezinscontext. Ondanks de voordelen wijst recent onderzoek op de risico's van 'permanent verbonden' zijn. Wetenschappers en praktijkmensen suggereren dat 'digitale ontkoppeling' de oplossing is: door (tijdelijk) limieten te plaatsen op ICT-gebruik zouden mensen controle over hun productiviteit, sociale relaties en welzijn kunnen herwinnen. Terwijl de industrie omtrent digitale ontkoppeling snel groeit, is onderzoek naar de effectiviteit echter opmerkelijk schaars. Gemengd bewijs onderstreept bovendien ons gebrek aan kennis over welke ontkoppelingspraktijken werken, waarom, voor wie en wanneer. Dit project beoogt daarom de ontwikkeling en empirische toetsing van een digitale ontkoppelingstheorie - geschikt voor de werk-, school- en gezinscontext. De theorie behandelt (a) wat mensen doen om te ontkoppelen (inhoud-'hoe'), (b) waarom mensen loskoppelen (proces-'waarom'), en © voor wie (persoon-'wie') en (d) onder welke voorwaarden ontkoppeling werkt (context-'wanneer'). We ontwikkelen het model via een grondige literatuurstudie van de verschillende onderzoekslijnen omtrent digitale (de)connectie. Een innovatieve interviewstudie verfijnt het model door parallellen en verschillen te identificeren in ontkoppelingsstrategieën, de noden waartoe zij dienen, en de obstakels die in verschillende contexts ervaren worden. Vervolgens hanteren we een 'best fit' benadering: We testen met een intensieve longitudinale studie of digitale ontkoppeling meer succes heeft wanneer de gekozen strategieën ('hoe') (1) gepast en proportioneel zijn ten aanzien van de nood ('hoe-waarom'-fit ), (2) aansluiten bij hun persoonlijke karakteristieken ('hoe-persoon'-fit), en (3) conformeren aan wat hun omgeving eist/aanmoedigt ('hoe-omgeving'-fit). Belanghebbenden kunnen met deze theorie individuen in gezinnen, scholen en organisaties ondersteunen om een gezondere relatie met technologie uit te bouwen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandebosch Heidi
- Co-promotor: DeSmet Ann
- Co-promotor: Poels Karolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Lichaam en geest in interactie: Onderzoeksinfrastructuur voor psychofysiologische sensortechnologie en toepassingen.
Abstract
Dit project is gericht op het ontdekken en ontwikkelen van nieuwe toepassingen van state-of-the-art psychofysiologische sensortechnologieën (gebruik makend van computationele en AI-technieken) om mensen uit verschillende doelgroepen te helpen werken, leren en ontspannen in onze moderne samenleving. Daarbij zorgen we voor een zinvolle en verantwoorde wijze van tracking. Om dit te bereiken is ons consortium voldoende interdisciplinair samengesteld. Dit vereist goed uitgeruste labo-infrastructuur voor het uitvoeren van gedrags- en psychofysiologische experimenten en (bijna) continue psychofysiologische tracking in levensechte contexten. De gevraagde onderzoeksinfrastructuur maakt een flexibele wisselwerking mogelijk tussen exploraties van beloftevolle indicatoren in een labo-setting en het nagaan van de robuustheid in realistische, ecologische contexten, en weer terug.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Daelemans Walter
- Co-promotor: DeSmet Ann
- Co-promotor: Jankowska Anna
- Co-promotor: Latré Steven
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Vaes Kristof
- Co-promotor: Van de Cruys Sander
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
- Co-promotor: Van Waes Luuk
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het Antwerp Social Lab (tASL).
Abstract
Het Antwerp Social Lab is in 2018 ontstaan uit de samenwerking MIOS en EDUBRON aan de faculteit Sociale Wetenschappen. Het bundelt de expertise, netwerken en een portfolio van onderzoeksprojecten waarin een grote verscheidenheid aan state-of-the-art psychofysiologische en gedragsmatige onderzoeksmaatregelen worden ingezet. Hoewel sociaalwetenschappelijk onderzoek typisch steunt op zelfrapportage als een manier om gegevens van individuen te verzamelen, laten psychofysiologische en gedragsmethodes toe om meer directe, spontane en continue reacties te verkrijgen. Dit maakt meer verfijnde en aanvullende inzichten mogelijk in complexe menselijke processen zoals aandacht, leren en geheugen, die van belang zijn voor allerhande soorten educatieve en communicatiegebieden. Bovendien zijn nauwkeurige en valide affectieve metingen noodzakelijk voor het veelbelovende AI-gebied van "affective computing", waarbij een individuele of groepsgebaseerde affectieve en cognitieve toestand wordt ingevoerd in technologische systemen die zich vervolgens dienovereenkomstig aanpassen, waardoor een optimale ervaring of doeltreffendheid mogelijk wordt. Het Antwerp Social Lab beschikt momenteel over state-of-the-art infrastructuur zoals eye-tracking om aandacht en cognitieve verwerking te bestuderen en electrodermale activiteit (zweetreacties), facial EMG (activatie van gelaatsspieren) en hartslag om affectieve processen zoals stress en interesse vast te leggen. Op thematisch vlak heeft het Antwerp Social Lab zich toegespitst op de toepassing van deze psychofysiologische en gedragsmethoden op menselijke interacties in interpersoonlijke en gemedieerde contexten, over een brede waaier van toepassingsdomeinen (samenwerking, leren, strategische communicatie, mediagebruik en -effecten). Het Antwerp Social Lab heeft de sterke ambitie om op te schalen en zijn expertise verder open te stellen voor andere groepen, faculteiten en externe partners door onderzoek te faciliteren, advies te geven en samen te werken. We zijn ervan overtuigd dat onderzoek in het Antwerp Social Lab essentiële en momenteel onderbelichte gebruikersinzichten kan bieden in de context van acceptatie, ervaring en adoptie van een brede waaier aan innovaties en technologieën binnen verschillende wetenschappelijke domeinen, en zo bij te dragen aan urgente maatschappelijke en economische uitdagingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: De Backer Charlotte
- Co-promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Smartphone aan, verveling weg? De regulatie van verschillende types verveling via verschillende types van mobiele telefoongebruik.
