Onderzoeksgroep
Expertise
- Evaluatie van landschapsconnectiviteit. - Onderzoek naar leefbaarheid van natuurlijke populaties en genetische analyse van (natuurlijke) populaties
Individuele variatie in fenotypische plasticiteit in relatie tot intrinsieke en extrinsieke factoren.
Abstract
Fenotypische plasticiteit wordt beschouwd als het belangrijkste mechanisme waardoor organismen zich kunnen aanpassen aan klimaatwijziging op een relatief korte tijdschaal. Nochtans is er weinig kennis over de bornnen varn variatie in individuele plasticiteit noch over de implicaties hiervan. Dit project onderzoekt intrinsieke en extrinsieke bronnen van variatie in plasticiteit in de timing van het broedseizoen, een van de best onderzochte modelsystemen voor fenologische veranderingen in relatie tot klimaatwijziging. De eerste drie hoofdstukken van het doctoraat gebruiken diverse lange-termijn datasets van vogelpopulaties om te onderzoeken hoe plasticiteit wordt beïnvloed door directe omgevingsinvloeden (populatiedichtheid op verschillende ruimtelijke schalen), de omgeving waarin het dier is grootgebracht (grootte van het broedsel, data afkomstig van een uitgebreid veldexperiment) en aangeboren individuele kenmerken (persoonlijkheid). In het vierde hoofdstuk wordt een recent ontwikkelde methodologie gebruikt om na te gaan hoe de werkelijke timing van het broeden (met inbegrip van plasticiteit) overeenstemt met de optimale timing, waarbij niet enkel het aantal jongen maar ook de adulte overleving in rekening wordt gebracht. De gevraagde financiering is noodzakelijk om dit vierde hoofdstuk te kunnen realiseren. Hierdoor zal het impact van de thesis sterk verbreed worden door niet alleen bronnen van variatie in plasticiteit beter te begrijpen, maar ook de implicaties in kaart te brengen voor individuele fitness en uiteindelijk het voortbestaan van populaties.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Vertrouwen en duurzaamheid in de Europese Unie (STRATEGO)
Abstract
Gezien de huidige zwakke staat van vertrouwen tussen instellingen en actoren op verschillende niveaus in het EU-bestuurssysteem, heeft het Jean Monnet Centre of Excellence STRATEGO tot doel kennis te onderwijzen, onderzoeken en verspreiden over de dynamiek, oorzaken en gevolgen van vertrouwen tussen de betrokken actoren en instellingen, specifiek in het multi-level bestuur van duurzame ontwikkeling in de EU, met de nadruk op het bedrijfsleven en ondernemerschap, klimaat en biodiversiteit, en gezondheidsbeleid. Deze empirische reikwijdte van STRATEGO sluit aan bij de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN, de beleidsprioriteiten van de Europese Commissie en de prioriteiten van het Erasmus+-programma. STRATEGO zal interdisciplinaire synergieën ontwikkelen op het gebied van EU-bestuur, vertrouwen en duurzame ontwikkeling door onderwijs-, onderzoeks- en outreach-inspanningen over de disciplines heen aan de Universiteit Antwerpen te overbruggen. Bij alle activiteiten zal STRATEGO verder gaan dan de gebruikelijke producenten en consumenten van EU-studies. Het zal EU-bestuurskennis van de faculteiten Sociale Wetenschappen, Rechten en Economie overbrengen naar studenten en personeel van de faculteiten Wetenschappen en Gezondheidswetenschappen, en het zal ook buiten de academische omgeving reiken om een dialoog met professionals, het maatschappelijk middenveld en het grote publiek te bevorderen. Op onderwijsgebied zal STRATEGO interdisciplinariteit garanderen door gastcolleges, gezamenlijke begeleiding van bachelor- en masterscripties en innovatieve formats zoals simulaties en microcredentials. Op het gebied van onderzoek zal STRATEGO personeel uit verschillende disciplines samenbrengen door middel van onderzoeksseminars, PhD-masterclasses en een bezoekprogramma voor beginnende wetenschappers. In termen van outreach buiten de academische context zal STRATEGO activiteiten organiseren zoals thematische webinars, outreach-workshops en activiteiten voor specifieke doelgroepen zoals middelbare scholen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Bursens Peter
- Co-promotor: Beutels Philippe
- Co-promotor: De Bièvre Dirk
- Co-promotor: Hoijtink Marijn
- Co-promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Meeusen Johan
- Co-promotor: Meier Petra
- Co-promotor: Popelier Patricia
- Co-promotor: Vanderstraeten Johanna
- Co-promotor: Van Dooren Wouter
- Co-promotor: van Zimmeren Esther
- Co-promotor: Verhoest Koen
- Co-promotor: Vicca Sara
- Co-promotor: Wynen Jan
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderwijsproject
- Onderzoeksproject
De koppeling van lange-termijn ecologische data tussen verschillende trofische niveaus in het kader van Open Science.
Abstract
De algemene doelstelling van dit project is om bij te dragen tot een open onderzoeksecosysteem voor lange-termijn ecologische datasets. Meer specifiek zal het project instrumenten ontwikkelen als koppeling tussen het open-data platform voor lange-termijn onderzoek van vogelpopulaties "SPI-Birds" (https://spibirds.org/en) en andere relevante ruimtelijke en temporele datasets met informatie over landgebruik, vegetatie en klimaat. De metadata en ontwikkelde scripts worden toegevoegd aan het open platform waardoor onderzoekers grootschalige ecologische koppelingen kunnen onderzoeken die data vereisen op een ruime geografische schaal. Bij wijze van pilootstudie en demonstratie zal dit project hypothesen testen over de rol van boskarakteristieken en landgebruik (waaronder urbanizatie) als modulerende factoren van de synchronie tussen fenologie bij vogels (tijdstip van broeden) en klimaatvariatie. Het project zal samenwerken met het nieuwe FAIRBIRDS project (ERA-net) dat zich toelegt op de ontwikkeling van een open data en open software platform.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Functioneren van Ecosystemen en hun Interacties met Klimaatverandering.
Abstract
Ecosystemen leveren veel diensten aan de maatschappij. Het begrijpen van hun functioneren is dan ook cruciaal om accurate projecties te kunnen maken van toekomstig klimaat en voedselproductie, alsook om een duurzaam beleid te kunnen ontwikkelen. Dit voorstel heeft daarom tot doel wetenschappelijke doorbraken te realiseren die kunnen bijdragen tot een beter inzicht in de processen die bepalend zijn voor ecosysteemdiensten en -functioneren. Het overkoepelende lange-termijn doel is dan ook om ecosysteem-functioneren voldoende te begrijpen zodat we, samen met modelleergroepen, betere projecties van toekomstige ecosysteemdiensten en klimaat kunnen maken. Prioriteit wordt gegeven aan de volgende vier onderzoekspijlers: 1) Kwantitatief inzicht in de allocatie van plantenkoolstof naar groei, ademhaling en nutriëntenopname; 2) Beter inzicht in- en betere metingen van biomassaproductie; 3) Beter inzicht in bodemkoolstofprocessen en koolstofsequestratie; 4) Beter inzicht in de spatiale en temporele variatie van broeikasgasbalansen. De focus van dit project ligt op de invloed van 'Global Change', inclusief klimaatverandering en veranderende chemische samenstelling van de atmosfeer, op ecosysteemprocessen en -functioneren. De Methusalemhouder aan de Universiteit Hasselt zal waar mogelijk en waar relevant betrokken worden bij het ontwikkelen van gemeenschappelijke onderzoekslijnen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Janssens Ivan
- Co-promotor: Campioli Matteo
- Co-promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Nijs Ivan
- Co-promotor: Schoelynck Jonas
- Co-promotor: Temmerman Stijn
- Co-promotor: Vicca Sara
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Individu-gebaseerde waardebeoordeling van biodiversiteit bij beleidsimplementatie (INVABIO).
Abstract
De hoofddoelstelling van INVABIO is het versterken van het biodiversiteitsbeleid door het aanpakken van de implementatiekloof veroorzaakt door de complexiteit van het beoordelen van specifieke biodiversiteitseffecten bij vergunnings- en sanctiebesluiten. INVABIO zal een nieuw kader ontwikkelen dat zich toespitst op het kwalitatief en kwantitatief beoordelen van individuele specimens en habitats. We brengen ecologische, juridische en economische inzichten samen in een interdisciplinair INVABIO-kader met een betere beleidsuitvoering tot doel. Bijkomend zal INVABIO het tekort aan gedetailleerde informatie over de beoordeling van biodiversiteit in vergunnings- en sanctioneringsbeslissingen aanpakken via een gecoördineerde Vlaamse data-inzameling om zo een uniek beeld creëren van de praktische uitvoering van EU-biodiversiteitswetgeving. We zullen wettelijk toegestane en illegale acties evalueren via hun werkelijke biodiversiteitseffecten. Daartoe zullen vier datasets worden verzameld, verwerkt en geanalyseerd door alle partners van het project. Deze kunnen worden onderverdeeld in twee soorten, waarvan de eerste betrekking heeft op de documentanalyse van: 1. Milieuvergunningen 2. Beslissingen inzake administratieve sancties 3. Strafrechtelijke sanctiebesluiten en het tweede type (4de dataset) betreft een survey onder ambtenaren en praktijkmensen met geanonimiseerde gegevens. Deze enquête zal dus geen persoonlijke gegevens of gevoelige informatie van de deelnemers verzamelen. De deelnemers zullen op verschillende manieren worden benaderd: via oproepen in nieuwsbrieven of via beroepsorganisaties, via rechtstreekse e-mails, via oproepen op de projectwebsite en via een sneeuwbaleffect. Wij beschikken niet over een volledige lijst van alle e-mailadressen die de oproep zullen ontvangen. We houden geen IP-adressen bij. We vragen alleen informatie over geslacht, leeftijdsgroep, nationaliteit en beroep. We kunnen de deelnemers dus niet identificeren. Het INVABIO-kader samen met de huidige beoordelingsstrategieën laat toe om de dominante invalshoeken te identificeren, commentaar te geven bij de wetenschappelijke validiteit van deze strategieën en veelbelovende pistes voor verbetering te formuleren. INVABIO laat toe om prioritaire gebieden te identificeren en strategische richtlijnen te ontwikkelen voor het biodiversiteitsbeleid. Doorheen het project zullen we aandacht hebben voor de toepasbaarheid van onderzoeksresultaten voor andere EU landen. INVABIO zal een webplatform uitbouwen om inzichten en resultaten tot bij de gebruikers te brengen. Het platform zal dienen als een beslissingsondersteunend instrument voor regelgevende instanties die betrokken zijn bij de uitvoering van biodiversiteitswetgeving, door toegang te verlenen tot een unieke dataset. Bovendien zullen gebruikers een interactief instrument kunnen gebruiken dat, op basis van het INVABIO-kader, specifiek en wetenschappelijk onderbouwd advies zal geven bij de beoordeling van de ernst van biodiversiteitseffecten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Eco-evolutionaire dynamieken in ruimtelijk gestructureerde systemen.
Abstract
Eco-evolutionaire dynamieken zijn de sleutel tot adaptaties en biologische diversificatie in heterogene omgevingen. Deze eco-vo interacties sturen ook de drie processen van verspreiding (vertrek, transfer en vestiging), en daarmee de organisatie van biodiversiteit in de ruimte. Een kwalitatieve en kwantitatieve theorie ontbreekt echter tot op heden. Dit onderzoeksnetwerk zal onderzoeks-gemeenschappen op het gebied van eco-evolutionaire dynamieken en verspreidingsecologie verenigen. Het onderzoeksnetwerk zal de integratie van deze velden bevorderen, niet alleen door het stimuleren van mobiliteit, maar ook door de verdere ontwikkeling van samenwerkingsexperimenten en synthese-acties. Meer in het bijzonder zal het netwerk relevant activiteiten organiseren, waaronder de organisatie van symposia, workshops, gestimuleerd door postdoctorale mobiliteit tussen de Vlaamse en Internationale partners.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bronnen van individuele en temporele variatie in besmettelijkheid van gastheren: een vogel-specifieke Borrelia als modelsysteem.
