Stage wetenschappelijke onderzoeksgroepen

De stage bij de onderzoeksgroepen Centrum voor Stadsgeschiedenis en Politieke Geschiedenis (PoHis) spreid je over het academiejaar. ​Jeroen Kole, die nu een doctoraat doet aan het Centrum voor Stadsgeschiedenis, en Joeri Aerts vertellen over hun ervaringen met deze stage.

Wat doe je tijdens de stage?

Jeroen: "Voor de stage volgde ik de middagseminaries waar leden van de wetenschappelijke onderzoeksgroepen wekelijks de kans hebben om hun (toekomstige) artikelen en hoofdstukken voor te leggen aan hun collega's voor feedback. Er werd van mij verwacht dat ik de teksten grondig las om vervolgens een (kritische) vraag of opmerking te formuleren en daarmee het debat te openen. Na afloop moest ik een kort verslag schrijven en daarbij duiden waar de publicatie nog kon en/of moest verbeteren."

Joeri: "Op het einde van de stage kon ik tonen wat ik geleerd heb/had tijdens het academiejaar door zelf een hypothetische FWO-aanvraag voor te stellen tijdens een seminarie."

Waarom moet je deze stage doen?

Jeroen: "Deze 'stage' gaf mij een unieke inkijk in de keuken van het Departement Geschiedenis aan UAntwerpen. Je vergeet als student soms dat er een uitgebreid, waardevol proces van discussie en feedback vooraf gaat aan elke wetenschappelijke publicatie. Met dat proces maak je hier kennis. Het was bijzonder interessant en leerzaam om de feedback te horen van verschillende historici, die elk vanuit hun eigen ervaring en expertise probeerden de onderzoeker vooruit te helpen.

Daarnaast heeft de stage mijn kritische houding tegenover 'goed' onderzoek en academische publicaties verder aangescherpt en mijn eigen onderzoeksvaardigheden bevordert. Ik merkte dat de teksten die ik moest schrijven gedurende de master beter werden als gevolg van de feedback die ik meekreeg tijdens de seminaries. Tot slot bevestigde de deelname aan de middagseminaries dat ik zelf onderzoek wilde doen en in de academische wereld wilde werken."

Joeri: "Ik twijfelde in het begin van het jaar heel erg of ik me wel zou inschrijven voor de stage omdat ik schrik had dat ze mijn petje te boven zou gaan, maar ik ben heel blij dat ik het toch gedaan heb. Ik zou andere studenten die geïntrigeerd zijn door de stage vooral willen aanraden om zich gewoon in te schrijven. De historici verwachten zeker niet dat je je van de eerste dag in de discussies mengt als een volleerde onderzoeker: net als andere stages is ook deze een leerproces.

Daarnaast kan ik deze stage ook warm aanbevelen aan studenten die nog niet goed weten welke richting ze uitwillen na de master. Zelf was ik ook nog sterk aan het twijfelen in het begin van het academiejaar. Vorig jaar liep ik ook al de stage cultureel erfgoed, die ik eveneens kan aanraden. Beide stages laten je proeven van een hele andere praktijkervaring, wat mij net heeft geholpen om uit te zoeken waar mijn sterke punten en interesses precies liggen." (Je leest hier over Joeri's stage cultureel erfgoed: hij werkte mee aan de expo over het nieuw ontdekte Zuidkasteel.)

Hoe is de stagebegeleiding?

Jeroen: "Er werden infosessies en feedbackmomenten georganiseerd waar nodig (en indien door ons gewenst). De omkadering was beperkt, maar voor mij persoonlijk voldoende. Deze stage draait voornamelijk om het ontwikkelen van je eigen kritische houding als onderzoeker. Daarbij is zelfstandigheid onmisbaar.

De drempel om te spreken voor een groep (ervaren) historici en onderzoekers is vrij hoog. Je kunt daarbij soms het gevoel hebben dat je als masterstudent niet veel kan bijdragen aan de discussies. Toch word je aangespoord om mee te denken en waardeert men je inzet en input."

Joeri: "Ik vond het in het begin van de stage ook spannend om het woord te nemen tijdens de discussies en daarbij assertief te zijn, maar dit bleek voor niets nodig. Na enkele seminaries durfde ik me al meer in de discussies te mengen en dit werd duidelijk geapprecieerd."