Abstract
In dit project bestuderen we hoe media - en in het bijzonder smartphones - kunnen gebruikt worden om verveling te reguleren. Verveling is een vaak voorkomende emotie, die wordt gekenmerkt door een zekere graad van negatieve valentie, gekoppeld aan aandachtsproblemen, de perceptie dat de tijd traag verstrijkt, en onvoldoende of onbevredigende stimulatie, uitdaging en betekenis. Binnen de communicatiewetenschap wordt door de Uses and Gratifications theorie en de Mood Management Theorie beklemtoond dat media - zeker sinds de komst van de smartphones die altijd en overal beschikbaar zijn- een gemakkelijk hulpmiddel zijn voor de regulering van deze (en andere) negatieve emoties. In dit project vertrekken we van recente inzichten uit het psychologisch onderzoek naar verveling (dat beklemtoont dat er verschillende types verveling bestaan), om het regulerend potentieel van diverse soorten smartphoneactiviteiten (bv. "betekenisvolle" versus "leuke") te bestuderen. We vertrekken van een (systematische) literatuurstudie, om vervolgens via diverse onderzoeksmethoden (labstudies en veldonderzoek), de daaruit afgeleide hypothesen te toetsen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandebosch Heidi
- Co-promotor: Poels Karolien
- Mandaathouder: De Schepper Jolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een 'communitybenadering' voor de preventie van schistosomiasis door middel van een gedragsinterventie. Een sociologische analyse die een burgerwetenschappelijke benadering integreert in een selecte steekproef van gemeenschappen in West-Oeganda.
Abstract
Schistosomiasis is een volksgezondheidsprobleem en een sociale uitdaging in Sub-Sahara Afrika. In Oeganda, ondanks massale medicijnverstrekking (MDA) van praziquantel (PZQ) en gezondheidseducatie en sensibiliseringsinterventies, blijven (her)infecties bestaan, mogelijk door gedrags- en implementatiefactoren. Deze studie onderzocht de toepassing van een bottom-up, door de gemeenschap geleide benadering voor gedragsveranderingsinterventie in de districten Kagadi en Ntoroko, waar een netwerk van 25 burgerwetenschappers (CSs) werd opgezet. Een driefasige quasi-experimentele gemengde methodenbenadering werd gebruikt. In de basisfase werd een dwarsdoorsnedeonderzoek uitgevoerd om kennis, houdingen en praktijken te beoordelen, en een kwalitatief onderzoek naar geleefde ervaring en gezondheidszoekend gedrag. In de tweede fase werden burgerwetenschap en participatief actieonderzoek gebruikt om contextuele gedragsveranderingsinterventies te implementeren. Ten slotte werd een participatieve evaluatie van de CS-benadering voor gedragsveranderingsinterventie uitgevoerd. De formule en schatting van Kish en Leslie werden gebruikt om de steekproefgrootte te bepalen. Systematische willekeurige steekproefname en doelgerichte steekproeftechnieken werden gebruikt om deelnemers te selecteren. Halfgestructureerde enquêtevragenlijsten, diepgaande en sleutelinformant-interviews, focusgroepdiscussies, workshops en verhalen vertellen werden gebruikt om gegevens te verzamelen. Kwantitatieve gegevens ondergingen beschrijvende statistische analyse en chi-kwadraattests voor associaties, terwijl thematische analyse werd toegepast op kwalitatieve gegevens. Bijna alle deelnemers hadden van schistosomiasis gehoord en kenden de tekenen en symptomen, diagnose, transmissiemodi en preventie. Een meerderheid erkende de ernst van de ziekte en het belang van het vermijden van contact met besmet water en openbare ontlasting. Echter, barrières omvatten misvattingen en beperkte toegang tot veilig water en latrines, wat leidde tot het gebruik van meerwater en open ontlasting. Onvoldoende medicijnen, negatieve houdingen van gezondheidswerkers en slechte infrastructuur leidden sommigen naar heksenmeesters, kruidendokters en gebeden voor behandeling. Ten slotte werden stigma, isolatie, eenzaamheid en huiselijk geweld geconfronteerd door individuen die lijden aan schistosomiasis, zoals geïdentificeerd door de CSs en gemeenschapsgroepen. Voorkeursinformatiekanalen waren huis-aan-huisbezoeken door gemeenschapsvrijwilligers, gemeenschapsradio's, dialoogbijeenkomsten, drama, liedjes en voetbal. De CSs hebben in slechts één week bewustzijn over de ziekte in 18 dorpen verspreid en bereikten direct meer dan 9000 personen. CSs meldden een toename van respect, vertrouwen, discipline, sociale status en kennis, houdingen en praktijken met betrekking tot schistosomiasis. Ze waren ook in staat om slakken te bemonsteren en effectief te communiceren en samen te werken met gemeenschappen en belanghebbenden. De CS-benadering werd door de gemeenschappen gewaardeerd omdat deze participatief, transparant, boeiend en passend was. Echter, de hoge verwachtingen van het project door de gemeenschappen en verschillen in prioriteiten tussen wat de gemeenschap nodig had en wat het project wilde doen, naast een trage reactie op de bewustmakingsberichten door de gemeenschappen, vormden een uitdaging voor de aanpak. Ondanks voldoende kennis en positieve houdingen ten opzichte van preventief gedrag tegen schistosomiasis, belemmeren beperkte toegang tot veilig water, open ontlasting, mythen en misvattingen, onvoldoende medicijnen en ineffectieve communicatie preventie- en controle-inspanningen. Voor betere resultaten is het nodig om de echte behoeften en hoge verwachtingen van gemeenschappen aan te pakken en tijdige en diepgaande betrokkenheid en betrokkenheid van de gemeenschap te waarborgen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Mandaathouder: Anyolitho Maxson
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een participatief traject om bewustzijn te creëren rondom seksueel grensoverschrijdend gedrag in de metaverse
Abstract
Dit project onderzoekt grensoverschrijdend gedrag in de metaverse door middel van een participatief project waarbij jongeren betrokken worden om digitale ethiek en veiligheidsuitdagingen in virtuele omgevingen te begrijpen en aan te pakken. UAntwerpen schrijft een white paper en organiseert een symposium.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Elektro-encefalografiesysteem voor cognitieve experimenten in sociale en humane wetenschappen.