Abstract
Een cruciale factor om het voortbestaan of uitbreiding van infecties in natuurlijke systemen (en mogelijke spill-over naar mensen) te voorspellen, is de capaciteit van zogenaamde reservoir gastheren om de infectie te onderhouden en door te geven aan anderen. Naast verschillen tussen soorten is er ook belangrijke variatie tussen indivdiduen binnen soorten en ook variatie in de tijd, maar deze bronnen van variatie zijn minder onderzocht. Hier focusen we op variatie in besmettelijkheid in een natuurlijke populatie waarbij we gebruik maken van een vogel-teek-Borrelia modelsysteem. Koolmezen zijn een van de belangrijkste reservoir gastheren voor Borrelia garinii, een van de belangrijkste veroorzakers van de ziekte van Lyme. We onderzoeken hoe individuele koolmezen verschillen in hun capaciteit om de bacterie door te geven aan nieuwe teken, hoe dit varieert doorheen de jaarcyclus, en of episodes met stress leiden tot een reactivering van de besmettelijkheid. We doen dit in een goed onderzochte populatie waar we dezelfde vogels herhaald kunnen testen en dit kunnen koppelen aan leeftijd, geslacht, conditie en andere factoren. Een beperkt aantal vogels zal jaarrond in gevangenschap worden opgevolgd, en blootgesteld aan een beperkte mate van ecologisch relevante stress zoals variatie in voedselkwaliteit of nestgrootte. Het uiteindelijk doel is om het belang van deze individuele en temporele variatie na te gaan voor het basis reproductiegetal R0.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Negatieve effecten van kunstmatig nachtelijk licht op de grote glimworm (Lampyris noctiluca): mechanismen en evolutionaire gevolgen.
Abstract
Kunstmatig nachtelijk licht wordt steeds vaker erkend als een ernstige bedreiging voor de nachtelijke biodiversiteit. Vuurvliegen en glimwormen zijn kwetsbaar voor interferentie door kunstlicht gezien hun op licht gebaseerde seksueel communicatiesysteem. Uit recente studies blijkt dat nachtelijk licht een negatief effect heeft op de voortplanting van de grote glimworm (Lampyris noctiluca), wat mogelijkheid biedt voor selectie op eigenschappen om met lichtpollutie om te gaan. Deze soort is hiervoor een geschikt model door zijn relatief algemeen voorkomen en gemak om ze te vangen, en het eenvoudig op licht gebaseerd communicatiesysteem waarbij immobiele lichtgevende vrouwtjes mannetjes aantrekken. Ik zal de effecten van lichtpollutie bestuderen door de respons te meten van mannetjes op verschillende kleuren van kunstmatig licht via gedragsexperimenten en elektrofysiologische metingen. Ik zal onderzoeken of glimwormpopulaties evolueren om met licht als selectiedruk om te gaan, door glimwormpopulaties uit licht vervuilde en donkere streken te vergelijken zowel bij wildvang als in common-garden gekweekte dieren. Ik zal zowel gedragsmatige responsen als visuele sensitiviteit meten als relevante kandidaat eigenschappen m.b.t. lichtadaptatie. Ik zal evalueren of verschillen tussen populaties het resultaat zijn van fenotypische plasticiteit of genetische aanpassingen. Tenslotte zal ik nagaan of deze effecten van licht zouden kunnen gegeneraliseerd worden naar verwante soorten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Van den Broeck Mira
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Genomische en ecologische redenen voor de snelle verandering in een functioneel belangrijke eigenschap: de evolutie van osteodermen in een gordelstaarthagedis.
Abstract
Osteodermen zijn beenachtige elementen die tot expressie gebracht worden bij enkele uiteen liggende groepen Tetrapoda (bij krokodillen, schildpadden, gordeldieren, enkele soorten hagedissen en kikkers), maar ontbreken bij andere taxa. Bij de mens duiken osteodermen op als complicatie bij verwondingen, en bij enkele zeldzame overerfbare aandoeningen. Osteodermen zijn interessant omdat ze ecologisch relevant zijn (functioneren als bepantsering, in de temperatuur- en waterhuishouding, als opslagplaats voor mineralen) en tegelijkertijd een nagenoeg discontinue verdeling kennen (ze worden tot expressie gebracht, of niet). Dit tweede element faciliteert in belangrijke mate het zoeken naar de genomische achtergrond van het kenmerk. In één soort hagedis, Hemicordylus capensis, treedt intraspecifieke variatie op in osteoderm-expressie: het kenmerk is er blijkbaar herhaaldelijk geëvolueerd en komt dus voor in sommige populaties, maar ontbreekt in andere. De soort vormt dus een unieke gelegenheid om te achterhalen hoe, waarom en wanneer dit merkwaardige kenmerk opduikt. In dit project beogen we hiervan een grondig, geïntegreerd beeld te krijgen, door het toepassen van state-of-the-art genomische, functioneel-morfologische en ecologische methoden. We zullen ook nagaan of we de implicaties van onze bevindingen kunnen extrapoleren naar andere taxa met (occasionele) osteodermen, inclusief de mens. Het project zal toelaten een zeldzaam volledig beeld te schetsen van de evolutie van een ecologisch relevant fenotypisch kenmerk met een merkwaardig discontinue variatie en een ongebruikelijk- disparate taxonomische verspreiding.Onderzoeker(s)
- Promotor: Van Damme Raoul
- Co-promotor: Laukens Kris
- Co-promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Svardal Hannes
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kennisoverdracht met betrekking tot teken en teek-overdraagbare ziekten in functie van het beheer van groendomeinen van de Provincie Antwerpen.
Abstract
Dit project bestaat uit drie luiken: ten eerste, het bundelen van bestaande wetenschappelijke kennis en feiten over tekenabundantie en besmettingsgraden met het oog op praktisch beheer van groendomeinen. Dit zal uitgewerkt worden tot een leidraad voor beheer. Ten tweede wordt in alle provinciale domeinen via veldbezoeken een inschatting gemaakt van het risico op besmetting door tekenziekten. Hiervoor worden op zowel risicoplaatsen (paden, speelzones...) als referentielocaties (bos) teken verzameld en de besmettingsgraad met pathogenen (ziekte van Lyme) moleculair vastgesteld. Ten derde wordt een vormingstraject uitgewerkt om deze kennis te delen met beheerders en in de praktijk te vertalen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Teekoverdraagbare ziektes in het Noordzee Gebied: een One Health perspectief (NORTHTICK)
Abstract
Infecties overgedragen via tekenbeten zijn een toenemend probleem in het Noordzeegebied. De algemene doelstelling van dit multidisciplinaire en transnationale project is om substantiële progressie te maken in deze domeinen: (i) risico-analyse van tekenbeten, (ii) efficiënte preventieve maatregelen, (iii) optimalisatie van diagnostiek, (iv) aanbevelingen voor de beste behandeling van patiënten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Next generation animal tracking: op zoek naar ecologische signalen.
Abstract
De voorbije jaren spelen GPS trackers een steeds belangrijkere rol binnen ecologisch onderzoek. Een snelle technologische ontwikkeling heeft er enerzijds toe geleid dat trackers steeds kleiner zijn, en dus voor meer diersoorten gebruik kunnen worden, maar ook dat deze met bijkomende sensoren kunnen worden uitgerust. GPS trackers worden dan ook steeds vaker gebruikt om het gedrag en bewegingspatronen van dieren vanop afstand te volgen. De methodes om de grote hoeveelheid data die deze trackers quasi continu kunnen generen te analyseren staan echter nog enorm achter waardoor er momenteel onvoldoende gebruik kan gemaakt worden van de spatio-temporele informatie die in deze data vervat zit. Om deze methodes verder te ontwikkelen werd een multidisciplinair consortium samengesteld met partners die toonaangevend zijn in domeinen zoals gedragsecologie, statistische ecologie, ICT, GIS-technologie en visuele analyse. De integratie van inzichten uit de verschillende disciplines is essentieel om op korte termijn de impuls te genereren die nodig is om de methodes te onwikkelen die toelaten om Big Movement Data ten volle te benutten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Identificatie van prioritaire zones voor natuur- en bosbeheer omtrent de bestrijding van Lyme borreliose op basis van nieuwe inzichten on de ecologie van teken.
Abstract
De ziekte van Lyme wordt overgedragen door de teek Ixodes ricinus en is in recente jaren toegenomen. Om efficiënt aan preventie te doen is het belangrijk om te weten op welke door mensen bezochte plaatsen de abundantie aan geïnfecteerde teken het hoogst is. Eerder onderzoek heeft relaties aangetoond tussen bostypes en aantal teken, maar het is nog onduidelijk welke factoren de ruimtelijke spreiding van teken binnen een gebied bepalen. In dit doctoraatsproject zal ik de spreiding van teken in bossen nagaan in relatie tot het gebruik van sites door recreanten. Verder zal ik nagaan waarom teken op deze specifieke locaties voorkomen. Een aspect dat hierbij belangrijk kan zijn is de plaats waar teken afvallen van de vorige gastheer waarop ze gevoed hebben, zoals reeën of kleinere dieren. Ik zal onderzoeken op welke locaties gastheren het meeste tijd doorbrengen en waar teken preferentieel van de gastheer afvallen. Daarnaast zal ik onderzoeken welke omgevingsfactoren gekoppeld zijn aan sterfte van teken. In dergelijke condities zal er minder nood aan bestrijding zijn. De resultaten van dit onderzoek zullen samengevat en vertaald worden voor bosbeheerders en beleidsverantwoordelijken, zodat zij het bosbeheer beter kunnen afstemmen op tekenrisico's en meer efficient tekenaantallen reduceren. Dit zal leiden tot besparing van tijd en middelen en gezondheidsrisico's voor recreanten beperken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Heylen Dieter
- Mandaathouder: Van Gestel Mats
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De link tussen persoonlijkheid en infectierisico in natuurlijke populaties van het Afrikaanse knaagdiersoort Mastomys natalensis met het Morogoro arenavirus.
Abstract
Dierlijke persoonlijkheid is het fenomeen dat gedrag consistent is in de tijd, wat betekent dat bijvoorbeeld sommige mensen altijd agressiever zijn dan anderen. Elk gedrag kan worden gedefinieerd als een persoonlijkheidskenmerk, zolang het maar herhaalbaar is in de tijd, maar persoonlijkheidstrekken zijn over het algemeen verdeeld in vijf categorieën: vrijmoedigheid, onderzoek, activiteit, agressiviteit en gezelligheid. Mensen met een sterke verkenning kunnen een grotere kans hebben om een partner te ontmoeten en hebben dus bijvoorbeeld een hoog reproductief succes, maar ze kunnen ook een verhoogd risico lopen op parasieten, ziekteverwekkers en roofdieren. Deze fitness-kosten van de persoonlijkheid zijn weinig onderzocht, maar kunnen belangrijke implicaties hebben voor de ziektedynamiek. Met behulp van de natal multimammate mouse (Mastomys natalensis) - Morogoro arenavirus study system, zal ik de mogelijke verbanden tussen persoonlijkheidskenmerken, immuunsysteem en infectierisico onderzoeken. Specifiek zal ik 1) vaststellen of M. natalensis bewijs van consistente persoonlijkheidskenmerken vertoont en als enige kenmerken gecorreleerd zijn, 2) onderzoeken of gastheerspersoonlijkheidskenmerken geassocieerd zijn met virale infecties in vrijlevende populaties, 3) bepalen of er een relatie is tussen sommige persoonlijkheidskenmerken en immuunsysteemfunctie, 4) experimenteel testen of infectie de expressie van persoonlijkheidskenmerken verandert, en 5) epidemiologische modellen gebruiken om de potentiële effecten van persoonlijkheid op de dynamiek van virusoverdracht in vrijlevende populaties te onderzoeken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Leirs Herwig
- Co-promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Vanden Broecke Bram
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
BOF Sabbatsverlof 2018-2019 Prof. Erik Matthysen.
