Mentaal welbevinden daalt richting niveau lockdown
22 oktober 2020
Behoorlijk wat deelnemers Grote Coronastudie vinden aanwezigheid op het werk onnuttig.
Mensen in alle sectoren en alle provincies zitten de laatste twee weken minder goed in hun vel. Dat blijkt uit de Grote Coronastudie, die ook duidelijk maakt dat de duurtijd tussen het afnemen van een coronatest en het verkrijgen van het resultaat toe aan het nemen is.
Dinsdag stond golf 22 van de Grote Coronastudie op de agenda. Net geen 22 000 mensen namen deel. Dat zijn er bijna 2000 meer dan bij de vorige bevraging: de zorgwekkendheid van de coronacijfers speelt allicht een rol. De grootschalige enquête is een initiatief van UAntwerpen, met medewerking van UHasselt, KU Leuven en ULB. Het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) zorgt voor een financieel duwtje.
Een eerste analyse van de grote hoeveelheid data levert naar tweewekelijkse gewoonte heel wat interessante vaststellingen op.
- We zitten weer minder goed in ons vel. Het mentale welbevinden gaat bij alle bevolkingsgroepen en in alle provincies de verkeerde richting uit, maar in het bijzonder bij deelnemers die werkzaam zijn in het onderwijs en de gezondheidszorg. “We gaan opnieuw richting het niveau van de lockdown, nog vooraleer er een eventuele nieuwe lockdown is”, zegt prof. Philippe Beutels (UAntwerpen).
-
Deelnemers aan de Grote Coronastudie konden drie activiteiten aangeven die ze absoluut niet willen opgeven. Het openhouden van de lagere scholen wordt door 33% van de mensen aangestipt, gevolgd door het kunnen samenkomen met vrienden (30%) en het behouden van één knuffelcontact (30%). Opvallend: activiteiten zoals op café gaan (7%), een concert of theaterstuk bijwonen (6%) en live naar een sportwedstrijd gaan (2%) staan veel minder hoog op de prioriteitenlijst.
-
Dat de testcapaciteit op haar limieten botst, blijkt ook uit de Grote Coronastudie. De duurtijd tussen het afnemen van de test en het verkrijgen van het resultaat neemt overal toe. In Vlaanderen is de vertraging het grootst in de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant. De vertraging is nog groter in Brussel en de Waalse provincies. Opvallend: deelnemers met een minder sterke financiële achtergrond moeten langer wachten op hun resultaat, wat mogelijk verklaard kan worden door de stedelijke context waarin zij vaak wonen.
-
Het Overlegcomité besliste vorige week dat telewerk (opnieuw) de norm werd, tenzij niet anders mogelijk. Toch meldt zowat één op vijf deelnemers die naar hun inschatting op een onveilige werkplek zitten, dat ze hun aanwezigheid op de werkvloer onnuttig vinden.