Abstract
Elektro-encefalografie (EEG) is een techniek waarbij de elektrische activiteit van de hersenen wordt geregistreerd. Door elektroden op het hoofd van participanten te plaatsen, kunnen de onderzoekers de activiteit van corticale neuronen volgen. Ondanks het feit dat EEG op dit moment de meest gebruikte manier is om cognitieve processen te bestuderen, beschikt de Universiteit Antwerpen nog steeds niet over een EEG-laboratorium. De reden waarom EEG zo veel wordt gebruikt, is dat het onderzoekers vele voordelen biedt. Het heeft een hoge temporele resolutie, wat betekent dat het cognitieve processen in real time vastlegt, i.e. op het moment waarop ze zich daadwerkelijk voordoen. Dit is een hele prestatie, aangezien cognitieve processen snel verlopen, namelijk in een bereik van enkele tientallen tot honderden milliseconden. Andere neuro-beeldvormingstechnieken (zoals fMRI of PET) kunnen alleen de processen registreren die langer dan een seconde duren. Bovendien is EEG goedkoop, licht en draagbaar. Het maakt ecologisch valide experimentele ontwerpen mogelijk tegen een betaalbare prijs. De prijs van een heel EEG-systeem kan minder dan 30.000 euro bedragen, terwijl fMRI-scanners miljoenen kosten. Het grootste voordeel van het gebruik van een EEG systeem is echter de mogelijkheid om de onbewuste drijfveren van menselijk gedrag te bestuderen. Onze onderzoekers van het Social Lab, Media en ICT in Organisaties en Samenleving (MIOS), Vertalen Ttolken en Interculturele Studies (TricS), het Centrum voor Filosofische Psychologie, en het Centrum voor Ethiek zijn geïnteresseerd in het onderzoeken van impliciete attitudes, taalbegrip, respons-inhibitie en vele andere processen die niet via surveys kunnen worden onderzocht. In deze aanvraag vatten we verschillende onderzoeksprojecten samen die veel baat zouden hebben bij het gebruik van een EEG systeem aan de Universiteit Antwerpen. We halen recent, wereldvermaard onderzoek aan dat enkel mogelijk was dankzij de verzameling van EEG-data en wijzen op specifieke manieren waarop onze eigen wetenschappers EEG zouden kunnen gebruiken om gelijkaardige resultaten van wereldklasse te behalen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vercauteren Gert
- Co-promotor: Leuridan Bert
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Rudnicki Konrad
- Co-promotor: Schaubroeck Katrien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Experimentele studies naar de evolutionaire wortels van roddel. Neuro-endocriene, psychofysiologische en psychologische effecten van roddel op stress.
Abstract
Roddel is een universeel sociaal gedrag en speelt een centrale rol in de evolutie van de menselijke socialiteit. Roddel bevordert de samenwerking en het vertrouwen binnen een groep en draagt bij aan de vorming en het behoud van sociale banden. De suggestie bestaat dat roddel een vergelijkbare rol zou spelen bij de menselijke soort als 'vlooien' bij primaten. Vlooien versterkt de banden in een groep, maar vermindert ook het stressniveau van het groepsleven door de daling van stresshormonen en stress-veroorzakende fysiologische systemen. De hypothese dat roddel dezelfde functie heeft als vlooien is verleidelijk, maar tot nu toe is er nog geen empirisch onderzoek gevoerd of roddel bij de mens werkelijk dezelfde fysiologische effecten genereert. Het doel van deze studie is om die leemte op te vullen en de vraag te beantwoorden of roddel de fysiologische stressniveaus verlaagt. In twee experimentele studies en een longitudinale surveystudie onderzoeken we de relaties tussen roddel en niet-sociale, sociale en werkgerelateerde stressoren. Fysiologisch stressniveau wordt gemeten met behulp van state-of-the-art biologische markers: cortisol, bèta-endorfine, elektrodermale activiteit en hartslagvariabiliteit. Daarnaast zal ook de subjectieve perceptie van stress gemeten worden met gevalideerde zelfinschattingsschalen om een volledig beeld te krijgen van de psychosociale-biologische effecten van roddel.Onderzoeker(s)
- Promotor: De Backer Charlotte
- Co-promotor: Poels Karolien
- Mandaathouder: Rudnicki Konrad
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek om vertrouwen in vaccinatie tijdens de zwangerschap te verhogen door digitale communicatie interventies
Abstract
Aangezien zwangere vrouwen, foetussen en pasgeboren kinderen meer vatbaar zijn voor morbiditeit en mortaliteit gerelateerd aan infectieziekten, is het enorm belangrijk om de barrières geassocieerd met toedienen van vaccinaties tijdens de zwangerschap in kaart te brengen. Op die manier kan terughoudendheid ten opzichte van vaccine verlaagt worden en kan de vaccinatiegraad in zwangere vrouwen, vrouwen van vruchtbare leeftijd en vrouwen die borstvoeding geven verhoogd worden. Om de verschillende aspecten van communicatie via sociale media en de impact hiervan op vertrouwen ten opzichte van vaccins en de vaccinatiegraad in zwangere vrouwen, vrouwen van vruchtbare leeftijd en vrouwen die borstvoeding te bestuderen werd een multidisciplinaire groep van experten van de Universiteit Antwerpen samengesteld. Er werden 5 onderzoeksdoelstellingen geformuleerd: - Het bestuderen van de impact van de COVID-19 pandemie en de verhoogde sociale media communicatie en zoekgedrag via sociale media op attitude en vertrouwen ten aanzien van maternale vaccins - Ontwikkelen van een luister- en monitoringtool voor sociale media, specifiek voor maternale vaccinaties, die kan bijdragen tot het creëren van een systeemmap met sociale media data die beïnvloedende factoren identificeert die "vaccine hesitancy" over de tijd kunnen monitoren. - Het identificeren van de connectie tussen beïnvloedende factoren via "systemic thinking" om de dynamiek tussen factoren te detecteren die kunnen leiden tot een verhoging van het vertrouwen in vaccins. - Experimentele evaluatie van de impact van mogelijk sociale media communicatiestrategieën op gedrag tov maternale vaccinatie. - Vergelijking van beïnvloedende factoren tussen verschillende landen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Maertens Kirsten
- Co-promotor: Daelemans Walter
- Co-promotor: Jacoby Alexis
- Co-promotor: Poels Karolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
VAXCOM: Het monitoren, aanpakken en reduceren van COVID-19 vaccinatietwijfel in België door middel van doorlopende mapping, vroegtijdige automatische detectie en evidence-based strategische communicatie.