Abstract
Deze wetenschappelijke opdracht heeft als algemeen doel om het onderzoek naar respons van dieren op klimaatverandering verder uit te bouwen en daarbij nieuwe onderzoeksmogelijkheden en samenwerkingen te verkennen. Het modelsysteem is de seizoenale timing (fenologie) van insectivore vogels in relatie tot fenologie van bossen, waarvoor wij over meerdere lange-termijn datasets beschikken. Meer specifiek zal ik mij focusen op het belang van de timing in individuele bomen, een aspect dat tot dusver sterk onderbelicht is gebleven. Een eerste concrete doelstelling is de analyse van een unieke en recent verworven dataset met fenologie van 1600 bomen in een lang-termijn studiepopulatie. Een nevendoelstelling daarbij is het updaten van mijn onderzoeksvaardigheden in het gebruik van analytische software. Een tweede doelstelling is het verkennen van de mogelijkheden in remote sensing methodologieën om grootschalig de timing van individuele bomen te karakteriseren, met als doel om nieuwe samenwerkingen op te zetten en projectaanvragen voor te bereiden. Ten derde zal ik de visibiliteit van onze groep in internationale samenwerkingen versterken door deelname aan expert workshops en co-publicatie van longitudinale data-analyses. Een laatste doelstelling is het uitwisselen van kennis met experten in fenologie van bomen in relatie tot klimaatsopwarming, met name de groep PLECO in UAntwerpen die in deze materie een internationaal leidende positie heeft, met als concrete uitkomsten het schrijven van een perspective paper en de ontwikkeling van nieuwe projectvoorstellen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Voorkomen van teken in de Antwerpse stadsrand. Beleidsaanbevelingen voor planning van ecologische corridors en m.b.t. groen en gezondheid.
Abstract
In dit project worden reeds eerder verzamelde velddata van het voorkomen van teken geanalyseerd, met inbegrip van de prevalenties van belangrijke pathogenen. De teken werden verzameld in een twintigtal parken en bossen in en rond Antwerpen. Op basis van de data-analyse worden voorstellen uitgewerkt om meer rekening te houden met mogelijke gezondheidsrisico's door teken in urbaan gebied.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Identificatie van Lyme borreliose risico zones voor bos- en natuurbeheer op basis van nieuwe inzichten in de ecologie van teken.
Abstract
Dit project beoogt bij te dragen aan de optimalisatie van natuurbeheer in functie van het minimaliseren van risico's op infectie met teekoverdraagbare ziekten, in het bijzonder Lyme borreliose overgedragen door de schapenteek Ixodes ricinus. Meer bepaald zal dit project de ruimtelijke verspreiding van teken onderzoeken op fijnschalig niveau en processen onderzoeken die hiertoe bijdragen, in het bijzonder de verspreiding van gastheren, het loslaten van de gastheer (detachment), verplaatsing na detachment, en mortaliteit van teken. Door deze processen te relateren aan vegetatiebeheer zullen we in staat zijn gericht advies te geven voor een meer efficiënt beheer en zonering van activiteiten in bos- en natuurgebieden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Heylen Dieter
- Mandaathouder: Van Gestel Mats
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Individuele variatie en evolutionair potentieel van parasietkenmerken in een vogel-teek systeem: directe en indirecte genetische effecten
Abstract
De interactie tussen gastheren en parasieten is een van de belangrijkste drijvende krachten in de evolutie. Evolutie is enkel mogelijk indien individuele kenmerken tenminste gedeeltelijk overerfbaar zijn, en onderhevig aan natuurlijke selectie. Om de evolutie van parasietkenmerken te bestuderen, is het dus noodzakelijk om het succes van individuele parasieten te volgen doorheen hun levenscyclus. Dit is moeilijk tot onmogelijk bij vele soorten parasieten tenzij in zeer artificiele labo-omgevingen. In dit project onderzoeken we de variatie en erfbaarheid van parasietkenmerken in op vogels gespecializeerde teken. De teken worden in het labo gekweekt en voeden zich een keer per stadium (larve, nymf of adult) op koolmezen uit een wilde populatie. Dit geeft ons informatie over genetische verwantschap van zowel de teken als de individuele vogels in de studie. Zo kunnen we onderzoeken in hoeverre variatie in parasietsucces (voedingssucces, overleving, aantal eieren) gerelateerd is aan genetische variatie in de parasiet, in de gastheer, of een combinatie van beide. We onderzoeken ook of teken die succesvol zijn op koolmezen het minder goed doen op andere vogelsoorten, en vice versa. Analoog gaan we na of koolmezen die meer resistent zijn - of tolerant voor - een vogelspecifieke teek, minder goed bestand zijn tegen andere minder gespecialiseerde teken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Heylen Dieter
- Co-promotor: Van Dongen Stefan
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De link tussen persoonlijkheid en infectierisico in natuurlijke populaties van het Afrikaanse knaagdiersoort Mastomys natalensis met het Morogoro arenavirus.
Abstract
Dierlijke persoonlijkheid is het fenomeen dat gedrag consistent is in de tijd, wat betekent dat bijvoorbeeld sommige mensen altijd agressiever zijn dan anderen. Elk gedrag kan worden gedefinieerd als een persoonlijkheidskenmerk, zolang het maar herhaalbaar is in de tijd, maar persoonlijkheidstrekken zijn over het algemeen verdeeld in vijf categorieën: vrijmoedigheid, onderzoek, activiteit, agressiviteit en gezelligheid. Mensen met een sterke verkenning kunnen een grotere kans hebben om een partner te ontmoeten en hebben dus bijvoorbeeld een hoog reproductief succes, maar ze kunnen ook een verhoogd risico lopen op parasieten, ziekteverwekkers en roofdieren. Deze fitness-kosten van de persoonlijkheid zijn weinig onderzocht, maar kunnen belangrijke implicaties hebben voor de ziektedynamiek. Met behulp van de natal multimammate mouse (Mastomys natalensis) - Morogoro arenavirus study system, zal ik de mogelijke verbanden tussen persoonlijkheidskenmerken, immuunsysteem en infectierisico onderzoeken. Specifiek zal ik 1) vaststellen of M. natalensis bewijs van consistente persoonlijkheidskenmerken vertoont en als enige kenmerken gecorreleerd zijn, 2) onderzoeken of gastheerspersoonlijkheidskenmerken geassocieerd zijn met virale infecties in vrijlevende populaties, 3) bepalen of er een relatie is tussen sommige persoonlijkheidskenmerken en immuunsysteemfunctie, 4) experimenteel testen of infectie de expressie van persoonlijkheidskenmerken verandert, en 5) epidemiologische modellen gebruiken om de potentiële effecten van persoonlijkheid op de dynamiek van virusoverdracht in vrijlevende populaties te onderzoeken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Leirs Herwig
- Co-promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Vanden Broecke Bram
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Functioneren van Ecosystemen en hun Interacties met Klimaatverandering.
Abstract
Ecosystemen leveren veel diensten aan de maatschappij. Het begrijpen van hun functioneren is dan ook cruciaal om accurate projecties te kunnen maken van toekomstig klimaat en voedselproductie, alsook om een duurzaam beleid te kunnen ontwikkelen. Dit voorstel heeft daarom tot doel wetenschappelijke doorbraken te realiseren die kunnen bijdragen tot een beter inzicht in de processen die bepalend zijn voor ecosysteemdiensten en -functioneren. Het overkoepelende lange-termijn doel is dan ook om ecosysteem-functioneren voldoende te begrijpen zodat we, samen met modelleergroepen, betere projecties van toekomstige ecosysteemdiensten en klimaat kunnen maken. Prioriteit wordt gegeven aan de volgende vier onderzoekspijlers: 1) Kwantitatief inzicht in de allocatie van plantenkoolstof naar groei, ademhaling en nutriëntenopname; 2) Beter inzicht in- en betere metingen van biomassaproductie; 3) Beter inzicht in bodemkoolstofprocessen en koolstofsequestratie; 4) Beter inzicht in de spatiale en temporele variatie van broeikasgasbalansen. De focus van dit project ligt op de invloed van 'Global Change', inclusief klimaatverandering en veranderende chemische samenstelling van de atmosfeer, op ecosysteemprocessen en -functioneren. De Methusalemhouder aan de Universiteit Hasselt zal waar mogelijk en waar relevant betrokken worden bij het ontwikkelen van gemeenschappelijke onderzoekslijnen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Janssens Ivan
- Co-promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Meire Patrick
- Co-promotor: Nijs Ivan
- Co-promotor: Temmerman Stijn
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een eco-evolutionair netwerk van biotische interacties.
Abstract
De mate waarin biodiversiteit en de hieraan gekoppelde ecosysteemfuncties veranderen in functie van globale door de mens veroorzaakte veranderingen in de leefomgeving worden momenteel vooral ingeschat op basis van statistische technieken. Onzekerheden in de uitkomsten van deze predictieve modellen zijn groot. Omdat de onderliggend ecologische en evolutionaire dynamieken van individuen, populaties en soorten en hun interacties genegeerd worden kunnen de biologische oorzaken van deze onzekerheden niet geduid worden. Het opschalen van individuele- en soortafhankelijke mechanismen naar hogere schalen van biologische organisatie kan enkel gebeuren indien we in staat zijn om de variatie in deze mechanismen te begrijpen en te generaliseren. Meer specifiek is er nood aan het in rekening brengen van biotische interacties. De partners van de voorgestelde onderzoeksgemeenschap zijn toonaangevende onderzoekseenheden in het domein van de evolutionaire ecologie. Onder impuls van initiatieven gefinancierd binnen vroegere onderzoeksgemeenschappen breidden de diverse betrokken onderzoekseenheden hun onderzoek recent uit naar de context van interagerende soorten. Omwille van de complexiteit van biologische interacties in ecologische netwerken, zowel qua oorzaak als gevolg, is er meer dan ooit een hoge nood om onderzoeksagenda's op elkaar af te stemmen, nieuwe methodieken te integreren, inzichten uit te wisselen en samen te werken binnen een inter- en multidisciplinaire context. De beoogde integratie van diverse modelsystemen en disciplines zal de vooruitgang van het eco-evolutionair onderzoek in Vlaanderen zonder twijfel stimuleren. Op zijn beurt is deze vooruitgang essentieel voor de ontwikkelingen binnen verwante domeinen zoals epidemiologie en kankeronderzoek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project website
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Systematische behoud planning in de hoge Andes van Bolivia: toepassing van modellen voor integratieve beheer van natuurgebieden.
Abstract
Dit project handelt over het beheer en behoud van Polylepis bossen in de hoge Andes, één van de meest bedreigde ecosystemen ter wereld. Het project focust op de zuidhelling van het Tunari Nationaal Park (Bolivië) waar lokale gemeenschappen leven te midden van kleine restantanten Polylepis bos. Deze thesis stelt zich tot doel om de noden van lokale gemeenschappen en van de bewoners Cochabamba (een grote stad vlakbij het park) te verzoenen met de bescherming en het behoud van de Polylepis bossen en de daarmee geassocieerde (bedreigde) biodiversiteit. Daartoe ga ik gebruik maken van 'conservation planning software' (zoals Marxan en Zonation) om een beslissingssysteem te bouwen dat door Boliviaanse beleidsmakers kan worden gebruikt.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Strubbe Diederik
- Mandaathouder: Fastré Constance
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
GCE - Globale klimaatverandering-ecologie.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit.Onderzoeker(s)
- Promotor: Janssens Ivan
- Co-promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Meire Patrick
- Co-promotor: Nijs Ivan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Landschap als drijvende kracht voor evolutieve divergentie bij twee knaagdier-gebonden RNA-virussen.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Leirs Herwig
- Co-promotor: Gouy de Bellocq Joëlle
- Co-promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Transmissie dynamiek van teek-overdraagbare Borrelia en rickettsiale bacteriën in een tekengemeenschap bij zangvogels.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Heylen Dieter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek in het domein van de ornithologie.
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Systematische behoud planning in de hoge Andes van Bolivie: toepassing van modellen voor integratieve beheer van natuurgebieden.
