Kwaliteitszorg

De educatieve masteropleidingen hebben in 2019 een Toets nieuwe opleiding op maat van de eigen regie doorlopen van NVAO. Zoals bepaald in de Vlaamse regelgeving hebben de opleidingen vervolgens in 2023 een eerste Accreditatie op maat van de eigen regie van NVAO doorlopen.

Op basis van het rapport van de accreditatie van 10 mei 2023 kenmerken de educatieve masteropleidingen zich door een aantal sterktes. Door aan een aantal punten te werken zullen de opleidingen zich in de toekomt nog verder versterken.

De opleiding wordt nu volledig opgenomen in de opleidingsbeoordeling van UAntwerpen waarin elke opleiding een kwaliteitszorgcyclus van zes jaar doorloopt.

In jaar 3 van de kwaliteitszorgcyclus wordt de balans opgemaakt van de kwaliteitszorg van de opleiding tijdens de interne procesbewaking en -sturing. In het najaar van 2021 heeft dit plaatsgevonden voor de educatieve masteropleidingen. Een volgende interne procesbewaking en -sturing vindt plaats in het najaar van 2026.

Jaar 6 sluit de cyclus af met een peer review. De opleiding reflecteert op zichzelf en gaat in gesprek met interne en externe experten en een onafhankelijke student. In het najaar van 2029 zullen de opleidingen een eerste peer review doorlopen.

Bevindingen van het accreditatiepanel

Het panel spreekt een positief oordeel uit over alle educatieve masteropleidingen van UAntwerpen.

Het personeel van de educatieve masteropleidingen is een bevlogen en professioneel team. De onderwijskundige en vakdidactische teams zijn sterk betrokken bij de opleiding en zetten zich hard in. Er is een grote bereidheid om met en van elkaar te leren en ook naar studenten wordt goed geluisterd.

De opleidingsspecifieke leerresultaten, waarin de opleiding eigen klemtonen heeft gelegd, zijn goed geformuleerd. Er is een sterke verbinding tussen onderwijs en onderzoek in het curriculum. De opleidingen hebben een goede didactische opbouw waarbij theorie en praktijk mooi op elkaar inhaken, o.a. dankzij de samenwerking tussen vakdidactici en praktijkassistenten, die vaak nog deeltijds lesgeven in het secundair onderwijs. Studenten doorlopen een duidelijke leerlijn naar de groeistages toe, waar ze vanuit de praktijk worden begeleid door de mentoren op de stageschool en de stagebegeleiders van de opleiding. Het panel sloot zich aan bij de sterke waardering van studenten voor de supervisiegesprekken waar ze hun ervaringen met andere studenten kunnen uitwisselen en bespreken onder begeleiding van een docent. Het panel looft de aandacht voor cultuursensitief en taalontwikkelend lesgeven in de opleidingen. Ook is er ruime keuzevrijheid voor de studenten. Uit de selectie masterproeven die het accreditatiepanel heeft bestudeerd, blijkt dat het eindniveau van de opleidingen op orde is.

De opleiding heeft een goede organisatie- en overlegstructuur. De mate waarin de integratie tussen leraarschap en domein gerealiseerd is, verschilt op dit moment nog per opleiding. Daarom zet de opleiding zich in om deze integratie en de samenwerking met faculteiten verder te versterken. De opleiding engageert zich ook om nog meer studenten aan te trekken.

Om beginnende leraren te ondersteunen bij de praktijkshock, investeert de opleiding verder in werkplekleren, bouwt ze haar samenwerking met het werkveld verder uit en maakt ze het LIO-traject, een specifiek traject voor studenten die reeds voor de klas staan, beter haalbaar. Op basis van een benchmark zal de evaluatie van het eindniveau en de begeleiding bij de masterproef versterkt worden.

Volgende educatieve masteropleidingen van UAntwerpen kregen een positieve beoordeling en werden geaccrediteerd:

  • Educatieve master in de cultuurwetenschappen
  • Educatieve master in de economie
  • Educatieve master in de gezondheidswetenschappen
  • Educatieve master in de maatschappijwetenschappen
  • Educatieve master in de ontwerpwetenschappen
  • Educatieve master in de talen
  • Educatieve master in de wetenschappen en technologie

Kwaliteitszorg in het onderwijs aan de Universiteit Antwerpen