Abstract
Heel concreet blijkt uit onze huidige bevindingen dat er een urgente nood is aan: - Mapping van de vaccinatiebereidheid en -twijfel in Franstalig België. Hiervoor kan heel snel dezelfde vragenlijst als die reeds in Vlaanderen werd afgenomen uitgerold worden. - Mapping van de noden van 'intermediairen' (eerstelijnszorg: dokters, apothekers, maar ook gezondheidswerkers in de ruime zin van het woord) en gepaste training en communicatie. Uit al onze bevragingen blijkt dat zij een sleutelrol spelen. Ze worden gezien als de bronnen die mensen vertrouwen inzake vaccinatie-advies. We moeten in kaart brengen wat hun vragen en bezorgdheden zijn en strategische advies geven omtrent communicatie- en trainingsmaterialen. Hoe zorgen we ervoor dat deze intermediairen zelf voldoende en correct geïnformeerd zijn, en op welke manier kunnen we hen ondersteuning bieden in interacties met (twijfelende) patiënten? - Verdere verfijning en uitbouw van een automatische early detection tool voor vaccinatieberichten op sociale media. We moeten vroegtijdig berichten kunnen opsporen om op die manier ook snel informatieleemtes te kunnen vullen. Des te sneller vragen en bezorgdheden worden aangepakt, des te kleiner de kans op (een ruime verspreiding van) desinformatie en onbetrouwbare bronnen. - Uitwerking van een communicatieplan en -strategie bij een vaccinatiecrisis. De kans is zeer reëel dat er tijdens de vaccinatiecampagne crisissen ontstaan. Om deze te vermijden of om daarop te anticiperen kan de early detection tool al helpen, maar het is ook nodig om een crisisplan klaar te hebben. Vanuit de wetenschappelijke evidentie rond effectieve crisisplanning en -communicatie moet gekeken worden naar wat voor type crisissen we kunnen verwachten en wat de meest effectieve responsstrategieën zijn afhankelijk van het type crisis. - Gezien de pandemie is het nuttig om in kaart te brengen op welke manier bovenvermelde zaken reeds onderzocht en gedocumenteerd worden in onze buurlanden en in andere landen die een grote culturele invloed kunnen hebben op België.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Daelemans Walter
- Co-promotor: Van Damme Pierre
- Co-promotor: Vandebosch Heidi
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Project rond vertrouwen in vaccins @ Universiteit Antwerpen
Abstract
het project onderzoekt de vaccinatietwijfel voor COVID-19 vaccins in België (verschillende regio's), en de redenen hiervoor. Het onderzoekt tevens de attitude bij de bevolking ivm vaccinatie en de redenen voor lagere vaccinatiegraad. Het onderzoek loopt tijdens de COVID-19 pandemie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Damme Pierre
- Co-promotor: Poels Karolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Piloot test van een mobiele applicatie voor chemsex support (Chemified).
Abstract
Het fenomeen chemseks heeft de laatste jaren wetenschappelijke, klinische en maatschappelijke aandacht gekregen. De impact van chemsex is aanzienlijk, zowel op individueel niveau (ernstige gezondheidsproblemen, sociale en psychologische impact) als op maatschappelijk niveau (i.e. verhoogd risico op overdracht van soa/hiv en kosten van gezondheidszorg). Wij zijn het CHEMIFIED-project gestart om de huidige leemte in evidence-based ondersteunende tools aan te pakken, om (potentieel) problematische chemsex te mitigeren, of waar mogelijk te voorkomen. Het zich snel ontwikkelende veld van digitale interventies in de gezondheidszorg biedt momenteel nieuwe oplossingen. Mensen met chemoseks hebben hun smartphone voortdurend bij zich en zijn het grootste deel van de tijd online. Het gebruik van deze digitale weg om deze groep te bereiken lijkt daarom zeer geschikt. In dit project zullen we een just-in-time adaptieve interventie (JITAI) ontwikkelen voor mensen die betrokken zijn bij chemsex in Vlaanderen. Het doel van zogenaamde JITAI's is om via een digitaal traject de juiste ondersteuning te bieden op het juiste moment. Na het identificeren van de noden, de wenselijkheid en de aanvaardbaarheid van een mobiele interventie voor de doelpopulatie, is het doel van ons voorgestelde pump priming project om de voorbereidende projectfase af te ronden door de ontwikkeling van het proof of concept af te ronden, en deze eerste versie te piloot-testen en aan te passen. Deze informatie zal gebruikt worden om een projectaanvraag voor het TBM-programma van FWO op te stellen. Met dit TBM-project willen we de effectiviteit van de interventie in levensechte situaties beoordelen, de interventie verder optimaliseren en de eerste stappen zetten naar valorisatie van de JITAI.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Vandebosch Heidi
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
NETHATE.
Abstract
NETHATE (Network of Excellence of Training on HATE) ETN brengt een interdisciplinair van Europese onderzoekers samen om een ambitieus onderzoeksproject naar haat uit te voeren. In het project wordt de dynamiek van zowel offline als online fora, de impact op slachtoffers en omstaanders, en de effectiviteit van interventiestrategieën onderzocht. Het onderzoeks- en trainingsprogramma zal een trainingsprogramma opzetten voor 15 ESRs (Early Stage Researchers). In het netwerk zijn 10 universiteiten en 1 NGO betrokken als "Beneficiaries" en 14 organisaties (2 ministeries, 2 bedrijven en 10 NGO's). Zij zorgen ervoor dat de ESR's een diepgaande en brede multidisciplinaire en intersectorale training zullen krijgen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandebosch Heidi
- Co-promotor: Pabian Sara
- Co-promotor: Poels Karolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een verhaal van twee processen. De dynamische interactie tussen emoties en cognitieve verwerking bij het leren van teksten.
Abstract
In dit project willen we onderzoeken of en hoe door het integreren van 'narratieven' in didactische teksten de verwerking van informatie kan worden geoptimaliseerd via het dynamische samenspel tussen emotionele en cognitieve processen en daardoor kan leiden tot de gewenste leerresultaten. De eerste doelstelling van dit project is het ontwikkelen van valide en betrouwbare dynamische metingen van emotionele processen tijdens het lezen van teksten, vertrekkend van een multi-methode benadering (combinatie van zelfrapportage en luidop denken met eye-tracking en psychofysiologische maten). Voortbouwend op de bevindingen van de eerste onderzoeksfase, is de tweede doelstelling van het project het bestuderen van de dynamische wisselwerking tussen cognitieve en emotionele processen tijdens de verwerking van teksten waarbij (in verschillende formaten) gebruik gemaakt wordt van narratieve elementen. De derde doelstelling is om te onderzoeken hoe de dynamische wisselwerking tussen cognitieve en emotionele processen bij het lezen van teksten een impact heeft op de leeruitkomsten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Gijbels David
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Vandebosch Heidi
- Co-promotor: Van den Bossche Piet
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Nethate: de ontwikkeling van online tools om online hate speech te reduceren en slachtoffers te ondersteunen.