Abstract
Dit project handelt over het beheer en behoud van Polylepis bossen in de hoge Andes, één van de meest bedreigde ecosystemen ter wereld. Het project focust op de zuidhelling van het Tunari Nationaal Park (Bolivië) waar lokale gemeenschappen leven te midden van kleine restantanten Polylepis bos. Deze thesis stelt zich tot doel om de noden van lokale gemeenschappen en van de bewoners Cochabamba (een grote stad vlakbij het park) te verzoenen met de bescherming en het behoud van de Polylepis bossen en de daarmee geassocieerde (bedreigde) biodiversiteit. Daartoe ga ik gebruik maken van 'conservation planning software' (zoals Marxan en Zonation) om een beslissingssysteem te bouwen dat door Boliviaanse beleidsmakers kan worden gebruikt.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Strubbe Diederik
- Mandaathouder: Fastré Constance
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Effecten van versnippering van Afrotropisch regenwoud op life-history strategieën in een coöperatief broedende vogelsoort.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Realtime lokalisatie systeem voor populatie-onderzoek van kleine vogels.
Abstract
In dit project wordt een nieuw real-time plaatsbepalingssysteem ontwikkeld voor het grootschalig monitoren van bewegingen van kleine vrijlevende vogels. De uiteindelijke doelstelling is om goedkope geminiaturiseerde tags te ontwikkelen (max 1g gewicht) die spatiale informatie via ontvangsmodules op het terrein doorzenden naar een centraal ontvangstsysteem. De hoofddoelstelling van dit project is om de limieten en mogelijkheden van dit systeem duidelijk te kunnen bepalen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Weyn Maarten
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ruimte en omgeving als bepalende factoren voor eco-evolutionaire dynamieken: anthropogene omgevingen als model (SPEEDY).
Abstract
De globale doelstelling van SPEEDY is om geïntegreerde inzichten te bekomen in de respons van populaties en gemeenschappen op urbanizatie. Het geïntegreerd karakter van dit onderzoeksprogramma blijkt uit het feit dat we verschillende biologische organisatieniveau's bekijken (gemeenschappen en populaties) en dat we ons specifiek richten op interacties tussen ecologische en evolutionaire responsen (eco-evolutionaire dynamiek). Het project beoogt eveneens mechanistische verklaringen te vinden door te focusen op kenmerken van organismen, verschillende mogelijke stressoren die gepaard gaan met urbanizatie. In het project wordt op een geconcerteerde manier onderzoek verricht op verschillende groepen van organismen, en op verschillende ruimtelijke schalen. Het onderzoek zal ons toelaten om de respons van natuurlijke gemeenschappen op urbanizatie beter te kunnen voorspellen dankzij het integreren van evolutionaire responsen.genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De rol van exploratie en ervaring in de ontwikkeling van ruimtelijk gedrag: leefgebieden en dispersie bij de koolmees.
Abstract
Mobiliteit is een van de meest essentiële karakteristieken van levende wezens, en is direct gekoppeld aan het verwerven en gebruik van ruimtelijke informatie. We testen twee algemene hypothesen aan de hand van veldobservaties en gedragsexperimenten op zangvogels: (a) individuen bouwen ruimtelijke informatie op in de loop van hun leven, die ze gebruiken bij volgende verplaatsingen, en dit leidt tot carry-over effecten tussen levensstadia; (b) individuen verschillen consistent in hun gebruik van ruimtelijke informatie, wat een deel van de binnen-populatie variatie in mobiliteit verklaart.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gastheer-parasiet interacties tussen residente zangvogels, teken (Ixodidae) en Borrelia spirochetes.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Leirs Herwig
- Mandaathouder: Heylen Dieter
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
FWO Visiting Postdoctoral Fellowship (Peter KORSTEN, Nederland)
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studie naar de genetische en ontwikkelingsbasis van ontwikkelingsbuffering.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Bots Jessica
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Evolutie van Oude Wereld arenavirussen en hun knaagdiergastheren in Afrika.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Leirs Herwig
- Mandaathouder: Gouy de Bellocq Joëlle
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De rol van niche conservatisme, genetische variatie en facilitatieve interacties in het verklaren van het invasiesucces van niet-inheemse soorten.
Abstract
De kans dat door de mens geïntroduceerde, niet-inheemse soorten zich in een bepaald gebied kunnen vestigen valt moeilijk in te schatten. Vaak wordt er van uit gegaan dat de (potentiële) verspreiding van een soort kan ingeschat worden aan de hand van zijn niche in het oorspronkelijk verspreidingsgebied. In dit project wordt er gebruik gemaakt van de invasie van Europa door verschillende exotische vogelsoorten om deze veronderstelling na te gaan. Een verandering in niche (een 'niche shift') tijdens het invasieproces zou immers kunnen verklaren waarom soorten in hun nieuw verspreidingsgebied soms andere habitats innemen dan diegene waarin ze in hun oorspronkelijk areaal voorkomen. Ook zal er, aan de hand van de invasie van de halsbandparkiet (Psittacula krameri) in meerdere Europese landen, nagegaan worden op welke manier dat intraspecifieke variatie in de niche van een soort voorspellingen over vestigingskansen kan beïnvloeden. Geografische variatie in de niche van een soort kan leiden tot geografische verschillen in de soort-habitat relaties, wat tot zowel een over- als een onderschatting van de invasiekans kan leiden. In verschillende Europese steden komen meerdere uitheemse parkietsoorten voor, wat toelaat om te onderzoeken of interspecifieke interacties tussen deze soorten een (positieve of negatieve) invloed hebben op de vestigingskans van deze soorten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Strubbe Diederik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Populatiestructuur, transmissie en gastheerspecificiteit in een nestgebonden ectoparasiet, de teek Ixodes arboricola.(FWO Vis.Fel., Joël WHITE, Frankrijk)
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Eco-evolutionaire dynamieken in natuurlijke en anthropogene gemeenschappen.
Abstract
Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Populatiestructuur, transmissie en gastheerspecificiteit in een nestgebonden ectoparasiet, de teek Ixodes arboricola.
Abstract
De doelstelling van dit project is om gastheerspecialisatie en genetische populatiestructuur te onderzoeken bij een ecologisch sterk gespecialiseerde teek nl. I. arboricola. Dit project zal belangrijke nieuwe inzichten leveren in de evolutie van gastheerspecialisatie bij teken en bij parasieten in het algemeen, en de mechanismen die hierbij een rol spelen. Daarnaast zal het project meer inzicht geven in gastheerkeuze, transmissie en dispersie in een groep van ectoparasieten met hoge maatschappelijke relevantie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Leirs Herwig
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Selectie op dispersie-gerelateerde kenmerken in hoogdynamische milieus: de rugstreeppad (Bufo calamita) als modelsoort.
Abstract
Deze studie test de hypothese dat dispersie-gerelateerde kenmerken onderhevig zijn aan verschillende selectiedrukken in functie van de isolatie en levensduur van populaties. De rugstreeppad wordt hiervoor als modelsoort gebruikt. Padden worden verzameld in enerzijds kleine geïsoleerde populaties, en anderzijds in grotere netwerkpopulaties, en opgekweekt in een "common environment". Op deze dieren worden een aantal kenmerken onderzocht die mogelijk gekoppeld zijn aan dispersie (verbreiding) zoals ontwikkeling, morfologie, locomotie, exploratiegedrag en habitatvoorkeur. We onderzoeken in hoeverre deze kenmerken verschillen tussen populaties, of deze kenmerken onderling gekoppeld zijn, en in hoeverre de populaties verschillen in neutrale (moleculaire) kenmerken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Van Damme Raoul
- Mandaathouder: Maes Joke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Dispersie, ouderzorg en persoonlijkheidskenmerken bij de koolmees.
Abstract
De algemene doelstelling van dit project is om te onderzoeken hoe individuele gedragsvariatie, bij nakomelingen zowel als ouders, kan leiden tot variatie in dispersie in natuuurlijke populaties. We gebruiken de koolmees als modelsoort waarbij we dispersiedata betrekken uit een lopende populatiestudie in een gebied met verschillende kleine bosfragmenten. Voor het persoonlijkheidsonderzoek baseren we ons op voorgaand onderzoek waarbij een standaard exploratiescore informatie blijkt te geven over aangeboren gedragsvariatie. We gaan na in hoeverre verschillende aspecten van ruimtelijk gedrag (dispersie, home-ranges, familieverplaatsingen tijdens de ouderzorg) gecorreleerd zijn met elkaar en met persoonlijkheidsvariatie. We onderzoeken ook de respons in ruimtelijk gedrag op experimentele veranderingen in voedselaanbod. Deze gedragsvariatie wordt ook gekoppeld aan beschikbare informatie over fitness (overleving en voortplanting).Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: van Overveld Thijs
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Keuze & patronen van adaptieve variatie bij de Europese zwarte gier (Aegypius monachus).
Abstract
Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de KMDA. UA levert aan de KMDA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opmaak en uitwerking van een ecologisch landschapsmodel als modelmatig beheersinstrument voor de ecologische infrastructuur in de Antwerpse haven.
Abstract
In dit project wordt een landschapsecologisch model uitgewerkt dat kwantitatieve uitspraken toelaat over het effect van geplande of gerealiseerde ingrepen in het Havengebied op de verbindingsmogelijkheden tussen natuurlijke dierenpopulaties. Het model is gebaseerd op de analyse van minimale-kostpaden in functie van landschappelijke weerstand. Het model wordt afgestemd op een aantal doelsoorten waaronder rugstreeppad, vleermuizen en enkele nog te bepalen soorten. Het project zal een bruikbaar instrument leveren om het functioneren van de Ecologische Infrastructuur in de haven te kunnen monitoren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Meire Patrick
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Dispersie, connectiviteit en leefbaarheid van vogelpopulaties in een versnipperd afrotropisch regenwoud.
Abstract
Dit project beoogt het modelleren van de leefbaarheid van bedreigde vogelpopulaties in een sterk versnipperde biodiversiteitshotspot in Kenya op basis van demografische data, gedragsobservaties en analyses van landschapsconnectiviteit. De resultaten worden geïntegreerd in een multidisciplinair onderzoek naar prioriteiten voor herbebossingsprojecten in het studiegebied.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Aben Job
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Levensvatbaarheid van populaties in versnipperd regenwoud: integratie van individu-gebaseerde modellen met landschapsdynamiek en connectiviteit.
Abstract
In dit project worden factoren bestudeerd die de lange-termijn overleving van vier Afrotropische vogelsoorten beïnvloeden die gevoelig zijn aan habitatverstoring en isolatie, en dit op verschillende schaalniveaus. Hiertoe verzamelen we nieuwe data over habitatvereisten en demografie van vogels en biotische en abiotische groeicondities van bomen, en combineren deze met reeds beschikbare gegevens en een gedetailleerde landgebruikskaart.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Wetenschappelijke opdracht voor het verder onderzoek op het domein van de dierenecologie.
Abstract
De algemene doelstelling van deze wetenschappelijke opdracht is een aantal onderzoeksvragen te beantwoorden via een state-of-the-art statistische analyse van de meer complexe data zoals overlevingspatronen, populatiestructuur en erfelijke variatie. Met name meer open vraagstellingen op langere termijn, zoals veranderingen in life-history kenmerken door klimaatsverandering en de rol van genetische variatie hierbij zullen onderzocht worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Selectie op dispersie-gerelateerde kenmerken in hoogdynamische milieus: de rugstreeppad (Bufo calamita) als modelsoort.
Abstract
Deze studie test de hypothese dat dispersie-gerelateerde kenmerken onderhevig zijn aan verschillende selectiedrukken in functie van de isolatie en levensduur van populaties. De rugstreeppad wordt hiervoor als modelsoort gebruikt. Padden worden verzameld in enerzijds kleine geïsoleerde populaties, en anderzijds in grotere netwerkpopulaties, en opgekweekt in een "common environment". Op deze dieren worden een aantal kenmerken onderzocht die mogelijk gekoppeld zijn aan dispersie (verbreiding) zoals ontwikkeling, morfologie, locomotie, exploratiegedrag en habitatvoorkeur. We onderzoeken in hoeverre deze kenmerken verschillen tussen populaties, of deze kenmerken onderling gekoppeld zijn, en in hoeverre de populaties verschillen in neutrale (moleculaire) kenmerken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Van Damme Raoul
- Mandaathouder: Maes Joke
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Dispersie, ouderzorg en persoonlijkheidskenmerken bij de koolmees.