Abstract
Het doel van dit project is om de huidige kennis over "online hate speech"-interventies uit te breiden door na te gaan hoe technologische instrumenten kunnen worden ingezet om 1) online hate speech te voorkomen of tegen te gaan, en 2) de impact van hate speech op slachtoffers te verminderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandebosch Heidi
- Co-promotor: Poels Karolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Stakeholder marketing bij online nieuwsmedia. Een multi-methode onderzoek naar stakeholder marketing als strategisch kader voor nieuwsmedia om het belangrijke stakeholders (lezers en adverteerders) het business model te hertekenen.
Abstract
De digitalisering van nieuws zet het nieuwsecosysteem onder druk. Externe stakeholders (Bijv. lezers, adverteerders) transformeren hun relatie met het nieuwsmedium en brengen het dominante verdienmodel aan het wankelen. Lezers zijn niet langer bereid om te betalen voor nieuws en adverteerders geven hun advertentiebudgetten uit aan nieuwe digitale spelers (Facebook en Google). Die veranderingen leiden tot frictie en voor veel nieuwsmedia lijkt schaalgrootte de enige manier om te overleven. Heel wat nieuwsmedia zullen dit echter nooit halen. Dit multimethode project wil onderzoeken hoe stakeholder marketing als strategisch framework de nieuwsindustrie kan helpen om het dominante businessmodel te deconstrueren, spanningen op te lossen en sterke, duurzame relaties op te bouwen met kernstakeholders (lezers en adverteerders) om nieuws rendabel te houden op lange termijn. We gebruiken zowel kwalitatieve (interviews, case studies, focusgroepen) als kwantitatieve (survey, experimenten) methoden om het ecosysteem, de relaties tussen stakeholders en het effect van stakeholder marketing op multidisciplinaire teams te onderzoeken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Paulussen Steve
- Mandaathouder: Luyckx Dorien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Merken die nieuws maken: de evaluaties van lezers van native advertisements in online nieuwsmedia.
Abstract
Nieuwsmedia staan onder druk in een snel veranderende digitale omgeving. Traditionele bannerreclame wordt vaak vermeden of ongedaan gemaakt door reclameblokkers. Om dit tegen te gaan en om nieuwe inkomsten te genereren, is zogenaamde 'native advertising' in opmars. Dit zijn advertenties die eruit zien zoals gewone nieuwsartikelen. Op dit moment is er weinig geweten over de herkenbaarheid en de evaluatie van native advertising door nieuwslezers/consumenten. Native advertising is potentieel problematisch als lezers het niet herkennen en dus niet weten dat ze beïnvloed worden. Ook de reputatie van het nieuwsmedium staat op het spel. Om native advertising op een ethische en duurzame manier te kunnen implementeren is meer onderzoek vereist. Dit project bekijkt native advertising vanuit het multiple stakeholder perspectief. Een reeks experimenten aangevuld met kwalitatief onderzoek probeert inzicht te krijgen in de processen en beoordelingen van native advertising door lezers en de impact voor zowel consumentenbescherming, de repuatie van het medium en de reclameëffectiviteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Paulussen Steve
- Mandaathouder: Krouwer Simone
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
DeTACT.
Abstract
DeTACT – Detect Then ACT – zal gebruik maken van artificiële intelligentie om online hate speech te monitoren en inzichten te genereren die kunnen aanleiding geven tot impactvolle, data-gedreven campagnes. MIOS (Antwerpen) zal een literatuurstudie uitvoeren en op basis daarvan een overzicht schetsen van de wetenschappelijke bevindingen over de dynamieken bij online hate en mogelijke evidence-based manieren om online hate tegen te gaan.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandebosch Heidi
- Co-promotor: Poels Karolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Op het juiste moment! Het gebruik van persoonlijke en contextuele data om gezond gedrag te stimuleren met adaptieve interventies: Theoretisch kader, technologische bouwstenen en empirische evidentie.
Abstract
Gedragseconomie biedt een relevant theoretisch kader om het ogenschijnlijke irrationele gedrag van mensen ten aanzien van hun gezondheid te verklaren en te voorspellen. Door individuen als niet rationele actoren met voorspelbare gedragsvertekeningen te beschouwen kunnen ze gegidst of "gepord" worden in de richting van meer wijze beslissingen, zonder daarbij hun keuzevrijheid te beperken of hun economische drijfveren drastisch te wijzingen. Dit project kijkt naar twee complementaire gezondheidsrisicogedragingen, (on)gezond eten en fysieke (in)activiteit, en analyseert hoe persuasieve cues of 'nudges' toegepast kunnen worden in interactieve, op het juiste moment ('just-in-time' – JIT) geplaatste interventies die aangepast zijn aan de unieke kenmerken, noden en context van een individu. Op dit moment is er nog steeds een enorme kloof tussen de technische capaciteit die nodig is om aangepaste communicatie te voorzien en bestaande theoretische kaders omtrent gedrag en gedragsverandering. Het hoofddoel van dit project is om deze leemte op te vullen door het ontwikkelen en testen van een integratief theoretisch kader over hoe JIT interventies gezondheidsgedrag beïnvloeden. Het wordt gerealiseerd door (i) een interdisciplinair perspectief te hanteren, (ii) de belangrijkste technologische bouwstenen te voorzien die JIT interventies mogelijk maken en (iii) de effectiviteit van verschillende interventies testen voor verschillende individuen in verschillende contexten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Dens Nathalie
- Co-promotor: De Pelsmacker Patrick
- Co-promotor: Latré Steven
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Vandebosch Heidi
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Meat the Challenge
Abstract
De vleeswarensector wordt geconfronteerd met uitdagingen op vlak van gezondheid, voedselveiligheid en milieu. Ook het vertrouwen van de consument in de vleessector wordt steeds vaker op de proef gesteld. Een aantal crisissen binnen de sector, negatieve aandacht in de pers, steeds luider klinkende stemmen om voor vegetarische alternatieven te kiezen en herhaaldelijke boodschappen dat 'vlees eten' ongezond is, hebben bij de consument onrust en verwarring gezaaid. Het algemeen doel van dit project is het analyseren en optimaliseren van de communicatievaardigheden van vleeswarenbedrijven. Op welke manier kunnen zij geloofwaardig correcte informatie over hun product communiceren? En kunnen we hierbij het vertrouwen van de consument herstellen waar nodig?Onderzoeker(s)
- Promotor: De Backer Charlotte
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Vandebosch Heidi
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het gebruik van online persoonlijke verhalen om adolescenten beter te doen omgaan met psychisch onbehagen.
Abstract
De adolescentie is een levensfase die gekenmerkt wordt door verhoogde ervaring van stress en negatieve emoties. Het ontwikkelen van gepaste manieren om met deze stress om te gaan is dan ook van cruciaal belang voor deze leeftijdsgroep. Dit onderzoeksproject beoogt te achterhalen hoe het online delen en lezen van persoonlijke verhalen het omgaan met stress en hieraan gerelateerde negatieve gebeurtenissen door adolescenten kan bevorderen. We voeren hiervoor een survey uit bij adolescenten die online hulpfora gebruiken en kijken hoe persoonlijke verhalen helpen om om te gaan met stress en ook welk type adolescenten hier het meest bij gebaat zijn. Vervolgens zetten we drie experimenten op die nagaan hoe het design van de interface van een online hulpforum bijdraagt aan de positieve effecten van online persoonlijke verhalen. Dit onderzoeksproject draagt bij aan de theorie in het domein van gezondheidscommunicatie, door de unieke combinatie van theorieën over verhalen en narratieven en het gebruikersontwerp van internet en communciatietechnologieën. De resultaten van dit project zijn ook waardevol voor organisaties in het domein van jongerenwelzijn en geeft hen aanbevelingen over hoe adolescenten weerbaarder te maken bij het omgaan met stress.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Vandebosch Heidi
- Mandaathouder: Mariën Sofie
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Reclame in online nieuwsmedia: Hoe een balans vinden tussen consumentenbescherming, geloofwaardigheid van het medium en effectieve reclame?
Abstract
Dit project draait rond twee vormen van reclame in online nieuwsmedia: bannerreclame en native advertising. Het project bouwt voort op inzichten uit reclameonderzoek en journalistiek en vertrekt vanuit een stakeholder perspectief. Door middel van verschillende studies wordt onderzocht hoe een balans gezocht kan worden tussen consumentenbescherming enerzijds, commerciële belangen en journalistieke waarden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Paulussen Steve
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Teams onder druk: dynamiek van stress en informatieverwerking.
Abstract
In veel situaties worden teams van experten gezamenlijk verantwoordelijk gemaakt om snel en accuraat te reageren op kritische situaties. Voorbeelden zijn commando-en controle teams tijdens crisissituaties, management teams, of pilotenteams. Het belang van effectief teamwerk is evident in deze situaties. Dus is er een sterke behoefte om te begrijpen welk gedrag en vermogen een rol spelen in deze teams bij het oplossen van problemen van groot belang en onder tijdsdruk, terwijl de beschikbare informatie complex en ambigu is. Wat grotendeels buiten beeld gebleven is bij het bestuderen van deze teams, is de specifieke invloed van stress. Dat wil niet zeggen dat de 'druk' niet erkend werd, maar het werd meestal gezien als een contextuele factor. Slechts zelden is onderzocht hoe stress van impact is op de processen die men onderzoekt in teams. Enkel continue meting van stress tijdens het teamwerk kan inzicht verschaffen in de dynamiek van stress in deze teams en de relatie met informatieverwerking. Het huidige projectvoorstel beschrijft onderzoek dat gebruik maakt van het meten van fysiologische indicatoren van stress via draagbare sensors in de context van teamwerk. Dit laat toe dat we inzicht kunnen krijgen in die dynamiek van stress en informatieverwerking. Hiertoe zal dit onderzoek zowel kwantitatieve als kwalitatieve methodologieën toepassen om deze relatie te bestuderen. We starten met valideringswerk in sterk gecontroleerde lab-studies om daarna studies uit te voeren die gradueel meer ecologisch valide zijn.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van den Bossche Piet
- Co-promotor: Poels Karolien
- Mandaathouder: Sassenus Steffi
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Merken die nieuws maken: de evaluaties van lezers van native advertisements in online nieuwsmedia
Abstract
Nieuwsmedia staan onder druk in een snel veranderende digitale omgeving. Traditionele bannerreclame wordt vaak vermeden of ongedaan gemaakt door reclameblokkers. Om dit tegen te gaan en om nieuwe inkomsten te genereren, is zogenaamde 'native advertising' in opmars. Dit zijn advertenties die eruit zien zoals gewone nieuwsartikelen. Op dit moment is er weinig geweten over de herkenbaarheid en de evaluatie van native advertising door nieuwslezers/consumenten. Native advertising is potentieel problematisch als lezers het niet herkennen en dus niet weten dat ze beïnvloed worden. Ook de reputatie van het nieuwsmedium staat op het spel. Om native advertising op een ethische en duurzame manier te kunnen implementeren is meer onderzoek vereist. Dit project bekijkt native advertising vanuit het multiple stakeholder perspectief. Een reeks experimenten aangevuld met kwalitatief onderzoek probeert inzicht te krijgen in de processen en beoordelingen van native advertising door lezers en de impact voor zowel consumentenbescherming, de repuatie van het medium en de reclameëffectiviteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Paulussen Steve
- Mandaathouder: Krouwer Simone
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De Slimme Stad
Abstract
Meer en meer alledaagse toestellen worden verbonden met het internet. Deze evolutie, die het internet der dingen (IoT) genoemd wordt, heeft een recente boost gegeven aan onderzoek naar grootschalige draadloze sensor netwerken. Meer specifiek worden steden met IoT technologie uitgerust maar echte grootschalige installaties van draadloze sensornetwerken geven nog erg grote onderzoeksuitdagingen. Tegelijkertijd is de stad ook een schat aan belangrijke data indien dit op een goeie manier kan gemonitord worden. Testbeds worden vaak gebruikt om onderzoeksresultaten te valideren maar een grootschalige en multi-technologie slimme stad infrastructuur is momenteel nog onbestaand. De City of Things onderzoeksinfrastructuur wil een multi-technologie en multi-niveau testbed bouwen in de stad van Antwerpen. 100 locaties, verdeeld over de stad, zullen voorzien worden van sensor basisstations. Deze basisstations worden vervolgens verbonden met een reeks van sensoren die informatie verzamelen omtrent mobiliteit, geluid, luchtkwaliteit, enz.Onderzoeker(s)
- Promotor: Blondia Chris
- Co-promotor: Blust Ronny
- Co-promotor: De Backer Charlotte
- Co-promotor: Goethals Bart
- Co-promotor: Hellinckx Peter
- Co-promotor: Latré Steven
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Samson Roeland
- Co-promotor: Vandebosch Heidi
- Co-promotor: Vanelslander Thierry
- Co-promotor: Walrave Michel
- Co-promotor: Weyn Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Mediawijze projecten 2015-2016 - ontwikkeling van een website voor ouders over media en opvoeding met specifieke aandacht voor cyberpesten en gaming en de aanvullende projecten over cyberpesten en gaming voor onderwijs.