Abstract
De algemene doelstelling van dit project is om te onderzoeken hoe individuele gedragsvariatie, bij nakomelingen zowel als ouders, kan leiden tot variatie in dispersie in natuuurlijke populaties. We gebruiken de koolmees als modelsoort waarbij we dispersiedata betrekken uit een lopende populatiestudie in een gebied met verschillende kleine bosfragmenten. Voor het persoonlijkheidsonderzoek baseren we ons op voorgaand onderzoek waarbij een standaard exploratiescore informatie blijkt te geven over aangeboren gedragsvariatie. We gaan na in hoeverre verschillende aspecten van ruimtelijk gedrag (dispersie, home-ranges, familieverplaatsingen tijdens de ouderzorg) gecorreleerd zijn met elkaar en met persoonlijkheidsvariatie. We onderzoeken ook de respons in ruimtelijk gedrag op experimentele veranderingen in voedselaanbod. Deze gedragsvariatie wordt ook gekoppeld aan beschikbare informatie over fitness (overleving en voortplanting).Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: van Overveld Thijs
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opmaak actieplan voor de waterrietzanger (Acrocephalus Paludicola) in Vlaanderen.
Abstract
Als onderdeel van een internationaal beschermingsprogramma voor de Waterrietzanger wordt het voorkomen en habitatgebruik van deze soort in Vlaanderen tijdens de doortrek geanalyseerd. Naast een literatuurstudie van de ecologie en migratie, worden waarnemingen en ringvangsten in detail geanalyseerd. Er wordt een biotoopbeschrijving opgemaakt van de gebruikte habitats en aanbevelingen gemaakt voor het beschermen en uitbreiden van habitat voor deze soort, alsook voor het verder monitoren van de doortrekkende populatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Adriaensen Frank
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Volgen organismen de weg van de minste weerstand? Een test van minimale-kost connectiviteitsmodellen aan de hand van empirische data en individu-gebaseerde simulatiemodellen.
Abstract
Minimale-kost modellen worden in toenemende mate gebruikt als eenvoudig GIS instrument om connectiviteit tussen habitatplekken te kwantificeren. Ondanks de eenvoudige toepasbaarheid van deze methode zijn er weinig gegevens beschikbaar om te valideren of de gemodelleerde dispersiepaden overeen stemmen met de realiteit. We gebruiken een combinatie van empirische data en gedragsmodellen om dit te toetsen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Driezen Kassandra
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar factoren die de persistentie en uitbreiding bepalen van populaties Aziatische grondeekhoorns.
Abstract
Dit project beoogt een inleidende studie van de verspreiding van een potentieel invasieve exoot, en de factoren die bepalen of de soort zich al dan niet kan uitbreiden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: D'aes Margo
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Dispersie, ouderzorg en persoonlijkheidskenmerken bij de koolmees.
Abstract
De algemene doelstelling van dit project is om te onderzoeken hoe individuele gedragsvariatie, bij nakomelingen zowel als ouders, kan leiden tot variatie in dispersie in natuuurlijke populaties. We gebruiken de koolmees als modelsoort waarbij we dispersiedata betrekken uit een lopende populatiestudie in een gebied met verschillende kleine bosfragmenten. Voor het persoonlijkheidsonderzoek baseren we ons op voorgaand onderzoek waarbij een standaard exploratiescore informatie blijkt te geven over aangeboren gedragsvariatie. We gaan na in hoeverre verschillende aspecten van ruimtelijk gedrag (dispersie, home-ranges, familieverplaatsingen tijdens de ouderzorg) gecorreleerd zijn met elkaar en met persoonlijkheidsvariatie. We onderzoeken ook de respons in ruimtelijk gedrag op experimentele veranderingen in voedselaanbod. Deze gedragsvariatie wordt ook gekoppeld aan beschikbare informatie over fitness (overleving en voortplanting).Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: van Overveld Thijs
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Impact van invasieve vogelsoorten.
Abstract
Dit project beoogt een inschatting van de toekomstige verspreiding en ecologisch impact van de geintroduceerde Halsbandparkiet Psittacula krameri. Aan de hand van punttellingen worden de habitatvereisten in kaart gebracht, en op basis hiervan een potentiele habitatkaart opgesteld voor Vlaanderen. Data van verschillende Europese populaties en gedragsobservaties worden gecombineerd om scenario's op te stellen van de verwachte areaaluitbreiding in de toekomst. Tenslotte wordt een voorspelling gemaakt van het impact op inheemse holenbroeders door concurrentie voor nestholen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Persoonlijkheidskenmerken, dispersie en verschillen in vestigingsgedrag bij de koolmees (Parus major).
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Tokka Iris
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
BOF/IWT research fellowship.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Driezen Kassandra
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Dispersie, ouderzorg en persoonlijkheidskenmerken bij de koolmees.
Abstract
We onderzoeken de gedragsmechanismen die aan de oorsprong liggen van variatie in dispersie, d.i. de verplaatsing tussen geboorte-en broedplaats, bij vogels. Meer specifiek onderzoeken we (1) de relatie met erfbare persoonlijkheidskenmerken die bepalen hoe dieren reageren op onbekende situaties en/of soortgenoten (zgn. "shy-bold" continuum), en (2) de invloed van ouderlijk gedrag op dispersie van nakomelingen, in het bijzonder de verplaatsingen in familieverband voorafgaand aan dispersie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Mogelijkheden van NTMB binnen de uitbouw van de ecologische infrastructuur in de Antwerpse haven.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Meire Patrick
- Co-promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studie van de verspreiding van invasieve Halsbandparkieten in Vlaanderen en inschatting van de impact op inheemse soorten.
Abstract
In onze geglobaliseerde wereld worden steeds meer organismen over de wereld getransporteerd en bijgevolg kunnen steeds meer organismen zich vestigen buiten hun oorspronkelijk verspreidingsgebied. Het is algemeen bekend dat sommige van die exoten een enorme ecologische en economische impact kunnen hebben, maar meestal ontbreekt de kennis om een uitspraak te kunnen doen over de potentiële uitbreiding en impact van een gevestigde exoot. Dit project beoogt dan ook om een wetenschappelijk onderbouwde evaluatie te maken van de potentiële verspreiding en ecologische impact van een explosief toenemende exoot. Als studiesoort hiervoor wordt de Halsbandparkiet genomen, een uit India en Afrika afkomstige holenbroeder die zich in verschillende West-Europese steden gevestigd heeft. Door het linken van verschillende Halsbandparkieten-datasets aan habitatopnames en geografische data zal het `ecologisch profiel' van de HBP bepaald worden. Aan de hand hiervan zal een potentiële habitatkaart opgemaakt worden en zal ingeschat worden hoe snel de Halsbandparkiet het geschikte habitat zal kunnen opvullen. Door een analyse van het waargenomen aantal holenbroeders, Halsbandparkieten en habitatvariabelen zal een impactrelatie opgesteld worden. Door deze impactrelatie toe te passen op de voorspelde parkietuitbreiding zal het effect op de inheemse holenbroederpopulaties ingeschat worden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Strubbe Diederik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Estimating population parameters in endangered afrotropical birds using temporal genetic samples. (BIRDGENOTEMP)
FWO Visiting Postdoctoral Fellowship FWO. (G. MEASEY)
Uitbreiding veldparelmoervlinder op het militair domein in Zutendaal.
Connectiviteit van bermen voor enkele vlindersoorten in de provincie Antwerpen.
Connectiviteit van bermen voor het klaverblauwtje in de provincie Limburg.
IWT-opvangmandaat Geert Beckers.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Beckers Geert
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Sociale organisatie en dispersie bij een tropische zangvogel in een versnipperd habitat.
Leefbaarheidsanalyse van bedreigde afrotropische vogelpopulaties : integratie van demografische en genetische benaderingen.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Githiru Mwangi
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Overdraagbaarheid van soortspecifieke habitatkwaliteitmetingen tussen reservaten : een toets met bedreigde dagvlinders.
Ontwikkelingsstabiliteit als maat voor individuele kwaliteit bij de Koolmees (Parus major) : een challenge experiment.
Abstract
Dit project beoogt een bijdrage te leveren tot de kennis over de relatie tussen ontwikkelingsstabiliteit en individuele kwaliteit. Dit gebeurt a.h.v. een experimentele studie naar de stressgevoeligheid van verschillende kenmerken en ontwikkelingsstadia. Hiertoe worden individuele Koolmezen onderworpen aan een milde stressbehandeling (zogenaamd `challenge experiment'), welk erop gericht is het bufferend vermogen tijdens de ontogenie te verlagen (wat zich manifesteert in een verhoogde mate van fluctuerende asymmetrie) evenwel zonder rechtstreeks op fitness in te werken. Dit laat ons toe om de mate van asymmetrie van verschillende kenmerken te vergelijken bij vergelijkbare omgevingsstress, en om asymmetrische ontwikkeling (als maat voor ontwikkelingsstabiliteit) te relateren aan individuele fitness. Veronderstelde stresseffecten worden gevalideerd aan de hand van een onafhankelijke biologische dataset (fysiologische respons variabelen).Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Lens Luc
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Chemische ecologie en bronpopulatieonderzoek in functie van een wetenschappelijk onderbouwd herintroductieproject van het Gentiaanblauwtje in Vlaanderen.
Evolutionaire veranderingen in morfologie en gedrag van een bosvlinder ten gevolge van habitatfragmentatie.
Abstract
De doelstelling van dit doctoraatsproject is te onderzoeken of habitatfragmentatie leidt tot micro-evolutionaire veranderingen in morfologische en gedragskenmerken (partnerzoekgedrag) die samenhangen met mobiliteit bij dagvlinders. De studiesoort is Pararge aegeria. We gaan o.a. na in hoeverre er variatie bestaat in individuele mobiliteitskenmerken tussen dagvlinderpopulaties gekenmerkt door een verschillend type habitatfragmentatie, a.h.v. morfologisch relevante kenmerken en dispersieschattingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Van Dyck Hans
- Mandaathouder: Merckx Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Analyse van dispersiepatronen in functie van populatiemodellering : exploratie en valorisatie van grote datasets.
Abstract
Dit project beoogt het toepassen en uittesten van recente statistische methodes voor het schatten van dispersie tussen habitatplekken, gebruik makend van grote datasets uit verschillende veldstudies. De resultaten kunnen toegepast worden in ruimtelijke modellen voor populatiebehoud en -beheer. In dit project wordt een lacune opgevuld in de expertise van de onderzoeksgroep, worden mogelijkheden gecreeerd voor exploitatie van bestaande datasets, en contacten gelegd en/of versterkt in functie van deelname aan onderzoeksnetwerken in het 6de Kaderprogramma.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Lens Luc
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar de mogelijkheden tot duurzame kweek van de vink (Fringilla coelebs).
Abstract
Onder impuls van de Europese Vogelrichtlijn (79/409/EEG) wordt bevoorrading met vinken (Fringilla coelebs) uit de natuur ten behoeve van de vinkensport in Vlaanderen sinds 1990 streng gereglementeerd. Door de Overheid wordt vinkenkweek financieel aangemoedigd, wat heeft geleid tot een sterke stijging van het aantal gekweekte vinken. Dit project berekent op basis van genetische parameters de kans op inteelt wanneer er uitsluitend met in gevangenschap gehouden vinken wordt voortgekweekt. De genetische variabiliteit (geschat a.h.v. micro-satelliet DNA merkers) van gekweekte vinken wordt daartoe vergeleken met een representatief staal van uit de natuur afkomstige individuen. Daarnaast wordt via computer simulatie het verwachte verlies aan genetische variabiliteit berekend onder verschillende scenarios van uitwisseling tussen kwekers en bevoorrading met uit de natuur gevangen vinken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een geïntegreerde studie van de variatie in het vliegvermogen bij het bont zandoogje (pararge aegeria L.) : prestatie, morfologie en kwantitatieve genetica.
Abstract
In dit project wordt de variatie bestudeerd in prestatie alsok morfologische en genetische variatie met het Bont zandoogje (Pararge aegeria L.) als modelsoort. Meerbepaald wordt nagegaan in hoeverre het vliegapparaat van deze dagvlinder aangepast is aan de functies die het moet vervullen rekening houdend met omgevingsvariatie en mogelijke constraints. Daarnaast wordt de mate waarin morfologische en prestatiekenmerken erfbaar en genetisch met elkaar gerelateerd zijn, bestudeerd. Tenslotte wordt onderzocht of deze relaties consistent zijn in een verschillende omgeving.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Berwaerts Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kenmerk- en verstoringsspecificiteit van fenotypische expressie bij Tribolium.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Hens Liesbeth
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Temporele en ruimtelijke variatie in relaties tussen gedragscomponenten en morfologisch 'design' bij dagvlinders.
Abstract
Voor vliegende insecten zoals dagvlinders is de thermische omgeving waarin ze actief zijn een erg belangrijke component die zowel in de tijd als de ruimte kan variëren. Dit project beoogt om de seizoenale veranderingen in het gedrag, de morfologie en vooral de relaties tussen beide componenten bij dagvlinders met meerdere generaties per jaar te begrijpen. Studiesoorten zijn oa. het Bont zandoogje (Pararge aegeria), Klein geaderd witje (Pieris napi) en het Landkaartje (Araschnia levana). Bij de centrale studiesoort, het Bont zandoogje, worden de complexe interacties tussen `design' en gedrag (partner-zoek-gedrag en dispersie) doorheen het seizoen geanalyseerd. Bovendien wordt in dit systeem ook explicitiet naar de seizoenale verschillen tussen verschillende habitats (bv. dennenbos vs. loofbos) en fragmentatiegraden (bv. houtkant vs. groot bos) gekeken. Voor de witjes en het Landkaartje wordt een vergelijkende analyse van de morfologie tussen de seizoenen opgezet. Hierbij staan aspecten van vliegcapaciteit en thermoregulatie centraal. Dit project combineert onderzoek naar fenotypische plasticiteit met gedragsecologisch en functioneel morfologisch onderzoek.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Van Dyck Hans
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Relaties tussen individuele gedragscomponenten en dispersie bij dagvlinders in een versnipperd landschap.
Abstract
Het identificeren van landschapselementen of -configuraties die verplaatsingen of dispersie van organismen bevorderen, geniet een groeiende wetenschappelijke aandacht. De mate van uitwisseling wordt reeds geruime tijd onderzocht, maar het is pas recent dat dispersie als process ' incluis het bijhorend gedrag en het belang van morfologie ' onderzocht wordt. Dit project wil binnen een kader van metapopulatie-onderzoek bij dagvlinders dispersie onderzoeken en beter begrijpen vanuit een gedragsecologisch en evolutionair oogpunt. Studiesoorten zijn specialisten van heidebiotopen zoals de Heivlinder (Hipparchia semele) en het Heideblauwtje (Plebeius argus). Het project omvat oa. het vergelijken van het gedragsrepertoire en de morfologie van disperserende en residente individuen, Oberservationeel en experimenteel onderzoek van het gedrag aan enerzijds habitatgrenzen en anderzijds in niet-habitat, detailanalyse van de uitwisseling tussen habitatplekken in relatie tot kenmerken van de tussenliggende landschappelijke matrix met inbegrip van ruimtelijk expliciete modellering. Het onderzoek combineert populatie-ecologie, functionele morfologie en gedragsecologie binnen een natuurbehoudscontext.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Regniers Sofie
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inventarisatie en monitoring van de eekhoorn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Gene flow en effectieve populatiegrootte in niet-evenwichtssituaties.
Abstract
Het behoud van genetische variatie is een cruciale doelstelling in het lange-termijnbeheer van vrijlevende populaties. Schattingen van effectieve populatiegrootte en gene flow zijn vaak gebaseerd op assumpties over evenwicht tussen mutatie, gene flow en drift, en niet toepasbaar op sterk fluctuerende of afnemende populaties. In dit project worden tijdreeksen van genetische stalen van vogels en zoogdieren gebruikt om methodes uit te testen die genetische parameters berekenen in niet-evenwichtscondities.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Omgevingsinvloed op fenotypische expressie.
Abstract
Dit onderzoeksproject is één van de eerste studies die de interrelatie zal bestuderen tussen fenotypische plasticiteit, ontwikkelingsinstabiliteit en canalisatie binnen en tussen omgevingen. Als modelorganisme hebben we gekozen voor het Bont zandoogje Pararge aegeria wegens zijn opvallend vleugelpatroon en het feit dat het variatie in kenmerken vertoont onder verschillende omgevingen (Van Dyck en Wiklund in press.). Als omgevingsvariatie hebben we gekozen voor 1) voedingsstress als externe stress, 2) inteelt als interne stress en 3) seizoenale variatie (wisselende fotoperiode) als een voorspelbare, regelmatig voorkomende omgevingsvariatie. Deze verschillende vormen van omgevingsvariatie worden toegediend onder zowel laboratorium- als veldomstandigheden. Fenotypische plasticiteit, ontwikkelingsinstabiliteit en canalisatie worden bestudeerd op lineaire kenmerken (zoals vleugel- en tibia lengte), oppervlakte maten (zoals oogvlek oppervlaktes) en vorm (als een configuratie van referentiepunten). Verschillende types van kenmerken worden vergeleken, en verschillen in fenotypische expressie zullen bediscussieerd worden in het kader van hun functionele betekenis (bv. vleugeloppervlakte) en hun relatie met fitness (bv. lichaamsgrootte).Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Talloen Willem
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Integratie van dispersie, connectiviteit en landschapstructuur ten behoeve van richtlijnen voor habitatevaluatie en -restoratie.
Dagvlinderpopulaties binnen de op te richten grote eenheid Natuur "De Mechelse Heide".
Abstract
De studieopdracht heeft tot doel om voor een grote landschappelijke eenheid, genoemd naar het centraal gelegen gebied de Mechelse Heide (Provincie Limburg) concrete beheers- en inrichtingsvoorstellen te formuleren voor een reeks van zeldzame en bedreigde dagvlindersoorten. Voor volgende soorten worden op binnen het studiegebied regionale beschermingsplannen opgesteld: Heideblauwtje, Heivlinder, Kommavlinder, Groentje, Bruine eikepage, Veldparelmoervlinder en Klaverblauwtje. Daartoe wordt een gedetailleerde inventarisatie van de populaties en van (poteniële) habitats (inclusief een prospectie van de landschapsmatrix rond en tussen de habitatplekken) uitgevoerd. Naast het synthetiseren van de beschikbare ecologische kennis uit de literatuur, wordt er in beperkte mate bijkomend autecologisch onderzoek uitgevoerd. Naast de soortbeschermingsplannen, worden binnen deze studie de kansen voor herintroductie van drie lokaal uitgestorven vlinders (Gentiaanblauwtje, Veenhooibeestje, Vals Heideblauwtje) onderzocht, en wordt de aanwezigheid van enkele andere soorten (Bont dikkopje, Kleine ijsvogelvlinder, Grote weerschijnvlinder, Grote vos) beter in kaart gebracht.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Evolutionaire veranderingen in morfologie en gedrag van een bosvlinder ten gevolge van habitatfragmentatie.
Abstract
De doelstelling van dit doctoraatsproject is te onderzoeken of habitatfragmentatie leidt tot micro-evolutionaire veranderingen in morfologische en gedragskenmerken (partnerzoekgedrag) die samenhangen met mobiliteit bij dagvlinders. De studiesoort is Pararge aegeria. We gaan o.a. na in hoeverre er variatie bestaat in individuele mobiliteitskenmerken tussen dagvlinderpopulaties gekenmerkt door een verschillend type habitatfragmentatie, a.h.v. morfologisch relevante kenmerken en dispersieschattingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Merckx Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Sociale aspecten van dispersiestrategieën bij de koolmees (Parus major).
Abstract
Dispersie tussen geboorte- en broedplaats is een sleutelproces in de populatiedynamiek enerzijds, en de sociale organisatie anderzijds. In dit project wordt de relatie onderzocht tussen dispersiestrategieën en sociale status van individueel gemerkte Koolmezen (dominantie, territoriumvestiging, paarvorming). Hierbij wordt ook aandacht besteed aan individuele kwaliteitskenmerken (conditie, signaalkenmerken) en de effecten van dispersie op reproductief succes en overleving.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: D'Hert Diederik N
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Onderzoek naar de effecten van omgevingsstress op het evolutionaire potentieel van ontwikkelingsstabiliteit.
Abstract
Ontwikkelingsstabiliteit (OS) kan gedefinieerd worden als de eigenschap die individuen toelaat om hun morfologische ontwikkeling te bufferen tegen random fouten die optreden tijdens de groei van kenmerken (we spreken hier van random ruis). Fluctuerende asymmetrie (FA, i.e. kleine random afwijkingen van perfecte symmetrie van bilateraal symmetrische kenmerken) is de meest gebruikte maat voor OS. De mate van FA wordt beschouwd als het resultaat van 2 processen: random ruis verhoogt de asymmetrie terwijl individuele OS deze afwijkingen zal tegenwerken. Omgevings- en genetische stress verhogen FA. Het is echter onduidelijk of dit een gevolg is van een lagere OS dan wel een hogere graad van ruis op de ontwikkeling van kenmerken. Opdat een kenmerk zou kunnen evolueren onder bepaalde selektiedrukken moet het een genetische basis hebben en moeten genotypes verschillen in fitness. Hoewel een aantal studies aantonen dat OS gemeten via FA, een genetische basis heeft en gecorreleerd is met fitness blijken deze effecten niet universeel voor te komen. Er is weinig geweten over de onderliggende oorzaken van deze heterogeniteit zodat eveneens weinig geweten is over het evolutionaire potentieel van OS. Deze topic is dan ook zeer controversieel in de recente literatuur. Dit project beoogt een bijdrage te leveren tot het verklaren van de geobserveerde heterogeniteit in de literatuur. Aangezien OS gezien wordt als universele maat voor fitness en stress op het niveau van zowel het individu als van de populatie, heeft OS tal van toepassingsmogelijkheden. In het bijzonder is het gebruik van OS als biomonitoring systeem voor bedreigde populaties een 'hot topic' van onderzoek. In welke mate OS kan evolueren en wat de invloeden zijn van stress vormen dan ook onontbeerlijke kennis om de bruikbaarheid van OS in deze context te toetsen. Dit vormt het centrale thema van dit project.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Van Dongen Stefan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Leefbaarheid van metapopulaties van vogels. (METABIRD)
Abstract
De basis van dit project is het integreren van data uit verschillende lange-termijn demografische studies van ruimtelijk gestructureerde vogelpopulaties in Europa. Deze integratie zal een empirische ondersteuning geven aan de ontwikkeling van realistische populatiedynamische modellen voor ruimtelijk gestructureerde populaties, die toelaten om de gevolgen van habitatveranderingen te evalueren en algemene richtlijnen te formuleren voor het behoud van bedreigde vogelsoorten. Bijkomende veldexperimenten zullen worden uitgevoerd (met bijzondere aandacht voor dichtheidsafhankelijke responsen en dispersie) om kritische assumpties van deze modellen te testen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Dispersiestrategieën in relatie tot omgevingskwaliteit, individuele kwaliteit en sociale structuur bij de Koolmees (parus major).
Abstract
Natuurlijke populaties hebben een ruimtelijke structuur die wordt bepaald door de mate waarin individuen of sociale groepen, die verschillende delen van het habitat innemen, met elkaar interageren. De meest bepalende factor voor deze ruimtelijke structurering is de dispersie van individuele dieren, gedefinieerd als de verplaatsing tussen geboorteplaats en broedplaats. Het doel van dit project is meer inzicht te krijgen in de rol van omgevingsvariatie en sociale structuur in het dispersieproces bij een modelsoort, de Koolmees. Essentieel hierbij is het kwantificeren van parameters van individuele kwaliteit en conditieOnderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Eens Marcel
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studie naar veranderingen in de genetische structuur van populaties via een vergelijkend onderzoek van recent en historisch DNA.