Abstract
Om aan de noden van ouders tegemoet te komen, willen we in een eerste deelproject prototypeverhalen over omgaan met cyberpesten voor ouders construeren en online beschikbaar maken. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat verhalen een goede manier zijn om te leren over complexe sociale situaties (Hinyard & Kreuter, 2007), zoals cyberpesten. Via verhalen kunnen mensen leren vanuit observatie van het gedrag van anderen en de gevolgen van dat gedrag, waardoor ze de gegeven informatie beter gaan onthouden, vaardigheden ontwikkelen om goed gedrag uit te voeren en zich ook meer bekwaam gaan voelen om dit goede gedrag uit te voeren (Bartholomew, Parcel, Kok, Gottlieb, & Fernandez, 2011). Directies en leerkrachten missen vaak de achtergrond, de tijd en de middelen om een evenwichtig en geïntegreerd anticyberpestbeleid uit te tekenen en te realiseren (Persson & Svensson, 2013; Vandebosch, Poels & Deboutte, 2014). Zij zijn dan ook vragende partij voor hulpmiddelen en instrumenten die hen daarbij kunnen helpen. De "Bouwkit Cyberpesten" die we binnen dit project willen ontwerpen, moet aan deze nood tegemoet komen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandebosch Heidi
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Walrave Michel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gepersonaliseerde reclame op sociale netwerksites: het samenspel tussen reclame-effectiviteit en privacybezorgdheid van de gebruiker.
Abstract
"Gepersonaliseerde reclame" of reclameboodschappen die persoonlijk gericht zijn naar, en op maat gemaakt zijn van de individuele gebruiker zijn alomtegenwoordig op sociale netwerksites (SNS) zoals het populaire Facebook. Overheden worstelen met de mogelijkheden en implicaties van dit nieuwe fenomeen. Bovendien uiten beleidsmakers en belangengroepen in toenemende mate hun bezorgdheid omtrent privacy. Het huidige project onderzoekt hoe gepersonaliseerde reclame op SNS privacybezorgdheid opwekt en doe deze zich verhoudt ten aanzien van de effectiviteit. De centrale onderzoeksvraag is: "Wat is de impact van verschillende vormen van gepersonaliseerde SNS reclame op de privacybezorgdheid van de gebruikers en op de effectiviteit van de advertenties?" Drie deelprojecten benaderen deze onderzoeksvraag vanuit verschillende oogpunten. (i) Het eerste deelproject vertrekt vanuit de hypothese dat de effectiviteit van gepersonaliseerde advertenties een curvilineaire functie beschrijft met de mate van personalisatie. Er is een optimaal niveau van personalisatie waar effectiviteit en privacybezordheid in balans zijn. Deze hypothese wordt getest door middel van een experimenteel opzet waarbij de hoeveelheid van persoonlijke gegevens wordt gemanipuleerd. (ii) Het tweede deelproject doelt door middel van een factoriële survey de impact van specifieke, reeds gebruikte, maar ook in de toekomst toepasbare factoren (i.e. plaats van de advertentie, hoeveelheid personalisatie, gevoeligheid van de data, type organisatie) van gepersonaliseerde advertenties op privacybezorgdheid te verklaren. (iii) Het laatste deelproject onderzoekt middels een experiment technisch mogelijke, toekomstige toepassingen van gepersonaliseerde advertenties. Deze benadering is cruciaal voor de toepasbaarheid en relevantie van de onderzoeksresultaten in een snel evoluerende digitale omgeving. Samengevat, het project onderscheidt zich door zijn innovatieve methodologische aanpak en zijn oriëntatie naar toekomstige toepassingen. Resultaten dragen bij tot de privacy- en reclameliteratuur. Een kritische evaluatie kan overheidsacties in verband met de bescherming van privacy op SNS en de empowerment van gebruikers ten aanzien van persuasieve communicatie inspireren. Bovendien kan het een kader bieden voor adverteerders bij de creatie van privacy-vriendelijke advertenties. Het project kent dus niet alleen een wetenschappelijke, maar ook een uitgesproken professionele en maatschappelijke relevantie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Mandaathouder: Van den Broeck Evert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
AdLit : reclamegeletterdheid in een Nieuwe Media-omgeving : onderzoek naar de kennis van minderjarigen met betrekking tot overreding bij nieuwe advertentieformaten.
Abstract
Dit project wil nagaan in hoeverre minderjarigen gewapend zijn (m.a.w. in welke mate kunnen ze inhoud van reclame onderscheiden en zijn ze in staat om hier consequent mee om te gaan in hun handelen) tegen de nieuwe vormen die publiciteit aanneemt.Onderzoeker(s)
- Promotor: Walrave Michel
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Ponnet Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gemedieerde aanraakervaringen in een online winkel: De rol van beeldinteractiviteit, gebruikerscontrole en type toestel.
Abstract
Aanraking is een belangrijke bron van informatie voor consumenten. In online winkels is het onmogelijk een product aan te raken. Wij benaderen deze beperking door de creatie en de effecten van online aanraking te bestuderen. We testen in welke mate aanraking kan gecreëerd worden dmv beeldinteractvititeit. We onderzoeken de rol van gebruikerscontrole. Tot slot bekijken we hoe het type toestel (muis vs aanraking) de aanrakingseffecten modereert.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
'When ads walk a tightrope.' Een studie naar de inlvloed van privacygevoeligheid op de effectiviteit van gepersonaliseerde advertenties op sociale netwerksites.