Abstract
De toenemende versnippering van natuurlijke habitaten beïnvloedt de leefbaarheid en genetische structuur van dier- en plantenpopulaties. Om het effect van 'genetische erosie' te kunnen inschatten, worden recent gefragmenteerde populaties vergeleken met DNA uit museumstalen daterend voor de versnippering. In dit project wordt een piloot-dataset uitgewerkt van vogels in tropisch Kenyaans nevelwoud, in samenwerking met het Centre for Tropical Biodiversity in Kopenhagen. Onze doelstelling is om een meer uitgebreide projectaanvraag voor te bereiden in het kader van het 5de Kaderprogramma (EU), om deze methodologie verder uit te werken en toe te passen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een geïntegreerde studie van de variatie in het vliegvermogen bij het bont zandoogje (pararge aegeria L.) : prestatie, morfologie en kwantitatieve genetica.
Abstract
In dit project wordt de variatie bestudeerd in prestatie alsok morfologische en genetische variatie met het Bont zandoogje (Pararge aegeria L.) als modelsoort. Meerbepaald wordt nagegaan in hoeverre het vliegapparaat van deze dagvlinder aangepast is aan de functies die het moet vervullen rekening houdend met omgevingsvariatie en mogelijke constraints. Daarnaast wordt de mate waarin morfologische en prestatiekenmerken erfbaar en genetisch met elkaar gerelateerd zijn, bestudeerd. Tenslotte wordt onderzocht of deze relaties consistent zijn in een verschillende omgeving.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Berwaerts Koen
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Bouwstenen monitoring : ontwikkeling van concepten, methoden en technieken voor natuurkwaliteitszorg in Vlaanderen aan de hand van een multi-soortenbenadering.
Abstract
De studieopdracht heeft drie doelstellingen. Ten eerste wordt er een kritische synthese gemaakt van de veelheid aan concepten en termen uit de internationale wetenschappelijke vakliteratuur voor het gebruik van soorten bij de diverse onderdelen van het natuurbehoud en -beleid (bv. indicatorsoort, paraplusoort, aandachtssoort, enz.), voor zover relevant binnen de Vlaamse context. Dit omvat eveneens een kritische analyse van de sets van criteria om doel- en indicatorsoorten te selecteren. Een multi-soortenbenadering (of beter multi-taxa benadering) staat hierbij centraal. Ten tweede, wordt een screening van de indicatorfunctie(s) van diverse soortengroepen uitgevoerd. Ten derde wordt een praktijkvoorbeeld uitgewerkt (soorten en beheer van natte heidebiotopen) om de ideeën te toetsen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Invloed van de landschapsstructuur op het dispersiegedrag, de morfologie en de genetische uitwisseling van een reeks tropische bosvogels van de Taita Hills, Zuid-Oost Kenia.
Abstract
Doelstelling is het linken - in een landschapsecologische context - van dispersie, morfometrische differentiatie en life-history parameters aan de populatie (genetische) structuur en dynamiek van een reeks afrotropische bosvogels.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Lens Luc
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Evolutionaire veranderingen in morfologie en gedrag van vlinders ten gevolge van habitatfragmentatie.
Abstract
De doelstelling van dit doctoraatsproject is te onderzoeken of habitatfragmentatie leidt tot micro-evolutionaire veranderingen, meer bepaald in morfologische en / of gedragskenmerken die samenhangen met mobiliteit bij dagvlinders. Als studiesoort wordt gekozen voor Pararge aegeria (Bont zandoogje). Bij deze soort werd reeds een relatie vastgesteld tussen enkele morfologische kenmerken en mobiliteit op beperkte schaal, nl. het partnerzoekgedrag. Dit werd geïnterpreteerd vanuit hypothesen over selectiedrukken op vliegcapaciteiten. Daarom wordt in dit project ook onderzocht in hoeverre partnerzoekgedrag op zich, of de relatie met morfologie, beïnvloed wordt door habitatversnippering. Specifieke doestellingen: i) Nagaan in hoeverre er variatie bestaat in individuele mobiliteitskenmerken tussen dagvlinderpopulaties gekenmerkt door een verschillende graad van habitatfragmentatie, aan de hand van morfologisch relevante kenmerken enerzijds en dispersieschattingen anderzijds. Hierbij aansluitend nagaan of die variatie seizoensafhankelijk is (voorjaars- / zomergeneratie). ii) De hypothese testen of die mobiliteitsverschillen te verklaren zijn als een evolutionaire respons. Hiervoor bepalen we enerzijds de genetische basis ('heritability') van de gevonden variatie in morfologische en gedragskenmerken met behulp van een 'common garden' experiment. Anderzijds onderzoeken we in hoeverre er 'gene-flow' bestaat tussen populaties. iii) Vermits partnerzoekgedrag mogelijk kan interageren met andere aspecten van mobiliteit (bv. dispersie), testen we of er hier ook veranderingen optreden.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Merckx Thomas
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inventarisatie Siberische grondeekhoorn in en rond het Staatsnatuurreservaat De Westhoek te De Panne.
Abstract
De Siberische grondeekhoorn is sinds enkele tientallen jaren gevestigd in enkele bossen in Vlaanderen en breidt zijn areaal langzaam uit. Met het oog op eventuele maatregelen om de verbreiding van deze exoot te beperken of zelfs terug te dringen, werd in opdracht van AMINAL (Afd. Natuur) een inventarisatie uitgevoerd van de kleine populatie in De Panne met behulp van tellingen en een beperkt merk/hervangst-programma.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Een geïntegreerde studie van het adaptatieproces : locomotie als modelfunctie.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Aerts Peter
- Co-promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Van Damme Raoul
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De adaptieve waarde van luminiscent gedrag bij glimwormen.
Abstract
Adulte glimwormen gebruiken lichtsignalen om partners aan te lokken. Deze studie wil echter de functie nagaan van luminiscent gedrag bij andere stadia (vooral larven) en bij volwassenen van (zeldzame) dagaktieve soorten. Via experimenten en veldwaarnemingen op drie inheemse maar sterk verschillende soorten worden de hypothesen getest dat lichtsignalen predatoren afschrikken, onsmakelijkheid signaleren, of een rol spelen in intraspecifieke communicatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: De Cock Raphael
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Soortbeschermingsplan voor het Gentiaanblauwtje.
Abstract
Het project beoogt het opstellen van een wetenschappelijk onderbouwd beschermingsplan voor de wettelijk beschermde en bedreigde dagvlinder het Gentiaanblauwtje (Maculinea alcon) en zijn habitats in Vlaanderen, in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap ' AMINAL Afdeling Natuur. In alle Vlaamse (rest)populaties van deze vlinder en in alle potentieel geschikte natte heide- en veengebieden, wordt de nodige informatie verzameld in verband met aanwezigheid van de vlinder, de waardplant (Klokjesgentiaan), de soorten en densiteit van de waardmieren, vegetatiestructuur en het gevoerde beheer. Voor alle gebieden worden uitspraken gedaan m.b.t. het beheer, mogelijkheden voor natuurinrichting en translocatie en andere beleidsgerichte maatregelen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Adaptieve relaties tussen morfologische variatie en gedragsmatige variatie bij dagvlinders.
Abstract
Functionele relaties tussen morfologische ("design") en gedragsmatige variatie worden onderzocht binnen een evolutionair kader bij heliotherme insecten, in casu dagvlinders, met Bont zandoogje (Pararge aegeria L.) als belangrijkste modelsoort. Er wordt o.a. gekeken naar verschillen tussen morfotypes in ecologisch relevante vliegprestaties, sexuele verschillen en de rol van sexuele selectie, oorzaken van fenotypische variatie (bv. overerfbaarheid), en belang van deze relaties voor verplaatsingen op een landschappelijke schaal (dispersie).Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Van Dyck Hans
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Inventarisatie Siberische grondeekhoorn in en rond het Staatsnatuurreservaat De Westhoek te De Panne.
Abstract
De Siberische grondeekhoorn is sinds enkele tientallen jaren gevestigd in enkele bossen in Vlaanderen en breidt zijn areaal langzaam uit. Met het oog op eventuele maatregelen om de verbreiding van deze exoot te beperken of zelfs terug te dringen, werd in opdracht van AMINAL (Afd. Natuur) een inventarisatie uitgevoerd van de kleine populatie in De Panne met behulp van tellingen en een beperkt merk/hervangst-programma.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Kwantitatieve evaluatie van de verbindingsfunctie van landschappelijke elementen aan de hand van connectiviteitsmodellen.
Abstract
De mate van uitwisseling tussen geïsoleerde populaties wordt bestudeerd bij vijf diersoorten van bosgebieden en in twee studiegebieden. Deze patronen worden getoetst aan ruimtelijke connectiviteitsmodellen die de bereikbaarheid van bosfragmenten vanuit andere plaatsen in het landschap voorspellen. De resulterende modellen verschaffen een instrument om de landschappelijke verbindingsfunctie van landinrichtingsplannen te evalueren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Het gebruik van selectieve toegang tot broedplaatsen als experimenteel systeem in populatie-ecologisch onderzoek.
Abstract
Competitie tussen individuele mezen wordt experimenteel gemanipuleerd door nestkasten electronisch toegankelijk te maken tot welbepaalde individuen. In een eerste fase wordt getest of dit competitief voordeel zich uit in een hogere dominantiepositie en een grotere vestigingskans voor de geselecteerde dieren. Op termijn kan dit pilootsysteem toelaten de populatiedynamiek en -genetica van vrijlevende populaties te manipuleren.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studie van genetische variatie en gevolgen van inteelt in geïsoleerde vertebratenpopulaties met behulp van microsatelliet DNA merkers.
Abstract
Deze aanpassing van het project laat ons toe meer specifieke primersets te ontwikkelen voor een aantal doelsoorten, met gebruik van nieuwe technieken, teneinde van merkers met een optimale graad van polymorfie te verkrijgen voor populatiegenetische toepassingen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Verheyen Rudi
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Opstellen van een digitaal geografisch model voor de studie van ruimtelijke landschapspatronen en hun effect op populatieprocessen in de Taita Hills, Kenia.
Abstract
Dit project is een aanvulling van lopend onderzoek naar endemische vogelpopulaties in geïsoleerde bosfragmenten in de Taita Hills, Kenya. Voorlopige resultaten suggereren belangrijke verschillen in populatieparameters tussen bosfragmenten. Om de effecten van isolatie beter in te schatten zullen de complexe topografische en landgebruiks-variatie ingevoerd worden in een GIS model van het gehele studiegebied.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studie van de gedragsecologie en de effecten van habitat versnippering op de populatiestructuur en inteeltdepressie bij de kleine wintervlinder Operophtera brumata L.
Abstract
Met behulp van vangst-hervangst methoden en poly-aerylamide gel electrophorese zal nagegaan worden wat het effect is van habitatfragmentatie op dispersie-, kolonizatiemogelijkheden en lokale adaptatie van de kleine wintervlinder.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Van Dongen Stefan
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Reproductieve strategieen bij Lestes soorten (Odonata : Zygoptera).
Abstract
Het doel van dit project is de studie van sexuele selectie bij twee soorten waterjuffers van het genus Lestes: L.sponsa en L. viridis. Hierbij zal gekeken worden naar intra- en interspecifieke variatie in reproductieve strategieen. Specifiek zullen de onder liggende mechanismen hiervan gedecteerd worden aan de hand van een gedetailleerde studie van de gedrags- en populatie-ecologie van beide soorten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Stoks Robby
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gemengde strategieen en populatiestructuren: temporele en ruimtelijke aspecten van de life history strategie in de basterdzandloopkever Cicindela hybrida.
Abstract
Dit project is er op gericht uit te maken hoe variatie in het verloop van de levenscyclus uitwisseling veroorzaakt tussen temporele populaties, en of er verbanden zijn tussen temporele eigenschappen van de levenscyclus en dispersie, met de basterdzandloopkever Cicindela hybrida als model. Parallel met dit empirisch luik gebeurt theoretische werk dat nagaat hoe selectieprocessen het voorkomen beinvloeden van strategieën, die uitwisseling tussen populaties in zo'n systeem bevorderen of verhinderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Van Dooren Tom J M
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De adaptieve waarde van natale dispersie bij de koolmees.
Abstract
De bedoeling van dit doctoraatsproject is een bijdrage te leveren tot het vinden van een functionele verklaring voor natale dispersie. Eveneens zal nagegaan worden welke selectiedrukken resulteren in de sex-vertekening van natale dispersie, die bij veel diersoorten geobserveerd wordt, en in welke mate ouders de dispersie van hun jongen beinvloeden. Daartoe zullen gegevens verzameld worden in ongemanipuleerde omstandigheden en zullen experimenten verricht worden. De studiesoort is de koolmees en het studiegebied bestaat uit een aantal kleine bosgebieden ten zuidoosten van de stad Antwerpen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Van De Casteele Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Thermodynamica en de economische-ecologische waarde van biodiversiteit.
Abstract
Door gebruik te maken van bestaande en nog te ontwikkelen methodes wordt het effect van menselijke ingrepen en biologische invasies op een studiegebied nagegaan. De economische implicaties van deze processen worden verder geanalyseerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Gansemans Joris
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Gedragsanalyse van verplaatsingen binnen en tussen habitatplekken bij de zandloopkever aan de hand van automatische registratie en computersimulaties.
Abstract
De doelstelling van dit project is inzicht te krijgen in de gedragsregels van dieren die zich verplaatsen binnen en tussen discrete habitatplekken die onderling verbonden zijn door "corridors". Via automatische registratie worden alle verplaatsingen gefilmd. De resultaten worden getoetst aan computersimulaties die verplaatsingspatronen genereren vanuit bepaalde hypothetische uitgangspunten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Ecologische genetica. Genetische variatie in natuurlijke populaties.
Abstract
Genetische variatie binnen een soort omvat genetische variatie binnen natuurlijke populaties en de genetische differentiatie tussen populaties. De combinatie van genmigratie, natuurlijke selectie en genetische drift liggen aan de basis van de intraspecifieke genetische variatie. In welke mate genetische differentiatie tussen natuurlijke populaties vooral bepaald wordt door toevalsprocessen dan wel door natuurlijke selectie is controversieel. Het is juist in dit onderzoeksgebied dat de onderzoeksgemeenschap zich profileert.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studie van genetische variatie en gevolgen van inteelt in geïsoleerde vertebraten populaties mbv. microsateliet DNA-merkers.
Abstract
In een aantal populaties van vogels, kleine zoogdieren en een amfibie wordt enerzijds nagegaan hoe de mate van uitwisseling tussen populaties (o.a. via merk/hervangstmethoden, telemetrie) in verband kan gebracht worden met de hoeveelheid genetische variatie en de genetische differentiatie tussen populaties (via microsatelliet DNA). Anderzijds wordt nagegaan in hoeverre verlies aan genetische variatie een negatief effect heeft op reproductief succes.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Co-promotor: Verheyen Rudi
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De adaptieve waarde van luminiscent gedrag bij glimwormen (Lampyridae, Coleoptera).
Abstract
Adulte glimwormen gebruiken lichtsignalen om partners aan te lokken. Deze studie wil echter de functie nagaan van luminiscent gedrag bij andere stadia (vooral larven) en bij volwassenen van (zeldzame) dagaktieve soorten. Via experimenten en veldwaarnemingen op drie inheemse maar sterk verschillende soorten worden de hypothesen getest dat lichtsignalen predatoren afschrikken, onsmakelijkheid signaleren, of een rol spelen in intraspecifieke communicatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: De Cock Raphael
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De adaptieve waarde van luminiscent gedrag bij glimwormen.
Abstract
Adulte glimwormen gebruiken lichtsignalen om partners aan te lokken. Deze studie wil echter de functie nagaan van luminiscent gedrag bij andere stadia (vooral larven) en bij volwassenen van (zeldzame) dagaktieve soorten. Via experimenten en veldwaarnemingen op drie inheemse maar sterk verschillende soorten worden de hypothesen getest dat lichtsignalen predatoren afschrikken, onsmakelijkheid signaleren, of een rol spelen in intraspecifieke communicatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Factoren die de sociale organisatie en het dispersiegedrag van tropische bosvogels in een gefragmenteerd habitaat beïnvloeden.
Abstract
Deze studie beoogt inzicht te verwerven in effecten van recente fragmentatie van tropisch regenwoud op diverse fitness parameters, populatie dynamiek, dispersie gedrag en genetische uitwisseling bij Turdus helleri, Apalis thoracica fascigularis en Zosterops poliogastra silvanus. Deze drie endemische bosvogelsoorten uit Kenya verschillen in mate van mobiliteit en habitaat specialisatie. Resultaten van dit onderzoek, verricht in Kenya, worden vergeleken met bevindingen van soortgelijke onderzoeksprojecten uitgevoerd in gematigde streken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Lens Luc
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Studie van de verschillende functies en consequenties van luminescent gedrag bij drie soorten glimwormen.
Abstract
Adulte glimwormen gebruiken lichtsignalen om partners aan te lokken. Deze studie wil echter de functie nagaan van luminiscent gedrag bij andere stadia (vooral larven) en bij volwassenen van (zeldzame) dagaktieve soorten. Via experimenten en veldwaarnemingen op drie inheemse maar sterk verschillende soorten worden de hypothesen getest dat lichtsignalen predatoren afschrikken, onsmakelijkheid signaleren, of een rol spelen in intraspecifieke communicatie.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: De Cock Raphael
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De studie van gedrag : een evolutionaire, interdisciplinaire benadering.
Abstract
In het kader van deze wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap zullen wetenschappers van verschillende disciplines samenwerken om interdisciplinair gedragsonderzoek te organiseren en te stimuleren om zo een beter inzicht te verwerven in evolutionaire mechanismen die plaatsgrijpen in natuurlijke populaties. Er zal in eerste instantie samengewerkt worden rond drie specifieke onderzoeksthema's: (1) evolutionaire studie van het 'zang systeem' bij zang vogels; (2) studie van sexuele selectie, en (3) studie van proximate en ultimate factoren die de timing van reproductie bepalen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Herstelmogelijkheden voor de patrijs in het Vlaamse Gewest.
Abstract
In deze studie worden lopende beheersprojecten met als doelstelling het terugdringen van de achteruitgang van de Patrijzenstand, wetenschappelijk geëvalueerd. Dit gebeurt door middel van populatie-onderzoek, studie van predatoren, en evaluatie van biotoopverbeteringen zowel in functie van de Patrijs als voor andere fauna- en flora-elementen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Temporele en ruimtelijke aspecten van de life history strategie van de basterd zandloopkever.
Abstract
Dit project is er op gericht uit te maken hoe variatie in het verloop van de levenscyclus uitwisseling veroorzaakt tussen temporele populaties, en of er verbanden zijn tussen temporele eigenschappen van de levenscyclus en dispersie, met de basterdzandloopkever Cicindela hybrida als model. Parallel met dit empirisch luik gebeurt theoretische werk dat nagaat hoe selectieprocessen het voorkomen beinvloeden van strategieën, die uitwisseling tussen populaties in zo'n systeem bevorderen of verhinderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Van Dooren Tom J M
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Reproductieve strategieën bij Lestes soorten.
Abstract
Het doel van dit project is de studie van sexuele selectie bij twee soorten waterjuffers van het genus Lestes: L.sponsa en L. viridis. Hierbij zal gekeken worden naar intra- en interspecifieke variatie in reproductieve strategieen. Specifiek zullen de onder liggende mechanismen hiervan gedecteerd worden aan de hand van een gedetailleerde studie van de gedrags- en populatie-ecologie van beide soorten.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Stoks Robby
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De adaptieve waarde van natale dispersie bij de koolmees.
Abstract
De bedoeling van dit doctoraatsproject is een bijdrage te leveren tot het vinden van een functionele verklaring voor natale dispersie. Eveneens zal nagegaan worden welke selectiedrukken resulteren in de sex-vertekening van natale dispersie, die bij veel diersoorten geobserveerd wordt, en in welke mate ouders de dispersie van hun jongen beinvloeden. Daartoe zullen gegevens verzameld worden in ongemanipuleerde omstandigheden en zullen experimenten verricht worden. De studiesoort is de koolmees en het studiegebied bestaat uit een aantal kleine bosgebieden ten zuidoosten van de stad Antwerpen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Van De Casteele Tom
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Moleculaire verwantschapsanalyse van natuurlijke familiegroepen van de vlinder Araschnia levana.
Abstract
De evolutionaire betekenis van plasticiteit (door de omgeving geïnduceerde variatie) is groot, omdat alle organismen in tenminste sommige kenmerken plastisch zijn. Buiten het lab is echter bijna niets bekend over de overerving van plastisch kenmerken. Dit onderzoek maakt gebruik van natuurlijke groepen rupsen om de overerving van het vleugelpatroon in het veld te onderzoeken.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Dispersie en populatiestructuur van dieren in een versnipperd landschap.
Abstract
Het project onderzoekt hoe verplaatsingen van individuele dieren en de daaruit resulterende uitwisseling tussen (sub)populaties, beinvloed worden door veranderingen in het milieu en in het bijzonder de landschapsstructuur, op zowel ecologische als evolutionaire tijdsschalen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Mobiliteit, dispersie en fenotypische variatie bij bont zandoogje Pararge aegeria L. (Lepidoptera, Satyridae).
Abstract
Dit project concentreert zich op fenotypische, thermoregulatorische en gedragsvariatie bij twee Europese Satyridae (Lepidoptera). Er wordt gezocht naar verklaringen voor de relaties tussen deze componenten, en de implicaties voor dispersie in een gefragmenteerd habitaat worden bestudeerd.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Van Dyck Hans
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Temporele en ruimtelijke populatiestructuur van de basterdzandloopkever Cicendela hybrida.
Abstract
Dit project is er op gericht uit te maken hoe variatie in het verloop van de levenscyclus uitwisseling veroorzaakt tussen temporele populaties, en of er verbanden zijn tussen temporele eigenschappen van de levenscyclus en dispersie, met de basterdzandloopkever Cicindela hybrida als model. Parallel met dit empirisch luik gebeurt theoretische werk dat nagaat hoe selectieprocessen het voorkomen beinvloeden van strategieën, die uitwisseling tussen populaties in zo'n systeem bevorderen of verhinderen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
- Mandaathouder: Van Dooren Tom J M
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Beschermingsplan voor het reewild. Criteria voor een biologisch verantwoord afschotplan voor reewild in Vlaanderen.
Abstract
Aangezien het ree in Vlaanderen nog steeds in aantal toeneemt en steeds meer jagers met reejacht geconfronteerd worden, stelt zich de noodzaak het (verplichte) afschotplan te baseren op biologische criteria. Vandaar dat een wetenschappelijk (en adviserend) rapport werd opgesteld over de conditie, het beheer en de aantalsevolutie van het ree in Vlaanderen, die moet resulteren in het formuleren van objectieve normen voor een biologisch verantwoord reebeheer.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Dispersie van juveniele Boomklevers Sitta europaea in een versnipperd landschap : een telemetrische studie
Abstract
Juveniele boomklevers worden met zenders uitgerust om het dispersiegedrag in detail te volgen tijdens de belangrijkste periode van verplaatsingen, kort na het uitvliegen. De bedoeling is meer inzicht te krijgen in het gedrag zelf, de factoren die dispersie beïnvloeden, en de wijze waarop landschapselementen gebruikt worden, ten einde effecten van habitatversnipperingen beter te begrijpen.Onderzoeker(s)
- Promotor: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
Effecten van habitatfragmentatie op de populatiedynamiek en genetische structuur van kleine holenbroedende zangvogels
Abstract
Habitatversnippering heeft effecten op 1) habitatkwaliteit en 2) dispersie van habitat-specifieke soorten. Het eerste wordt onderzocht via mortaliteit, predatie, reproductie en voedselaanbod in bosfragmenten van verschillende grootte en isolatiegraad, het tweede via verplaatsingen van gemerkte individuen in een 300 km2 gebied. Studiesoorten zijn Boomklever Sitta europaea en mezen Parus spp.Onderzoeker(s)
- Promotor: Dhondt Andre
- Mandaathouder: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject
De adaptieve waarde van sociale organisatiepatronen bij vogels buiten het broedseizoen : test van een aantal hypothesen.
Abstract
Onderzoeker(s)
- Promotor: Dhondt Andre
- Mandaathouder: Matthysen Erik
Onderzoeksgroep(en)
Project type(s)
- Onderzoeksproject