Abstract
Het project handelt over "personalised advertising" op sociale netwerksites. Dit zijn reclameboodschappen die persoonlijk gericht zijn naar, en op maat gemaakt zijn van, de individuele gebruiker van de sociale netwerksite. Het project beoogt in kaart te brengen op welke manier personalisatie zo efficiënt mogelijk kan worden ingezet binnen advertenties op sociale netwerksites. Hierbij wordt de mediërende rol van ''privacy concern'' in rekening genomen. Het onderzoek is opgedeeld in drie complementaire deelprojecten en focust op toekomstige applicaties.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Walrave Michel
- Mandaathouder: Van den Broeck Evert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Automatische monitoring voor Cyberspace Toepassingen (AMiCA)
Abstract
Hoewel het gebruik van het internet door kinderen meestal volkomen veilig en verrijkend is, zijn er ook risico's verbonden aan het gebruik van vooral social networking sites (SNS). Verschillende initiatieven werden opgezet om kinderen te beschermen tegen deze potentiële bedreigingen door preventie en door in te grijpen als het misloopt, maar gezien de enorme overvloed aan informatie is het onmogelijk voor de belanghebbenden om alle potentieel schadelijke situaties (zoals cyberpesten, suïcidaal gedrag of grooming door pedofielen) te traceren. Het automatisch traceren van schadelijke inhoud en schadelijke gedragingen vereist een crossmedia filtering aanpak, die onmiddellijk risico's kan detecteren, die kritieke situaties doorgeeft aan moderatoren van sociale netwerksites en die accurate kwantitatieve informatie verstrekt zodat longitudinale en beleidsondersteunende informatie ter beschikking komt over de online veiligheid van kinderen. Deze filtering zal gebeuren rekening houdend met de verwachtingen en online ervaringen van adolescenten en kinderen en ook gebruik makend van een aanpak die op een respectvolle en zorgzame manier omgaat met privacy-gevoelige informatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Vandebosch Heidi
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Emotionele reacties op kunstobjecten: een bio-informational benadering.
Abstract
Dit onderzoek gaat over geraakt worden door een kunstwerk. De vragen die gesteld worden zijn: "Hoe induceert kunst emoties?", "Volgt die communicatie een onderliggend systematiek/model?" en "Waarom zijn sommige kunstwerken succesvoller dan andere?". Om tot de analyse van deze emotionele reacties op kunstobjecten te komen wordt gebruik gemaakt van de kennis, modellen en de meetintsrumenten uit de (emotie)psychologie, de communicatiewetenschappen en de productontwikkeling.PERAÿOnderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid.
Abstract
Het Kenniscentrum Mediawijsheid stimuleert de kennisopbouw en -deling bij organisaties en werkers in het brede veld van mediawijsheid. Het Kenniscentrum biedt praktijkondersteuning en werkt aan praktijkontwikkeling. Het Kenniscentrum Mediawijsheid werkt actief samen met de relevante stakeholders uit de overheid en het veld en bevordert de dialoog en samenwerking tussen die stakeholders.Onderzoeker(s)
- Promotor: Walrave Michel
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Vandebosch Heidi
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Friendly ATTAC (Adaptieve Technologische Tools Tegen Cyberpesten).
Abstract
Friendly ATTAC beoogt de ontwikkeling van een effectieve, ICT-gerelateerde tool tegen cyberpesten door gebruik te maken van adaptieve virtuele scenario's. Om dit doel te bereiken wordt onderzoek uitgevoerd en (vervolgens) samengebracht vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandebosch Heidi
- Co-promotor: Poels Karolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Biometrisch ontwerp voor Casual Games (BD4CG): aanbieden technische speltest services aan de spelindustrie.
Abstract
Het BD4CG project heeft als doel game ontwikkelaars een methodologie te geven bij het ontwikkelen van innovatieve games waarbij de speler centraal staat. Deze methodologie integreert de betrokkenheid van de speler, een open communicatie tussen spelers en ontwikkelaars, prototyping, een korte levenscyclus van het project en een samenhangend project management raamwerk. Bij het project zijn zowel de game industrie als onderwijs instellingen betrokken, Zij samen ontwerpen en evalueren een set objectieve meetinstrumenten die gebruikt kunnen worden om de ervaringen tijdens de ontwikkeling van een game te evalueren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Pilootproject: het e-safety label.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EUN Partnership AISBL . UA levert aan EUN Partnership AISBL de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Walrave Michel
- Co-promotor: De Backer Charlotte
- Co-promotor: Poels Karolien
- Co-promotor: Vandebosch Heidi
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De impact van contextfactoren op de effectiviteit van in-game advertising.
Abstract
Het doel van het project is om bij te dragen aan het onderzoek omtrent de effectiviteit van in-game advertising. Hierbij zal gefocust worden op het effect van verschillende contextfactoren op de werking van het reclamemedium, aangezien dergelijke factoren mogelijk een sterke invloed uitoefenen en de kennis hieromtrent nog steeds gelimiteerd is. Deze contextfactoren betreffen de digitale spelbeleving van de speler, de frequentie van blootstelling aan geïntegreerde reclameboodschappen, en de besturing van digitale games.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
- Mandaathouder: Herrewijn Laura
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Automatic monitoring for cyberspace applications (AMICA).
Abstract
Het AMiCA ("Automatic Monitoring for Cyberspace Applications") project wil relevante wehsites zoals blogs, chat rooms en sociale netwerksites monitoren met het oog op de automatische detectie van schadelijke of alarmerende berichten, foto's en video's. Gezien het stijgend belang van beeld (vb. porno, automutilatie) in dergelijke toepassingen wordt uitgegaan van een interdisciplinaire aanpak waarin tekst- en beeldverwerking gecombineerd worden. Classificatiessystemen zullen gebouwd worden die dergelijke schadelijke berichten "on-the-fly" knnen detecteren. Bij detectie van een kritieke situatie (vh. cyherpesten), worden de relevante gebruikers hiervan op de hoogte gebracht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandebosch Heidi
- Co-promotor: Poels Karolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Evidence-based ICT interventies tegen (cyber-) pesten onder jongeren.
Abstract
Het doel van dit project is om op een wetenschappelijk onderbouwde manier te onderzoeken hoe ICT-gebaseerde interventies (of interventie-onderdelen) kunnen worden gebruikt in de strijd tegen (cyber)pesten. De nadruk ligt zowel op het in kaart bregen van het probleem (cyber)pesten als op het ontwikkkelen en testen van dynamische, state-of-the-art ICT-toepassingen om het probleem aan te pakken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Vandebosch Heidi
- Co-promotor: Poels Karolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Reclame in digitale spellen: attitudes, persuasieve impact, en modererende factoren
Abstract
Digitale spellen zijn het snelst groeiende reclamemedium. Dit maakt reclame in digitale spellen een zeer relevant onderzoekstopic. Dit project beoogt algemene attitudes van spelers ten aanzien van deze nieuwe en populaire reclamevorm na te gaan. Ten tweede, heeft het project als doel om te onderzoeken hoe de persuasieve impact van reclame in digital spellen wordt gemodereerd door emotionele en contextuele factoren zoals digitale gamebeleving.Onderzoeker(s)
- Promotor: Poels Karolien
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject